Jef Geeraerts, Toon Kortooms, Erich Kästner, Samuel Pepys

De Vlaamse schrijver Jef Geeraerts werd geboren op 23 februari 1930 in Antwerpen. Hij startte zijn literaire carrière begin jaren ’60 met het neerschrijven van zijn ervaringen in de Belgische kolonie Kongo, waar hij in de jaren ’50 te werk gesteld was als assistent gewestbeheer en in 1959 en 1960 aan het hoofd stond van een militaire eenheid die als opdracht had vechtende Afrikaanse stammen uit elkaar te houden. Geeraerts verwierf bekendheid met “Black Venus”, het eerste boek uit zijn Gangreen-cyclus dat in Vlaanderen heel wat stof deed opwaaien omwille van de al dan niet vermeend racistische en pornografische inslag. Later schreef hij nog talrijke romans, waarvan de misdaadromans met in de hoofdrollen het politieduo Vincke en Verstuyft, zeer bekend zijn. Naast romans schreef Jef Geeraerts ook reisverhalen, journalistieke stukken, toneelstukken en hoorspelen.

 

Uit: Romeinse suite

 

“Een stad die lééft,’ zei Vincke met overtuiging. Hij voelde zich, zoals elke keer dat hij in Rome was, meteen thuis. ‘Dat is omdat wij, Italianen, op straat leven,’ zei Scuderi, ‘wij ontbijten ’s ochtends in een bar – ik nodig jullie trouwens morgenvroeg uit om dat samen te doen – we gebruiken ’s middags een snackje hier en een pizzaatje daar en gaan ’s avonds uitgebreid eten met vrienden. Terwijl jullie in het noorden vroeg opstaan en vroeg gaan slapen als geobsedeerden, verzetten wij de klok resoluut drie-vier uur. En na de middag houden we pisolìno.’
‘Is dat een siësta?’
‘Ecco! Dan zie je in Rome alleen honden en Duitsers op straat, in die rangorde.’
Vincke ging niet in op de racistische hint. Ze knabbelden peanuts. ‘Wat drink je daar, Aldo?’ vroeg Verstuyft, die zoveel mogelijk wou te weten komen over de Italiaanse gewoonten. ‘Vernàccia, een Sardisch aperitief. Heel lekker. Ik zal jullie een fles meegeven als souvenir,’ beloofde Scuderi en nam een slokje. Hij keek hen allebei doordringend aan en vroeg: ‘En je zaak waarvoor jullie naar Rome zijn gekomen…?’
‘Een zelfmoord met insinuerend gegroepeerde feiten,’ zei Vincke, ‘de neurasthenieke echtgenote van een bekende Antwerpse chirurg pleegt zelfmoord terwijl haar man met zijn bevallige assistente, die in een villa van hem woont, in Rome een urologencongres bijwoont.’ ‘En in het Hassler logeert…’
‘Ja, in een suite van pakweg twee miljoen lire per nacht.’ Scuderi bleef onbewogen.
‘Om een lang verhaal kort te maken , we hebben vastgesteld dat de dokter peper strooide op zijn spoor door bij voorbeeld op een merkwaardige manier vanuit Rome te bellen…’
‘En jullie zijn via Internationale Verbindingen achter de tactiek gekomen…’ stelde Scuderi effen vast. Verstuyft fronste de wenkbrauwen. Wist die Italiaan meer dan ze vermoedden?”

 

GEERAERTS

Jef Geeraerts (Antwerpen, 23 februari 1930)

 

De Nederlandse schrijver Toon Kortooms werd op 23 februari 1916 in Deurne geboren, als zevende kind in een gezin met veertien kinderen dat door de omgeving ‘Circus Kortooms’ werd genoemd. Zijn vader beheerde een turfstrooiselfabriek en veenderij. Op de basisschool bleek zijn schrijftalent toen hij elke opstelwedstrijd won. Kortooms volgde de middelbare school en de onderwijzersopleiding in Venlo, en gaf van 1939 tot de Tweede Wereldoorlog les aan de St. Jozefschool in Helmond. Na de oorlog werkte hij acht jaar als journalist bij het ‘Dagblad Oost-Brabant’. Vanaf 1953 was hij redacteur bij diverse weekbladen, onder andere bij ‘Panorama’. Van zijn boek Beekman en Beekman werden volgens zijn uitgeverij Gottmer meer dan twee miljoen exemplaren verkocht. Dat maakt het boek tot de best verkochte roman in Nederland ooit. Help! De dokter verzuipt… stond mede dankzij de verfilming van het boek anderhalf jaar lang als nummer 1 op de bestsellerlijst. Kortooms’ romans speelden zich vooral af in de Brabantse Peel en zijn vaak gebaseerd op eigen ervaringen.

 

Uit: Beekman en Beekman

 

“Snotneuzen,” zei hij minachtend.
Geen antwoord.
“Beddepiesers,” hernam hij.
Geen kik.
“Schrikboksen,” spotte hij.
Boe noch bah.
Hendrik werd vermetel. Hij kwam naar het hek. Hij loerde tussen de spijlen door. Geen beweging van agressie bij de gebroeders, neen, eerder een terugtreden. Overmoedig drukte Hendrik zijn stompzinnig aangezicht tegen de afrastering en stak zijn vieze tong uit. En meteen, met een triomfkreet, waren Heintje en Matje naar voren gesprongen. Zij grepen de vette foepneus van Hendrik en knepen er in. Het boertje was zó overrompeld, dat hij wèl zijn kwaak wijd open sperde, maar geluid kwam er niet uit. De gebroeders knepen energiek. Voor Hendrik was er geen ontkomen aan.
“Nijpen,” zei Matje.
Heintje neep, terwijl zijn broer losliet.
Want deze had vlakbij een verdroogd hennepoepje zien liggen en dat haalde hij er bij. Ondanks zijn traag verstand bemerkte Hendrik de opzet en op slag klapte zijn schuurdeur dicht. Te laat, het zat er in. Als dat gebeurd was, liet Heintje de rode biet los. Hendrik blèrde op huis aan. En er was vijandschap ontstaan tussen de gebroeders Beekman en Hendrik van Ham.”

 

kortooms

Toon Kortooms (23 februari 1916 – 5 februari 1999)

 

De Duitse schrijver, dichter en cabaretier Erich Kästner werd geboren in Dresden op 23 februari 1899. Een aantal van zijn kinderboeken zoals “Emil und die Detektive” en “Die verschwundene Miniatur” zijn bij vele middelbare scholieren in Nederland bekend als verplichte leesboeken voor het vak Duits. Kästner groeide op in een  huurwoning in de Königsbrücker Straße in Äußeren Neustadt (Dresden). Daar vlakbij, aan de Albertplatz, staat de vroegere villa van zijn oom Franz Augustin, waarin tegenwoordig het Erich Kästner Museum is gehuisvest. In 1919 ging hij geschiedenis, filosofie, germanistiek en theaterwetenschappen studeren in Leipzig. In 1927 ging hij naar Berlijn en bleef daar tot het einde van de Weimarrepubliek in 1933. Hij vertrok toen voor korte tijd naar Meran en naar Zwitserland, maar keerde vrij spoedig naar Berlijn terug. Na het einde van WO II in 1945 trok hij weer naar München. Hij bleef daar tot zijn dood op 29 juli 1974.

 

Uit: Fabian,  Geschichte eines Moralisten

 

„Fabian saß in einem Café namens Spalteholz und las die Schlagzeilen der Abendblätter: Englisches Luftschiff explodiert über Beauvais, Strychnin lagert neben Linsen, Neunjährigs Mädchen uas dem Fenster gesprungen, Abermals erfolglose Ministerpräsidentenwahl, Der Mord im Lainzer Tiergarten, Skandal im Städtischen Beschaffungsamt, Die künstliche Stimme in der Westentasche, Ruhrkohlenabsatz lässt nach, Die Geschenke für Reichsbahndirektor Neumann, Elefanten auf dem Bürgersteig, Nervosität an den Kaffeemärkten, Skandal um Clara Bow, Bevorstehender Streik von 140.000 Metallarbeitern, Verbrecherdrama in Chikago, Verhandlungen in Moskau über das Holzdumping, Strahembergjäger rebellieren. Das tägliche Pensum. Nichts Besonderes.“

 

Kaestner

Erich Kästner (23 februari 1899 – 29 juli 1974)

 

De Engelse schrijver Samuel Pepys werd geboren op 23 februari 1633 in Londen als zoon van een kleermaker. Hij werd een Brits ambtenaar in de 17e eeuw en is vooral beroemd  geworden vanwege zijn dagboeken. Deze bieden een fascinerende combinatie van persoonlijke onthullingen en ooggetuigenverslagen van belangrijke gebeurtenissen als de Pestepidemie in Londen en de Grote brand van Londen. Pepys werd geboren in Londen in 1633 als zoon van een kleermaker. Hij volgde de St Paul’s School in Londen en het Magdalene College in Cambridge, waarna hij in dienst trad bij admiraal Edward Montagu. Zijn andere werkgever was George Downing. In 1655 trouwde hij met de vijftienjarige Elizabeth St Michel. Zijn dagboeken hield hij bij van 1660, het jaar waarin hij als klerk in dienst trad bij de marine, tot 1669, toen hij een oogkwaal kreeg en dacht volledig blind te worden. Hetzelfde jaar stierf zijn vrouw.

 

Uit: The Diary of Samuel Pepys

 

“JAN. 1, 1659-60 (Lord’s day).  This morning (we living lately in the garret,) I rose, put on my suit with great skirts, having not lately worn any other clothes but them.  Went to Mr. Gunning’s chapel [Peter Gunning, afterwards Master of St. John’s College, Cambridge, and successively Bishop of Chichester and Ely:  ob. 1684.  He had continued to read the liturgy at the chapel at Exeter House when the Parliament was most predominant, for which Cromwell often rebuked him.–WOOD’S ATHENAE.]  at Exeter House, [Essex-street in the Strand was built on the site of Exeter House.]  where he made a very good sermon upon these words:– “That in the fulness of time God sent his Son, made of a woman,” &c.; showing, that, by “made under the law,” is meant the circumcision, which is solemnized this day.  Dined at home in the garret, where my wife dressed the remains of a turkey, and in the doing of it she burned her hand.  I staid at home the whole afternoon, looking over my accounts; then went with my wife to my father’s, and in going observed the great posts which the City workmen set up at the Conduit in Fleet-street.”

Pepys

Samuel Pepys (23 februari 1633 – 26 mei 1703)