Jaroslav Seifert, Daniel Czepko von Reigersfeld, Leni Saris, Emma Orcy

De Tsjechische dichter Jaroslav Seifert werd op 23 september 1901 geboren en groeide op in de arbeiderswijk Žižkov in Praag.Zie ook mijn blog van 23 september 2006 en ook mijn blog van 23 september 2008.

 

In de weilanden bij Juliánov…

In de weilanden bij Juliánov
gingen we vaak liggen tegen de avond,
als de stad in de schemering zonk
en in de zijarm van de rivier
de kikke
rs begonnen te klagen.

Eens kwam er een jonge zigeunerin bij zitten.
Haar bloesje was halfopen
en ze las ons de hand.
Tegen Halas zei ze:
Je haalt de vijftig niet
Tegen Artus Cerník:
Jij wordt net iets ouder.
Ik wilde mijn toekomst niet horen,
ik was bang.

Ze greep mijn hand
en riep kwaad uit:
Jou wacht een lang leven!

Dat was haar wraak.
Dat was mijn straf.

Jaroslav Seifert
fragment uit De pestzuil
uit: En vaarwel,

Vertaald door Jana Beranová

 

 

 

Le cri des fantômes

 

En vain nous nous accrochons aux fils de la vierge
et aux barbelés.
En vain nous enfonçons nos talons dans la terre
pour ne pas être entraînés
dans une obscurité plus noire
que la plus noire des nuits
sans sa couronne d’étoiles. Et chaque jour nous rencontrons quelqu’un
qui sans même ouvrir la bouche,
sans même le savoir, nous demande
Quand ? Comment ? Qu’y a-t-il après ?
Encore un moment danser, être dans la ronde
respirer l’air parfumé
même la corde au cou !

 

Vertaald door Michel Fleischmann

 

Seifert%20Photo

Jaroslav Seifert ( 23 september 1901 – 10 januari 1986)

 

De Duitse dichter en schrijver Daniel Czepko von Reigersfeld werd op 23 september 1605 in Koschwitz geboren. Zie ook mijn blog van 23 september 2007

 

 

An das Gemüthe

 

Auff Seel, auff, auff! was machst du in der Welt?

Allhier ist dir noch Lust, noch Trost bestellt:

Geh immer fort, biß du den Himmel funden,

Brich durch die Zeit, in die du bist gebunden.

Es eilt ja all’s auff seinen Ruhort zu:

Der Mensch sieht selbst im Leben nichts als Ruh:

In Gott ist Ruh und in der Ruh das Leben,

Nach welchem wir voll Geist und Glauben streben.

Du siehst ja selbst, sol Gott dein Leben seyn,

Und lebst ohn ihn, bist du in Todes Pein:

Erkenne doch den Quall, den ew’gen Bronnen,

Ohn den nichts ist und alles draus geronnen.

Was suchst du nun? Die Erd’ ist Welt, ist Wind,

ist Sand, ist Sturm, wo man nicht Ruhe findt:

Nihm nichts von ihr, im fall du Ruh erkohren,

So viel du nihmst, so viel hast du verlohren.

Versammle dich, ergieb dich Gott allein,

So bleibst du dir, und kanst dein eigen seyn:

Weichst du in dich, wird sich die Seel erheben,

Und diesen Leib mit Herrligkeit umbgeben.

Drumb auff, o Seel, erkennst du, wer du bist,

Und siehst in dich, ich weiß, daß du vergist:

Ob zwischen dir (:wer aber wil es gründen:)

Ein Unterscheid und zwischen Gott zu finden.

 

Reigersfeld

Daniel Czepko von Reigersfeld (23 september 1605 – 8 september 1660)

 

 

De Nederlandse schrijfster Leni Saris werd geboren in Rotterdam op 23 september 1915.

Uit: Licia zet door

“Waar is Will gebleven?” vroeg Licia.

“Hier is Will. Is hij geen schattig wicht?” ze keerden zich om, en ’n daverend gelach, dat alle ergernis wegspoelde, steeg op.

De lange Will, met zijn gebruind jongensgezicht, waar niets meisjesachtigs aan was, had zich met moeite gewrongen in ’n fraai bewerkt costuum van teer gekleurd satijn. Op zijn kortgeknipte hoofd danste dwaas ’n mooi hoedje met wuivende veren. Van onder de rose kanten rok kwamen fier twee lichtgrijze broekspijpen en ’n paar solide zwarte herenschoenen te voorschijn. Uit de kanten mouwen staken bevallig zijn grote handen, waarmee hij een waaiertje omklemde. Von zonk in sprakeloze aanbidding op de grond neer, Licia ging het niet veel beter, vooral toen hij zich verplicht voelde om ’n complete voorstelling te geven.

 “Schei uit!” verzocht Yvonne, “ik kan niet meer! Het is te schoon!”

“Zo’n rol als de mijne zou wel wat voor Tresi zijn,” dacht Licia, “zeg Will zou het je niet beter lijken om met je eigen zuster te spelen?”

“Maar Li! Je kunt toch niet van me verwachten dat ik die zuster van me…… mijn lièfde verklaar?” Er klonk zoveel eerlijke ontzetting in zijn stem, dat ze opnieuw in de lach schoten.

“’n Bespotting,” zei hij kwaad, “verbeeld je zoiets!”

“Zo moet je niet over je eigen zuster praten,” zei Frank opeens ernstig en hij meende het. “Ik geloof, dat je niets goeds meer in Tresi vind, wel?”

“Ze is onmogelijk om mee om te gaan,” zei Will eerlijk. “Je moest haar eens voortdurend meemaken!”

“Het is zo gemakkelijk om altijd alleen maar al het kwade van iemand naar voren te halen,” het klonk ’n beetje kribbig. Licia keek hem verwonderd aan. Frank verdedigde Tresi altijd. Deed hij dat nu, omdat hij het minderwaardig vond, dat ze over iemand die er niet bij was en zich dus niet zelf verdedigen kon, praatten, of hield hij van Tresi?”

 

Saris

Leni Saris (23 september 1915 – 9 december 1999)

 

Zie voor de twee bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 23 september 2008.

 

De Hongaarse schrijfster Emmuska Orcy de Orczi, ook wel Baronesse Orczy of Baronesse d’Orczy werd geboren in Tarnaörs op 23 september 1865. Zie ook mijn blog van 23 september 2008.