Gerrit Kouwenaar en Philip Larkin

Gerrit Kouwenaar werd op 9 augustus 1923 in Amsterdam geboren als zoon van Jeltje Bloksma en David Kouwenaar. Zijn vader was een bekend journalist. Kouwenaar wordt sinds de jaren vijftig tot de belangrijkste dichters uit het Nederlandse taalgebied gerekend. Hij debuteerde in 1953 met de bundel Achter een woord, najaar 2002 verscheen zijn meest recente bundel Totaal witte kamer. Zijn inleiding op de bloemlezing Vijf 5-tigers zorgde ervoor dat hij lange tijd met die stroming werd geassocieerd, maar de laatste decennia wordt zijn poëtisch werk vooral vanwege het volstrekt eigen idioom en de authentieke syntaxis geroemd.

Men moet

Men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnis
nog vellen, men moet zijn winters nog sneeuwen

men moet nog boodschappen doen voor het donker
de weg vraagt, zwarte kaarsen voor in de kelder

men moet zijn zonen nog moed inspreken, de dochters
een harnas aanmeten, ijswater koken leren

men moet de fotograaf nog de bloedplas wijzen
zijn huis ontwennen, zijn inktlint vernieuwen

men moet nog een kuil graven voor een vlinder
het ogenblik ruilen voor zijn vaders horloge

                              * 

Vrienden, hoe wij die zomer daar zaten
op die eivolle berg tussen lege graven

hoe wij daar zaten bevroren in hitte
één blauwe seconde, ontvreemd voor een later

en hoe de cicaden de goden voorspraken
tienduizend vleugels alsof zij er waren

en hoe de dingen eenzelviger werden
goden en doden eischalen scherven

en hoe het nu herfst is en wij daar maar zitten
ook als wij elders in scherven liggen –
                          

                          *  

Elke zomer komt dit woord om eten
als de maan vol is, de tijd leegstaat

zit men aan tafel met zijn taal, goden
zouden willen bestaan, deze dood even

zich inslikt en om honger bedelt, klem
zit in tweelicht witslag gedachtestreepje
   

 

Gerrit Kouwenaar (Amsterdam, 9 augustus 1923)

 

Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren als enige zoon van Sydney Larkin, een schatbewaarder in Coventry. Hij ging naar school in het City’s King Henry VIII School in Coventry, daarna ging hij naar St. John’s College in Oxford. Hij kon hier met enig geluk zijn diploma behalen. De oorlog was immers al begonnen en Larkin werd opgeroepen door het Britse leger maar werd afgekeurd doordat hij slecht zag. In 1955 werd zijn bundel The Less Deceived gepubliceerd. Deze bundel geldt als zijn belangrijkste bundel. Enkele jaren later begon Larkin met het schrijven van jazz-recensies voor The Daily Telegraph; dit bleef hij doen tot in 1971. Later werden deze recensies gebundeld in ‘All what Jazz’. Ondertussen had hij in 1964 een nieuwe gedichtenbundel, The Whitsun Weddings, uitgebracht, waarvoor hij enkele prijzen ontving. Zijn laatste gedichtenbundel High Windows dateert van 1974.

Annus Mirabilis

Sexual intercourse began
In nineteen sixty-three
(which was rather late for me) –
Between the end of the Chatterley ban
And the Beatles’ first LP.

Up to then there’d only been
A sort of bargaining,
A wrangle for the ring,
A shame that started at sixteen
And spread to everything.

Then all at once the quarrel sank:
Everyone felt the same,
And every life became
A brilliant breaking of the bank,
A quite unlosable game.

So life was never better than
In nineteen sixty-three
(Though just too late for me) –
Between the end of the Chatterley ban
And the Beatles’ first LP.

 

This be the verse

They fuck you up, your mum and dad.
They may not mean to, but they do.
They fill you with the faults they had
And add some extra, just for you.

But they were fucked up in their turn
By fools in old-style hats and coats,
Who half the time were soppy-stern
And half at one another’s throats.

Man hands on misery on man.
It deepens like a coastal shelf.
Get out as early as you can,
And don’t have any kids yourself.

 


Philp Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985)