Griet Op de Beeck, Jeroen Theunissen, Annie Proulx, Krijn Peter Hesselink, Dorothy Parker, Willem Arondeus, Gustaf Fröding

De Vlaamse schrijfster en columniste Griet Op de Beeck werd geboren in Turnhout op 22 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Griet Op de Beeck op dit blog.

Uit:Kom hier dat ik u kus

“Het is een dag zonder mysterie. Het licht scherp, de hemel helder. Ik zit op de sofa en ik eet een broodje krabsla. Ik ga nooit aan tafel zitten voor de maaltijd, want dan wordt de leegte aan de overkant plots zo reëel. Ik denk: ik mag niet morsen op de sofa, vetvlekken, die krijg ik er nooit meer uit. Ondertussen neem ik een stevige hap en valt er een klodder nepkrab met wortel en mayonaise op mijn oranjerode rok. Dan gaat de telefoon. Razendsnel schep ik met mijn twee handen die hap op, stuif naar de keuken, dump die in de gootsteen, veeg mijn handen af aan de handdoek die ik nog maar net gewassen had, en dan hol ik terug naar de telefoon om op te nemen. Pas als ik de hoorn aan mijn oor houd, besef ik dat ik nu ook nog iets moet zeggen. Ik probeer de halve ongekauwde hap zo in mijn rechterkaak te parkeren dat ik toch kan spreken.
‘Met Mona.’
‘Neemt gij altijd met uw mond vol de telefoon op?’
‘Alleen als gij het zijt.’ Het is Louis. Hem had ik niet verwacht. Ik hou het gedeelte van de telefoon dat bedoeld is om in te praten in de lucht om te vermijden dat mijn turbo kauwen hoorbaar is. Ik slik een veel te grote hap in één keer door, ook dat maakt geluid. Goed dat schaamte niet óók nog klank produceert, sta ik te denken.
‘Ik wil met u ontbijten, overmorgen, in die keet op dat pleintje, vlak bij het theater, ge weet wel, halftien. Eens zien waartoe gij in staat zijt op de nuchtere maag.’
‘Ah gezellig, mijnheer organiseert een test.’
‘Mijnheer heeft een volle agenda en wil u toch graag snel zien, dat is de waarheid.’
‘Hoe kan ik zo veel heftig charmeren weerstaan?’ Ik voel hoe ik glimlach, stop daar dan meteen weer mee, alsof hij het kon zien.
‘Dan treffen we mekaar daar? En, doe uw meest sexy outfit aan hè.’ Ik hoor zijn grijnzen aan de manier waarop hij dat zegt.
‘Minstens,’ antwoord ik.
Dan hangt hij op. Ik steek twee armen in de lucht, als een kind dat een goal heeft gescoord. Het halve broodje krabsla kieper ik in de vuilnisbak. Eten is een oplossing voor wie niks te vieren heeft.”

 
Griet Op de Beeck (Turnhout, 22 augustus 1973)

 

De Vlaamse dichter en schrijver Jeroen Theunissen werd geboren in Gent op 22 augustus 1977. Zie ook alle tags voor Jeroen Theunissen op dit blog.

Uit: Onschuld

“Ik weet niet of mijn gids, Salim, een kleine en vinnige man met een diepe stem en een gezicht als een aardappel, degene is die mij verraden heeft. Ik was te roekeloos geweest. Ik had onvoldoende referenties ingewonnen, maar dat is wijsheid achteraf. Of misschien heeft Salim domweg tegen een familielid of een kennis zijn mond voorbij gepraat, en die persoon had geld nodig voor een bruidsschat of om schulden af te betalen, en zo werd iets geregeld. En zo werd ik handelswaar. Ook kidnapping is een markt.
De herinnering valt me zwaar, niet zozeer de herinnering aan de ontvoering, als wel aan wat later gebeurde. Onvermijdelijk heeft het een met het ander te maken.
Maar ik moet niet vooruitlopen op mijn verhaal.
Salim en ik vertrokken in de nacht van de twaalfde op de dertiende september uit Antakya in het zuiden van Turkije. In de auto speelde luide Arabische techno. We verlieten de weg, en reden eeuwig lang met dimlichten over hobbelige veldwegen. Het was een warme nacht, en er was een beetje maan. We stapten uit, namen afscheid van de chauffeur, en renden naar de grens. Grote keien duwden het prikkeldraad op de grond. Na ongeveer een kilometer kwamen we op een weg, zagen de auto staan waarvan ik dacht dat hij tot een militie van het Vrije Syrische Leger behoorde. Zij zouden mij naar een plek in het bergachtige gebied ten zuiden van de stad Idlib brengen, waar ik met mijn journalistieke werk wilde beginnen. Vervolgens zou ik zuidwaarts trekken. Maar het ging fout. Bebaarde mannen gooiden ons tegen de grond. Ik werd geslagen en geschopt als een hond. Overal ‘Allahoe akbar’. Een schot ging af vlak naast mijn hoofd, ik heb er oorsuizingen aan overgehouden. Ik weet zelfs niet wie meer in paniek was, ikzelf of mijn ontvoerders. Ze waren met z’n vieren.”

 
Jeroen Theunissen (Gent, 22 augustus 1977)
Cover

 

De Amerikaanse schrijfster en journaliste Annie Proulx werd geboren op 22 augustus 1935 in Norwich, Connecticut. Zie ook alle tags voor Annie Proulx op dit blog en ook mijn blog van 22 augustus 2010.

Uit: Brokeback Mountain

“It’s all yours.”
“Well, I’m goin a warsh everthing I can reach,” he said, pulling off his boots and jeans (no drawers, no socks, Jack noticed), slopping the green washcloth around until the fire spat.
They had a high-time supper by the fire, a can of beans each, fried potatoes, and a quart of whiskey on shares, sat with their backs against a log, boot soles and copper jeans rivets hot, swapping the bottle while the lavender sky emptied of color and the chill air drained down, drinking, smoking cigarettes, getting up every now and then to piss, firelight throwing a sparkle in the arched stream, tossing sticks on the fire to keep the talk going, talking horses and rodeo, roughstock events, wrecks and injuries sustained, the submarine Thresher lost two months earlier with all hands and how it must have been in the last doomed minutes, dogs each had owned and known, the military service, Jack’s home ranch, where his father and mother held on, Ennis’s family place, folded years ago after his folks died, the older brother in Signal and a married sister in Casper. Jack said his father had been a pretty well-known bull rider years back but kept his secrets to himself, never gave Jack a word of advice, never came once to see Jack ride, though he had put him on the woollies when he was a little kid. Ennis said the kind of riding that interested him lasted longer than eight seconds and had some point to it. Money’s a good point, said Jack, and Ennis had to agree. They were respectful of each other’s opinions, each glad to have a companion where none had been expected. Ennis, riding against the wind back to the sheep in the treacherous, drunken light, thought he’d never had such a good time, felt he could paw the white out of the moon.

 
Scène uit de film Brokeback Mountain uit 2005
Jake Gyllenhaal (Jack) en Heath Ledger (Ennis) in de film uit 2005

 

The summer went on and they moved the herd to new pasture, shifted the camp; the distance between the sheep and the new camp was greater and the night ride longer. Ennis rode easy, sleeping with his eyes open, but the hours he was away from the sheep stretched out and out. Jack pulled a squalling burr out of the harmonica, flattened a little from a fall off the skittish bay mare, and Ennis had a good raspy voice; a few nights they mangled their way through some songs.”

 
Annie Proulx (Norwich, 22 augustus 1935)

 

De Nederlandse dichter Krijn Peter Hesselink werd op 22 augustus 1976 geboren in Utrecht. Zie ook alle tags voor Willem Krijn Peter Hesselink op dit blog en ook mijn blog van 22 augustus 2010.

Waan van de dag

Op zoek naar sporen van het laatste nieuws
pookt ze dagelijks in de as, ze vindt
slechts een onmondig gloeien, ja ze weet
er wordt over ons geld gewaakt, bankiers
zijn kind aan huis, wie zaad verkwist
moet de gevolgen dragen, ergens hangt
een ex in de gordijnen, het is een vleermuis
wiens spaargeld door het gleufje van het varken
werd uitgespuugd toen het plafond
een vloer bleek, hij een tegenvoeter

Dan wel zo lief een eigen praatprogramma
en wie een betere eregast dan ik
de applausmachine klapt de handen blauw
een eerste vraag: zie je die schaduw
met snelle vleugelslag de wanden afgaan
op zoek naar jou of mij, zo ja dan lijd je aan
mijn zinsbegoochelingen en zo nee
dan hebben wij elkaar weinig te zeggen

 

Quod erat demonstrandum

Nooit worden waterplassen weer zo groot
als toen mijn vader in de achtertuin
uitlegde waar al die regen toch vandaan kwam

het bootje dat hij me die dag liet vouwen
zoog zich langzaam vol tot niets het vaartuig
nog onderscheidde van de plas waarin het wegzonk

mijn vader heeft zijn punt gemaakt, zijn hoofd
steekt nog maar net boven de natte grond uit
grassprietjes kietelen zijn neus, hij niest

en als hij woorden zoekt om op te kauwen
hapt hij aarde, bij een mondhoek zie ik
de modder kalmpjes naar binnen sijpelen

 
Krijn Peter Hesselink (Utrecht, 22 augustus 1976)

 

De dichteres en critica Dorothy Parker werd geboren in New York op 22 augustus 1893. Zie ook mijn blog van 22 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Dorothy Parker op dit blog.

Poem In The American Manner

I dunno yer highfalutin’ words, but here’s th’ way it seems
When I’m peekin’ out th’ winder o’ my little House o Dreams;
I’ve been lookin’ ‘roun’ this big ol’ world, as bizzy as a hive,
An’ I want t’ tell ye, neighbor mine, it’s good t’ be alive.
I’ve ben settin’ here, a-thinkin’ hard, an’ say, it seems t’ me
That this big ol’ world is jest about as good as it kin be,
With its starvin’ little babies, an’ its battles, an’ its strikes,
An’ its profiteers, an’ hold-up men—th’ dawggone little tykes!
An’ its hungry men that fought fer us, that nobody employs.
An’ I think, ‘Why, shucks, we’re jest a lot o’ grown-up little boys!’
An’ I settle back, an’ light my pipe, an’ reach fer Mother’s hand,
An’ I wouldn’t swap my peace o’ mind fer nothin’ in the land;
Fer this world uv ours, that jest was made fer folks like me an’ you
Is a purty good ol’ place t’ live—say, neighbor, ain’t it true?

 

General Review Of The Sex Situation

Woman wants monogamy;
Man delights in novelty.
Love is woman’s moon and sun;
Man has other forms of fun.
Woman lives but in her lord;
Count to ten, and man is bored.
With this the gist and sum of it,
What earthly good can come of it?

 

Thomas Carlyle

Carlyle combined the lit’ry life
With throwing teacups at his wife,
Remarking, rather testily,
“Oh, stop your dodging, Mrs. C.!”

 
Dorothy Parker (22 augustus 1893 – 7 juni 1967)
Carol Lempert als Dorothy Parker in de
one-woman-show “That Dorothy Parker”, New York, 2012

 

De Nederlandse schrijver en beeldend kunstenaar Willem Arondéus werd op 22 augustus 1894 in Naarden geboren. Zie ook alle tags voor Willem Arondéus op dit blog en ook mijn blog van 22 augustus 2010.

Uit: Matthijs Maris’ jeugdjaren

“Het was geen droom en geen illusie, want deze behooren een andere dimensie der verbeelding dan waarin dit toen met mij gebeurde – neen, het was een roekelooze werkelijkheid, een grandioos gebeuren waarmee dit iets, dat ik was, de groene grotten van een verzonken woud binnendrong en de schitterende verschrikkingen tegemoet trok, die uit een zondvloed van stilte opkwamen. En midden-in die giganten-stilte leefde ik als een heel klein en heel gespannen leven, ik leefde daar een dwaaltocht zonder grenzen uit in een ruimte zonder duur, ik leefde, dalend en zwevend, licht en snel… en of het een angst of een geluk was weet men later niet meer, zooals men het ook toen niet wist; men weet alleen, toen en nu, dat er het wonder was, het doordringend wonder van een andere werkelijkheid, voorbij ons en toch in ons….
Daarnaast is er een andere herinnering. En hoewel allerminst een herinnering uit het geluk der verbeelding – neen, integendeel, het was een overrompeling der smadelijkste werkelijkheid – behoort zij heel zeker toch ook tot het wonder, als contrapunt misschien in de melodie van het er-was-eens.”

 
Willem Arondéus (22 augustus 1894 – 1 juli 1943)
Willem Arondeus – Het brood der toekomst wordt strijdend gewonnen, augustus, aquarel, rond 1929

 

De Zweedse dichter Gustaf Fröding werd geboren op 22 augustus 1860 in Alsters herregård bij Karlstad. Zie ook alle tags voor Gustaf Fröding op dit blog en ook mijn blog van 22 augustus 2010.

Ein Ghasel

Ich blicke auf die lichte Welt durchs Gitter,
ich kann und will nicht weg von meinem Gitter;
es ist so schön zu sehen, wie das Leben braust
und tost und wogt und brandet an mein Gitter;
so schmerzvoll froh und lockend es dort rauscht
mit Sang und Lachen draußen vor dem Gitter.

Von Erlen und von Espen glänzt die Au,
am Berghang steht der Föhren grünes Grau,
es steigen frische Düfte an mein Gitter.
Und in der Bucht welch lichter Sonnenschein!
In jedem Tropfen ist ein Edelstein,
sieh! wie es schimmert herrlich durch das Gitter!

Die Kähne dicht an dicht sich drängen
bei frohem Sang und muntren Hörnerklängen,
es strömen frohe Menschen ohne Zahl
zu einem bunten Fest in Berg und Tal.
Ich will, ich will, ich werde, muß hinaus
und Leben trinken dort bei Sang und Saus,
will nicht ersticken hinter diesem Gitter!

Vergebens will ich biegen, will zerspleißen
das alte unbeweglich harte Gitter
— es dehnt sich nicht, es will und will nicht reißen,
in mir geschmiedet und genietet ist das Gitter,
erst wenn ich selbst zerbreche, bricht das Gitter.

 

Vertaald door Klaus-Rüdiger Utschick

 
Gustaf Fröding (22 augustus 1860 – 8 februari 1911)
Borstbeeld in Alsters herregård

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e augustus ook mijn blog van 22 augustus 2016 deel 1 en ook deel 2.