De Amerikaanse schrijfster Joyce Maynard werd geboren op 5 november 1953 in Durham, New Hampshire. Zie ook alle tags voor Joyce Maynard op dit blog.
Uit: Mijn zusje (Vertaald door Anke ten Doeschate)
“Ons huis, nummer 17, was het kleinste van de straat met drie donkere slaapkamers, in grootte variërend van klein tot piepklein, een woonkamer met een verlaagd plafond en een keuken die door de vorige bewoners was uitgerust met meubilair van groen formica en bijpassende avocadogroene apparatuur die allerlei mankementen vertoonde. De houten lambrisering was een mislukte poging om de woonkamer een gezellige aanblik te geven.
Onze ouders hadden het huis in 1968 gekocht, toen ik twee jaar oud was en mijn zusje nog maar net was geboren. Iets beters hadden ze met het salaris van een politieagent niet kunnen krijgen. Mijn vader werkte in San Francisco, maar mijn moeder vond Marin County voor ons een betere plek om op te groeien.
Destijds was hij een gewone agent, nog geen rechercheur, en hem kennende, vond hij het waarschijnlijk wel prima om zijn eigen gang te gaan en mensen te redden, terwijl wij ergens veilig in een huisje zaten weggestopt.
Tegenwoordig zou niemand het nog in zijn hoofd halen om goedkope huizen te bouwen op de plek waar wij woonden. Nu zou dat land bestemd zijn voor villa’s op grote lappen grond, met zwembaden, buitenkeukens en duur tuinmeubilair. De garages zouden plek bieden aan drie auto’s van Europese makelij.
Maar toen vlak na de Tweede Wereldoorlog de huizen aan Morning Glory Court en omliggende straten als Bluebell, Honeysuckle, Daffodil en mijn persoonlijke favoriet Muriel Lane – vermoedelijk vernoemd naar de vrouw van de aannemer – werden gebouwd, maakten vrije natuur en een mooi uitzicht van een plek nog geen toplocatie. Zo was het mogelijk dat ons gezin met zo weinig geld toch op een plek kon wonen waar de achtertuin uitliep in vele hectares vrije natuur. De hele berg was onze speeltuin. Die van mij en mijn zus.”
Joyce Maynard (Durham, 5 november 1953)
De Duitse schrijver Andreas Stichmann werd op 5 november 1983 in Bonn geboren. Zie ook alle tags voor Andreas Stichmann op dit blog.
Uit: Das große Leuchten
„Daraufhin sagt er nichts mehr. Sitzt da und guckt, als säße er immer noch in der Einöde. Im Kräutergarten seiner Mutter oder auf seinem Korbstuhl vor dem Haus.
Er scheint innerlich gegen den Gedanken anzukämpfen, dass er sich gerade zum ersten Mal von zu Hause entfernt – und zwar fl iegenderweise und mit 700 Stundenkilometern.
Sein Finger findet den Knopf, und der Sitz kippt nach hinten, aber von hinten wird dagegengearbeitet, sodass er wieder nach vorne ruckt – und dann packt er umständlich seine Reiselektüre auf den Tisch, mehrere Bücher über persische Mystik. Um sie nach einer Weile genauso umständlich wieder wegzupacken und stattdessen mit den Iran-Air-Socken und der Duty-free-Broschüre herumzuhantieren, als wäre er darauf aus, mich anzustecken mit seiner Fickrigkeit.
Aber ich sitze hier ruhig, drehe den Blick zum Fenster. Ich sitze hier mit einem ruhigen Gehirn.
Vor mir auf dem Tischchen: mein Brustbeutel. Darin die Adresse und die Telefonnummer von Abolfazl Merizadi, die ich in Anas zurückgelassenen Klamotten gefunden habe. Er will schon mal versuchen, Kontakt zu Anas Mutter herzustellen, hat er am Telefon gesagt, oder zumindest Kontakt zu Kontaktmännern, schließlich ist Anas Mutter Kommunistin, bewegt sich im Untergrund und hat keine Adresse. Wir sollten einfach erst mal kommen, Ana habe sich zwar noch nicht gemeldet, er kenne sie ja gar nicht richtig, aber wir würden sie schon ausfi ndig machen. Seine Familie sei um mehrere Ecken mit ihrer bekannt. In diesem überraschend guten Englisch. Sehr klar und sehr nett.
Draußen: glasklare Stadtlandschaften, unsagbar tief unter den Wolken. Ein im aufgeschlagenen Stein fun-kelnder Erdschatz. Lichtteppiche, die sich im Gebirge verlieren, die sich durch Täler und mittels Brücken über Flüsse ziehen. Ich sage mir, dass es eine beseel-te, bedeutsame Erdoberfl äche ist, die da unten schimmert. Eine, auf der man Spuren lesen und Wege finden kann, auf der man vielleicht mal fehlgeht, aber nur, um wieder zurückzukommen und die richtige Route zu nehmen.“
Andreas Stichmann (Bonn, 5 november 1983)
De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.
Uit: Ventoux
“De Mont Ventoux,’ zei Joost.
‘Tommy Simpson,’ zei ik. ‘Tim Krabbé reed hem op in één uur, eenentwintig minuten en…’
‘Nee, maar oké,’ zei Joost, alsof hij mijn antwoord verder niet van belang vond. ‘Dood gaan we allemaal.’ Hij haalde een briefje uit een van de zakjes op de rug van het Peugeotshirt en vouwde het open.
‘Luister, goede vriend en medecoureur,’ zei hij gewichtig. ‘Waar hebben wij tijdens het fietsen mee te maken, qua krachten?’
‘Tegenwind.’
‘Onder andere. Maar dat is niet het enige. We hebben te maken met de volgende weerstanden die overwonnen moeten worden: behalve, inderdaad, de luchtweerstand, is er ook nog de hellingweerstand, de rolweerstand en de mechanische weerstand. Ik heb hier de formules van de verschillende weerstanden. Geïnteresseerd?’
Ik zag een hoop letters en kwadraten. ‘Nee.’
‘Dacht ik al. Zit urenlang op zijn fiets, maar is totaal niet geïnteresseerd in waar hij mee bezig is. Gewoon dom trappen, en verder niks. Goed, zelf weten. Ik zal grote stappen maken. Bij het overwinnen van de verschillende weerstanden komt het aan op de geleverde arbeid in joules en het geleverde vermogen in watts. Ja? Als we de verschillende waarden kennen, van de weerstanden en de geleverde arbeid en vermogen, kunnen we uitrekenen hoelang we over de beklimming van de Ventoux doen.’
Ik begon een vermoeden te krijgen van waar hij heen wilde.
‘Gerekend vanuit het plaatsje Bédoin bedraagt het hoogteverschil dat moet worden overwonnen tot de top 1600 meter. De afstand tot de top is 21 kilometer. Ik heb zojuist mijn fiets gewogen, ding weegt 11,5 kilogram. Zelf woog ik vanochtend 75 kilo…’
‘Kom op, Joost.’
‘Rolweerstand, hellingweerstand, luchtweerstand en mechanische weerstand in ogenschouw genomen, plus het gemiddelde stijgingspercentage, kan ik nu uitrekenen hoelang ik erover zal doen om de top te bereiken, als ik tenminste zou weten hoeveel vermogen ik kan ontwikkelen. En dat weet ik niet, helaas. Nog niet.’
Bert Wagendorp (Groenlo, 5 november 1956)
De Amerikaanse dichter, schrijver en hoogleraar Maurice Kilwein Guevara werd geboren op 5 november 1961 in Belencito. Zie ook alle tags voor Maurice Kilwein Guevara op dit blog.
TOMBSTONES
An Angel stands, she and her black wings invisible
to the young man working in the Andes sun-
There is a truck packed full with headstones
stolen in moonlight. The young entrepreneur
works alone with shovel and dream; someday
he will be as famous as Andrew Carnegie or
Buddha.
His heart is a bird of fire,
and the Colombian sun is hot as he rises
to remove another tombstone and drag it
to the workplace where his tools are.
North south east west: four German Shepherds
surround him; he is the center of his star.
Then the awful racket as the electric grinder
starts up, and down on stone the abrasion begins
to erase the names of the dead: Rosendo Arango
Edgar Antonio Botero
Evaristo Llanos
Jaime Betancourt
Isabel Pinilla
Antonio Cante
Feliz Lozado
Jorge Millan
Dora Cifucntcs . . . making room for the future-
And the Angel flies off like any prophet,
her shadow moving slowly north, over the countryside.
Maurice Kilwein Guevara (Belencito, 5 november 1961)
De Duitse schrijver Hanns-Josef Ortheil werd geboren op 5 november 1951 in Keulen. Zie ook alle tags voor Hanns-Josef Ortheil op dit blog.
Uit: Die Berlinreise
“Nach dem Krieg sind meine Eltern nicht mehr zusammen nach Berlin zurückgekehrt. Mein Vater hatte stattdessen eine Anstellung bei der Deutschen Bundesbahn in Köln gefunden. Dort kam ich selbst Anfang der fünfziger Jahre zur Welt, nachdem meine Eltern in den Nachkriegsjahren noch einmal zwei Söhne verloren hatten, die jeweils kurz nach der Geburt gestorben waren.
Obwohl viele Berliner Freunde und Bekannte meine Eltern immer wieder drängten, sie zu besuchen und den früheren freundschaftlichen Kontakt fortzusetzen, reisten sie nicht nach Berlin. Erst im Frühjahr 1964 entschloss sich mein Vater, noch einmal dorthin zu fahren, um die alten Freunde zu treffen und einige Habseligkeiten, die meine Mutter in Berlin zurückgelassen hatte, wieder nach Köln zu holen. Da sie ihn um keinen Preis begleiten wollte, fuhren mein Vater und ich ohne sie.
Die Reise war die zweite, die wir ohne meine Mutter unter nahmen. Im Jahr zuvor hatte uns eine Sommerreise an die Mosel geführt, wo wir eine lange Wanderung zu Fuß von Koblenz nach Trier unternommen hatten. Diesmal ging es jedoch nicht um eine Wanderung durch eine beliebte deutsche Ferienlandschaft, sondern um eine Wiederbegegnung mit den Menschen und Räumen, die meine Eltern während der Kriegsjahre kennen gelernt und aufgesucht hatten. So wurde die Berlinreise wenige Jahre nach dem Mauerbau zu einer Reise in die Gegenwart des Kalten Krieges und in die Vergangenheit des Zweiten Weltkriegs.“
Hanns-Josef Ortheil (Keulen, 5 november 1951)
De Nederlandse schrijfster Anna Maria van Schurman werd geboren in Keulen op 5 november 1607. Zie ook alle tags voor Anna Maria van Schurman op dit blog.
Gedicht van dank aan Jacob Cats
De gifte die ik roem, en niet genoeg kan roemen,
bekleedt de waardste plaats van ’tgeen ik ‘mijn’ mag noemen
het uiterlijk sieraad, ’t goud dat van buiten glimpt
is maar den laagsten trap, waarvan men hoger klimt.
Daarbinnen leit de kern van deze schat verborgen,
doch zo verborgen heet ’tgeen doorbreekt als den morgen,
een kostelijken peerl, waar ’t goud de schel van is,
van oorspronk ongelijk, en zo ik niet en mis,
het een is uit den schoot der aarden voortgekomen,
en ’t ander uit den glans des hemels dauw genomen.
Zulks is ook dit juweel: den hemel geeft het licht
dat bliksemt overal, in dit vermaard gedicht.
Anna Maria van Schurman (5 november 1607 – 4 of 14 mei 1678)
Portret door Jan Adam Kruseman, rond 1846
De Amerikaanse dichteres en schrijfster Ella Wheeler Wilcox werd geboren op 5 november 1850 in Johnstown, Wisconsin. Zie ook alle tags voor Ella Wheeler Wilcox op dit blog en ook mijn blog van 5 november 2009 en ook mijn blog van 5 november 2010.
It Might Have Been
We will be what we could be. Do not say,
“It might have been, had not this, or that, or this.”
No fate can keep us from the chosen way;
He only might who is.
We will do what we could do. Do not dream
Chance leaves a hero, all uncrowned to grieve.
I hold, all men are greatly what they seem;
He does, who could achieve.
We will climb where we could climb. Tell me not
Of adverse storms that kept thee from the height.
What eagle ever missed the peak he sought?
He always climbs who might.
I do not like the phrase “It might have been!”
It lacks force, and life’s best truths perverts:
For I believe we have, and reach, and win,
Whatever our deserts.
Sonnet
Methinks ofttimes my heart is like some bee
That goes forth through the summer day and sings,
And gathers honey from all growing things
In garden plot, or on the clover lea.
When the long afternoon grows late, and she
Would seek her hive, she cannot lift her wings,
So heavily the too sweet burden clings,
From which she would not, and yet would, fly free.
So with my full fond heart; for when it tries
To lift itself to peace-crowned heights, above
The common way where countless feet have trod.
Lo! then, this burden of dear human ties,
This growing weight of precious earthly love,
Binds down the spirit that would soar to God.
Ella Wheeler Wilcox (5 november 1850 – 30 oktober 1919)
Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2014 en ook mijn twee blogs van 5 november 2011.