Heinrich Böll werd geboren op 21 december 1917 in Keulen als zoon van een beeldhouwer van hoofdzakelijk kerkmeubilair en groeide op in een liberale, katholieke en pacifistische familie. Hij weerstond succesvol de verleiding om zich aan te sluiten bij de Hitlerjugend tijdens de dertiger jaren. De Nazi’s zijn aan de macht en Böll wordt meermaals opgeschrikt door de radicale manier waarop artiesten en schrijvers worden vervolgd en monddood gemaakt. De stuitende tonelen van inquisitionele boekverbrandingen zullen hem zijn leven lang bijblijven en zijn streven naar vrije meningsuiting steeds weer voeden. Hij werkte eerst in een boekhandel en studeerde toen Duits aan de universiteit van Keulen. Hij diende voor de Wehrmacht en streed in Frankrijk, Roemenië, Hongarije en de Sovjet-Unie. Hij raakte vier maal gewond en werd uiteindelijk gevangen genomen door Amerikaanse soldaten in april 1945. Hij werd naar een gevangenkamp gestuurd. Böll moest nog regelmatig voor zijn verwondingen (hij had onder andere al zijn tenen verloren door de kou) in het ziekenhuis worden opgenomen. Na de oorlog keerde hij terug naar Keulen, ging er Germanistiek studeren — intussen kwam hij aan de kost als timmerman — en werd ambtenaar. En hij begon te schrijven. Vanaf 1951 kon Böll echt van zijn pen leven, als auteur en als vertaler. Hij zal in zijn geboortestad blijven wonen, een relatief kort verblijf in Ierland niet te na gesproken (Irisches Tagebuch – 1957). Zijn eerste roman, Der Zug war pünktlich, werd in 1949 gepubliceerd.
Uit: Billard um halbzehn
“Ach, und was ist aus Grewe geworden?”
“Er ist Parteimensch, aber frag mich nicht in welcher Partei; es ist auch unwichtig, das zu wissen. Und Drischka fabriziert “Drischkas Autolöwen”, einen Markenartikel, der ihm sehr viel Geld einbringt. Du weißt noch nicht, was ein Autolöwe ist? Nun, wenn du ein paar Tage bleibst, wirst du es wissen; wer etwas auf sich hält, hat einen von Drischkas Löwen hinten im Auto auf der Fensterbank liegen – und du wirst in diesem Lande kaum jemand finden, der nichts auf sich hält … Das wird ihnen schon eingebleut, was auf sich zu halten; sie haben aus dem Krieg manches mitgebracht, die Erinnerung an Schmerz und Opfer, aber heute halten sie was auf sich – hast du nicht die Leute da unten in der Halle gesehen? Sie gingen zu drei verschiedenen Banketten: zu einem Bankett der linken Opposition, zu einem Bankett der “Gemeinnützigsten aller Gemeinnützigen” und zu einem Bankett der rechten Opposition – aber du müßtest schon ein Genie sein, wenn du herausfinden wolltest, wer von ihnen zu welchem Bankett geht.” “ja”, sagte Schrella, “ich habe dort unten gesessen und auf dich gewartet, da sammelten sich gerade die ersten Teilnehmer, und ich hörte was von Opposition; als erste kamen die Harmlosen, das Fußvolk der Demokratie, ‘Geschaftlhuber von der Sorte, die man gar nicht so übel nennt; sie sprachen über Automarken und Wochenendhäuser und teilten einander mit, daß die französische Riviera anfange modern zu werden, gerade weil sie überlaufen sei, und daß es – allen entgegengesetzten Prognosen zum Trotz – jetzt anfange bei Intellektuellen Mode zu werden, mit Reisegesellschaften zu fahren. Nennt man das hierzulande reziproken Snobismus oder Dialektik? Du mußt mich über solche Dinge aufklären; ein englischer Snob würde dir sagen: Wenn Sie mir zehn Zigaretten geben, verkaufe ich Ihnen meine Großmutter – die hier würden dir tatsächlich für nur fünf Zigaretten ihre Großmutter verkaufen; sie nehmen nämlich auch ihren Snobismus ernst; später sprachen sie über Schulen, die einen waren fürs Humanistische, die anderen waren dagegen; na schön. Ich lauschte, weil ich so gern etwas von wirklichen Sorgen erfahren hätte; immer wieder flüsterten sie einander ehrfürchtig den Namen des Stars zu, den sie an diesem Abend erwarteten. Kretz – hast du den Namen schon mal gehört?”
Heinrich Böll (21 december 1917 – 16 juli 1985)
De Tsjechische dichter Ivan Blatný werd geboren op 21 december 1919 in Brno. Met zijn ouders reisde hij veel. Nadat zij in 1935 gestorven waren werd hij door zijn grootmoeder opgevoed, met de literatuur en met schrijven werd hij geholpen door Vítězslav Nezval. Blatný bezocht het gymnasium en studeerde daarna Tsjechisch, Duits en Esperanto aan de filosofische faculteit van de Masaryk Universität in Brno. Na zijn studie leidde hij het bedrijf in optica dat hij van zijn grootvader had geërfd en begon hij artikelen in tijdschriften te publiceren. Ook was hij lid van de kunstenaarsgroep Skupina 42. Na WO II trad hij in dienst van de communistische partij KSČ en in 1948 nam hij met een uit drie leden bestaande afvaardiging van het syndicaat van Tsjechische schrijvers deel aan een reis naar Londen, vanwaar hij niet meer terugkeerde. Tijdens een uitzending in het Tsjechisch van de BBC bekritiseerde hij de onderdrukking van de vrijheid van de cultuur en het vrije scheppen in Tsjechoslowakije. Daarom werd hij als verrader geclassificeerd, zijn vermogen werd geconfisceerd, zijn staatburgerschap werd hem ontnomen en zijn gedichten werden verboden. Zijn leven in ballingschap werd gekenmerkt door een psychische ziekte (paranoïde schizofrenie) en men vermoedt dat de KGB hem wegens de samenwerking met de BBC wilde ontvoeren. In 1954 werd hij voor het eerst opgenomen in een psychiatrische kliniek, in 1967 nog eens en tenslotte nog een keer in 1984. Hij
Uit: Ancien Domiciles (1979)
Automne
Ratisser les feuilles des parcs quel doux travail
Flâner de-ci de-là et revenir lentement
Comme revient le temps comme revient la distance
Nostalgique comme les timbres sur les enveloppes
J’ai trouvé une lettre écrite rien qu’au crayon
Effacée par la pluie raclée par les alluvions
Oh temps des lettres où es-tu où es-tu
Comme Rilke j’ai écrit de longues lettres
A présent je me tais adieu novembre est venu
Les chevaux roux sortent par les portails.
Vertaling: Jean Gaspard Páleníček
Ivan Blatný (21 december 1919 – 5 augustus 1990)
De Britse schrijfster Rebecca West werd geboren op 21 december 1892 in Londen als Cicily Isabel Fairfield. Ze was de dochter van een Ierse vader, een journalist, en een uit Schotland stammende moeder. Na de vroege dood van haar vader trok de familie naar Edinburgh, waar ze haar schoolopleiding voltooide. Later begon zij nog aan een toneelspelersopleiding, iets wat ook een reden voor haar naamswijziging kan zijn geweest. – Rebecca West is de naam van een personage uit een stuk van Henrik Ibsen. Korte tijd nam zij deel aan de Britse suffragettenbeweging. Aan het begin van de 20e eeuw leerde zij de dichter Herbert George Wells kennen, wiens minnares zij werd. Uit de relatie werd een zoon geboren, Anthony West. In het begin van de jaren 1920 brak West met Wells. In 1930 trouwde zij met de bankier Henry Maxwell Andrews.West schreef romans, verhalen en reisverhalen. Bovendien werkte zij als journaliste voor verschillende kranten.
Uit: The Judge (1922)
“It was not because life was not good enough that Ellen Melville was crying as she sat by the window. The world, indeed, even so much of it as could be seen from her window, was extravagantly beautiful. The office of Mr. Mactavish James, Writer to the Signet, was in one of those decent grey streets that lie high on the northward slope of Edinburgh New Town, and Ellen was looking up the side-street that opened just opposite and revealed, menacing as the rattle of spears, the black rock and bastions of the Castle against the white beamless glare of the southern sky. And it was the hour of the clear Edinburgh twilight, that strange time when the world seems to have forgotten the sun though it keeps its colour; it could still be seen that the moss between the cobblestones was a wet bright green, and that a red autumn had been busy with the wind-nipped trees, yet these things were not gay, but cold and remote as brightness might be on the bed of a deep stream, fathoms beneath the visitation of the sun. At this time all the town was ghostly, and she loved it so. She took her mind by the arm and marched it up and down among the sights of Edinburgh, telling it that to be weeping with discontent in such a place was a scandalous turning up of the nose at good mercies. Now the Castle Esplanade, that all day had proudly supported the harsh, virile sounds and colours of the drilling regiments, would show to the slums its blank surface, bleached bone-white by the winds that raced above the city smoke. Now the Cowgate and the Canongate would be given over to the drama of the disorderly night; the slum-dwellers would foregather about the rotting doors of dead men’s mansions and brawl among the not less brawling ghosts of a past that here never speaks of peace, but only of blood and argument. And Holyrood, under a black bank surmounted by a low bitten cliff, would lie like the camp of an invading and terrified army….”
Rebecca West (21 december 1892 – 15 maart 1983)
Benjamin Disraeli werd geboren op 21 december 1804 in Londen. Hij was van Joodse afkomst (zijn vader had zich tot de Anglicaanse Kerk bekeerd). Hij studeerde rechten, maar maakte zijn studie niet af. Vervolgens ging hij de politiek in en geraakte in conflict met de conservatieve leider Robert Peel, die naar zijn mening te veel waarde hechtte aan vrijhandel. De afschaffing van de Corn Laws (invoerrechten die moesten verhinderen dat de graanprijzen “te” laag zouden zakken) in 1846 was naar zijn mening zeer schadelijk voor de landbouwbelangen. Het geschil met Peel leidde ook tot een conflict met diens “kroonprins”, Gladstone. De aanhangers van Peel gingen met leden van de “Whig”-oppositie de Liberal Party vormen. Als reactie daarop sloten Disraeli en andere tegenstanders van vrijhandel zich aaneen tot een nieuwe Conservative Party. Zoals Gladstone dus de stichter van de moderne Liberale Partij was, werd Disraeli een der stichters van de moderne Conservatieve Partij. Daarmee hadden zich de twee grote politieke formaties gevormd die de Britse politiek zouden beheersen tot de opkomst van de Labour Party omstreeks 1920. Disraeli had ook een zekere faam als auteur. Vooral zijn roman Vivian Grey had veel succes bij tijdgenoten.
Uit: Vivian Grey
“We are not aware that the infancy of Vivian Grey was distinguished by any extraordinary incident. The solicitude of the most affectionate of mothers, and the care of the most attentive of nurses, did their best to injure an excellent constitution. But Vivian was an only child, and these exertions were therefore excusable. For the first five years of his life, with his curly locks and his fancy dress, he was the pride of his own and the envy of all neighbouring establishments; but, in process of time, the spirit of boyism began to develop itself, and Vivian not only would brush his hair straight and rebel against his nurse, but actually insisted upon being–breeched! At this crisis it was discovered that he had been spoiled, and it was determined that he should be sent to school. Mr. Grey observed, also, that the child was nearly ten years old, and did not know his alphabet, and Mrs. Grey remarked that he was getting ugly. The fate of Vivian was decided.
“I am told, my dear,” observed Mrs. Grey, one day after dinner to her husband, “I am told, my dear, that Dr. Flummery’s would do very well for Vivian. Nothing can exceed the attention which is paid to the pupils. There are sixteen young ladies, all the daughters of clergymen, merely to attend to the morals and the linen; terms moderate: 100 guineas per annum, for all under six years of age, and few extras, only for fencing, pure milk, and the guitar. Mrs. Metcalfe has both her boys there, and she says their progress is astonishing! Percy Metcalfe, she assures me, was quite as backward as Vivian; indeed, backwarder; and so was Dudley, who was taught at home on the new system, by a pictorial alphabet, and who persisted to the last, notwithstanding all the exertions of Miss Barrett, in spelling A-P-E, monkey, merely because over the word there was a monster munching an apple.”
Benjamin Disraeli (21 december 1804 – 19 april 1889)