Ich liebe dich…(Friedrich Rückert), Ischa Meijer, Alexander Kluge, Piet Paaltjens, Robert Shea, Frank Harris

Bij Valentijnsdag

 

terni_valentino

Sint Valentijn van Terni trouwt Sabino en Serapia

Glas-in-lood raam, Basilica di San Valentino, Terni

 


Ich liebe dich …

Ich liebe dich, weil ich dich lieben muss …
Ich liebe dich, weil ich nicht anders kann;
Ich liebe dich nach einem Himmelsschluss;
Ich liebe dich durch einen Zauberbann.

Dich liebe ich, wie die Rose ihren Strauch;
Dich liebe ich, wie die Sonne ihren Schein;
Dich liebe ich, weil du bist mein Lebenshauch;
Dich liebe ich, weil dich lieben ist mein Sein.

 

Friedrich Rückert (16 mei 1788 – 31 januari 1866)

Rückert monument in Schweinfurt

 

De Nederlandse journalist, toneelschrijver, filmacteur en televisiepresentator Ischa Meijer werd geboren in Amsterdam op 14 februari 1943. Zie ook alle tags voor Ischa Meijer op dit blog.

De interviewer en de schrijvers (Hugo Claus)

“Het belangrijkste lijkt de vraag: hóe breng je een bepaald boek in de publiciteit; een roman die gekoppeld is aan de sensatie die een zeker privé-leven (Bekend Auteur Plus Bekend Actrice) bij de massa kan wekken?
Claus: ‘Ja, die dingen lopen door elkaar. Je kunt in dit land doen wat je wilt, maar je kunt ’t blijkbaar niet in De Telegraaf doen. Iemand uit “Onze Club” gaat niet met De Telegraaf om, dat “hoort” blijkbaar niet. Nou, ik heb een boel geschreven en geen van de andere kranten heeft mij gevraagd. De Telegraaf heeft mij gevraagd, niet andersom; zie je mij met m’n manuscript onder de arm naar De Telegraaf gaan?
Kijk, ik praat hier uit een soort “luxe” hoor, ik ben niet van plan me hier te verantwoorden. Goed, als de grootste krant van Nederland mij vraagt, dan zeer graag. Hoe ze van ’t boek wisten? De Telegraaf weet toch alles. Ik was toch met dat boek in de rubriek “Privé” gekomen, ook wanneer ik helemaal niets had gedaan. Gisteren stonden Henk Hofland en Harry Mulisch ook in die krant en onder de foto: “Zij poseerden voor onze bladen.” Nou, dan kun je ’t beter in eigen hand houden.
Ik heb tegen dat interview, noch tegen de voorpublicatie enig bezwaar. Omdat ik wil dat dit boek in tegenstelling tot mijn vorige roman Schaamte, die maniëristisch, duister, ontoegankelijk is, door meer mensen gelezen wordt. En wie ben ik om de grote massa dit boek te onthouden? Dat de grote massa er op de beste manier kennis van kan nemen, namelijk door tóch op de tekst te kunnen oordelen, en ze kunnen oordelen over wat ik vind van parallelle problemen zoals de liefde, enzovoorts.”

Ischa Meijer (14 februari 1943 – 14 februari 1995)

 

De Duitse schrijver en regisseur Alexander Kluge werd op 14 februari 1932 geboren in Halberstadt. Zie ook alle tags voor Alexander Kluge op dit blog.

Uit: Alexander Kluge – Facts & Fakes 5 – Einar Schleef – der Feuerkopf spricht

Kluge: Ihr Programm heißt 20 Opern, 80 Chorwerke und der Gesamtzyklus von Schiller, Hochhuth, usw. Wer sind Ihre Lieblingsautoren?
Schleef: Mein Lieblingsautor bin ich selber.
Kluge: Worin besteht eine dramatische Qualität? Was ist ein Drama?
Schleef: Wenn zwei sich kloppen, das ist Drama.
Kluge: Was ist eine Tragödie? Was ist tragisch?
Schleef: Wenn einer auf der Strecke bleibt, ist es eine Tragödie. Tragisch ist es, wenn wie bei Orpheus bei beiden Figuren die Beweggründe des Sterbens verschlossen sind. Da berührt sich Glucks Ehe- oder Paarszene mit Bergmann, denn Orpheus wie Eurydike ist verschlossen, warum sie da sind. Sie können darüber nicht diskutieren, wenn sie es tun und sich ansehen, sind sie des Todes und das wird von der Frau bei Gluck erbarmungslos gegen den Mann geführt und plötzlich bekommt man Mitleid mit dem Mann, weil der so unter der Fuchtel dieser Frau steht, aber natürlich geht voraus, daß Orpheus zugelassen hat, daß sie stirbt. Das kann man überhaupt nicht getrennt sehen, zumindest in der Endszene ist die Frau furchtbar, denn sie kapiert ja nicht, was der Typ will. Sie schreit immer: du liebst mich nicht, du liebst mich nicht, dreh dich um, dreh dich um.
Kluge: Das sagt sie?
Schleef: Ja, ununterbrochen. Dann dreht er sich um und weiß: wenn es die Götter gibt, ist das ihr Tod. Er weiß aber schon, daß es die Götter gibt und er weiß auch, daß sein Leben dann auch am Ende ist. Das wird zweimal im Text behauptet, er bringt sich um oder er stirbt, aber praktisch hört man es gar nicht. Fakt ist, nachdem er das Tabu gebrochen hat, ist sein Leben beendet, und dann kommt bei Gluck Amor und sagt, das ist alles anders, wir fangen von vorne an. Zumindest gibt es zwei Personen, die aneinander sterben, die nichts Positives entwickeln können, sondern zugrunde gehen.”


Alexander Kluge (Halberstadt, 14 februari 1932)

 

De Nederlandse dichter en predikant Piet Paaltjens werd geboren in Leeuwarden op 14 februari 1835. Zie ook alle tags voor Piet Paaltjes op dit blog.

Wie ziet daar op die vieze bank

Wie zit daar op die vieze bank
In het hoekje van die vunze kroeg
En drinkt er zijn borrels uit en de na
En drinkt er toch – lijkt het wel – nooit genoeg?

Zijn hoed ziet rood – maar roder nog ziet
De punt van zijn neus, de kraag van zijn rok
Glimt smerig, – doch smeriger glans nog glimt
Zijn ogen uit bij iedere slok.

Niet altijd zag die hoed zo rood
Niet altijd was die kraag zo glad.
Ook die neus heeft eenmaal een andere kleur
Ook dat oog eens een andere gloed gehad.

Wat boze geest kwam over die mens
En wierp hem zijn schaduw op het gewaad.
Wat monster uit het diepste der hel
Sloeg hem de klauwen in ’t bloeiend gelaat?

Wat monster? Ha! als de lente zo schoon
Was zij die de schande bracht over zijn hoofd,
Als het dons van de zwaan zo blank en zo zacht
Was de hand die voor eeuwig zijn eer heeft geroofd.

 

Romance

Ik min u teer, o lief, o aanvallig wezen!
Vond naar mijn hart bij U ook wedermin!
Dan was de wond daarbinnen dra genezen:
Nu bloed ik dood, om U, mijn zielsvriendin!

En evenwel, ik wil daarom niet treuren:
Voor u te sterven, engel, is zo zoet!
Zo gij slechts nu en dan mij op woudt beuren
Met éne blik, wanneer ik u ontmoet.

Eén blik van medelij uit Uw bruine ogen,
En in die blik één enkle zilte traan! –
Hierbij een doek, om die dan af te drogen. –
Droog af, Margot, en laat mij stil vergaan!

 

Als ik een bidder zie lopen

Als ik een bidder zie lopen,
Dan slaat mij ’t hart zo blij,
Dan denk ik, hoe hij weldra
Uit bidden zal gaan voor mij.

Piet Paaltjens (14 februari 1835 – 19 januari 1894)

Cover

 

De Amerikaanse schrijver Robert Shea werd geboren op 14 februari 1933 in New York. Zie ook alle tags voor Robert Shea op dit blog.

 

Uit: All Things Are Lights

“The ground shook as a second Cathar boulder landed somewhere inside the fort. He heard splintering wood and shrieks of pain and terror. Then came another massive thump, this time a counterweight of the crusaders’, sending a huge stone screaming overhead to answer the heretic missiles. Behind him rose the clamor of the French knights struggling into hauberks, buckling on swords, shouting names of their patron saints and their crusader war cry, “God wills it!”

A cruel God, if He wills this, Roland thought.

The Cathars had to cross a rock-strewn ridge, barely wide enough for two men abreast, that connected their stronghold on the main peak of Mont Segur to the lower peak, where the crusaders had their hastily built siege fort. If any Cathars had spied Roland coming out, by the time they got to this spot, he would be hidden among the boulders farther down the slope. Having no intention of fighting the Cathars, he sheathed his sword. He took his sword belt off and buckled it across his shoulder and chest, so that sword and dagger hung down his back.

With the tips of his fingers Roland touched the red silk cross on the left breast of his black surcoat, wishing he could tear away the symbol he hated. But only by joining the crusaders had he been able to get here. And this night he would bring Diane out safely, or he would die.

He stood in the darkness breathing deeply, gathering himself for the effort. Despite his chain mail and his helmet, he felt vulnerable, frightened.

Crouching, he slipped away to the left. Beyond the narrow rim of the ridge, the slope fell steeply. A misstep would send him hurtling to the rocks below. He made his way down carefully, painstakingly, over the large boulders for long minutes until he arrived at a narrow ledge about thirty feet below the top of the ridge. He took cover behind a row of charred huts where Cathar hermits had dwelt before the siege began. This whole mountain stank of burnt wood. As he began to work his way around to the other peak, from behind him issued shouts in the dialect of Languedoc: the Cathars, raising their war cries. They must have reached the crusader fort. How wonderful if they managed to drive the crusaders off the mountaintop!”

 


Robert Shea (14 februari 1933 – 10 maart 1994)

Cover

 

De Iers-Engelse schrijver, publicist, uitgever en redacteur Frank Harris werd geboren op 14 februari 1856 in Galway, Ierland Zie ook alle tags voor Frank Harris op dit blog

 

Uit: Oscar Wilde, His Life and Confessions

“He was always generous, kindly, good-tempered. I remember he and myself were on one occasion mounted as opposing jockeys on the backs of two bigger boys in what we called a ’tournament,’ held in one of the class‑rooms. Oscar and his horse were thrown, and the result was a broken arm for Wilde. Knowing that it was an accident, he did not let it make any difference in our friendship.

He had, I think, no very special chums while at school. I was perhaps as friendly with him all through as anybody, though his junior in class by a year….

Willie Wilde was never very familiar with him, treating him always, in those days, as a younger brother….

When in the head class together, we with two other boys were in the town of Enniskillen one afternoon and formed part of an audience who were listening to a street orator. One of us, for the fun of the thing, got near the speaker and with a stick knocked his hat off and then ran for home followed by the other three. Several of the listeners, resenting the impertinence, gave chase, and Oscar in his hurry collided with an aged cripple and threw him down – a fact which was duly reported to the boys when we got safely back. Oscar was afterwards heard telling how he found his way barred by an angry giant with whom he fought through many rounds and whom he eventually left for dead in the road after accomplishing prodigies of valour on his redoubtable opponent. Romantic imagination was strong in him even in those schoolboy days; but there was always something in his telling of such a tale to suggest that he felt his hearers were not really being taken in; it was merely the romancing indulged in so humorously by the two principal male characters in ‘The Importance of Being Earnest.’…

 

Frank Harris (14 februari 1856 – 27 augustus 1931)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e februari ook mijn blog van 14 februari 2012 deel 1 en eveneens deel 2.