Frouke Arns, Ernest Hemingway, Belcampo, Boris Dittrich , Hans Fallada, David Boerljoek

Dolce far niente – Bij de Nijmeegse Vierdaagse

 

 
Wandelaars tijdens de Vierdaagse van Nijmegen

 

Roem en blaren

dit vallen in de voetstappen van hen
die voor je gingen gaat je goed af;
zwaaiend doe je voort, aangespoord door
duizend klanken langs de weg

als lava stroom je door de straten,
geeft je glimlach aan elk gezicht,
in iedere taal een nieuwe vriend

in de vroegte op de Wedren moedigt
de laatste lichting uit de kroeg je aan
twee werelden die elkaar hier raken –
ieder draagt zijn eigen kruis

in de maat van het legioen ga ook jij
de eindstreep halen; op de Via Gladiola
wachten zwaardlelies jouw komst

en de stad, zij heeft de tijd, deinend staat zij
aan haar kade middenin het feestgedruis
straks ga je naar huis, zijn haar straten vreemd
sereen, geeft je eeuwige roem en blaren mee.

 

 
Frouke Arns (Handorf, 1964)
Handorf. Frouke Arnswas in 2015 en 2016 stadsdichter van Nijmegen.

 

De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway werd geboren op 21 juli 1899 in Oak Park, Illinois. Zie ook mijn blog van 21 juli 2010 en eveneens alle tags voor Ernest Hemingway op dit blog.

Uit: A Moveable Feast

“It was a pleasant café, warm and clean and friendly, and I hung up my old waterproof on the coat rack to dry and put my worn and weathered felt hat on the rack above the bench and ordered a café au lait. The waiter brought it and I took out a notebook from the pocket of the coat and a pencil and started to write. I was writing about up in Michigan and since it was a wild, cold, blowing day it was that sort of day in the story. I had already seen the end of fall come through boyhood, youth and young manhood, and in one place you could write about it better than in another. That was called transplanting yourself, I thought, and it could be as necessary with people as with other sorts of growing things. But in the story the boys were drinking and this made me thirsty and I ordered a rum St. James. This tasted wonderful on the cold day and I kept on writing, feeling very well and feeling the good Martinique rum warm me all through my body and my spirit. A girl came in the café and sat by herself at a table near the window. She was very pretty with a face fresh as a newly minted coin if they minted coins in smooth flesh with rain-freshened skin, and her hair black as a crow’s wing and cut sharply and diagonally across her cheek. I looked at her and she disturbed me and made me very excited. I wished I could put her in the story, or anywhere, but she had placed herself so she could watch the street and the entry and I knew she was waiting for someone. So I went on writing. The story was writing itself and I was having a hard time keeping up with it. I ordered another rum St. James and I watched the girl whenever I looked up, or when I sharpened the pencil with a pencil sharpener with the shavings curling into the saucer under my drink. I’ve seen you, beauty, and you belong to me now, whoever you are waiting for and if I never see you again, I thought. You belong to me and all Paris belongs to me and I belong to this notebook and this pencil. Then I went back to writing and I entered far into the story and was lost in it. I was writing it now and it was not writing itself and I did not look up nor know anything about the time nor think where I was nor order any more rum St. James. I was tired of rum St. James without thinking about it. Then the story was finished and I was very tired. I read the last paragraph and then I looked up and looked for the girl and she had gone.”

 
Ernest Hemingway (21 juli 1899 – 2 juli 1961)
Ernest Hemingway (links) met vrienden in een café in Parijs

 

De Nederlandse schrijver Belcampo werd in Naarden geboren op 21 juli 1902 als Herman Pieter Schönfeld Wichers. Zie ook mijn blog van 21 juli 2010 en eveneens alle tags voor Belcampo op dit blog.

Uit: De surprise

“Waarvoor stroomt mijn bloed in godsnaam door mijn aderen,’ verzuchtte Eugène van Sonswyck terwijl hij, gemakkelijk gestrekt en met een boek op zijn schoot, een luie stoel bezwaarde. Waarom ben ik er? Waarom is alles er? Waarom lees ik eigenlijk? Wat heb ik met gedachten van anderen te maken! Eens hoopte ik nog dat daar wat in te vinden was, dat anderen het mij konden zeggen, mij de weg wijzen, ergens naartoe’, en, zijn blikken richtend op een enorme, dicht gevulde boekenwand: ‘Al die delen waar ik uitkomst van verwachtte; een ondoordringbare muur, een blinde muur. Nee, gedachten van anderen hebben voor mij afgedaan. En mijn eigen gedachten dan, heb ik daar eigenlijk wél iets mee te maken? Zijn ze wel echt van mij! Of wordt er enkel door een ander in mij gedacht? Door een intelligentie, ergens ver weg. Zoals ook een schrijver zijn personages met gedachten vult. Zijn mijn hersens soms lege hulzen waar niet eens gedachten in horen? Dat ze zich daar hebben genesteld als ratten in een kelder, er bezit van hebben genomen. En wij maar denken dat we denken. Misschien is het hele denken wel een vergissing, een fout in de regie. Het hele leven. Waarom blijft niet alles waar het hoort? In zijn onbekende bedding, in de bedding van het niets. Af en toe gaat er iets mis, of slaat op hol, en dat wordt dan levend. Elke geboorte is een ontsporing, een kortsluiting, misschien wel een ontploffing, een ontploffing van cellen. En wij zitten ermee. Iedereen zit met het leven in zijn maag, of hij het wil weten of niet.’ De man die al deze overpeinzingen slaakte was een keurig verzorgd, knap en welgebouwd jongmens van minstens vijfentwintig jaar en wiens uitwendig voorkomen geheel in overeenstemming was met de smaakvolle inrichting van het hem omgevende vertrek, de typische herenkamer van een rijk en verwend vrijgezel. Zijn trieste gedachteloop werd onderbroken, of misschien ook wel niet, door de binnenkomst van een nog welig bloeiende vrouw met een theeblad voor zich uit waarop een koffieservies. Zij zet het neer op het kortpotig tafeltje dat, zoals in tal van moderne interieurs, laag bij de grond een middelpunt probeerde te vormen.”

 
Belcampo (21 juli 1902 – 2 januari 1990)
Scene uit de gelijknamige film uit 2015 met Georgina Verbaan en Jeroen van Koningsbrugge

 

De Nederlandse schrijver, mensenrechtenactivist en oud-politicus Boris Dittrich werd geboren in Utrecht op 21 juli 1955. Zie ook alle tags voor Boris Dittrich op dit blog.

Uit: Moord en Brand

“Dat bleek niet het geval. Gary adviseerde om niet op de aanvraag voor het onderhoud in te gaan: `Wij moeten niet betrokken willen raken in een Nederlands onderzoek. Straks wordt er nog een parlementaire enquête naar de zaak-Korff ingesteld en loopt u de kans opgeroepen te worden uw verklaring in het parlement toe te lichten.’ Maar ambassadeur Weislogel heeft door zijn ontmoeting met Korff en de enorme hoeveelheid publiciteit een grote fascinatie voor de zaak ontwikkeld. Hij besloot de aanvraag voor een gesprek off the record te honoreren. Toen hij net als ambassadeur aan de slag was gegaan, werkte hij volgens het draaiboek dat het Amerikaanse State Department voor beginnende ambassadeurs heeft opgesteld. Het eerste hoofdstuk daaruit spoort de nieuwe ambassadeur aan intensief gesprekken te voeren met sleutelfiguren uit de samenleving, om zo een goed beeld te krijgen wie de Amerikaanse belangen het best kunnen helpen dienen. Zijn voorgangers hadden baat bij een dergelijke aanpak. In kwesties als de politieke steun voor de oorlog in Irak of de militaire aanwezigheid in Afghanistan hadden de oriënterende gesprekken hun waarde in het verleden bewezen. De ambassadestaf had dossiers aangemaakt met informatie over iedere gesprekspartner. Voor elke bespreking bestudeerde de ambassadeur de notities. In de ontmoetingen verstrekte Weislogel achteloos gedetailleerde feiten. Hardop nadenkend, alsof hij naar woorden zocht, stelde hij van tevoren ingestudeerde vragen. De truc werkte. Zijn gesprekspartners bewonderden zijn kennis van zaken. `Heel wat beter dan de kippenboer, de kunsthistorica of de onroerendgoedmagnaat die hem zijn voorgegaan,’ zoemde het rond in de elitekringen van Nederland. Weislogel concentreerde zich op de zakenwereld, de overheid en de politiek. In hun enthousiasme namen zijn gesprekspartners geen blad voor de mond. Ze stortten hun hart uit, wezen de ambassadeur op tekortkomingen van anderen en prezen zichzelf de hemel in. In korte tijd leerde Scott Weislogel de eigenaardigheden van de Nederlandse samenleving doorgronden. En nu wilde hij achterhalen of er nieuwe ontwikkelingen waren in het onderzoek naar de zaak-Korff.”

 
Boris Dittrich (Utrecht, 21 juli 1955)
Cover

 

De Duitse schrijver Hans Fallada (eig. Rudolf Ditzen) werd geboren in Greifswald op 21 juli 1893 als de zoon van een jurist. Zie ook alle tags voor Hans Fallada op dit blog en ook mijn blog van 21 juli 2010.

Uit:Kleiner Mann – was nun?

«So müßte man wohnen können», denkt Pinneberg. «Si-cher hat dieser Sesam sieben Zimmer. Muß ein klotziges Geld verdienen. Er wird Miete zahlen … zweihundert Mark? Dreihundert Mark? Ach was, ich habe keine Ahnung. — Zehn Minuten nach vier!» Pinneberg greift in die Tasche, holt aus dem Etui eine Zi-garette und brennt sie an. Um die Ecke weht Lämmchen, im plissierten weißen Rock, der Rohseidenbluse, ohne Hut, die blonden Haare verweht. «Tag, Junge. Es ging wirklich nicht eher. Böse?» «Keine Spur. Nur, wir werden endlos sitzen müssen. Es sind mindestens dreißig Leute reingegangen, seit ich warte.» «Sie werden ja nicht alle zum Doktor gegangen sein. Und dann sind wir ja angemeldet.» «Siehst du, daß es richtig war, daß wir uns angemeldet haben!» «Natürlich war es richtig. Du hast ja immer recht, Junge!» Und auf der Treppe nimmt sie seinen Kopf zwi-schen die Hände und küßt ihn stürmisch. «0 Gott, ich bin glücklich, daß ich dich mal wieder habe, Junge. Denke doch, beinahe vierzehn Tage!» «Ja, Lämmchen», antwortet er. «Ich bin auch nicht mehr brummig.» Die Tür geht auf, und im halbdunklen Flur steht ein wei-ßer Schemen vor ihnen, bellt: «Die Krankenscheine!» «Lassen Sie einen doch erst mal rein», sagt Pinneberg und schiebt Lämmchen vor sich her. «Übrigens sind wir privat. Ich bin angemeldet. Pinneberg ist mein Name.» Auf das Wort «Privat» hin hebt der Schemen die I Land und schaltet das Licht auf dem Flur ein. «Herr Doktor kommt sofort. Einen Augenblick, bitte. Bitte, dort hinein.»

 
Hans Fallada (21 juli 1893 – 5 februari 1947)
Scene uit een toneeluitvoering in Bochum, 1973

 

De Russisch-Amerikaanse dichter, schrijver en schilder David Davidovitsj Boerljoek werd geboren in Semirotowschtschina, nabij Charkov, op 21 juli 1882. Zie ook alle tags voor David Boerljoek op dit blog.

Uit: Predky moi

« I could write a whole book about my ancestors. And I will write it some day, when I have more time. Now I am writing in Russian, but later maybe I will turn to my native Ukrainian, for I was born in Ukraine. • • • Ukraine was and remains my homeland, because I was born in Ukraine, .. the bones of my ancestors, free Cossacks, who fought in the name of glory, power and freedom are buried there…. • What unites them [my ancestors] into one general type? Determina-tion, character, the desire to obtain a set goal. All my life I have felt these traits within me. . . . However, my deter-mination was aimed at overcoming an old, outdated taste and at introduc-ing a new art; a wild beauty into life. … My father wrote poetry in Russian and Ukrainian (although he did not write much in his native language). . . . In 1915, I painted the picture “Sviatoslav” in the style of ancient Ukrainian painting. As far as the dominance of one or another color scheme in my work, I have to say, that in my person Ukraine has its most faithful son. My color schemes are deeply national. Orange, greenish-yellow, red, and blue tones gush like Niagaras from beneath my brush. When I. paint, it seems to me, that I am a savage rubbing he stick of one color against another in order to obtain a certain color effect. The effect of flames. The effect of passion, the sexual arousal of one color’s charac-teristic features and peculiarities by another…. A child of the Ukrainian steppes, I have always been most partial to horizontal formats. … It would be a good idea to transfer a part of my paintings to Ukraine, my beloved homeland…”

 
David Boerljoek (21 juli 1882 – 15 januari 1967)
Zelfportret van de kunstenaar die een drankje inschenkt aan een tafel

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juli ook mijn blog van 21 juli 2016 en ook mijn blog van 21 juli 2011 deel 1 en eveneens deel 2.