Marcel Proust, Salvador Espriu, Hermann Burger, Gerhard L. Durlacher

De Franse schrijver Marcel Proust werd geboren in Auteuil op 10 juli 1871. Zie ook mijn blog van 10 juli 2010 en eveneens alle tags voor Marcel Proust op dit blog.

Uit: Op zoek naar de verloren tijd, De kant van Swann (Vertaald door Thérèse Cornips)

„In mijn oren gonsde het van de geur van de meidoorn. De haag leek op een lange rij kapellen die onder een dikke laag op het altaar gestrooide bloemen verdwenen; daaronder tekende de zon op de grond en scherp traliewerk, alsof haar licht door een kerkram viel: de geur breidde zich net zo olieachtig en vol, alsof het een vaste vorm geworden was uit, als toen ik voor het altaar van de Heilige Maagd stond en de net zo opgeschikte bloemen droegen elk op dezelfde nonchalante wijze hun glinsterende meeldraden, fijne stervormige ribben in laat-gotische stijl zoals in de kerk de ajouren balustrade van de galerij of de stijlen van de gebrandschilderde ramen en die hier ontloken in de witte zinnelijkheid van bloeiende aardbeien. […]
Maar ik kon nog zo lang voor de meidoorns blijven staan om mij door hen te laten bezielen , hun een plaats geven in mijn geest die er niets mee wist te beginnen, hun onzichtbare onveranderlijke geur te verliezen en weer terugvinden, mij één voelen met hun ritme dat hun bloemen, hier en daar, met een jeugdige opgewektheid en op onverwachte afstanden zoals bepaalde muzikale intervallen, vormden, ze boden me tot in ’t oneindige dezelfde charme met een onuitputtelijke overvloed, maar zonder dat ik dieper in hen kon doordringen, zoals er bepaalde melodieën zijn, die men honderdmaal achtereen speelt zonder ook maar iets meer achter hun geheim te komen.“

(…)

‘Je houdt toch zo veel van meidoorns, kijk dan eens naar deze met roze bloemen; wat is die mooi! ‘ Inderdaad was het een meidoorn, maar dan roze, nog mooier dan de witte. Ook deze was voor een feest versierd – voor een van die echte feesten wat alleen kerkelijke feesten kunnen zijn, omdat ze immers niet zoals de wereldlijke door een gril van het toeval aan een of andere willekeurige dag geplakt worden, die er niet speciaal toe voorbestemd is en die niet iets essentieel feestelijks heeft- maar nog rijker, want de bloemen die zo dicht op elkaar aan de takken zaten dat ze, zoals de pompons rondom een rococo herdersstaf, geen plaats onversierd lieten, waren ‘in kleur’

Marcel Proust (10 juli 1871 – 18 november 1922)

 

De Spaanse (Catalaanse) schrijver en dichter Salvador Espriu i Castelló werd geboren op 10 juli 1913 in Santa Coloma de Farners. Zie ook mijn blog van 10 juli 2007 en ook mijn blog van 10 juli 2008 en ook mijn blog van 10 juli 2009 en ook mijn blog van 10 juli 2010

Uit: The Bull-Hide (La Pell de Brau, vertaald door Burton Raffel)

XXX

Men differ, and speech differs,
And many names have fit a single love.

The old, fragile silver becomes afternoon
halted in light over the fields.
The earth, with snares of a thousand fine ears,
has trapped the birds of airy song.

Yes, understand and take too, as yours,
from the olive groves,
the high, simple truth in the wind’s captive voice:
“Speech differs, and men differ,
And many names will fit a single love.”

LI

We’ve walked, and today we shelter
in the still growth of the tree,
against the great wind at night’s edge.
We’ve loved the earth and loved our dream
of the new house raised over free soil.
Not a safe flower, but the hope, yes,
of a safe flower, we’ve picked and we carry
down the length of this wandering dust.
Now we quit words
and feel ourselves come to silence,
through the sound of a distant galloping.

Salvador Espriu (10 juli 1913 – 22 februari 1985)
Een nog jonge Salvador Espriu

 

De Zwitserse dichter en schrijver Hermann Burger werd op 10 juli 1942 in Burg (Kanton Aargau) geboren. Zie ook mijn blog van 10 juli 2009 en ook mijn blog van 10 juli 2010

Gartensaal

Hell im sonntäglich gipsernen Licht unser doppeltes Sälgen,
Gegen den Friedhof gekehrt: cimiterisch geeicht.
Hier hat Paul Haller das Saugwind-Harmonium von Mannborg getreten,
Vox humana, Bourdon, Viola Dolce und Flûte.
«Gott ist die Liebe», so wurde dem brastenden Täfer verkündet,
«Drum sag ich’s nocheinmal…», Juramareili sang mit.
Kinderlehre: du siehst noch den Moses die Tafel zerschmettern,
Zelte im Hintergrund, Rauch; Tanz um das goldene Kalb.
Negerchen, nick mal, du siehst noch den Mohren im holzblauen Röcklein,

Hörst das Klingeln im Stock, Göttibatzen, ade!
Alt verblichener Gartensaal, ach, jene Harfe im Fenster,
Spätherbstlich goldener Staub, Aeoline im Wind.
Hier hat der Arbeitskreis «Tot-und-was-dann» in der Bibel gelesen,
Tee wurde gratis gereicht, mulmiger Abfallkonfekt.
Spielplatz der Kinder: die Weichen von Bucco mit schwarzen Laternen,
Drehscheibe, Lokschuppen, Kran, alles «wie richtig» gebaut.
Saal in der Waldeck, ich lag über Mittag im grünlichen Zimmer,
Wähnte Kobolde im Schrank, näßte den Gummi im Bett –
Plötzlich ein Sphärenklang auf dem Klavier, eine Folge von Sexten,
Absteigend, triste Kadenz, elendend tief in der Brust.
Sah dann ein Kornfeld mit Scheuchen und Mohn in der Dräunis des Wetters.
Tot lief der Garbenpfad auf an der Mauer aus Gold.
Sälgen im Parterre: der Kasper, die Trommel, der Reif und das Dreirad,
Wart ihr denn einmal die Welt? Spielen wir Himmel und Höll.

Hermann Burger (10 juli 1942 – 28 februari 1989)


De Nederlandse schrijver Gerhard L. Durlacher werd geboren in Baden-Baden op 10 juli 1928. Zie ook mijn blog van 10 juli 2010 en eveneens alle tags voor Gerhard L. Durlacher op dit blog.

Uit: Ertrinken – Eine Kindheit im Dritten Reich (Vertaald door Maria Csollàny)

Wir fahren an den alten gelben Wohnkasernen der Vorstadt vorbei. Ich erkenne nur wenig. Der Radius meiner Kindheit reichte nicht so weit. Wo die Stadt beginnt, ist plötzlich alles wieder da. Das Damals und Jetzt fallen beinahe zusammen. Die Rosensträucher, die Blumenbeete, die raunende Oos, klar wie ein Kristall, (…). Vor meiner Schule bleibe ich stehen. Niemals bin ich fortgewesen, nichts hat sich verändert. (…), Frau und Tochter folgen mir wie Pflegerinnen, die hinter einem Schlafwandler herlaufen, besorgt um meine Sicherheit.”

(…)

“Dies ist kein Land von Blinden, Stummen, Tauben. Jeder, der hören wollte, konnte hören. Jeder, der sehen wollte, konnte sehen … Die Maßnahmen zu unserer Isolierung, mit denen sie Tag für Tag ein Stück von unserer Freiheit abschnitten, standen in fetten Lettern in allen Zeitungen. Unzählige Deutsche ließen sich zur Barbarei verleiten. Unzählige Deutsche, gleichgültig oder vor Angst gelähmt, sahen uns direkt vor ihren Augen ertrinken. Nur einzelne Mutige … retteten eine Ertrinkenden aus den Fluten.”

Gerhard L. Durlacher (10 juli 1928 – 2 juli 1996)
Buste door Anneke Dammers


Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juli ook mijn vorige blog van vandaag en eveneens mijn eerste blog van vandaag.