De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook alle tags voor Hugo Claus op dit blog.
MARSUA
De koorts van mijn lied, de landwijn van mijn stem
Lieten hem deinzend achter, Wolfskeel Apollo,
De god die zijn knapen verstikte en zwammen,
Botte messen zong, wolfskeel, grintgezang.
Toen vlerkte hij op, gesmaad,
En brak mijn keel.
Ik werd gebonden aan een boom, gevild werd ik, gepriemd
Tot het water van zijn langlippige woorden in mijn oren vloeide,
Die ingeweld begaven.
Zie mij, gebonden aan de touwen van een geluidloos ruim,
Geveld en gelijmd aan een koperen geur,
Gepunt,
Gericht,
Gepind als een vlinder
In een vlam van honger, in een moeras van pijn.
De vingernagels van de wind bereiken mijn ingewanden.
De naalden van ijzel en zand rijden in mijn huid.
Mij heeft niemand meer genezen.
Doofstom hangt mijn lied in de hagen.
De tanden van mijn stem dringen alleen meer tot de maagden door,
En wie is maagd nog of maagdelijke bruidegom
In deze branding?
(Een bloedkoraal ontstijgt in
Vlokken mijn hongerlippen.
Ik vervloek
Het kaf en het klaver en de horde die op mijn daken
De vadervlag uithangt – maar gij zijt van steen.
Ik zing – maar gij zijt van veren en gij staat
Als een roerdomp, een seinpaal van de treurnis.
Of zijt gij een buizerd – dáár – een wiegende buizerd?
Of in het zuiden, lager, een ster, de gouden Stier?)
Mij heeft niemand meer genezen.
In mijn kelders is de delfstof der kennis aangebroken.
Vogels
Vandaag
is de vogellucht
een loos gerucht
Hun gekrijs om spijs
verbluft
Zij hebben voornamen
Zij onthouden gezichten
Hun lawaai
is vervormd tot lied
Zij weten immers niet
dat een immens netwerk
de planeet omspant
om mensen
en vogels te vangen
en splinters meteoriet
Men herkent in de zwerm
de raaf
Hij verft zijn haar
met bloed
Behoud
Behoud de begeerte.
Vergeet waarvoor je in de kou
wou staan en sterven
toen je dacht dat de wereld een lente
was of een vrouw.
Verwacht dag en nacht
maar vergeet de vrees die je was.
Betaal geen rente voor je gedrag.
Morgen versnelt.
Gisteren zwelt
liefde doodt, gaat niet dood.
Behoud geen resten.
Stap over haar schreef.
Zij blijft de welkriekende dreef
in jouw verwoeste gewesten.
De Spaanse schrijver Jesús Carrasco werd geboren in Badajoz, Extremadura, op 5 april 1972. Zie ook alle tags voor Jesús Carrasco op dit blog.
Uit: Bring mich nach Hause( Vertaald door Silke Kleemann)
„Ende der Sechziger warfen die Felder immer weniger ab, die Fabriken suchten fortwährend nach Arbeitskräf-ten, und von einem Tag auf den anderen wurde aus dem Maultiertreiber einer, der an der Fräsmaschine stand. Juans Vater verließ das Ackerland und sein Dorf, Cruces, für eine Faserzement-Fabrik in Getafe südlich von Mad-rid. Seine Mutter wiederum tauschte den steingefliesten Boden der Mühle, in der sie zur Welt gekommen war, gegen die lackierten Dielen einer gutbürgerlichen Woh-nung im Zentrum der Hauptstadt ein. Hinten im Lichthof führte für sie eine Dienstbotentreppe direkt in die Küche. Am Haupteingang öffnete ein Concierge den Herrschaf-ten die Tür. So lernten die beiden sich kennen, durch den Concierge, der ein Freund des Vaters war. Eines Sonntag-nachmittags stellte er sie einander vor, als sie aus dem Kino kamen. Sie setzten sich in ein Straßencafd in der Nähe, wo sie ihm erzählte, dass sie aus Aldeanueva de la Vera kam, in Cdceres, und hierhergekommen sei, weil kaum noch mit Wasserkraft Mehl gemahlen wurde. Er mochte ihre schüchterne Art zu lachen. Ihr fiel die wet-tergegerbte Haut seiner Hände auf und so was wie ein Weizenduft, als sie einander zum Abschied auf die Wange küssten. Sie waren zwei Jahre verlobt, bevor sie heirate-ten. Kurz nach Isabels Geburt zahlten sie die erste Rate für eine winzige, dunkle Wohnung im Arbeiterviertel Las Margaritas, gleich dort in Getafe, wo sie auch den Groß-vater väterlicherseits nach dem Tod seiner Frau aufnah-men. Als Juan geboren wurde, ersetzten sie den kleinen Seat 600 durch einen Renault 4. Jedes Wochenende stie-gen sie ins Auto und fuhren mit dem Großvater zurück nach Cruces, um im Haus dort die Fenster aufzureißen und ihn mit auf die Felder zu nehmen, denn in Getafe hatte es den Anschein, als wollten die Ziegelsteine den alten Mann ersticken, was dann letztlich auch geschah. Nachdem der Vater von der Fabrik in Frührente geschickt worden war, zogen sie schließlich dauerhaft nach Cruces. Juan war sechs Jahre alt und seine Schwester zehn. Der Großvater kehrte nicht mit ihnen zurück. Obwohl der Vater nicht arbeiten sollte, verbrachte er die ersten Monate damit, das Land zurückzuerobern – da-mals ein Gemüsegarten mit Geräteschuppen und künst-lich angelegtem Wasserbecken, Mandelbäume, einige wenige Getreidefelder und eine Stallung, in der die Fami-lie früher einmal Zicklein gezogen hatte. Mit dem Geld, das er in Getafe als Abfindung erhalten hatte, erwarb er die Maschinen einer gerade in Iliescas pleitegegangenen Türenwerkstatt, brachte sie nach Cruces und stellte sie in den alten Stall. Elf Monate, nachdem er aufgehört hatte, Asbest einzuatmen, begann er Sägemehl einzuatmen.“
De Amerikaanse dichteres en schrijfster Maya Angelou (eig. Margueritte Johnson) werd geboren in Saint Louis, Missouri, op 4 april 1928. Zie ook alle tags voor Maya Angelou op dit blog.
Aangeraakt door een engel
Wij, niet gewend aan moed
ballingen van genot
leven opgerold in schelpen van eenzaamheid
totdat de liefde haar hoge heilige tempel verlaat
en voor ons in zicht komt
om ons vrij te maken om te leven.
De liefde komt aan
en in haar gevolg komen extases
oude herinneringen aan plezier
oude geschiedenissen van pijn.
Maar als we moedig zijn,
Breekt liefde de ketenen van angst
om onze zielen.
We zijn gespeend van onze verlegenheid
In de gloed van het licht van de liefde
durven we moedig te zijn
En opeens zien we
dat liefde alles kost wat we zijn
en ooit zullen zijn.
Maar het is enkel liefde
die ons vrij maakt.
Frans Roumen
Zie voor de schrijvers van de 5e april ook mijn blog van 5 april 2020 en eveneens mijn blog van 5 april 2019 en ook mijn blog van 5 april 2018 en eveneens mijn blog van 5 april 2016.