Lina Kostenko

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

Zin in een wonder, een bodempje wijn

Zin in een wonder, een bodempje wijn.
Dagen vervliegen als grijze perrons.
Kraaien – een roetzwart
boeket zonder dons –
geven de stad haar nachtelijke schijn.
Geeft niet, mijn leven loopt naar het eind.
Geeft niet, ik leefde als mens voor het ware.
Dagen verwaaien, als gitzwarte blaren.
Zin in een wonder, een bodempje wijn.
Kluisters – hoe lang nog? Ik wil graag bevrijd
waar is het gouden geluid – pastorale?
Zomertijd vliegt en de herfst klinkt nabij.
Kronkels van pijn in zwarte spiralen.
Waar kan het zaad van mijn woorden toch zijn?
Mijn Oekraïne begint weer haar ronde.
Weer, wederom deze dodelijke wonde.
Zin in een wonder, een bodempje wijn.

 

Vertaald door Arie van der Ent

 

Nothing in Particular Happened

Nothing in particular happened.
What are you to me? Someone else’s.
Life unraveled where it was unhemmed
to irony’s bitter farewell threads.
Life unraveled where it was unhemmed.
A yarn ball of pain’s all that is left.
Nothing in particular happened.
You just look a little like Kismet.

 

Out There Are Planets Far Beyond Our View

Out there are planets far beyond our view
Oh, how that far-flung bedroom must be dreary!
And yet perhaps we shine upon them too?
Perhaps we are the star when they are weary?

 

Vertaald door Ellen Poplavska

 

Vleugels

Dat is zo… die, die vleugels hebben, hebben geen grond nodig
Is er geen grond? Dan zal het een wolk zijn.
Is er geen veld? Dan zal het vrijheid zijn.
Is er geen liefde? Dan zal het de hemel zijn.

Hier is. misschien, waarheid van vogels.
Maar hoe is het met de mens? Wat is er met de mens?
Die wonen op de grond, en kunnen niet vliegen.
Maar vleugels hebben ze wel
En deze vleugels zijn niet van dons gemaakt,
Maar uit echtheid en toeverlaat.

Iemand heeft die vleugels vanuit getrouwheid in liefde gemaakt.
Iemand vanuit levenslange trachten.
Iemand vanuit oprechtheid in werk.
Iemand vanuit misdadigheid voor zorgen.
Iemand vanuit een liedje of hoop.
Of uit poëzie of droom

Mensen kunnen niet vliegen…
Maar toch wel over vleugels beschikken.

 

Vertaald door Olha Melnyk

 

Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e maart ook mijn blog van 19 maart 2022 en ook mijn blog van 19 maart 2020 en eveneens mijn blog van 19 maart 2019 en ook mijn blog van 19 maart 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Tonnus Oosterhoff, Lina Kostenko

De Nederlandse dichter en schrijver Tonnus Oosterhoff werd geboren in Leiden op 18 maart 1953. Zie ook alle tags voor Tonnus Oosterhoff op dit blog.

 

Lager

De winter maakt de gehoorgangen lang.
In hun nachthok schreeuwen de witte pauwen.
Dat is aan de andere kant van de stad.

Nu het zoontje dat nog komen moet
schrijlings op zijn kleine slee
bovenaan een boshelling
klappertandend neuriënd.

Hij is gelukkig, koud en bang.
Hij weet, maar nog niet zeker,
wat gedachten maken kunnen,
wat een kop verstouwen kan.

 

Storm op til

De wind raakt van de bomen in de war.
De post bezorgt een elektrische deken.
Een hand tekent vlug voor ontvangst. Dag. Dag.
Zon en schaduw vallen van links en rechts.
De schoolkinderen rennen af en aan
over tegels vol vegen, tegels vol streken.
De oranje deuren gaan open en dicht.
De schemer wordt in de straat gespoten.
Schijnwerpers thuiskomen. Dag. Dag.
De nieuwe deken. Dat werd tijd.
Meteen maar proberen? Gekke vent.
De wind ziet opgeblazen. Hij gebruikt
medicijnen vanwege je weet wel.
Staat in het donker midden op straat,
laat alarmen afgaan. Verdomme.
Niet weer hè? Net nu ik lig.

 

Winter in Leimuiden

Het ijs ligt blindweg vuistdik.
Over wat zon leunen halflange wolken.
Ze hoesten gedwongen achter hun hand, zacht.

Maar op het onderlicht
schaatst mijn vriend pijnstekel.

Ja, achter op de Westeinder
is die onverschillige Stekel in de weer.
Volgens hem moet het zijn ijzers nu verduren,
de sporen, de verschillen die hij maakt.

Waar je niet mag zijn.

 

Tonnus Oosterhoff (Leiden, 18 maart 1953)

 

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

Vleugels

Dat is zo… die, die vleugels hebben, hebben geen grond nodig
Is er geen grond? Dan zal het een wolk zijn.
Is er geen veld? Dan zal het vrijheid zijn.
Is er geen liefde? Dan zal het de hemel zijn.

Hier is. misschien, waarheid van vogels.
Maar hoe is het met de mens? Wat is er met de mens?
Die wonen op de grond, en kunnen niet vliegen.
Maar vleugels hebben ze wel
En deze vleugels zijn niet van dons gemaakt,
Maar uit echtheid en toeverlaat.

Iemand heeft die vleugels vanuit getrouwheid in liefde gemaakt.
Iemand vanuit levenslange trachten.
Iemand vanuit oprechtheid in werk.
Iemand vanuit misdadigheid voor zorgen.
Iemand vanuit een liedje of hoop.
Of uit poëzie of droom

Mensen kunnen niet vliegen…
Maar toch wel over vleugels beschikken.

 

Vertaald door Olha Melnyk

 

Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e maart ook mijn blog van 18 maart 2021 en ook mijn blog van 18 maart 2020 en eveneens mijn blog van 18 maart 2019 en ook mijn blog van 18 maart 2018 deel 2 en eveneens deel 3 en ook mijn blog van 18 maart 2017 deel 3.

Lina Kostenko

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

Liefste,
mijn trotse reiziger!
In welke streken dwaal je rond?
Je prentbriefkaart ruikt
naar de fjordenwind.
Het groene vocht van pieren,
het kolenstof van havens…
Ik ging de toverronde
van zegels en van stempels.
Ik zie een witte meeuw
in glans van oude kronen,
een jonge koningin,
een afgeleefde koning.
Signalen van een verre reis…
Wat is hij traag, zo’n kaart!
Altijd kijk ik waar je bent.
Nooit weet ik waar.
Of je op zee bent,
ergens in een kroeg,
vertroebeld, als de bodem –
door de rook en door de wijn
zie je de nevel van terugkeer.
Misschien tuur je vergeefs
naar duistere stormberichten,
terwijl de zon, als krab van amber,
zich schuilhoudt in de donderwolken.
De hoge golven, berg na berg,
het wordt een onweersnacht…
Misschien word ik wel weduwe..

Misschien ben ik dat al!
De kaart brandt in mijn hand.
De kaart weet niets.
Door duizend mijlen scheiding
is hij tot mij gekomen…
Zo zorgeloos en zo lichtvoetig!
Zo onbedaarlijk zorgeloos…
Ons kleine dochtertje
tekent er een bloempje op.

 

Vertaald door Arie van der Ent

 

You told me I love you with your eyes
The soul passed its hard exam,
Like the soft sound of belling mountain stream
That which is not said unsaid will remain.

Life passed, that train platform passed
The station’s speaker bellowed silences
So many words written by the pen
That which is not said unsaid will remain.

Nights turn to dawn days become dusk
Fate more than once trembled the scales
Words entered me like the sun.
That which is not said unsaid will remain.

*

Let it be light. The touch of a feather.
Let it be forever. Radiant memory.
This pale world is birch bark,
Whitened in these dark days from elsewhere.

Today it began to snow
Today autumn was brimming with smoke.
Let it be bitter. The memories of you.
Let it be light, memory wonderful.

Don’t let the phone rouse your sorrow,
Your sadness move with the leaves.
Let it be light. This is only a dream
Barely brushing memory with its lips.

 

Vertaald door Stephen Komarnyckyj

 

Oh, stop me, come to senses, halt my dreams!
Such love descends from heaven once in never.
Over my broken life like a typhoon it screams
And leaves behind horizons in its fervor.

It tears our serenity to bits,
Its fiery lips are scorching words to ashes!
Oh, stop me, stop — and help me find my wits
Before my sanity forever crashes!

While reason holds… but no, the hope is lost.
At last my hour has come to see the dawn:
For next to you my soul will turn to frost
Or next to you I will enflame and burn.

 

Vertaald door Slava Galperin en Alex Zeyliger

 

Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e maart ook mijn blog van 19 maart 2022 en ook mijn blog van 19 maart 2020 en eveneens mijn blog van 19 maart 2019 en ook mijn blog van 19 maart 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Tonnus Oosterhoff, Lina Kostenko

De Nederlandse dichter en schrijver Tonnus Oosterhoff werd geboren in Leiden op 18 maart 1953. Zie ook alle tags voor Tonnus Oosterhoff op dit blog.

 

Het werk in het dok is gevaarlijk

Het werk in het dok is gevaarlijk, in slaap vallen dodelijk.
De mannen nemen hun slaapverweer mee naar de hut.
Daar is de spleet in het dak alweer: ochtend. Terug naar de scheepswand.
Achter hun verduisteringsgordijnen schrikken
van waarheidsdromen Chinese machthebbers wakker.
Sedert ik jou ken slaapt iedereen slechter.
Twee zien ’s nachts in de zwarte glansjes
in elkanders gezicht dat ze elkaar liggen aan te kijken.
‘We gaan scheiden!’ Ze weten meteen hoe ze tegelijk keken.
‘We scheiden!’ Arme geliefden in elkanders gedachten.
Het lichaam wordt over een woedend pad
naar een andere wereld gejaagd, steeds schrikt het wakker.
Voor drinken, uit plassen, zich krabben met zorgen.
Is het pijn, is het druk? Vroeger, als ik me omkeerde
sliep ik meteen. Nu moet ik met de uitslag,
het begin van de afloop, opnieuw leren wegzeilen.
Sinds ik jou ken slaapt iedereen slechter.
Het donker is groter, een wijdere grot.
Wie weet welk duizend jaar oud gevecht er
beslecht wordt, Chinese machthebbers, tot
een nieuwe dag valt in het sierlijk slot?
Het begin van de afloop verzegeld,
een eindeloze gang wit betegeld.
Zondagochtend begon met jouw voornaam,
door een stom toeval eruit gekegeld.
Draai je om, nog eens om, wilsonbekwaam.
Het werk in het dok is gevaarlijk, geen schip
heeft geen levens genomen. De baas vloekt,
de familie komt, en het werk gaat verder.

 

Zelfs wie de voorzichtigheid zelf is

Zelfs wie de voorzichtigheid zelf is wordt tevoorschijn gelokt:
‘Een beetje vertrouwen, honingbeer!
We willen je slechts enkel helpen;
weet je ik schenk je een kind!
Een troonopvolger. Jij moogt zorgen.’
In overmoed heb ik met laten zien.

Ik lig in de greppel om mijn domheid te lachen,
het lukt me niet overeind te komen.
De voorbijgangers blijven, als ze tijd hebben,
grinnikend staan; zij prikken
met stokken in mijn flank.
‘Spannend lange nagels heb jij!’

Alles wat ademtrapt waterhaalt.

 

Ze richtten zich uit de ellende op

Ze richtten zich uit de ellende op
om te veranderen, de socialisten.
Veranderen deden ze! Na honderd jaar draaide
Wim Kok gedienstig de dageraad uit
want de markt werkt het liefst in het donker.
Wie vandaag nog PvdA stemt
verdient alles wat over ons heen komt.

 

Tonnus Oosterhoff (Leiden, 18 maart 1953)

 

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

De lach

Gelach op straat – ik hoor het door het raam –
Een vrouw barst in een geforceerde lach uit.
Misschien is ze verdrietig, deze vrouw, maar zij
zou graag willen lachen.
En ik kijk naar de rivieren van donkere straten
De hoofden van de vrolijke lantaarns,
Die kleine blikken doppen dragen,
En op de hoge vensterbank van mijn raam,
Geven kastanjebomen witte bloemen…
En ik kijk en denk na over mijn gedichten.
Als ze verdriet hebben, laat ze dan verdrietig zijn.
Tenminste, dat ze niets van een geforceerde lach hebben,
Omdat oprechte mensen de ramen sluiten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e maart ook mijn blog van 18 maart 2021 en ook mijn blog van 18 maart 2020 en eveneens mijn blog van 18 maart 2019 en ook mijn blog van 18 maart 2018 deel 2 en eveneens deel 3 en ook mijn blog van 18 maart 2017 deel 3.

Marco Kamphuis, Lina Kostenko

De Nederlandse schrijver Marco Kamphuis werd geboren in Uden op 17 maart 1966. Zie ook alle tags voor Marco Kamphuis op dit blog.

Uit: Aurore

“Haar benen voerden haar als vanzelf naar de me de la Jeunesse, een winkelstraat. Bij het uithangbord van juwelier Drouot gekomen legde ze haar hand op de deurklink. Kennelijk had ze haar bestemming gevonden. Op dit vroege uur was ze de enige bezoeker, en er kwamen haar gelijktijdig twee verkopers tegemoet: een grote, stevige man en een jonge vrouw in een sneeuwwitte jurk. “Waarmee kunnen we u van dienst zijn?” vroeg de man. Haar blik viel op een met edelstenen ingelegde halsketting in een uitstalkast midden in de winkel. “Ach, de juffrouw komt het beroemde diamanten collier van Cleopatra bekijken, het sieraad waarover alle kranten schrijven,” zei de man. Ze boog zich over de schittering van goud en juwelen. Plotseling begreep ze wat de bedoeling was. Ze rechtte haar rug en draaide zich naar de verkoper. “Ik kom voor het collier,” zei ze. De man keek niet naar haar, maar naar het pistool dat onder haar mantel vandaan was gekomen en op hem gericht was, in een hand die volstrekt niet trilde. Hij zette zich in postuur. “Nee,” zei hij waardig.
Het pistool ging af. Nu keek hij haar in het gezicht, verbaasd. “U… u hebt geschoten,” stamelde hij voordat hij in elkaar zakte. De jonge verkoopster gilde. Toen ze het pistool op zichzelf gericht zag, stak ze haar handen omhoog. “Het collier alstublieft.” De verkoopster hurkte naast de man neer en tastte in zijn broekzak. Ze kwam overeind met een sleutelbos, opende de vitrine, waarin de halsketting nu voor het grijpen lag, en keerde snel terug naar haar hevig bloedende collega. Ze viel op haar knieën en ondersteunde zijn hoofd in de kom van haar elleboog. “Juffrouw…” Met een ruk draaide de verkoopster haar hoofd. Haar ogen fonkelden niet minder dan haar handelswaar, maar verloren hun glans toen haar witte jurk op de borst rood kleurde. Ze verliet de winkel, trok de deur zorgvuldig achter zich dicht. Zonder aarzelen vond ze haar weg naar de quai de Conti, waar de vrachtboten lagen aangemeerd. Met een plons verdween het pistool in het donkere water van de Seine. Niet veel later was ze in het huis. Toen ze naar de kelder was afgedaald, kwamen haar benen tot stilstand. Daar stond ze voor hem. “En?” vroeg hij. Ze greep onder haar mantel en overhandigde hem het collier, waar hij, alvorens het in zijn broekzak te stoppen, slechts een korte blik op wierp. Zijn aandacht ging uit naar haar, hij liep zelfs een onderzoekend rondje om haar heen.
Ze hoorde hem tegen zichzelf zeggen: “Dus zó gemakkelijk is het…”

 

Marco Kamphuis (Uden, 17 maart 1966)

 

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

Mein erster Vers entstand…

Mein erster Vers entstand im Schützengraben
an einer vom Beben brüchigen Wand,
als meine Kindheit hart und grausam
im Krieg hat ihre Sterne eingebüßt.

Die Glut des Feuers – brodelnde Lava,
Das Haus in Flammen, die Nacht hell wie der Tag.
Das Übersetzen des Stroms ins Stocken geraten
im wütenden Wasser- und Weltenbrand.

Die Erde dröhnte, ein Junge weinte.
Ein Mütterchen schlug Kreuze. Zu Ende das Brot.
Der enge Schützengraben bebte,
der zwei Familien seit Tagen Obdach bot.

O erster Schmerz unkindlichen Erlebens!
Welch tiefe Spur er in uns hinterläßt!
Ist man versucht, ihn in Worte zu fassen,
ob unsere Seele nicht dabei verstummt?

Nicht mehr von Häschen oder Wölfen war die Rede.
Die Welt war voller Blut. Der Erdenstern verkohlt!
Ich schrieb gerade meine ersten Worte
mit Hülsensplittern aus der Fibel ab.

Der erste Vers, den ich zustande brachte,
im Schein des Krieges an den Rand gedrängt,
wie klang er nur? Er ist mir längst entfallen,
denn ein Geschoß zerschmetterte die Wand.

 

Vertaald door Anna-Halja Horbatsch

 

Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e maart ook mijn blog van 17 maart 2020 en eveneens mijn blog van 17 maart 2019 en ook mijn blog van 17 maart 2018 deel 1 en ook deel 2.

Mano Bouzamour, Lina Kostenko

De Nederlandse schrijver Mano Bouzamour werd geboren op 19 maart 1991 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Mano Bouzamour op dit blog.

Uit: Bestsellerboy

“Ik vroeg: ‘Welke tsaar woont hier?’
Hij draaide zich om, vouwde het NRC Handelsblad dicht en stond op.
‘Tsaar Peter de Eerste.’
Ik torende boven hem uit. Een ader liep als een bliksemschichtje langs zijn linkerslaap. Zijn krachtige kin leek op die van Lenin. De korte, kale man taxeerde mij van top tot teen. Als hoe een bokser zijn tegenstander vlak voor het titelgevecht opneemt. Zeker tien seconden lang.
Stilzwijgend, schaamteloos en streng.
Nog nooit in mijn leven was ik zo uitvoerig bekeken. Eventjes ging de vraag door me heen of hij homoseksuele gevoelens koesterde.
Ik vroeg een beetje beschaamd: ‘Kunt u het goed zien?’
Hij keek me aan en zei: ‘Haarscherp.’
‘Bent u naast uitgever soms ook modellenscout?’
‘Suggereer je dat je een model bent? Dat ben je niet. Daar heb je veel te bolle wangen voor.’
Ik lachte en zei: ‘U heeft een snerpend goed gevoel voor humor. Maar dat zou ik ook hebben als ik uw lengte had.’ Ik liet een stilte vallen en vervolgde: ‘Is dat trouwens de reden waarom u in zo’n bescheiden pand zit? Stomme vraag natuurlijk, daar hoef je geen fucking Freud voor te zijn.’
Hij lachte lang, herschikte de knoop van zijn das die zo groot was als een vuistje en vroeg toen: ‘Hoe oud ben je, jochie?’
‘Tweeëntwintig. En verdomd gretig.’
Hij pakte zijn goudkleurige Cartier-leesbril van zijn neus, maakte de glazen met zijn pochetje schoon en zei: ‘Ik ga een literaire sensatie van jou maken.’

 

Mano Bouzamour (Amsterdam, 19 maart 1991)

 

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

Duiven in Lviv

Een zwarte schaduw die baldadig daalt,
een witte duif die naar de dakgoot rijst.
De strenge lijnen van de kathedraal
bekronen vogelbaan en zonnelijst.

Het bonte ritme van het mensenpad,
de wrakke schouders van bejaarde daken.
De duiven praten op de leeuwenstad.
Waarover weet ik niet. Hun eigen zaken.

De kathedraal. De mensheid. Oorlogsleed.
Het witte licht, de afgelegen lucht.
Misschien zegt hij wel tegen haar, wie weet:
‘Zeg, miste jij mij op mijn verre vlucht?’

 

Vertaald door Arie van der Ent

 

Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e maart ook mijn blog van 19 maart 2020 en eveneens mijn blog van 19 maart 2019 en ook mijn blog van 19 maart 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Mano Bouzamour, Hans Mayer, Philip Roth, Noud Bles, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Kirsten Boie, William Allingham, Julie Hausmann

De Nederlandse schrijver Mano Bouzamour werd geboren op 19 maart 1991 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Mano Bouzamour op dit blog.

Uit: Bestsellerboy

“De herder en ik kwamen bij een heuvel aan. Daar dook hij de bosjes in. Waarschijnlijk om te schijten.
De wijn verzachtte niets van mijn pijn. Het verergerde het juist. Het liefst wilde ik nu eigenlijk dood. Levend in de warme woestijngrond worden begraven. Ik had drie jaar van mijn leven verspild aan een boek dat godverdomme nooit gepubliceerd zou gaan worden. Van mijn negentiende tot mijn tweeëntwintigste. Cruciale jaren compleet naar de haaien. Iedere nacht tot drie, vier, vijf uur ’s nachts zitten tikken alsof ik de tering uit mijn tengels probeerde te typen. Om maar te zwijgen over de jaren van koortsachtige zelfstudie.
Wat in jezusnaam moet ik nu doen met mijn leven?
Ik begon tegen mezelf te praten, dialogen met mezelf te voeren, alsof ik een gespleten persoonlijkheid had.
‘Dacht je serieus dat je kon schrijven?’
‘Wat een giller.’
‘Niemand in je omgeving kan een behoorlijk zinnetje opschrijven, laat staan een fucking roman.’
‘En jij dacht dat jij dat wel kon?’
Om mezelf nog meer te tergen, herhaalde ik wat de redactrice tegen mij zei – ik deed haar helse stem zelfs na.
‘Gedraag je niet als een proleet, Mohamed. Gedraag je niet als een proleet, Mohamed. Gedraag je godverdomme niet als Mohamed, de proleet.’
Toen schrok ik op uit mijn zelfbestraffende gedachten.
De verspreking bleek een goddelijke ingeving.
Mohamed, de proleet.
Dat wordt de titel van mijn debuutroman!
Als die ooit wordt uitgegeven. En alsof de goden met mij probeerden te communiceren en te beamen dat wat ik dacht het juiste was, waren er geleidelijk aan, uit alle windstreken, godsdienstige geluiden te horen.
De muezzins zongen de gebedsoproepen vanuit de minaretten van de moskeeën.
Op dat moment ging mijn telefoon trillend over.
+31206241934.
Ik nam niet op. Het kon me even geen moer schelen wie belde. Ik absorbeerde tevreden de harmonieuze geluiden. Bovendien wilde ik niet voor de extra kosten opdraaien. Ik werd nog een keer gebeld. Bij de derde keer kreeg mijn nieuwsgierigheid de overhand, ik nam op en zette de telefoon op luidspreker.”

 

 
Mano Bouzamour (Amsterdam, 19 maart 1991)

 

De Duitse literatuurwetenschapper, schrijver, criticus, jurist en socioloog Hans Mayer werd geboren op 19 maart 1907 in Keulen. Zie ook alle tags voor Hans Mayer op dit blog.

Uit: Du störst mich nicht (Über Thomas und Heinrich Mann: Briefwechsel 1900-1949)

„Auf den ersten Blick erscheint Heinrich Mann im Briefwechsel als Repräsentant ernster und verantwortungsvoller Lebensführung, wogegen der jüngere Bruder sich als Bajazzo” Bohemien und moralisch verantwortungsloser Künstler stilisiert. Auch die Ingredienzen für den Hochstapler Felix Krull entnahm Thomas Mann dem eigenen Leben.
Andererseits schließt Thomas Mann eine großbürgerliche Ehe, stilisiert sich, diesmal mit erheblichen materiellen Kosten, den adäquaten Lebensstil. Heinrich dagegen wirkt in der Lebensführung betont gegenbürgerlich. Die beiden Ehen schließt er jeweils aus praktischen Erwägungen und unmittelbar im Zusammenhang mit einem Kriegsausbruch. Darin hielt er es wie Goethe, der erst durch Kriegsgefahr dazu gebracht wurde, Christiane Vulpius zu heiraten. Den Goethe-Roman einer literarischen Anverwandlung (“Lotte in Weimar”) hinwiederum hat Thomas Mann geschrieben.
Der großbürgerliche Thomas Mann beruft sich, auf dem Höhepunkt der Familien- und Weltanschauungskrise, auf menschliche und künstlerische Würde. Er zitiert am 3. Januar 1918 Adalbert Stifter, der seine Bücher verstanden wissen wollte als “sittliche Offenbarungen, als mit strengem Ernste bewahrte menschliche Würde”. Thomas Mann setzt hinzu: “Ich habe ein Recht, ihm das nachzusprechen, und Tausende, denen ich leben half — auch ohne eine Hand auf dem Herzen und die andere in der Luft, den contrat social zu rezitieren -, sehen es. dieses Recht.” Heinrich begegnet diesem literarischen Subjektivismus ganz ohne Glorifizierung der Literatur, daher ganz objektiv: “Ich weiß nicht, ob irgend jemand seinem Mitmenschen ‘leben helfen’ kann; nur möge unsere Literatur ihm dann nie zum Sterben verhelfen!”

 


Hans Mayer (19 maart 1907 – 19 mei 2001)
Julia, Thomas, Carla en Heinrich Mann, rond 1889

 

De Amerikaanse schrijver Philip Roth werd geboren op 19 maart 1933 in Newark. Zie ook alle tags voor Philip Roth op dit blog.

Uit: The Humbling

“He’d lost his magic. The impulse was spent. He’d never failed in the theater, everything he had done had been strong and successful, and then the terrible thing happened: he couldn’t act. Going onstage had become agony. Instead of the certainty that he was going to be wonderful, he knew he was going to fail. It happened three times in a row, and by the last time nobody was interested, nobody came. He couldn’t get over to the audience. His talent was dead.
Of course, if you’ve had it, you always have something unlike anyone else’s. I’ll always be unlike anyone else, Axler told himself, because I am who I am. I carry that with me—that people will always remember. But the aura he’d had, all his mannerisms and eccentricities and personal peculiarities, what had worked for Falstaff and Peer Gynt and Vanya—what had gained Simon Axler his reputation as the last of the best of the classical American stage actors—none of it worked for any role now. All that had worked to make him himself now worked to make him look like a lunatic. He was conscious of every moment he was on the stage in the worst possible way. In the past when he was acting he wasn’t thinking about anything. What he did well he did out of instinct. Now he was thinking about everything, and everything spontaneous and vital was killed—he tried to control it with thinking and instead he destroyed it. All right, Axler told himself, he had hit a bad period. Though he was already in his sixties, maybe it would pass while he was still recognizably himself. He wouldn’t be the first experienced actor to go through it. A lot of people did. I’ve done this before, he thought, so I’ll find some way. I don’t know how I’m going to get it this time, but I’ll find it—this will pass.
It didn’t pass. He couldn’t act. The ways he could once rivet attention on the stage! And now he dreaded every performance, and dreaded it all day long. He spent the entire day thinking thoughts he’d never thought before a performance in his life: I won’t make it, I won’t be able to do it, I’m playing the wrong roles, I’m overreaching, I’m faking, I have no idea even of how to do the first line. And meanwhile he tried to occupy the hours doing a hundred seemingly necessary things to prepare; I have to look at this speech again, and by the time he got to the theater he was exhausted. And dreading going out there. He would hear the cue coming closer and closer and know that he couldn’t do it. He waited for the freedom to begin and the moment to become real, he waited to forget who he was and to become the person doing it, but instead he was standing there, completely empty, doing the kind of acting you do when you don’t know what you are doing. He could not give and he could not withhold; he had no fluidity and he had no reserve. Acting became a night-after-night exercise in trying to get away with something.”

 

 
Philip Roth (19 maart 1933 – 22 mei 2018)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Noud Bles werd op 19 maart 1945 in Vinkeveen geboren. Zie ook alle tags voor Noud Bles op dit blog.

Uit: Liszt voor de lichte linkerhand

‘Ben jij katholiek opgevoed?’ vraagt Károly terwijl hij de spaghettibandjes over haar schouders omlaag schuift.
‘Nee,’ zegt Zsuzsi. ‘Moet dat?’ Op haar bleke huid verschijnt kippenvel. ‘Je hebt koude handen.’
‘Wacht tot ik gespeeld heb. Dan springen de vonken van mijn vingers. Een katholiek verleden is handig. Liszt was in naam katholiek.’
Ze helpt hem de sluiting op haar rug te openen. Hij kijkt langdurig naar haar meisjesbovenlichaam.
‘Ik voel me net een schilderij,’ klaagt ze.
‘Iets meer wegdraaien,’ wijst hij. ‘En je rechterarm naar voren. Maak de beweging.’
‘Zo?’
‘Nu weer terug.’
‘En?’
‘Ik wil de Introductie nog één keer oefenen.’
‘Alleen met mijn trui aan.’
Hij heeft zich al omgedraaid naar de piano en bladert naar het begin van de partituur.
Vlak boven de toetsen zweven zijn handen. Nu gaat hij nog drie keer verzitten, weet ze. Daarna sluit hij kort tweemaal zijn ogen. Ineens is er de eerste toon.
***

Met zijn ogen dicht wacht hij tot het publiek in de zaal volkomen stil is. Het eerste deel begint met een uiterst langzame wandeling van de rechterhand. Tijdens de loop gaan zijn ogen open. Een prachtige rechterhand heeft hij. Een hand die ver uit de manchet van zijn overhemd steekt. Het nieuwe overhemd is speciaal gekocht voor het concert. Als de rechterhand terugkeert naar het midden van het klavier schudt hij even met de mouw van zijn jacquet.
Ik hoop niet dat vrouwelijke pianisten een jacquet moeten dragen tijdens hun optreden.”

 


Noud Bles (Vinkeveen, 19 maart 1945)

 

De Amerikaanse schrijfster Lynne Sharon Schwartz werd geboren op 19 maart 1939 in New York. Zie ook alle tags voor Lynne Sharon Schwartz op dit blog.

Uit: I Wish I Could Say the Same

“My mother was not prudishly silent about sex. Many mothers of her generation behaved (and looked) as though sex were not part of the basic human repertoire. For that difference my friends envied me, growing up, and it’s true I didn’t bear the burden of the common inhibitions. I had others, though, so I’m not sure their envy was war-ranted. I imagine that my childhood friends managed to get over their sexual inhibitions (people do, as a rule), but other kinds of learned fears may be more tenacious. From remarks my mother let drop, it was clear that she and my father engaged in sex (“did it,” as we used to say), that she assumed one day I would do the same, and that it was a good thing in general. The crucial words are “let drop.” Sex was something to be alluded to coyly, even lewdly—a born performer, she could do a great delivery of off-color jokes, though never very gross ones. But it was not a topic for extended discussion, either entertaining or serious. I once asked her what we would do if I had a baby before marriage. “Out of wed-lock,” as we then said. That was a calamitous thing to have happen, or so it seemed to me. She smiled at my question; the likelihood must have appeared remote. Besides being ten years old, I was bookish and unworldly and had shown no signs of incipient promiscuity. “If you had a baby, we would take care of it,” she said kindly. End of story. I was touched by her answer. I still am. Nowadays I suppose an enlight-ened mother would probe into the whys and wherefores of such a question, but at the time I was satisfied. My father was the more close-mouthed on the subject. To me he never mentioned anything concerning sex, though I found out years later, with some dismay, that he was more frank with my older sister. “Sleep with him if you must:’ he advised her about one boyfriend, “but don’t marry him.” What I would have given to be addressed that way, as if I were capable of both judgment and passion! Probably he was more frank with my younger brother too, in the manner of fathers and sons, whatever that might have been.”

 


Lynne Sharon Schwartz (New York, 19 maart 1939)

 

De Oekraïense schrijfster en dichteres Lina Kostenko werd op 19 maart 1930 geboren in Rzhyshchiv. Zie ook alle tags voor Lina Kostenko op dit blog.

 

In childhood I floated above dahlias

In childhood I floated above dahlias,
and grew up, flying, for years.
Now I walk the paths and trails
and pave the way through swamps.
My heart has tired of rattling.
I endure and quietly pave the way.
I who learned to fly in dreams …
I, who could have walked on spires …

 

A terrifying kaleidescope

A terrifying kaleidescope:
at this moment someone somewhere died.
At this moment. At this very moment. Each of every minute.
A ship has broken apart. The Galapagos Islands burn.
And the bitter star-wormwood* descends above the river Dnieper.

Somewhere an explosion. Somewhere a volcano. Ruin. Destruction.
Someone gets better. Someone falls. Someone begs: “Don’t shoot!”

He doesn’t know the tales of Sheherezade.
Lorelei doesn’t sing above the Rhine.

A comet flies. A child plays.
Faces bloom, not effaced by fear.

Blessed is every minute of life
on these universal scythes of death!

 

Vertaald door Michael M. Naydan

 


Lina Kostenko (Rzhyshchiv, 19 maart 1930)

 

De Duitse schrijfster Kirsten Boie werd geboren op 19 maart 1950 in Hamburg. Zie ook alle tags voor Kirsten Boie op dit blog.

Uit: Alhambra

„Er atmete langsamer. Dies ist ein Wald. Aber eben noch war ich in einer Gasse.
Sein Herz galoppierte noch immer, sein Atem jagte, langsam atmen, langsam atmen, aber das Schwirren kam nicht wieder.
Irgendwo aus der Ferne hörte er Geräusche, als würde Metall auf Metall geschlagen. Eine Stimme, die etwas rief, weit entfernt. Den Schrei eines Esels.
Er ließ die Augen geschlossen und erlaubte seinen Gedanken zu tun, was sie wollten. Die Verwirrung kam nicht wieder. Er begriff, was an diesen Geräuschen so merkwürdig war: All das, was fehlte.
Kein Motorenlärm, dachte Boston und war gleichzeitig erstaunt und glücklich, dass er etwas begriffen hatte und es in seinen Gedanken formulieren konnte, dass sein Gehirn also wieder funktionierte, wahrnahm, verstand. Wie tief muss dieser Wald sein, dass man keinen Motorenlärm hört. Und trotzdem hängt in der Luft ein Schleier aus Geräuschen, Stimmen, ein Holpern und Klappern, unvertraut.
Gut. Er konnte wieder nachdenken, das war gut. Wenn er wieder er selbst war, konnte alles andere nicht mehr so schrecklich sein.
Boston öffnete die Augen. Die Sonne schien noch immer durch die Pinienwipfel.
Isabella sah auf zum Himmel. Noch keine Sterne.
Ferdinand hatte sich verabschiedet, sie konnte sich denken, wohin. Boten waren gekommen mit Nachrichten, Bitten, Fragen; sie hatte mit dem Hauptmann der Burgwache gesprochen, einem klugen Mann; der Nachmittag war vergangen. Über den Dächern zeigte sich der Mond. Er war groß und rund und sah aus wie eine Orange.
Wie schön dies alles ist, dachte sie und ließ sich auf einem Sessel nieder, den ein Diener heraus in den Hof getragen hatte. Und zum Dank, Herr mein Gott, will ich tun, was in meiner Macht steht, um dafür zu sorgen, dass alle Ungläubigen bekehrt werden und Dich preisen wie ich, das gelobe ich bei allem, was mir heilig ist.“

 

 
Kirsten Boie (Hamburg, 19 maart 1950)
Cover

 

De Ierse dichter William Allingham werd geboren op 19 maart 1824 in Ballyshannon, Donegal. Zie ook alle tags voor William Allingham op dit blog.

 

The Bubble

See the pretty planet!
Floating sphere!
Faintest breeze will fan it
Far or near;

World as light as feather;
Moonshine rays,
Rainbow tints together,
As it plays.

Drooping, sinking, failing,
Nigh to earth,
Mounting, whirling, sailing,
Full of mirth;

Life there, welling, flowing,
Waving round;
Pictures coming, going,
Without sound.

Quick now, be this airy
Globe repelled!
Never can the fairy
Star be held.

Touched–it in a twinkle
Disappears!
Leaving but a sprinkle,
As of tears.

 

Places And Men

In Sussex here, by shingle and by sand,
Flat fields and farmsteads in their wind-blown trees,
The shallow tide-wave courses to the land,
And all along the down a fringe one sees
Of ducal woods. That ‘dim discovered spire’
Is Chichester, where Collins felt a fire
Touch his sad lips; thatched Felpham roofs are these,
Where happy Blake found heaven more close at hand.

Goodwood and Arundel possess their lords,
Successive in the towers and groves, which stay;
These two poor men, by some right of their own,
Possessed the earth and sea, the sun and moon,
The inner sweet of life; and put in words
A personal force that doth not pass away.

 


William Allingham (19 maart 1824 – 18 november 1889)
Cover biografie

 

De Baltisch Duitse dichteres Julie Katharina von Hausmann werd geboren in Riga op 19 maart 1826. Zie ook alle tags voor Julie Hausmann op dit blog.

 

Von Gnade will ich leben

Von Gnade will ich leben,
auf Gnade sterben auch,
auf Gnade mich ergeben
bis zu dem letzten Hauch.
Der Quell all meiner Freude,
all meines Trostes Grund,
die Kraft in jedem Leide
bleibt Gottes Gnadenbund.

Wohl hat auf allen Wegen
viel Lieb und Freundlichkeit,
viel tausendfachen Segen
mein Gott für mich bereit;
wohl in der Näh und Ferne
erkenn´ ich seine Güt,
hier unten Baum und Blüt.

Ich weiß, was sie verkünden,
hab´ meine Lust daran.
Doch daß in meinen Sünden
ich Gnade finden kann,
das ist das Allergrößte,
dem kommt doch gar nichts gleich;
das ist der Gaben beste,
macht auch den Ärmsten reich.

Wie müßt´ ich doch verzagen,
wo fänd´ ich Kraft und Licht,
wie könnt´ ich selbst mich tragen,
Trüg´ mich die Gnade nicht!
Der Gnad allein ergeben
stimmt alle mit mir ein:
Von Gnade will ich leben,
durch Gnade selig sein!

 


Julie Hausmann (19 maart 1826 – 2 augustus 1901)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e maart ook mijn blog van 19 maart 2018 en ook mijn blog van 19 maart 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Mano Bouzamour, Hans Mayer, Philip Roth, Noud Bles, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Kirsten Boie, William Allingham, Ion Barbu

De Nederlandse schrijver Mano Bouzamour werd geboren op 19 maart 1991 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Mano Bouzamour op dit blog.

Uit: Samir, genannt Sam (De belofte van Pisa, vertaald door Bettina Bach)

»Nee? Echt jetz?« Er sah meinen Bruder an: »Soll ich denen mal Bescheid stoßen? Willste das? Ich geh da gleich mal rein, mir doch egal, das macht mich noch ganz meschugge!« Soussi klappte die Sitzbank seines Rollers hoch, steckte den Kopf halb ins Staufach und wühlte darin herum. Mein Bruder fragte: »Was hast du vor? Dem Direktor ins Bein schießen?« »Wenns sein muss.« »Ach, hör doch auf.« »Es sind doch alles nur miese Faschos. Wäre ich bloß mitgekommen, aber nee: >Wart mal kurz<, war die Ansage. Ihr schämt euch wohl für mich!« »Sam hat einen Platz bekommen.« Soussi schaute auf. »Echt?« Ich nickte eifrig. »Wusst ichs doch! Ich hab euch gleich durchschaut. Komm mal her, Kleiner.« Er umarmte mich und sagte: »Das muss gefeiert werden, gehn wir Eis essen?« Soussi schielte schelmisch auf eine Gruppe fröhlich hüpfender Sommerkleider, wahrscheinlich Abiturientinnen, angesichts der Tatsache, dass sie über alle weiblichen Attribute verfügten. »Kannste gleich mal mit dem Eis üben, hier an der Schule wirste die nächsten Jahre garantiert ne Menge lecken, das sag ich dir.« »Bäh«, sagte ich. »Der muss die nächsten Jahre einen Keuschheitsgürtel tragen. Dann kann er sich auf die Schule konzentrieren, stimmt’s, Sam?« Soussi ignorierte meinen Bruder und schaute mich an: »Bäh? Magst du kein Eis?« Jetzt erst wandte er sich an meinen Bruder: »Dir sollte man sonen Keuschheitsgürtel oder was umschnallen. Möchte ja gern wissen, wann dein Schwanz mal schlappmacht.« »Dafür sollte man dich lebenslang in eine Zwangsjacke stecken, Soussi. In die Geschlossene gehörst du, aber echt. Du wolltest dich gerade an einer unschuldigen Lehrerin vergreifen.« »Keiner ist unschuldig. Lehrer schon gar nicht. Wozu wären sie sonst Lehrer? Für Sam ist son Keuschheitsgürtel trotzdem ne geile Idee.« »Mann, du bist so versaut«, sagte mein Bruder. »Selber.« »Kein Wunder, dass du immer nur deine rechte Hand vögelst.« »Du kennst mich schon dein ganzes mickriges Leben, du Penner, ich wichse mit links. Aber jetz mal Klartext, wo geht’s hin? Pisa oder Venezia?« »Sam darf es sich aussuchen, heute ist sein Tag.« »Fahr bei mir mit, kleiner Tiger«, sagte Soussi, »erzähl ich dir ne krasse Geschichte von deiner zukünftigen Schule.« Ich stieg hinten auf und sagte: »Bei Venezia schmeckt es ekelhaft. Ich will zu Pisa.«
Während wir über den Stadionweg fuhren, drehte sich Soussi immer wieder zur Seite und erzählte mir, im Zweiten Weltkrieg sei der Direktor des Hervormd Lyceum Zuid ein mieser Landesverräter gewesen, ein Faschist. Und dass ich aufpassen sollte, vielleicht wäre der jetzige Direktor ja sein Enkel. »Weißte, was du machst? Du findest raus, ob ers is, und wenn ja, dann fackeln wir sein Auto ab. Mit ihm drin, logo.« Soussi war der Geschichtsexperte schlechthin und total fasziniert vom Zweiten Weltkrieg. Er arbeitete schon seit Jahren für einen bekannten Händler auf dem Albert-Cuyp-Markt. Sein Chef, Benjamin der Jude, erzählte ihm bei der Arbeit faszinierende Geschichten über den Holocaust.“

 
Mano Bouzamour (Amsterdam, 19 maart 1991)

Lees verder “Mano Bouzamour, Hans Mayer, Philip Roth, Noud Bles, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Kirsten Boie, William Allingham, Ion Barbu”

Mano Bouzamour, Hans Mayer, Philip Roth, Kirsten Boie, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Petar Preradović

De Nederlandse schrijver Mano Bouzamour werd geboren op 19 maart 1991 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Mano Bouzamour op dit blog.

Uit: Samir, genannt Sam (Vertaald door Bettina Bach)

„Mann, Maria voller Gnade, ich darf aufs Gymnasium, verdammt noch mal. Mein Bruder und ich liefen gut gelaunt zwischen rauchenden Jugendlichen die Eingangstreppe der Schule hinunter, wo ich gerade mein Kennenlerngespräch geführt hatte. Weil meine bescheuerte Grundschullehrerin mir nur eine Hauptschulempfehlung gegeben hat, obwohl ich laut Abschlusstest fürs Gymnasium geeignet bin, sollte ich mit einem Elternteil zum Gespräch kommen. Dann wollten sie entscheiden, ob ich aufs Gymnasium durfte oder nicht. Wie immer bei Schulgesprächen war mein Bruder dabei.
Eine Niederländischlehrerin nahm mich ins Kreuzverhör. Hätte nur noch gefehlt, dass sie mich an den Stuhl fesselt. Eine Dreiviertelstunde später schloss sie mit der Frage: »Versprichst du mir, dir wirklich Mühe zu geben, wenn du hier bei uns einen Platz bekommst?«
»Aber selbstverständlich.«
Sie hatte zu meinem Bruder geschaut, der neben mir saß.
»Sie haben das auch gehört? Sehr schön. Dann habe ich ja einen Zeugen. Sorgen Sie dafür, dass er Wort hält?«
»Wie ein Gefängniswärter, da können Sie ganz beruhigt sein. Die nächsten sechs Jahre gehört er mir.«
Mein Bruder legte mir seine warme Hand in den Nacken. Wir überquerten die Straße und gingen zu Soussi, dem engsten Freund meines Bruders, der auf dem Bürgersteig auf uns wartete. Er saß auf seiner eigenen Vespa, die Füße aber hatte er auf den Roller meines Bruders gestellt. Mein Bruder flüsterte: »Tu so, als wärst du ganz geknickt«, und dann rief er Soussi zu: »Nimm die Flossen von meinem Roller!«
Soussi sprang auf, als er uns sah. Er sprach platteren Amsterdamer Dialekt als der Schlagersänger André Hazes. »Hier an der Schule laufen echt klasse Weiber rum, Alter. Und? Was hat se gesagt? Wie lief’s? Haste nen Platz gekriegt?«
Ich spielte mit dem Schirm meiner verkehrt herum aufgesetzten roten Lacoste-Kappe, aus der meine Tolle wie eine hohe Welle aufragte, seufzte tief und sagte: »Nee, Mann.«

 
Mano Bouzamour (Amsterdam, 19 maart 1991)

Lees verder “Mano Bouzamour, Hans Mayer, Philip Roth, Kirsten Boie, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Petar Preradović”

Hans Mayer, Philip Roth, Mano Bouzamour, Kirsten Boie, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Petar Preradović

De Duitse literatuurwetenschapper, schrijver, criticus, jurist en socioloog Hans Mayer werd geboren op 19 maart 1907 in Keulen. Zie ook alle tags voor Hans Mayer op dit blog.

Uit: Du störst mich nicht (Über Thomas und Heinrich Mann: Briefwechsel 1900-1949)

„Thomas dagegen schreibt am 31. Juli, auch aus Kalifornien und nachKalifornien: „Wir haben große Personalnot, unsere Dunklen verlassen uns und neue sind teils unerschwinglich, teils unerträglich. Aber einmal werden wir ja wieder in Ordnung kommen und hoffen, dann Nelly und Dich recht bald einen Abend bei uns zu haben.“ Dieser Briefwechsel macht es Verehrern Thomas Manns nicht leicht.
Da ist noch mehr. Für den biographischen und auch literarischen Hintergrund des Frühwerks von Thomas Mann nämlich sind seine Briefe an Heinrich von einzigartiger Bedeutung.
Den ersten der erhaltenen Briefe schreibt der 25jährige Thomas Mann nach Abschluß von „Buddenbrooks“; das Manuskript liegt nun beim Verleger Samuel Fischer, aber noch hat der Autor über sein Werk „nichts Neues“ gehört; gleichzeitig gratuliert er ein bißchen säuerlich zur Verleger-Reklame für Heinrichs Roman „Im Schlaraf-fehlend“. Man lebt in einem Zeitalter der Migränen, ästhetischen Ressentimente und Nervenkrisrm, und der junge Thomas Mann, arg auf Modernität erpicht, läßt es sich gesagt sein. Leidenschaften werden .durchlitten‚ genossen und literarisch filtriert, was Schmerzhaftes nicht ausschließt.
Als .‚Buddenbrooks“ endlich angenommen ist, teilt der Verfasser dem älteren Bruder etwas ironisch mit: „Ich werde mich photographieren lassen, die Rechte in der Frackweste und die Linke auf die drei Bände gestützt; dann kann ich eigentlich getrost in die Grube fahren.“ Im selben Brief aber (13. Februar 1901} hieß es Vorher: „Depressionen wirklich arger Art mit vollkommen ernst gemeinten Selbstabschaffungsplänen haben mit einem unbeschreiblichen, reinen und unverhoftten Herzensglück gewechselt‚ mit Erlebnissen, die sich nicht erzählen lassen, und deren Andeutung natürlich wie Renommage wirkt.“ Es ist schwer, hier vom Bericht. über ein .,ernstes Leben“ zu sprechen.“

 
Hans Mayer (19 maart 1907 – 19 mei 2001)
Heinrich en Thomas Mann rond 1902

Lees verder “Hans Mayer, Philip Roth, Mano Bouzamour, Kirsten Boie, Lynne Sharon Schwartz, Lina Kostenko, Petar Preradović”