Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Jean de La Fontaine

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Iedereen

weet dat lelijke mensen ook gevoelens
hebben zoals er ook in de allerknapste
vrouwen mensen zitten zeg ik op een
verjaardag om te kijken of ik iemand
uit de rimboe zijner gedachten los kan
lokken om een robbertje uitmiddelpuntig
te speculeren over dit type wetmatigheden
in ons persistent onbenullige universum.

Ik lieg niet als ik zeg dat er een zestal seconden
voorbijgaat voordat er iemand reageert: ze ademt
in 7,8 en of ik even warme melk kan gaan kloppen.

Naast mijn voltijds baan als burgerman heb ik
tegenwoordig een leven als mens probeer ik dan
op joviale toon tegen een kalend voorhoofd dat
ik vagelijk herken van de haastige minuten
tijdens het zonen halen en brengen. Hij zegt

ik ken u niet maar u mij denk ik wel want ik
werk bij de televisie. Ik zeg ik zou nooit rijk
en beroemd willen zijn maar wel alleen maar
rijk. Weet je dat er op de zeebodem een kabel
ligt die de continenten met elkaar verbindt?
Dan doorkruist een snater ons gesprek: Arend?
Arend Kaaks? Van het journaal? Wat ontzettend –

Vlug waad ik door het gekrioel van kleuters
naar de tafel met taarten en kom langszij bij
een weelderig opgedofte moeder die vraagt hoe
ik het bolwerk als kunstenaar terwijl de geefwet
in belastingtechnisch opzicht nog niet behoorlijk
is afgedicht. Nog geen acht minuten later stokt
mijn pleidooi voor schooluniformen als een
luizenmoeder zegt sinds ik de gymspullen
op de hand was blijven alle kleuren goed.

Ik haal adem en zeg trek vooral geen broeken uit van
rugbehaarde heren die grager in verstandshuwelijken
blijven zitten. Schilder uw slaapkamer in geborgen kleurstelling,
keer het hoofdeinde richting raam en zet de voordeur open, dan
komt het goed. Normaliter drukken wij hier onze Havana’s uit
in de aardbeien met slagroom, rijen tegen de serveersters op
en kotsen brullend van ambivalentie in de champagnekoelers
om onze lediggang te vieren. Buiten staat de stoet limousines
te wachten op de komst van de allesverpletterende gram
des Heren maar tot die tijd draaien de chauffeurs hun
schoenpunten kaal in het grind van onze oprit. En

kun je tegen die bloemkool in mijn kop zeggen dat wij
allebei zo snel mogelijk afgehaald moeten worden?

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Maria van Daalen werd geboren op 8 juli 1950 in Voorburg. Zie ook alle tags voor Maria van Daalen op dit blog.

 

Juno

De maan! De maan staat aan de nacht’, zegt zij, weer-
barstig, tilt met twee open handjes het licht
naar de duisterende gewelven. Het zicht
is karig, maar de maan hangt als een juweel

aan het blauwende speldenkussen. Zoveel
geluk in de vorm van een sikkel die dicht
op de rand van het donker zit, zich opricht
om toe te slaan en te oogsten. Als de neer-

gaande beweging die over mij waakt, schrijft
wie ik zijn moet, heeft lichaam mij verzoend
met de eindigheid van taal, met het laatste

woord dat mijn vorm is. ‘Kom!’ zeg ik. Nu haasten,
naar huis, een ster verschiet, hollend en joelend,
‘Oma! Oma!’, waarbij ze mij steeds voor blijft.

 

Huwelijk en wat daarna kwam

toen je lay lady lay zei, ik niet langer
daar lag of mocht liggen, allang een ander
daar lag, toen het kind huilde en vroeg om
liefde, en aandacht, toen het koud was, hoe

de deur dicht sloeg, door de wind, moe, zo moe
was de onmacht, ik hield het tegen, stom
geworden van ontroostbaarheid, verander
niets, houd vast, nooit meer werd deze buik zwanger

opengesneden en het bloedt. eindelijk
kent deze hand wat er mist, neemt het hart
zichzelf mee, op reis, er is geluk, leest

aren, en letters, en muziek. geneest
niets meer dat niet al levend was, is, start
opnieuw, met hetzelfde, de tekst een lyric

 

Wolfskuil

In de avond daal ik af
naar de donkere kuil, en sta.

Ze naderen in groepen van acht, van vier,
bekleed met de grijze vellen,
de halve kop over het hoofd.
Wie draagt het offer? Brixa.
Norbert het mes, ik de bekers.

Vóór het bloedt, wordt er gebeden
tot de koude godin naast de steen,
die wacht, eist in het maanlicht
van november, tijd van begin.
Een enkele schreeuw wordt weggemoffeld.

Het vriest als wij het dennenbos
de rug toekeren. Bespat. Bevestigd.

 

 
Maria van Daalen (Voorburg, 8 juli 1950)

 

De Amerikaanse dichter Peter Orlovsky werd geboren in New York op 8 juli 1933. Zie ook alle tags voor Peter Orlovsky op dit blog.

 

FRIST POEM

A rainbow comes pouring into my window, I am electrified.
Songs burst from my breast, all my crying stops, mistory fills
the air.
I look for my shues under my bed.
A fat colored woman becomes my mother.
I have no false teeth yet. Suddenly ten children sit on my lap.
I grow a beard in one day.
I drink a hole bottle of wine with my eyes shut.
I draw on paper and I feel I am two again. I want everybody to
talk to me.
I empty the garbage on the tabol.
I invite thousands of bottles into my room, June bugs I call them.
I use the typewritter as my pillow.
A spoon becomes a fork before my eyes.
Bums give all their money to me.
All I need is a mirror for the rest of my life.
My frist five years I lived in chicken coups with not enough
bacon.
My mother showed her witch face in the night and told stories of
blue beards.
My dreams lifted me right out of my bed.
I dreamt I jumped into the nozzle of a gun to fight it out with a
bullet.
I met Kafka and he jumped over a building to get away from me.
My body turned into sugar, poured into tea I found the meaning
of life
All I needed was ink to be a black boy.
I walk on the street looking for eyes that will caress my face.
I sang in the elevators believing I was going to heaven.
I got off at the 86th floor, walked down the corridor looking for
fresh butts.
My comes turns into a silver dollar on the bed.
I look out the window and see nobody, I go down to the street,
look up at my window and see nobody.
So I talk to the fire hydrant, asking “Do you have bigger tears
then I do?”
Nobody around, I piss anywhere.
My Gabriel horns, my Gabriel horns: unfold the cheerfulies,
my gay jubilation.

 

 
Peter Orlovsky (8 juli 1933 – 30 mei 2010)
Gefotografeerd door Allen Ginsberg, San Francisco, 1955

 

De expressionistische Duitse schrijver en dichter Walter Hasenclever werd op 8 juli 1890 in Aken geboren. Zie ook alle tags voor Walter Hasenclever op dit blog.

 

Der Jüngling (Fragment)
Anweisung zum Lieben

Du sitzt in dem Café. Du bist ein Name.
Da steigt aus der Musik erregtem Spiel
Das kalte Antlitz einer blassen Dame
Irr vor dir auf, wie ein begehrtes Ziel.
Du wirst sie nicht erreichen und nicht küssen.
Was ist ein Kuß vor deinem Liebessinn!
Doch später wirst du dich erinnern müssen,
Dann tritt die blasse Dame vor dich hin.
Du mußt sie milde mit dir selbst versöhnen,
Mußt dich berühren wie ein Geigenstrich:
So strömt in schönen, unerhörten Tönen
Glück, das du nicht besitzest, über dich.

Die Frauen, die man liebt, gehören Vielen –
Und weil sie wechselnd ihre Güter reichen,
So reizt es, ihre Freuden zu vergleichen;
Sie aber trinken. Und wir wollen spielen.
Laß nie dich einer einzigen vermählen!
Sie haben einen Raum für tausend Seelen,
Der immer ihr Verlangen weckt und stillt,
Und jagen wie ein herrenloses Wild
An uns vorbei, da wir die Spur verfehlen.
Ich will von ihnen Vieles, Vieles lernen!
Und jede soll mir sein, was sie mir gibt,
So steig ich, ohne das Gefühl von Sternen,
In ihren Schoß: wissend und verliebt.

Ich will vor ihren Augen alles können
Und alles finden, wie ein Kind, das liest.
Ich will die stärksten Zauberdinge nennen,
Bis sich ihr Berg mir öffnet und verschließt.
Ich will die fernste Welt herübergießen,
Bis dem Bewußtsein alles sich entrückt:
O laß den Strom der Freude überfließen,
Denn ich bin wach! Ich bin von dir entzückt!
Ich weiß, ich kann dich ewig wiederholen;
Ein Hauch von meiner Hand ist deine Bahn –
Du liebst mich, und ich kann auf leisen Sohlen
Von dir entfliegen wie ein Aeroplan.

 

 
Walter Hasenclever (8 juli 1890 – 21 juni 1940) 
Cover 

 

De Engelse schrijver en dichter Richard Aldington werd geboren op 8 juli 1892 in Portsmouth. Zie ook alle tags voor Richard Aldington op dit blog.

 

Au Vieux Jardin

I have sat here happy in the gardens,
Watching the still pool and the reeds
And the dark clouds
Which the wind of the upper air
Tore like the green leafy boughs
Of the divers-hued trees of late summer;
But though I greatly delight
In these and the water-lilies,
That which sets me nighest to weeping
Is the rose and white color of the smooth flag-stones,
And the pale yellow grasses
Among them.

 

Glaucopis

O maidens, whom I loved
And now love not at all,
Nor even the memory of your shadowy faces,
Who loved me also,
Striving with delicate and sensuous days
To thrall my soul,
Behold!
From the hush and the dusk
Come, like the whisper of dawn,
Her frail, her magical feet.
From the desert she blossoms,
A flower of the winds,
Tremulous, shaken by love.

Ah Gods!
And I may not hearken
Nor stoop to the flower.

 

 
Richard Aldington (8 juli 1892 – 27 juli 1962)

 

De Frans- en Nederlandstalige Belgische schrijver Jean Ray (bekendste pseudoniem van Raymond de Kremer) werd geboren op 8 juli 1887 in Gent. Zie ook alle tags voor Jean Ray op dit blog.

Uit: Malpertuis

« Des mèches soufrées, de l’huile siccative,
de l’huile de schiste, du mastic gris et blanc, de l’ocre, du vernis blanc et brun, du blanc de zinc et de plomb, gras comme crèmes, du talc et des acides mordants. Je me nomme Lampernisse et je jouissais des couleurs. Maintenant, on m’a mis dans le noir. Autrefois j’ai vendu du noir animal et du noir de charbon, mais je n’ai jamais servi le noir de la nuit à personne. Je suis Lampernisse. Je suis si bon et l’on m’a mis au fond de la nuit, avec quelqu’un qui éteint toujours les lampes ! À présent, le monstre pleure et rit à la fois. Il tend ses pattes d’aragne vers les flammes des bougies qui lui brûlent les ongles. Il n’en a cure et continue à donner cours à sa pauvre joie. »
(…)

« Une gifle claque. — C’est l’oncle Charles ! Le vieillard est d’excellente humeur et, n’était son teint plombé et le soufflet pénible de sa poitrine, je ne le croirais jamais à l’article de la mort. — Elle au moins est digne de son coquin de grand-père ! déclare-t-il avec une satisfaction évidente. Le silence retombe dans la chambre. Le soufflet de forge anime un brasier invisible. Les mains griffent les couvertures avec un bruit de lime.”

 

 
Jean Ray (8 juli 1887 – 17 september 1964)
Cover

 

De Franse dichter en schrijver Jean de La Fontaine werd op 8 juli 1621 geboren in Château-Thierry in Champagne. Zie ook alle tags voor Jean de La Fontaine op dit blog.

 

De duif en de mier

Het  tweede  voorbeeld  is  ontleend  aan  kleiner  dieren.
Een  tortelduif  was drinkende  uit  een  klare  beek,
waarin  een  mier  viel,  die  te  ver  voorover  keek.
En  in  dien  oceaan  lag ’t  arme  beest  te  mieren,
maar  tevergeefs,  om  zich  te  redden  op  den  kant.
Onverwijld  liet  de  duif  het  medelijden  spreken,
door  aan  de  mier  in  nood  een  grashalm  toe  te  steken,
waarop  deze  als  op  een  soort  reddingkaap  belandt.
Ze was er. Maar  onder  de  hand
kwam  daar  een  kerel,  die  blootvoets  ging  langs  de  paden,
toevallig  met  een  kruisboog  in  de  hand  voorbij.
Den  Venusvogel  ziende,  acht  hij
dien  als  weikomen  buit  al  in  zijn  pan  gebraden.
Reeds  legt  hij  aan,  maar  wordt,  terwijl  hij  rustig  mikt,
door  de  mier  in  den  hiel  geprikt,
en  maakt  daardoor  een  weinig  leven.
De duif, verschrikt,  weet  hem  het  nakijken  te  geven.

En  daarmede  is  ’t  ook  met  zijn  avondmaaltijd  uit:
geen  lekker  duifje  voor  een  duit

Vertaald door Jan Prins

 

 
Jean de La Fontaine (8 juli 1621 – 13 april 1695)
Illustratie door Gustave Doré

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2014 en ook mijn blog van 8 juli 2011 deel 2.