De Duitse schrijver Heinrich Mann werd geboren op 27 maart 1871 in Lübeck. Zie ook alle tags voor Heinrich Mann op dit blog.
Uit: Professor Unrat
„Er nahm die Treppe in fünf Sätzen, riß die Klassentür auf, hastete zwischen den Bänken hindurch, schwang sich, in das Katheder gekrallt, auf die Stufe. Da blieb er bebend stehn und mußte Atem schöpfen. Die Sekundaner hatten sich zu seiner Begrüßung erhoben, und äußerster Lärm war jäh in ein Schweigen versunken, das förmlich betäubte. Sie sahen ihrem Ordinarius zu, wie einem gemeingefährlichen Vieh, das man leider nicht totschlagen durfte, und das augenblicklich sogar einen peinlichen Vorteil über sie gewonnen hatte. Unrats Brust arbeitete heftig; schließlich sagte er mit seiner begrabenen Stimme:
»Es ist mir da vorhin immer mal wieder ein Wort zugerufen worden, eine Bezeichnung – ein Name denn also: ich bin nicht gewillt, ihn mir bieten zu lassen. Ich werde diese Schmähung durch solche Menschen, als welche ich Sie kennen zu lernen leider Gelegenheit hatte, nie dulden, merken Sie sich das! Ich werde Sie fassen, wo immer ich es vermag. Ihre Verworfenheit, von Ertzum, nicht genug damit, daß sie mir Abscheu einflößt, soll sie an der Festigkeit eines Entschlusses wie Glas zerbrechen, den ich Ihnen hiermit verkünde. Noch heute werde ich von Ihrer Tat dem Herrn Direktor Anzeige erstatten, und was in meiner Macht steht, soll – traun fürwahr – geschehen, damit die Anstalt wenigstens von dem schlimmsten Abschaum der menschlichen Gesellschaft befreit werde!«
Darauf riß er sich den Mantel von den Schultern und zischte:
»Setzen!«
Die Klasse setzte sich, nur von Ertzum blieb stehn. Sein dicker, gelb punktierter Kopf war jetzt so feuerrot wie die Borsten oben darauf. Er wollte etwas sagen, setzte mehrmals an, gab es wieder auf. Schließlich stieß er heraus:
»Ich bin es nicht gewesen, Herr Professor!«
Mehrere Stimmen unterstützten ihn, opferfreudig und solidarisch:
»Er ist es nicht gewesen!«
Heinrich Mann (27 maart 1871 – 12 maart 1950)
Professor Unrat werd verfilmd door Josef von Sternberg als „Der blaue Engel“, 1930
De Duitse schrijver en historicus Golo Mann werd geboren in München op 27 maart 1909. Zie ook alle tags voor Golo Mann op dit blog.
Uit: Deutsche Geschichte des 19. und 20. Jahrhunderts
»Wer sich in die Geschichte der deutschen Nation vertieft, der hat leicht den Eindruck eines unruhigen Lebens in Extremen … Einmal erreichen deutsche Gestalten die höchsten geistigen Höhen, auf denen je Menschen gelebt haben, indessen gleichzeitig trübe Mittelmäßigkeit den öffentlichen Ton beherrscht. Von apolitischer Ruhe wendet Deutschland sich zur aufgeregtesten politischen Tätigkeit, von buntscheckiger Vielgestalt zu radikaler Einheitlichkeit; aus Ohnmacht erhebt es sich zu aggressiver Macht, sinkt zurück in Ruin, erarbeitet sich in unglaublicher Schnelle neuen, hektischen Wohlstand. Es ist weltoffen, kosmopolitisch, mit Bewunderung dem Fremden zugeneigt; dann verachtet und verjagt es das Fremde und sucht das Heil in übersteigerter Pflege seiner Eigenart. Die Deutschen gelten als das philosophische, spekulative Volk, dann wieder als das am stärksten praktische, materialistische, als das geduldigste, friedlichste, und wieder als das herrschsüchtigste, brutalste. Ihr eigener Philosoph, Nietzsche, hat sie das ‘Täusche-Volk’ genannt, weil sie die Welt immer wieder mit Dingen überraschen, die man gerade von ihnen nicht erwartet.«
Golo Mann (27 maart 1909 – 7 april 1994)
De Uruguayaans-Nederlandse schrijfster Carolina Trujillo werd geboren in Montevideo, Uruguay, op 27 maart 1970. Zie ook alle tags voor Carolina Trujillo op dit blog.
Uit: De bastaard van Mal Abrigo
‘De wetenschap is gearriveerd,’ fluisterde Marta in trance. De wetenschap was een communist die een rustiger plekje opzocht.
Marta wilde zich voortplanten, ze hoefde geen romance met de wetenschap, laat staan een langdurige relatie of iets dergelijks. Ze wilde alleen wat in wetenschap geweekt zaad. Ze was al bijna zesentwintig jaar en wist ze dat ze zich niet veel kieskeurigheid meer kon veroorloven. Dokter Romero was de beste kans die zich in Mal Abrigo kon voordoen. Over de sporen van inteelt, die onder de bevolking sluimerden, zou ze zich ook geen zorgen hoeven maken. Toen ze zijn kindje zag wist ze het zeker. De kleine Gerardo Romero was een gezonde baby van één jaar. Hij keek pienter uit zijn ogen die leken te vragen om een broertje, eentje die net als hij pienter uit de oogjes keek. Pienterder dan die dorpssufferds die haar niet eens durfden na te fluiten denkend dat ze heksenkracht bezat. Marta bezat maar twee dingen: een kaarsenwinkel en wetenschap.
‘Ik ben het bijgeloof in Mal Abrigo,’ had ze zich bij de dokter geïntroduceerd, ‘ik heb begrepen dat u de wetenschap bent.’ Ze wachtte om te zien of hij zijn vaardigheden, zoals beleefdheid, nog beheerste. Hij kon haar tegenspreken, zeggen dat haar werkterrein allang niet meer als bijgeloof werd beschouwd, dat ze collega’s waren maar dokter Romero staarde haar aan alsof dat zijn laatste vaardigheid was en dat was ook goed.
Carolina Trujillo (Montevideo, 1970)
De Ierse schrijver Patrick Joseph McCabe werd geboren op 27 maart 1955 in Clones, Monaghan. Zie ook alle tags voor Patrick Mc Cabe op dit blog.
Uit: The Butcher Boy
“You needn’t think we don’t know what goes on in this house oh we know all right! Small wonder the boy is the way he is what chance has he got running about the town at all hours and the clothes hanging off him it doesn’t take money to dress a child God love him it’s not his fault but if he’s seen near our Philip again there’ll be trouble. There’ll be trouble now mark my words!
After that ma took my part and the last thing I heard was Nugent going down the lane and calling back Pigs–sure the whole town knows that!
Ma pulled me down the stairs and gave me the mother and father of a flaking but it took more out of her than it did out of me for her hands were trembling like leaves in the breeze she threw the stick from her and steadied herself in the kitchen saying she was sorry over and over. She said there was nobody in the world meant more to her than me. Then she put her arms around me and said it was her nerves it was them was to blame for everything. It wasn’t always like this for your father and me she said. Then she looked into my eyes and said: Francie you would never let me down would you?
She meant you wouldn’t let me down like da did I said no I wouldn’t let her down in a hundred million years no matter how many times she took into me with the stick. She said she was sorry she had done that and she would never do it again as long as she lived.
She said that was all there was in this world, people who let you down. She said when Mrs Nugent came to the town first there was nobody like her. I used to be up the town with her every day she said. Then she started crying and saying this awful place and dabbing at her eyes with a tiny bit of tissue out of her apron pocket. But it was no use it just frittered away into little pieces.
The light slanting in the window and you could hear the children playing outside in the lane. They had set up a shop and were paying for groceries with pebbles. They had empty soap powder boxes and bean tins. No–its my turn one of them said. Grouse Armstrong scratched his ear and yelped running in and out among them.”
Patrick McCabe (Clones, 27 maart 1955)
De Nederlandse schrijver Bob den Uyl werd geboren in Rotterdam op 27 maart 1930. Zie ook alle tags voor Bob den Uyl op dit blog.
Uit: De verbanning
“De dagen gaan hier rustig voorbij.
Er is mij bij voorbaat alle medewerking toegezegd als ik mijn cel een andere kleur zou willen geven. Ik laat hem wit. Een kleurige wand is wel aardig maar gaat mischien op de duur vervelen. Wit kan je vergeten. Toch is het aardig er af en toe over na te denken, er is tijd genoeg voor.
Een leven zonder grote zorgen. Kleine problemen zijn er genoeg, die worden juist door mij opgeroepen. Het is prettig je een beetje druk te maken over onderwerpen die er eigenlijk niet toe doen. Want al ben je nog zo tevreden en verveel je je eigenlijk niet, een onderbreking van de dagelijkse gang van zaken is altijd welkom.
Zo heb ik me van tijd tot tijd druk gemaakt om verschillende dingen die, hoe licht ook, soms op mijn stemming inwerkten. Het eten bij voorbeeld, mijn bed, de slechte kwaliteit w.c.-papier. Het eten wordt goed klaargemaakt, eenvoudig en voedzaam. Alleen zonder de minste fantasie, een voor de hele week vaststaand menu, traag wisselend met de seizoenen. Natuurlijk heb ik niets tegen een degelijke maaltijd en ik eet er altijd smakelijk van. Maar toch, waarom nu nooit eens wat anders dan aardappelen, groente en een klein stukje rundvlees of bal gehakt. Men zou toch, zonder veel extra kosten of misschien wel goedkoper, eens, een kleine stap naast het vaste rooster kunnen doen. Waarom nooit eens mosselen, een halve kip, spaghetti of zoiets. Mijn wensen op dit gebied zijn heel bescheiden, ik eis geen grote biefstukken of uitgebreide rijsttafels; alleen geringe afwijkingen in de sleur waardoor je met enige verwachting naar het etensuur gaat uitzien. Mijn voorstellen hierover worden altijd welwillend aangehoord, zoals men aan al mijn voorstellen de nodige aandacht lijkt te schenken. Nooit zal men enige tegenwerpingen maken, ik krijg gelijk, mijn voorstel zal worden doorgegeven en behandeld. Verder blijft dan alles bij het oude, een enkele uitzondering daargelaten. Als er dan wat tijd overheen is gegaan, vergeet ik het zelf ook weer. Je denkt er nog wel eens aan, maar toch ontbreekt de ware lust om er weer eens over te beginnen.”
Bob den Uyl (27 maart 1930 – 14 februari 1992)
De Kroatische schrijfster Dubravka Ugrešić werd geboren op 27 maart 1949 in Kutina in Joegoslavië. Zie ook alle tags voor Dubravka Ugrešić op dit blog.
Uit: The Ministry of Pain (Vertaald door Michael Henry Heim)
“Goran could not make his peace with what had happened. He was a fine mathematician and much loved by his students, and even though his was a ‘neutral’ field he’d been removed from his post overnight. Much as people assured him that it was all perfectly ‘normal’ – in times of war your average human specimen always acted like that, the same thing had happened to many people, it happened not only to Serbs in Croatia but to Croatians in Serbia, it happened to Muslims, Croats and Serbs in Bosnia, it happened to Jews, Albanians and Roma, it happened to everybody everywhere in that unfortunate former country of ours – they failed to make a dent in his combined bitterness and self-pity.
Had Goran really wanted to, we could have put down roots in Germany. There were thousands upon thousands like us. People would begin by taking any job they could muster, but they eventually rose to their own level and life went on and their children adapted. We had no children, which probably made our decision easier. My mother and Goran’s parents lived in Zagreb. After we left, our Zagreb flat – mine and Goran’s – was requisitioned by the Croatian Army and the family of a Croatian officer took it over. Goran’s father had tried to move our things out, the books at least, but failed. Goran was a Serb, after all, which I suppose made me ‘that Serbian bitch’. It was a time of fierce revenge for the general misfortune, and people took their revenge where they could find it, more often than not on the innocent.”
Dubravka Ugrešić (Kutina, 27 maart 1949)
De Japanse schrijver Shusaku Endo werd geboren in Tokio op 27 maart 1923. Zie ook alle tags voor Shusaku Endo op dit blog.
Uit: Stilte (Vertaald door C.M. Steegers-Groeneveld)
““… En God zwijgt, net als de zee. Hij blijft maar zwijgen. Ik schudde mijn hoofd, dat was onmogelijk. Als er geen God was, zou de mens de monotonie van de zee of haar onheilspellend gebrek aan emotie toch niet kunnen verdragen? (‘Maar als nou toevallig… natuurlijk is het een kans van één op duizend , maar stel je voor…’ fluisterde toen een ander stemmetje heel diep in mijn hart, ‘als er nu geen God bestaat…’) Dit was een vreselijke gedachte. Wat een grap zou dat zijn als Hij niet bestond. Wat voor een absurd drama was het leven van Mokichi en Ichizõzo dan geweest, vastgebonden aan staken en gewassen door de zee! Wat voor een idiote illusie hadden de missionarissen dan nagejaagd, die er drie jaar voor nodig hadden om dit land te bereiken, over vele zeeën? En ik? Met wat voor absurde activiteiten hield ik me dan bezig, nu ik door gebergte zwierf waar geen mens te vinden was?…”.
Shusaku Endo (27 maart 1923 – 29 september 1996)
De Franse dichter en schrijver Alfred de Vigny werd geboren op 27 maart 1797 te Loches (departement Indre-et-Loire). Zie ook alle tags voor Alfred de Vigny op dit blog.
Paris (Fragment)
— Un fleuve y dort sans bruit, replié dans son cours,
Comme dans un buisson la couleuvre aux cent tours.
Des ombres de palais, de dômes et d’aiguilles,
De tours et de donjons, de clochers, de bastilles,
De châteaux-forts, de kiosks et d’aigus minarets ;
De formes de remparts, de jardins, de forêts,
De spirales, d’arceaux, de parcs, de colonnades,
D’obélisques, de ponts, de portes et d’arcades,
Tout fourmille et grandit, se cramponne en montant,
Se courbe, se replie, ou se creuse ou s’étend.
— Dans un brouillard de feu je crois voir ce grand rêve.
La Tour où nous voilà dans ce cercle s’élève ;
En le traçant jadis, c’est ici, n’est-ce pas,
Que Dieu même a posé le centre du compas ?
Le vertige m’enivre, et sur mes yeux il pèse.
Vois-je une Roue ardente, ou bien une Fournaise ? »
Alfred de Vigny (27 maart 1797 – 17 september 1863)
Zie voor nog meer schrijvers van de 27e maart ook mijn blog van 27 maart 2012 deel 2 en eveneens deel 3.