Milan Kundera, Nikolaj Gogol, Arnold Aletrino, Max Nord, Urs Allemann

De Tsjechische schrijver Milan Kundera werd geboren in Brno op 1 april 1929. Zie ook alle tags voor Milan Kundera op dit blog.

 

Uit: Immortality (Vertaald door Peter Kussi).

“I think, therefore I am is the statement of an intellectual who underrates toothaches. I feel, therefore I am is a truth much more universally valid, and it applies to everything that’s alive. My self does not differ substantially from yours in terms of its thought. Many people, few ideas: we all think more or less the same, and we exchange, borrow, steal thoughts from one another. However, when someone steps on my foot, only I feel the pain. The basis of the self is not thought but suffering, which is the most fundamental of all feelings. While it suffers, not even a cat can doubt its unique and uninterchangeable self. In intense suffering the world disappears and each of us is alone with his self. Suffering is the university of egocentrism.”

(…)

“Just imagine living in a world without mirrors. You’d dream about your face and imagine it as an outer reflection of what is inside you. And then, when you reached forty, someone put a mirror before you for the first time in your life. Imagine your fright! You’d see the face of a stranger. And you’d know quite clearly what you are unable to grasp: your face is not you.”

 

Milan Kundera (Brno, 1 april 1929)

 

De Russische schrijver Nikolaj Vasiljevitsj Gogol werd geboren in Poltawa, Oekraïne, op 1 april 1809. Zie ook alle tags voor Nikolaj Gogol op dit blog.

 

Uit: The Overcoat (Vertaald door Constance Garnett)

“In the department of — but it is better not to mention the department. There is nothing more irritable than departments, regiments, courts of justice, and, in a word, every branch of public service. Each individual attached to them nowadays thinks all society insulted in his person. Quite recently a complaint was received from a justice of the peace, in which he plainly demonstrated that all the imperial institutions were going to the dogs, and that the Czar’s sacred name was being taken in vain; and in proof he appended to the complaint a romance in which the justice of the peace is made to appear about once every ten lines, and sometimes in a drunken condition. Therefore, in order to avoid all unpleasantness, it will be better to describe the department in question only as a certain department.

So, in a certain department there was a certain official — not a very high one, it must be allowed — short of stature, somewhat pock-marked, red-haired, and short-sighted, with a bald forehead, wrinkled cheeks, and a complexion of the kind known as sanguine. The St. Petersburg climate was responsible for this. As for his official status, he was what is called a perpetual titular councillor, over which, as is well known, some writers make merry, and crack their jokes, obeying the praiseworthy custom of attacking those who cannot bite back.

His family name was Bashmatchkin. This name is evidently derived from “bashmak” (shoe); but when, at what time, and in what manner, is not known. His father and grandfather, and all the Bashmatchkins, always wore boots, which only had new heels two or three times a year. His name was Akakiy Akakievitch. It may strike the reader as rather singular and far-fetched, but he may rest assured that it was by no means far-fetched, and that the circumstances were such that it would have been impossible to give him any other.

This is how it came about.”

 

Nikolaj Gogol (1 april 1809 – 4 maart 1852)

 

De Nederlandse schrijver Arnold Aletrino werd geboren in Amsterdam op 1 april 1858. Zie ook alle tags voor Arnold Aletrino op dit blog.

 

Uit: Een Achtermiddag

“In de doffe loomheid na het koffiedrinken was hij neêrgevallen in zijn luien stoel, niet in staat om te gaan werken en in de trage, lauwe kamerlucht had hij zich langzamerhand machteloos gevoeld om op te staan en hij was blijven droomen, wezenloos en zwaar, in de vage drijving van zijn gedachten, deinend als de wolken tabaksdamp, die laag in de kamer hingen.

Onder den verdrietigen invloed van den regenachtigen Octoberdag, was zijn moedelooze bui der laatste dagen tot een uitbarsting gekomen, hem krachteloos makend en lam.

Vreemd waren die buien niet voor hem. Soms duurden ze weken achtereen eentonig-grijs en maakten hem onmachtig om te denken. Dan verdwenen zij plotseling en hij voelde zich weêr als te voren; alleen bleef er een zekere vermoeidheid achter, alsof hij dagen lang ziek was geweest.

In het sombere licht van een dreigende regenbui, dreef in zijn kamer een donzige schemer, stil en droomerig glijdend over de meubelen.

Alleen bij de vensters stond een waterig, geel licht, vreemd afschijnend van een zonnige wolkplek, valsch klinkend tegen den doffen toon der schemering.

Een fijne regen begon te vallen, dun, stoffig zilverachtig zwevend in den gelen lichtveeg, die schuin over de natte straat en de glimpende daken aan de overzij heenstreek.

En onder de tintelende, geluidlooze trilling van den regen, loste langzaam de gele glans bij de vensters op in het donzige licht dat donker uitzweefde in den kamer. Buiten trok de goude glans onmerkbaar op naar de lucht waar alleen nog een heldere, witte wolk afplekte tegen het dikke grauw er omheen.

Op eens herinnerde die vreemde lichtglans hem aan jaren geleden. ’t Was een winderige zomerdag. Hij reed met zijn moeder en zuster in een boeren rijtuigje over den naakten weg tusschen groote veenplassen.”

 

Arnold Aletrino (1 april 1858 – 17 januari 1916)

Zelfportret

 

De Nederlandse dichter en journalist Max Nord werd geboren in Gorinchem op 1 april 1916. Zie ook alle tags voor Max Nord op dit blog.

 

Droom

Ik droomde moe: ik was zo stil als oud,

ik wist alleen: nooit zal ik alles weten,

mijn handen waren van verwachting koud.

Toen trad zij binnen die ‘k niet kan vergeten,

zij lachte en haar lach was mij vertrouwd,

zij heette zoals zij alleen kan heten.

Ik riep haar, nam haar slanke bruine hand,

oud was ik zeer, zij was zo jong gebleven

als mijn herinnering, en op de rand

en op de ijle rand van dood en leven

liep ik opnieuw met haar, als eens aan ’t strand

waarvan ik door haar sterven was verdreven.

 

Max Nord (1 april 1916 – 28 februari 2008)

Gorinchem

 

De Zwitserse schrijver en dichter Urs Allemann werd geboren op 1 april 1948 in Schlieren. Zie ook alle tags voor Urs Allemann op dit blog.

 

Sapphisch die sechste

Unsre Lippen fremd ineinander rollen

früh Gedächtnistöter in Zauberschläuchen

Steine Brutmaschinen ins Leere schlagen

rosige Brüller

wären Hölzer schraubten die Euterteile

um das Rindenfenster im Stamm des Bolzen-

spürgeräts betörender Rauch der leuzer-

reissenden Buhlen

Gliederschwere schlafender Boote Küste

Mädchen Böcke fauchende Mäuler keimten

Schlummerfisteln ferne der Wanderscholle

lyrisches Ätzen

 


Urs Allemann (Schlieren, 1 april 1948)