De Nederlandse schrijver Marco Kamphuis werd geboren in Uden op 17 maart 1966. Zie ook alle tags voor Marco Kamphuis op dit blog.
Uit: Aurore
“Haar benen voerden haar als vanzelf naar de me de la Jeunesse, een winkelstraat. Bij het uithangbord van juwelier Drouot gekomen legde ze haar hand op de deurklink. Kennelijk had ze haar bestemming gevonden. Op dit vroege uur was ze de enige bezoeker, en er kwamen haar gelijktijdig twee verkopers tegemoet: een grote, stevige man en een jonge vrouw in een sneeuwwitte jurk. “Waarmee kunnen we u van dienst zijn?” vroeg de man. Haar blik viel op een met edelstenen ingelegde halsketting in een uitstalkast midden in de winkel. “Ach, de juffrouw komt het beroemde diamanten collier van Cleopatra bekijken, het sieraad waarover alle kranten schrijven,” zei de man. Ze boog zich over de schittering van goud en juwelen. Plotseling begreep ze wat de bedoeling was. Ze rechtte haar rug en draaide zich naar de verkoper. “Ik kom voor het collier,” zei ze. De man keek niet naar haar, maar naar het pistool dat onder haar mantel vandaan was gekomen en op hem gericht was, in een hand die volstrekt niet trilde. Hij zette zich in postuur. “Nee,” zei hij waardig.
Het pistool ging af. Nu keek hij haar in het gezicht, verbaasd. “U… u hebt geschoten,” stamelde hij voordat hij in elkaar zakte. De jonge verkoopster gilde. Toen ze het pistool op zichzelf gericht zag, stak ze haar handen omhoog. “Het collier alstublieft.” De verkoopster hurkte naast de man neer en tastte in zijn broekzak. Ze kwam overeind met een sleutelbos, opende de vitrine, waarin de halsketting nu voor het grijpen lag, en keerde snel terug naar haar hevig bloedende collega. Ze viel op haar knieën en ondersteunde zijn hoofd in de kom van haar elleboog. “Juffrouw…” Met een ruk draaide de verkoopster haar hoofd. Haar ogen fonkelden niet minder dan haar handelswaar, maar verloren hun glans toen haar witte jurk op de borst rood kleurde. Ze verliet de winkel, trok de deur zorgvuldig achter zich dicht. Zonder aarzelen vond ze haar weg naar de quai de Conti, waar de vrachtboten lagen aangemeerd. Met een plons verdween het pistool in het donkere water van de Seine. Niet veel later was ze in het huis. Toen ze naar de kelder was afgedaald, kwamen haar benen tot stilstand. Daar stond ze voor hem. “En?” vroeg hij. Ze greep onder haar mantel en overhandigde hem het collier, waar hij, alvorens het in zijn broekzak te stoppen, slechts een korte blik op wierp. Zijn aandacht ging uit naar haar, hij liep zelfs een onderzoekend rondje om haar heen.
Ze hoorde hem tegen zichzelf zeggen: “Dus zó gemakkelijk is het…”
De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.
Mein erster Vers entstand…
Mein erster Vers entstand im Schützengraben
an einer vom Beben brüchigen Wand,
als meine Kindheit hart und grausam
im Krieg hat ihre Sterne eingebüßt.
Die Glut des Feuers – brodelnde Lava,
Das Haus in Flammen, die Nacht hell wie der Tag.
Das Übersetzen des Stroms ins Stocken geraten
im wütenden Wasser- und Weltenbrand.
Die Erde dröhnte, ein Junge weinte.
Ein Mütterchen schlug Kreuze. Zu Ende das Brot.
Der enge Schützengraben bebte,
der zwei Familien seit Tagen Obdach bot.
O erster Schmerz unkindlichen Erlebens!
Welch tiefe Spur er in uns hinterläßt!
Ist man versucht, ihn in Worte zu fassen,
ob unsere Seele nicht dabei verstummt?
Nicht mehr von Häschen oder Wölfen war die Rede.
Die Welt war voller Blut. Der Erdenstern verkohlt!
Ich schrieb gerade meine ersten Worte
mit Hülsensplittern aus der Fibel ab.
Der erste Vers, den ich zustande brachte,
im Schein des Krieges an den Rand gedrängt,
wie klang er nur? Er ist mir längst entfallen,
denn ein Geschoß zerschmetterte die Wand.
Vertaald door Anna-Halja Horbatsch
Zie voor nog meer schrijvers van de 17e maart ook mijn blog van 17 maart 2020 en eveneens mijn blog van 17 maart 2019 en ook mijn blog van 17 maart 2018 deel 1 en ook deel 2.