Menno Wigman, Ferdinand Bordewijk, Jonathan Littell, Harold Pinter, Boeli van Leeuwen, R. K. Narayan

De Nederlandse dichter en vertaler Menno Wigman werd geboren in Beverwijk op 10 oktober 1966. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Menno Wigman op dit blog.

Vuilstort

Een terp van dode dingen tergt de lucht.
Niets is zichzelf. Veel jichtig huisraad. Vocht,
zwart vocht dat uit een koelkast welt. Voorgoed
kapot, versjacherd, mensenhanden moe
tijgt me een stad van afval tegemoet.

En ik kijk en ik kijk. En als ik loop
verlies ik haar, ik voel een baard, mijn jas
verrafelt waar ik sta en alle wolken
jagen Greenwich achterna.

Dan gaat het snel: er drijft een dorpskerk door
het water, wier en vis bevolkt de Dam,
nat, grijs, week, dacht je randstad, zag je zee.

Om wat ik van de tijd, van Holland weet
schrijf ik voor wie dit onder water leest.

 

Nu ik

Hoeveel boeken moest ik lezen, hoeveel harten
moest ik breken om het licht te zien
dat vrolijk en pervers mijn ziel bevrijdt?

Ik zag met eigen ogen wat mijn handen deden
en hoe ik ook mijn spijt met inkt beklaag:
geen hond die twee keer om een klaaglied vraagt.

Ik hang vijf zomermaanden voor mijn raam.
Ik verf mijn haar en leef zoveel ik kan.
En komt de herfst eraan:¡no pasarán!

 

Bij de uitvaart van het boek

De schrijver met zijn ongeschoren woede,
de dichter van drie doodgeboren boeken:
daar staan ze met hun doos vol slome woorden.
Sterk spul of niet: de uitvaart van het boek,
we naderen de uitvaart van het boek.

Vannacht, ik was nog op, stond de literatuur
dronken aan mijn deur. Rot op, riep ik, rot op,
je hebt je kans gehad. Toen droop ze af
en keek ik weer wat grand old Google bracht.

We lezen om te leren hoe te leven.
En ik, mijn boeken moe, ging stil naar bed.
Wat ging er mis? Wat moet ik schrijven? Schrijf,

schrijf het, schrijf het op, smeer je wijsheid uit,
kom brallen op mijn stoep. Ik ga naar bed.


Menno Wigman (Beverwijk, 10 oktober 1966)

 

De Nederlandse schrijver Ferdinand Bordewijk werd geboren op 10 oktober 1884 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Ferdinand Bordewijk op dit blog.

Uit: Bint

“Hij zei: ‘Dat jullie door elkaar zit en verkeerde namen opgeeft beschouw ik niet als een kinderachtigheid. Net zo min als wat jullie daarnet hebt uitgehaald met deze tafel.’ Hij legde zijn armen erop, en wipte even op zijn stoel vooruit, volkomen thuis. De klas wachtte stil af. ‘Jullie bent te groot voor iets kinderachtigs. Daarom, ik beschouw dit als vijandschap, twee stellige blijken van vijandschap. Jullie wil oorlog. Het zal oorlog tussen ons zijn, zonder ophouden, het hele schooljaar door…’ Hij wachtte even en keek keurend rond. Hij moest er nu ineens doorheen. Hij vertrouwde op zijn kracht en wenkte: ‘Kom jij hier.’ Zijn woord had indruk gemaakt. Een gorilla zwaaide sloom op hem toe. ‘Geef je hand… Nee, die is te vuil… je linker.’ Zij gaven elkaar de linkerhand. ‘Knijp.’ De Bree zelf kneep onmiddellijk hard. De jongen kneep onmiddellijk terug uit alle macht. Hij was heel sterk, maar hij was een jongen. Zij knepen zwijgend en zonder beweging, de jongen staande, de man gezeten. De Brees niet groot, atletisch lijf bezat een macht van kracht. De ander werd bleek in zijn donker gezicht, zijn voorhoofd ging glinsteren, maar hij bewoog zich niet en hij gaf geen geluid. De Bree bleef lachloos grijnzen, verachtelijk. Dapper joch, dacht hij. Zijn kracht was nog niet verbruikt. Hij schroefde aan. De jongen deed het ene been tegen het ander. Zijn buik trok in. De klas zag het en bleef stil. Toen liet hij los. De hand viel geel neer, het monster zwaaide terug in de bank. ‘Deze handdruk,’ zei de Bree, ‘is onze oorlogsverklaring, niet tussen hem en mij, maar tussen mij en de klas. Ik zit voortaan hier, achter de tafel, mijn vesting. Storm nu maar aan, ik weet wie de sterkste is,’ De klas zweeg.”

 
Ferdinand Bordewijk (10 oktober 1884 – 28 april 1965)

 

De Amerikaanse schrijver Jonathan Littell werd geboren in New York op 10 oktober 1967. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Jonathan Littell op dit blog.

Uit: The Kindly Ones

« I should have known. My colleagues consider me a calm, collected, thoughtful man. Calm, certainly; but often during the day my head begins to rage, with the dull roar of a crematorium. I talk, I hold conversations, I make decisions, just like everyone else; but standing at a bar with my glass of Cognac, I imagine a man coming in with a shotgun and opening fire; at the movies or at the theater, I picture a live grenade rolling under the seats; in a town square on a public holiday I see a car packed with explosives blowing up, the afternoon festivities turned into carnage, blood filling the cracks between the cobblestones, gobbets of flesh splattered on the walls or smashing through the windows to land in the Sunday soup, I hear cries, the groans of people with their limbs torn off like the legs of an insect plucked by a curious little boy, the bewilderment of the survivors, a strange, earsplitting silence, the beginning of a long fear. Calm? Yes, I remain calm, whatever happens, I don’t let anything show, I stay quiet, impassive, like the empty windows of burned-out cities, like the little old men on park benches with their canes and their medals, like the faces of the drowned just beneath the surface of the water, never to be found. I couldn’t break this terrifying calm even if I wanted to. I’m not the sort of man who loses his nerve at the drop of a hat, I know how to behave. But it weighs on me too. The worst thing is not necessarily those images I’ve just described; fantasies like these have lived in me for a long time, ever since my childhood probably, or in any case long before I actually ended up in the heart of the slaughterhouse. »

 
Jonathan Littell (New York, 10 oktober 1967)

 

De Britse schrijver Harold Pinter werd geboren op 10 oktober 1930 in Londen. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Harold Pinter op dit blog.

Uit: One for the Road

He drinks.
Good-looking woman.
He drinks.
God, that was good.
He pours another.
Don’t worry, I can hold my booze.
He drinks.
You may have noticed I’m the chatty type. You probably think I’m part of a predictable, formal, long-established pattern; i.e., I chat away, friendly, insouciant, I open the batting, as it were, in a lighthearted, even carefree manner, while another waits in the wings, silent, introspective, coiled like a puma. No, no. It’s not quite like that. I run the place. God speaks through me. I’m referring to the Old Testament God, by the way, although I’m a long way from being Jewish. Everyone respects me here. Including you, I take it? I think that is the correct stance.
Pause
Stand up.
VICTOR stands.
Sit down.
VICTOR sits.
Thank you so much.
Pause
Tell me something….
Silence
What a good-looking woman your wife is. You’re a very lucky man. Tell me… one for the road, I think…. “

 
Harold Pinter (10 oktober 1930 – 24 december 2008)
Affiche uit 2013

 

De Antilliaanse (Curaçaose) schrijver Willem Cornelis Jacobus (Boeli) van Leeuwen werd geboren op 10 oktober 1922 op Curaçao. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Boeli van Leeuwen op dit blog.

Uit: Een vreemdeling op aarde

“Het geweld omhult hen als een kleed; hun ogen puilen uit van vet.
Maar niet altijd met geweld, wir sind schlieszlich keine Tiere; soms komen ze op het perron aan waar een orkestje zachte walsen speelt en worden ze uitgenodigd om een bad te nemen. In de tuin van de commandant werkt de getuige van Jehova vreedzaam tussen de bloemperken en als de grote schoorsteen begint te roken schudt hij zijn hoofd en zegt:
En de engel wierp zijn sikkel op de aarde en oogstte van den wijngaard der aarde en wierp het in den groten persbak van de gramschap Gods. En de persbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit den persbak tot aan de tomen der paarden.
En de commandant zit met zijn blonde kindertjes onder de kerstboom en weent in zijn bierglas om al die mooie lichtjes en Schubert-liedjes. Als de blonde kindertjes en de leuke herdershond slapen houdt hij zorgelijk, met gefronst voorhoofd, de administratie bij:
Lumpen 400 Waggons 2.700.000 kg
Schuhe 111.000 Paare
Frauenhaare 1 Waggon 300 kg.”

 
Boeli van Leeuwen (10 oktober 1922 – 28 november 2007)
Cover

 

De Indiase schrijver Rasipuran Krishnaswami Narayan werd geboren op 10 oktober 1906 in Madras. Zie ook mijn blog van 10 oktober 2009 en ook mijn blog van 10 oktober 2010 en eveneens alle tags voor R. K. Narayan op dit blog.

Uit: An Astrologer’s Day

“Punctually at midday he opened his bag and spread out his professional equipment, which consisted of a dozen cowrie shells, a square piece of cloth with obscure mystic charts on it, a notebook, and a bundle of palmyra writing. His forehead was resplendent with sacred ash and vermilion, and his eyes sparkled with a sharp abnormal gleam which was really an outcome of a continual searching look for customers, but which his simple clients took to be a prophetic light and felt comforted. The power of his eyes was considerably enhanced by their position placed as they were between the painted forehead and the dark whiskers which streamed down his cheeks : even a half-wit’s eyes would sparkle in such a setting. To crown the effect he wound a saffron-coloured turban around his head. This colour scheme never failed.
People were attracted to him as bees are attracted to cosmos or dahlia stalks. He sat under the boughs of a spreading tamarind tree which flanked a path running through the Town Hall Park. It was a remarkable place in many ways : a surging crowd was always moving up and down this narrow road morning till night* A variety of trades and occupations was represented all along its way : medicine sellers, sellers of stolen hardware and junk, magicians, and, above all, an auctioneer of cheap doth, who created enough din all day to attract the whole town. Next to him in vociferousness came a vendor of fried groundnut, who gave his ware a fancy name each day, calling it ” Bombay Ice-Cream ” one day, and on the next ” Delhi Almond,” and on the third ” Raja’s Delicacy,” and so on and so forth, and people flocked to him.”

 
R. K. Narayan (10 oktober 1906 – 13 mei 2001)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e oktober ook mijn blog van 10 oktober 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.