Lucebert, Jan Slauerhoff, Chimamanda Ngozi Adichie, Agatha Christie, Claude McKay, Orhan Kemal, Karl Philipp Moritz

De Nederlandse dichter Lucebert werd in Amsterdam geboren op 15 september 1924 onder de naam Lubertus Swaanswijk. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Lucebert op dit blog.

gedicht

I
van vaste duisternissen ik laat mij een lied zingen
van hoe de mensen webben spinnen en sterven
van savonds versierde hyenaas en cocons in de ochtend
van zwaar slapen aanblazen en van de vraatzucht

II
hoe in de heldere natuur eender werken de dingen en wezens
bruisend zich rekken de takken en huilende vallen de stenen
een denkende mier of een denkende ster en een slang
zacht vertrekt uit zijn zwangere staart als de beken
uit hun drabbig foedraal zoals de leliën ook en
van verdriet of van vrede blauw zijn de bloemende bergen

III
altijd en overal anders zijn de mensen want anders
dragen zij de aarde: vaak door de slaafse spreekbuis
hinkend zij dragen de aarde of vallend van de statietrap
zij torsen de aarde maar nooit en te nimmer zij nemen
de aarde aan als een wind in ’t gezicht in het web

IV
door donkerte nader zij komen met allen en alles
en daar gelijk is het oor aan de mond het hoofd aan het hart
aan alles aan allen gelijk het licht zij vloeien het toe

 

 
Lucebert, Het geschenk, 1986

 

V
maar daaraan terstond zij maken bodemloze fotoos van de almacht
als was de nacht hun moeder niet de avond niet hun vader
zij steken de zon in de mond verorberen de wolken
zij beduimlen de bliksem met hun smeulende tongen
en bootsen de maan na met hun pluimstrijkende ogen
of gaan wonen in hoge wisselstromen onttronend de diepte

VI
spook en talisman zij trouwen en bouwen hun huizen daarom
maar buiten zij breken graag de glazen derwisch van het water
en gehaast zij plukken de magnetische springveren
die van het vuur en de maandragende paarden der zee
blazen zij op en het steen het steen zij besmetten het met
rokende rivieren of sluizen en aldus ook hun mummies
zij sluimren of mijmren niet maar zij stomen zij bonzen

VII
oh de moede man die de sleutels der dubbelzinnigheid smolt
of wegwierp dat hij staat voor de zo vaak vertoonde kasten en laden
die zo gehoond gelijk zij geloofd zijn dat hij er staat en vraagt
naar een deur om daar door te gaan

VIII
zie dan voor zijn vetgemeste spiegel wil hij vliegen en zweven
hoor dan door zijn mulle microfonen wil hij van vrede lachen en zingen
deze die eens de sleutels der dubbelzinnigheid smeedde
hem opent geen vrede

 
Lucebert (15 september 1924 – 10 mei 1994)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jan Jacob Slauerhoff werd geboren in Leeuwarden op 15 september 1898. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Jan Slauerhoff op dit blog.

Novalis

Hij wist met kalme angst hoe alles moest
Leven. Voortleven, zalig of verdoemd.
Niets wordt vernietigd, spoorloos verwoest:
Een geur, een toon die in de stilte zoemt,

Iets blijft, hoe ook verijld, versteend, verbloemd,
Leven moet alles tot in eeuwigheid.
Geen sluimering, geen min, geen dood verzoent
De kruistocht redeloos door ruimte en tijd.

De doden rusten niet, gezweept tot feesten
Waarin zij ijdel trachten te bezwijmen
Tot redding uit de onduldbare geheimen.

En ieder zwervling is omzwermd door geesten;
Nooit worden wij eenzaam en nooit met rust
gelaten aan een beek, een graf, een kust.

 

De poolvulkaan

Barre verlatenheid
Duldde ik eeuwen reeds,
In gelatenheid
Trots en uitgebrand.

Wolken sneeuwen steeds,
Zwaar en eindeloos;
Wit en eindeloos
Ligt het poolland rond.

‘t Laaiend Noorderlicht
In staalharde nacht
Houdt in mij de hoop
Dat een langre schicht
Mij inééns losscheurt uit mijn krater

En in vlammenvloed
Al het eeuwig ijs
Smelt tot groen, schuimbekkend water,
Waar ik rood en donker uit verrijs.

 

Nagoya kasteel

Als een schip in de eeuwigheid verankerd
Ligt ver van de oevers het kasteel in ’t meer,
Der wereld afgewend, hier onveranderd
Het rijk van bos en water en weleer.

Nu wil de eeuwige zwerver overvaren,
Zijn rust bewaren midden in het meer,
Welks oppervlak de schichtige winden vlieden,
Waarop geen kelken drijven, uit welks diepten
De muren rijzen, steil en afgesloten
Zonder een poort; gezonken zijn de boten.

 
Jan Slauerhoff (15 september 1898 – 5 oktober 1936) 
Slauerhoff in kimono ,1926

 

De Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie werd geboren op 15 september 1977 in Enugu. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Chimamanda Ngozi Adichie op dit blog.

Uit: Americanah

“Finally, Aisha finished with her customer and asked what colour Ifemelu wanted for her hair attachments.
“Colour four.”
“Not good colour,” Aisha said promptly.
“That’s what I use.”
“It look dirty. You don’t want colour one?”
“Colour one is too black, it looks fake,” Ifemelu said, loosening her headwrap. “Sometimes I use colour two, but colour four is closest to my natural colour.”
Aisha shrugged, a haughty shrug, as though it was not her problem if her customer did not have good taste. She reached into a cupboard, brought out two packets of attachments, checked to make sure theywere both the same colour.
She touched Ifemelu’s hair. “Why you don’t have relaxer?”
“I like my hair the way God made it.”
“But how you comb it? Hard to comb,” Aisha said.
Ifemelu had brought her own comb. She gently combed her hair, dense, soft and tightly coiled, until it framed her head like a halo. “It’s not hard to comb if you moisturize it properly,” she said, slipping into the coaxing tone of the proselytizer that she used whenever she was trying to convince other black women about the merits of wearing their hair natural. Aisha snorted; she clearly could not understand why anybody would choose to suffer through combing natural hair, instead of simply relaxing it. She sectioned out Ifemelu’s hair, plucked a little attachment from the pile on the table and began deftly to twist.”.

 
Chimamanda Ngozi Adichi (Enugu, 15 september 1977)

 

De Britse schrijfster Agatha Christie werd geboren in Torquay (Devon) op 15 september 1890. Dat is vandaag precies 125 jaar geleden. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Agatha Christie op dit blog.

Uit:Murder in the Making

“Beasts!” said Clarice Vane to old Miss Marple. “Absolute beasts some people are!”
Miss Marple looked at her curiously.
Clarice Vane had recently come to live with her Uncle, Dr. Haydock. She was a tall dark girl, handsome, warm hearted and impulsive. Her big brown eyes were alight now with indignation.
She said: “All these cats – saying things – hinting things!”
Miss Marple asked: “About Harry Laxton?”
“Yes, about his old affair with the tobacconist’s daughter.”
“Oh that!” Miss Marple was indulgent. “A great many young men have affairs of that kind, I imagine.”
“Of course they do. And it’s all over. So why harp on and bring it up years after? It’s like ghouls feasting on dead bodies.”
“I daresay, my dear, it does seem like that to you. You are young, of course, and intolerant, but you see we have very little to talk about down here and so, I’m afraid, we do tend to dwell on the past. But I’m curious to know why it upsets you so much?”
Clarice Vane bit her lip and flushed. She said in a curious muffled voice: “They look so happy. The Laxtons, I mean. They’re young, and in love, and it’s all lovely for them – I hate to think of it being spoilt – by whispers and hints and innuendoes and general beastliness!”

 
Agatha Christie (15 september 1890 – 12 januari 1976)
Mr. Stringer (Stringer Davis) en Mrs. Marple (Margaret Rutherford) in een Agatha Christie film, begin jaren 1960

 

De Jamaicaanse dichter en schrijver Festus Claudius “Claude “McKay werd geboren op 15 september 1890 in Sunny Ville, Clarendon, Jamaica. Xie ook alle tags voor Claude McKay op dit blog.

Romance

To clasp you now and feel your head close-pressed,
Scented and warm against my beating breast;

To whisper soft and quivering your name,
And drink the passion burning in your frame;

To lie at full length, taut, with cheek to cheek,
And tease your mouth with kisses till you speak

Love words, mad words, dream words, sweet senseless words,
Melodious like notes of mating birds;

To hear you ask if I shall love always,
And myself answer: Till the end of days;

To feel your easeful sigh of happiness
When on your trembling lips I murmur: Yes;

It is so sweet. We know it is not true.
What matters it? The night must shed her dew.

We know it is not true, but it is sweet—
The poem with this music is complete.

 
Claude McKay (15 september 1890 – 22 mei 1948)

 

De Turkse schrijver Orhan Kemal (eig. Mehmet Raşit Öğütçü) werd geboren op 15 september 1914 in Ceyhan. Zie ook mijn blog van 15 september 2010 en eveneens alle tags voor Orhan Kemal op dit blog.

Uit: The Idle Years (Vertaald door Cengiz Lugal)

“We accompanied him along some streets, around a few corners, entered a crowded neighbourhood with lots of tiled roofs and bay windows and then into his family’s small wooden house. He led us into their sitting- room. The house was shady and cool inside. A white, fleeting image of a woman flickered to and fro, first at one end of the room, then at the other.
The cover of the divan and the curtains in the room had been delicately embroidered in greens and pinks and purples. There were no pictures on any of the walls, just thickly framed large, ornate texts in Arabic.
‘My mother won’t allow photographs in this room,’ explained Nejip, ‘because she prays here.’
The floorboards were yellow from years of polishing. I could see the side of a hill out of the window, occupied by a graveyard.
We respectfully kissed Nejip’s ageing mother’s wrinkled hands. She spoke a little Turkish. She asked us polite questions, as best she could, and we tried to provide answers.
It was getting dark. Nejip’s sister, who also worked in the tobacco warehouse, entered the room wearing blue earrings and with her curly hair uncovered. ‘Welcome,’ she said and went and lit the pink lamp on the sideboard before leaving us again.
Before long we were joined by Nejip’s dark-moustachioed father, his plaster-splattered uncle and his elder brother, who turned out to be a carpenter. They all had thick and calloused hands and chatted to us in their broken Turkish.“

 
Orhan Kemal (15 september 1914 – 2 juni 1970)
1935

 

De Duitse schrijver, redacteur en essayist Karl Philipp Moritz werd geboren in Hamelin op 15 september 1756. Zie ook alle tags voor Karl Philipp Moritz op dit blog.

Uit: Anton Reiser

„Ein Verwalter, namens H., und eine Haushälterin mit ihrer Tochter machten gleichsam den mittlern Stand des Hauses aus, und dann folgte das niedrige Gesinde. – Diese Leute schlossen sich wirklich fest aneinander, und alles hatte eine unbegrenzte Ehrfurcht gegen den Herrn von Fleischbein, der wirklich einen unsträflichen Lebenswandel führte, obgleich die Einwohner des Orts sich mit den ärgerlichsten Geschichten von ihm trugen.
Er stand jede Nacht dreimal zu bestimmten Stunden auf, um zu beten, und bei Tage brachte er seine meiste Zeit damit zu, daß er die Schriften der Mad. Guion, deren eine große Anzahl von Bänden ist, aus dem Französischen übersetzte, die er denn auf seine Kosten drucken ließ und sie umsonst unter seine Anhänger austeilte.
Die Lehren, welche in diesen Schriften enthalten sind, betreffen größtenteils jenes schon erwähnte völlige Ausgehen aus sich selbst und Eingehen in ein seliges Nichts, jene gänzliche Ertötung aller sogenannten ›Eigenheit‹ oder ›Eigenliebe‹ und eine völlig uninteressierte Liebe zu Gott, worin sich auch kein Fünkchen Selbstliebe mehr mischen darf, wenn sie rein sein soll, woraus denn am Ende eine vollkommne, selige ›Ruhe‹ entsteht, die das höchste Ziel aller dieser Bestrebungen ist.
Weil nun die Mad. Guion sich fast ihr ganzes Leben hindurch mit nichts als mit Bücherschreiben beschäftigt hat, so sind ihrer Schriften eine so erstaunliche Menge, daß selbst Martin Luther schwerlich mehr geschrieben haben kann. Unter andern macht allein eine mystische Erklärung der ganzen Bibel wohl an zwanzig Bände aus.“

 
Karl Philipp Moritz (15 september 1756 – 26 juni 1793)
Cover

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e september ook mijn blog van 15 september 2013 deel 2.