De Tsjechische dichter Jaroslav Seifert werd op 23 september 1901 geboren en groeide op in de arbeiderswijk Žižkov in Praag. Zie ook mijn blog van 23 september 2010 en eveneens alle tags voor Jaroslav Seifert op dit blog.
DANCE OF THE GIRLS’ CHEMISES
A dozen girls’ chemises
drying on a line,
floral lace at the breast
like rose windows in a Gothic cathedral.
Lord,
shield Thou me from all evil.
A dozen girls’ chemises,
that’s love,
innocent girls’ games on a sunlit lawn,
the thirteenth, a man’s shirt,
that’s marriage,
ending in adultery and a pistol shot.
The wind that’s streaming through the chemises,
that’s love,
our earth embraced by its sweet breezes:
a dozen airy bodies.
Those dozen girls made of light air
are dancing on the green lawn,
gently the wind is modelling their bodies,
breasts, hips, a dimple on the belly there —
open fast, oh my eyes.
Not wishing to disturb their dance
I softly slipped under the chemises’ knees,
and when any of them fell
I greedily inhaled it through my teeth
and bit its breast.
Love,
which we inhale and feed on,
disenchanted,
love that our dreams are keyed on,
love,
that dogs our rise and fall:
nothing
yet the sum of all.
In our all-electric age
nightclubs not christenings are the rage
and love is pumped into our tyres.
My sinful Magdalen, don’t cry:
Romantic love has spent its fires.
Faith, motorbikes, and hope.
Vertaald door Ewald Osers
Jaroslav Seifert ( 23 september 1901 – 10 januari 1986)
Bronze beeld doorStanislav Hanzik in Kralupy nad Vltavou
De Nederlandse schrijfster Leni Sariswerd geboren in Rotterdam op 23 september 1915. Zie ook mijn blog van 23 september 2008 enook mijn blog van 23 september2009 en ook mijn blog van 23 september 2010
Uit: Leontine
Met haar gewone stiptheid werkte ze op kantoor; het was er tegenwoordig stil en geplaagd werd ze niet meer. Sinds het tragische gebeuren hadden ze gemerkt, dat je toch niet dag aan dag met iemand om kon gaan en onverschillig blijven als er zoiets gebeurde.
Leo’s houding dwong respect af, méér dan gejammer en tranen zouden gedaan hebben, want dat haar kalmte geen onverschilligheid was, zag iedereen die haar aankeek.
Ieder morgen om elf uur hoorden ze op kantoor de man met de bulletins van het een of ander dagblad voorbij komen, de belangrijke feiten schreeuwde hij altijd luid door de straten. De een na de ander hief luisterend het hoofd op en keek naar Leo. Hoorde die het dan juist niet? Ze werkte niet, maar zat gebogen over haar machine, het moest eerst tot haar doordringen. Dan vloog opeens haar stoel krassend achteruit, ze klemde de handen om de leuning. “Connie…….. ik hoorde hem…… Bob’s naam roepen!” Maar Con was al weggerend. Ze hoorden haar in het doodstille lokaal de trappen af rennen. Hoe Con het blaadje kreeg en het ongeluksbericht las, wist ze zelf later niet meer, maar ze moest moed verzamelen om terug naar Leo te gaan. Ze zag lijkwit, toen ze weer boven kwam, waar geen machine meer ratelde.
“Wat is er met hem gebeurd?” vroeg Leo onnatuurlijk kalm en beheerst. “Zeg het zonder verzachtende inleiding. De wáárheid…. alsjeblieft!”
De stilte was haast tastbaar, Con slikte en kon geen geluid uitbrengen.Dan opeens, met de moed der wanhoop, zei ze de waarheid: “Leo, er is ’n stuk van ’n vliegmachine aangespoeld, zwartgeblakerd voor het grootste deel. De letters op de vleugel waren nog leesbaar, voor de rest is het nagenoeg ’n verkoolde massa. Het is……… Bob’s vliegtuig.”
Leni Saris (23 september 1915 – 9 december 1999)
De Duitse dichter en schrijver Daniel Czepko von Reigersfeld werd op 23 september 1605 in Koischwitz (Pools: Koskowice) geboren. Zie ook mijn blog van 23 september 2010 en eveneens alle tags voor Daniel Czepko von Reigersfeldop dit blog.
Aus dem Wechsel Annehmlichkeit
An das Leben
Ersprießlich ist der Thau: vergeht doch unterm Sehn:
Annehmlich ist die Lufft, entwischt doch unterm Wehn:
Die Sonn ist klar, und ist betrüglich so als rein,
Der Tag ist schön, und ist vergänglich so als fein,
Die Nacht ist kühl, und wird vom Donner offt versehrt,
Der Schlaff ist süß, und wird von Träumen offt verstört.
So ist das Leben auch, das wir am Halse tragen,
Ein Theil ist voller Freud’, ein Theil ist voller Plagen.
Daniel Czepko von Reigersfeld (23 september 1605 – 8 september 1660)
Koischwitz / Koskowice, kerk van aartsengel Michael
De Hongaarse schrijfster Emmuska Orcy de Orczi, ook wel Baronesse Orczyof Baronesse d’Orczy werd geboren in Tarnaörs op 23 september 1865. Zie ook mijn blog van 23 september 2008 en ook mijn blog van 23 september 2010
Uit: The Scarlet Pimpernel
„Bibot was sitting on an overturned and empty cask close by the gate of the barricade; a small detachment of citoyen soldiers was under his command. The work had been very hot lately. Those cursed aristos were becoming terrified and tried their hardest to slip out of Paris: men, women and children, whose ancestors, even in remote ages, had served those traitorous Bourbons, were all traitors themselves and right food for the guillotine. Every day Bibot had had the satisfaction of unmasking some fugitive royalists and sending them back to be tried by the Committee of Public Safety, presided over by that good patriot, Citoyen Foucquier-Tinville.
Robespierre and Danton both had commended Bibot for his zeal, and Bibot was proud of the fact that he on his own initiative had sent at least fifty aristos to the guillotine.
But to-day all the sergeants in command at the various barricades had had special orders. Recently a very great number of aristos had succeeded in escaping out of France and in reaching England safely. There were curious rumours about these escapes; they had become very frequent and singularly daring; the people’s minds were becoming strangely excited about it all. Sergeant Grospierre had been sent to the guillotine for allowing a whole family of aristos to slip out of the North Gate under his very nose.
It was asserted that these escapes were organised by a band of Englishmen, whose daring seemed to be unparalleled, and who, from sheer desire to meddle in what did not concern them, spent their spare time in snatching away lawful victims destined for Madame la Guillotine. These rumours soon grew in extravagance; there was no doubt that this band of meddlesome Englishmen did exist; moreover, they seemed to be under the leadership of a man whose pluck and audacity were almost fabulous. Strange stories were afloat of how he and those aristos whom he rescued became suddenly invisible as they reached the barricades and escaped out of the gates by sheer supernatural agency“.
Emma Orczy (23 september 1865 – 12 november 1947)