Mary Oliver, Mohsin Hamid, Lauren Groff, Frans Erens, Kai Meyer, Thea Dorn, Irina Liebmann, Lisa Alther

 

Dolce far niente

 

 
The Bathers door Dominique Amendola, 2008

 

The Pond

August of another summer, and once again
I am drinking the sun
and the lilies again are spread across the water.
I know now what they want is to touch each other.
I have not been here for many years
during which time I kept living my life.
Like the heron, who can only croak, who wishes he
could sing,
I wish I could sing.
A little thanks from every throat would be appropriate.
This is how it has been, and this is how it is:
All my life I have been able to feel happiness,
except whatever was not happiness,
which I also remember.
Each of us wears a shadow.
But just now it is summer again
and I am watching the lilies bow to each other,
then slide on the wind and the tug of desire,
close, close to one another,
Soon now, I’ll turn and start for home.
And who knows, maybe I’ll be singing.

 


Mary Oliver (Maple Heights, 10 september 1935)
Maple Heights, Ohio

 

De Amerikaanse schrijfster Lauren Groff werd geboren op 23 juli 1978 in Cooperstown, New York. Zie ook alle tags voor Lauren Groff op dit blog.

Uit: Furie en fortuin (Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap)

“Na het onbegrip en de rauwe vis kwam de lange vlucht en daarna de korte. En uiteindelijk: thuis. Hij keek door het raampje naar de trap die over het zondoorstoofde asfalt op het vliegtuig af rolde. Tijdens het taxiën was er even een lentebui langsgewaaid, die net zo snel weer was verdwenen. Hij wilde met zijn gezicht in Mathildes nek, de troost van haar haar. Twee weken als gastschrijver voor het theater in Osaka, zo lang was hij nog nooit bij zijn vrouw vandaan geweest. Te lang. Bij het wakker worden de afwezigheid van Mathilde in zijn bed, de pijn van de koelte waar haar warmte had moeten zijn.
De rijdende vliegtuigtrap zocht en miste de deur drie keer voordat hij vastklikte. Gretig als een maagd. Wat heerlijk om zijn lange lichaam te kunnen strekken, om even boven aan de trap te kunnen blijven staan om diep in te ademen, te genieten van de geur van olie, mest en ozon die op het vliegveldje van Albany hing, de zon op zijn wangen, zijn vrouw wachtend in de terminal om hem mee te nemen naar hun mooie buitenhuis, een vroege avondmaaltijd. De buitensporige vermoeidheid uit zijn botten verdrijven met koude prosecco, een warme douche, dan zachte Mathildehuid en slaap.
Zijn gelukzaligheid strekte haar vleugels en fladderde een paar keer.
Hij had geen rekening gehouden met het ongeduld van de andere passagiers. Pas toen hij al door de lucht vloog voelde hij de handafdruk hard midden op zijn rug.
Schandalig, dacht hij. Geduwd.
Het plaveisel bolde op hem af als een tafelkleed dat uitgeschud werd, in de verte een windzak die zijn tong uitstak naar het oosten, de kantelen van de luchthaventerminal, schittering van de schuurpapierachtige treden in het zonlicht, de neus van het vliegtuig die op de een of andere manier zijn blikveld in schoot, de piloot die zich achter het raampje uitrekte. Toen zijn rechterschouder de rand van een tree raakte was hij volledig om zijn as gedraaid en keek hij op naar degene die hem schijnbaar had geduwd en nu uit de duistere grotopening boven hem opdoemde, een man met een tomaatrood gezicht en dito haar, in zijn voorhoofd geëtste groeven en in een geruite korte broek, kon het erger?”

 

 
Lauren Groff (Cooperstown, 23 juli 1978)

 

De Brits-Pakistaanse schrijver Mohsin Hamid werd geboren op 23 juli 1971 in Lahore, Pakistan. Zie ook alle tags voor Moshin Hamid op dit blog.

Uit: Exit West

“Nadia looked him in the eye. ‘You don’t say your evening prayers?’ she asked.
Saeed conjured up his most endearing grin. ‘Not always. Sadly.’
Her expression did not change.
So he persevered, clinging to his grin with the mounting desperation of a doomed rock climber: ‘I think it’s personal. Each of us has his own way. Or . . . her own way. Nobody’s perfect. And, in any case –’
She interrupted him. ‘I don’t pray,’ she said.
She continued to gaze at him steadily.
Then she said, ‘Maybe another time.’
He watched as she walked out to the student parking area and there, instead of covering her head with a black cloth, as he expected, she donned a black motorcycle helmet that had been locked to a scuffed-up hundred-ish cc trail bike, snapped down her visor, straddled her ride, and rode off, disappearing with a controlled rumble into the gathering dusk.
The next day, at work, Saeed found himself unable to stop thinking of Nadia. Saeed’s employer was an agency that specialised in the placement of outdoor advertising. They owned billboards all around the city, rented others, and struck deals for further space with the likes of bus lines, sports stadiums and proprietors of tall buildings.
The agency occupied both floors of a converted townhouse and had over a dozen employees. Saeed was among the most junior, but his boss liked him and had tasked him with turning around a pitch to a local soap company that had to go out by email before five. Normally Saeed tried to do copious amounts of online research and customise his presentations as much as possible. ‘It’s not a story if it doesn’t have an audience,’ his boss was fond of saying, and for Saeed this meant trying to show a client that his firm truly understood their business, could really get under their skin and see things from their point of view.”

 

 
Mohsin Hamid (Lahore, 23 juli 1971)

 

De Nederlandse schrijver Frans Erens werd geboren op 23 juli 1857 in Schaesberg. Zie ook alle tags voor Frans Erens op dit blog.

Uit: Limburg

“Deze provincie, vroeger altijd in wetten en of ficieele stukken aangeduid als het ‘Hertogdom Limburg’ (en die benaming is, als ik mij niet vergis, nauwelijks twintig jaar geleden eerst daaruit verdwenen) mag stellig wel de jongste dochter van het Nederlandsche provincie-gezin heeten. Weifelend tusschen het Duitsche, het Belgisch-Vlaamsche en het Hols landsche element, heeft dit laatste definitief door het tractaat van 1839 de zegepraal behaald. In dat jaar werden de grenzen vastgesteld, zoo als ze op heden zijn, maar toch bleef tot 1866 Limburg deel uitmaken van den Noord-Duitschen Bond. Welke rechten en verplichtingen precies uit dit bondgenootschap voortvloeiden, weet ik niet, ik meen echter dat de steden Maastricht en Venlo daar buiten gesloten waren en niet tot dien Bond behoorden. In 1848, toen het overal in Europa onrustig werd, en revolutionnaire bewegingen zich openbaarden, ontstond in Limburg een strooming ten gunste van den Duitschen Bond, en van afscheiding van Nederland, waarvan Roermond het brandpunt werd. Baron von Scherpenseel stelde zich aan het hoofd van die beweging. Een groote geestdrift maakte zich van een deel der bevolking meester. Er werden redevoeringen gehouden op de markt te Roermond. In de stad werden op talrijke uithangborden van neringdoenden de Hollandsche geschriften voor Duitsche verwisseld. Een leerlooier b.v. wischte dit woord uit en zette er Lohgerber voor in de plaats. Met kracht werd tegen dezebeweging door de Hollandsche militairen opgetreden; de cavalerie behoefde zich slechts even te vertoonen of de heele markt was schoon geveegd, slachtoffers vielen er niet en het enthousiasme voor Duitschland was spoedig gedempt.
Of er ooit in Limburg eene strooming ten gunste van België is geweest, zou ik moeten betwijfelen. Wel hebben zich hier en daar soms afzonderlijke stemmen laten hooren, die voor eene aansluiting van deze provincie aan België pleitten, doch tot een gezamenlijke actie is het niet gekomen. België heeft nooit in Limburg eene bizondere geestdrift verwekt. De reden daarvan is, dat men dit land niet als eene afzonderlijke natie heeft beschouwd. Zijn bestaan uit twee heterogene elementen, het Waalsche en het Vlaamsche, was daarvoor een onoverkomelijke hinderpaal. Daarbij komt, dat de ligging der Belgische bevolkingen niet zoodanig is, dat zij Nederlandsch Limburg zouden vermogen op te slorpen. Het Waalsche element, waarop Maastricht en omstreken onmiddellijk staan, is geheel vreemd, terwijl de meer verwante bevolking van Belgisch Limburg te dun gezaaid over heien peellanden, te weinig contact vermag te brengen met de streken van den rechter-Maasoever. Antwerpen en Gent, ze liggen zoo ver; Luik, dat zoo dicht bij Maastricht ligt, is door de barrière van het Waalsche idioom volkomen daarvan gescheiden.”

 


Frans Erens (23 juli 1857 – 5 december 1936)
De Markt van Roermond anno 1879, geschetst door Piet Schipperus.

 

De Duitse schrijver Kai Meyer werd geboren op 23 juli 1969 in Lübeck. Zie ook alle tags voor Kai Meyer op dit blog.

Uit: Arkadien erwacht

“Alessandro seufzte leise und führte Rosa vom Hauptweg in eine schmale Gasse zwischen Wänden aus marmornen Grabfächern.
Fünf, sechs lange Reihen aus Rechtecken übereinander, darauf gerahmte Schwarzweißfotos der Toten, ihre Namen, die Geburts- und Todesdaten. An einigen waren Blumen und Gestecke befestigt.
»Eigentlich möchte ich dir etwas geben«, sagte er, als sie zwischen den Marmorwänden aus dem Blickfeld der übrigen Trauergäste verschwanden. »Ein Geschenk. Und dann wollte ich dich einladen.«
»Mich – «
»Erst das Geschenk.« Er zog etwas aus der Tasche seines Jacketts.
»Oh«, sagte sie ohne jeden Enthusiasmus. »Ein Babybuch.«
Es war winzig, kleiner als eine Zigarettenschachtel, mit ledernem Einband und vergilbtem Seitenschnitt.
»Aber es hat den Vorteil, dass es ein Leben lang so niedlich bleibt«, sagte er. »Und nicht schreit.«
»Und besser riecht, hoffe ich.«
Er öffnete es und presste die Nase zwischen die Seiten.
»Nicht so gut wie frisch gedruckt, aber ganz in Ordnung, schätze ich.« Ihre erste Reaktion schien ihn nicht abzuschrecken.
»Mein Vater hat es mir gegeben, bevor er mich ins Internat nach Amerika abgeschoben hat.«
Sie verkniff sich eine Bemerkung, beobachtete ihn nur.
Sein Blick streifte über die zahllosen Gesichter auf den Grabplatten, die meisten der ausgeblichenen Fotografien alt und seltsam unscharf, wie von Geistern. Viele Blumen an den Grabfächern waren vertrocknet.“

 

 
Kai Meyer (Lübeck, 23 juli 1969)

 

De Duitse schrijfster en televisiepresentatrice Thea Dorn (peudoniem van Christiane Scherer) werd geboren op 23 juli 1970 in Offenbach am Main. Zie ook alle tags voor Thea Dorn op dit blog.

Uit: Die deutsche Seele (Samen met Richard Wagner)

„Er kann seine Stereoanlage aufdrehen und Sven Regener mit dessen Band Element of Crime lauschen: »Braungebrannte Arme brechen jeden Tag / Das harte Brot der Wirklichkeit, als wär’s das letzte Mal […]
Zum Abendbrot / Zum Abendbrot […]«
Die Tendenz, meditative Mahlzeit der Einsamen zu sein, hatte das Abendbrot seit je. Gleichzeitig war der Abendbrottisch jahrhundertelang der Ort, an dem der Hausvater die Familie versammelte, um über die Ereignisse des Tages zu berichten und sich berichten zu lassen, auf dass im Anschluss gerichtet werde. Spuren davon haben sich bis in die Gegenwart erhalten, weshalb das Abendbrot dem Spätpubertierenden, der dem Elternhaus entronnen ist, als Inbegriff spießigen Schreckens erscheint. Er schwört, des Abends künftig alles zu essen von kalten Dosenravioli bis hin zu drei Tage altem Sushi. Nur nie wieder ein belegtes Brot.
Dass belegte Brote einst in den erlesensten Zirkeln gereicht wurden, wenn man über Literatur, Politik und die großen Fragen der Welt plauderte, ist vergessen. Voll Stolz berichtete Johanna Schopenhauer ihrem Sohn Arthur, der zu jugendlicher Großmannssucht neigte, dass in ihrem Weimarer Salon nichts Kostspieliges, sondern lediglich Tee mit Butterbroten gereicht wird. Auch Rahel Varnhagen, die berühmteste Gastgeberin im romantischen Berlin, servierte Schlichtes, wenn sie die Größen ihrer Zeit zum »Teetisch« empfing. Die anschaulichste Beschreibung des gehobenen Abendbrots findet sich bei dem Juristen und Schriftsteller Felix Eberty, der uns in seinen Jugenderinnerungen eines altenBerlinersin die erste Hälfte des px. Jahrhunderts mitnimmt: »Bei den gewöhnlichen geselligen Abendzusammenkünften begnügte man sich […[ mit einer Tasse Tee und Butterbrot, und setzte einige sehr zierlich, aber auch recht sparsam mit Wurstscheibchen, Braten und Schinkenschnitten belegte Teller auf die Tafel.«
Geiz spielte bei dieser frugalen Sitte die unwesentlichste Rolle. Man wollte sich bewusst absetzen von den Abendschlemmereien in katholischen Ländern wie Frankreich, und ganz im Ernst: Wen interessieren Austern, gebratene Wachteln oder Petits Fours, wenn er die Wahl zwischen Johann Wolfgang von Goethe und Georg Wilhelm Friedrich Hegel, Wilhelm und Alexander von Humboldt, Heinrich Heine und Bettine von Arnim hat? Kein Zufall also, dass die großbürgerlichen Gastgeberinnen erst in der zweiten Hälfte des px. Jahrhunderts, als der deutsche Geist feister geworden war, ihren Ehrgeiz daransetzten, mit immer ausgefinkelteren Menüfolgen zu glänzen.“

 

 
Thea Dorn (Offenbach am Main, 23 juli 1970)
Cover

 

De Duitse dichteres en schrijfster Irina Liebmann werd geboren op 23 juli 1943 in Moskou. Zie ook alle tags voor Irina Liebmann op dit blog.

Uit: Drei Schritte nach Russland

„Ich bin auch eine erwachsene Frau, ich trinke Tee und überlege, was ich sagen kann, um meine Bekannte zu trösten, zu verblüffen.
Das Sportstadion an der Berliner Chausseestraße fällt mir ein, wie ich dort als Kind erlebte, dass riesiger Jubel ausbrach, als es aus den Lautsprechern tönte, dass die Delegation der Sowjetunion
die Aschenbahn betreten hat: »… begrüßen wir die Vertreter des ersten sozialistischen Staates der Erde!«, und mit ihren roten Fahnen kamen lachend und singend unendlich viele junge Frauen und Männer in weißer Kleidung, ja, weißer Kleidung gelaufen.
Da lief sie, da unten, die Weltmacht meiner Kindheit, Garant des Friedens, so hat sie sich selber bezeichnet, und besonders wir sollten sie so nennen, wir, die Kinder im Osten Deutschlands.
Aber auch die übrige Welt führte ihre Losungen immerzu im Munde, ihre Abrüstungsinitiativen, ihre Führer, ihre Raketen, ihre Filme und ihre Sportler natürlich.
In meiner Erinnerung sehe ich sie wieder und wieder auf die Siegertreppchen steigen, junge Leute mit drei halbrunden Kreisen auf der Brust und dem großen P: CCCP!
Und ihre Fahne wird hochgezogen, die rote, mit Hammer und Sichel, und die Hymne erklingt, ihre Hymne, die ganz große Opernmusik:
»Von Russland, dem großen, auf ewig verbündet, steht machtvoll der Volksrepubliken Bastion!
Es lebe, vom Willen der Völker gegründet, die einig und mächtige Sowjetunion!«
– Ihr singt sie immer noch, stimmt’s?
– Nein.
Doch, doch. Sie singen sie noch, und sie singen sie auch nicht.
Der Text ist geändert. Und die Kremltürme auf dem Roten Platz tragen den zaristischen Doppeladler und sie tragen ihn auch nicht – denn vom höchsten und wichtigsten Turm blitzt wie immer der rote Stern.
Ob er auch immer noch leuchtet nachts? Wie früher, als ich ein Kind war, auf der Durchreise in Moskau?
Wir sind hier in Moskau. Die Wohnung gehört einer Frau, die oft auch nach Deutschland kommt, und schon hier, in der Winzigkeit des Raumes und der Heftigkeit des Gefühls ist die ganze Entfernung zu spüren, die zwischen uns liegt.“

 


Irina Liebmann (Moskou, 23 juli 1943)

 

De Amerikaanse schrijfster Lisa Alther werd geboren op 23 juli 1944 in Kingsport, Tennessee. Zie ook alle tags voor Lisa Alther op dit blog.

Uit: Original Sins

„Corliss Rainey was removed from a debtors’ prison in England and put on a ship. He was working as an indentured servant to a farmer in tidewater Virginia when he met Buck Tatreaux, the son of a Cherokee woman and a French trader. Tatreaux did odd jobs for Rainey’s master. One day the farmer sent them both to Williamsburg for supplies. They headed toward Richmond instead. On the way they further darkened Tatreaux’s skin with berry juice and charcoal, cut off his braids, and scorched his remaining hair into kinks. They rubbed lard over his muscled body until he gleamed with apparent good health. Rainey put on a stolen set of his master’s clothes. In Richmond they found the slave market, and Rainey put Tatreaux up for sale. Rainey soon drove away with more money than he had ever before seen. He supplied the wagon and headed down a dusty road through well-tended farmland toward the hazy mountains. At the foot of the mountains he hid.
Tatreaux meanwhile had run away from his new master. He scrubbed with sand in a stream until his skin was its usual copper color. With a sharp stone he hacked off his kinked hair. Then he ran for the mountains.
Rainey gave him his clothes, and a hat with the braids attached, and the two set off up the mountain. At times the slopes were so steep that they had to hitch ropes to trees and haul on them, to help the mules drag the wagon up the narrow rutted path to the pass. Upon reaching the pass, they saw below them the valley, heavily forested but dotted here and there with cleared land and cabins and sheds. And on the far side, the rugged walls of the neighboring plateau.”

 

 
Lisa Alther (Kingsport, 23 juli 1944)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juli ook mijn blog van 23 juli 2017 deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *