Patrick deWitt, Gabriel García Márquez, Jeremy Reed, Marijke Hanegraaf, Thomas Acda, Günter Kunert, Clark Accord, Elizabeth Barrett Browning, Michelangelo

De Canadese schrijver en scenarist Patrick deWitt werd geboren op 6 maart 1975 op Vancouver Island. Zie ook alle tags voor Patrick deWitt op dit blog.

Uit: Ablutions

“You are sitting in the magical Ford outside the bar when Junior the crack addict walks up and steps into the car and you both sit there watching the building. His smell is otherworldly, like a demon from deep in the earth’s crust, and he repeatedly passes the fiercest gas; he has been too long without his drugs and his body is causing a fuss. He does not greet you and you do not greet him; a rift has grown between you recently, or rather a rift has grown between Junior and everyone—he is in the worst way and the doormen say he has been robbing people with his machete blade after hours. You are not afraid of him and you do not believe he would ever do you any harm but you wish he were somewhere other than sitting at your side, wondering about the contents of your pockets.
He is fidgeting with a lighter and finally he says to you, “I need twenty dollars, man. I need it bad.” When you tell him you haven’t got any money he punches your dashboard and pouts, asking himself how long this torture might go on. You tell him to wait a minute and you enter the empty bar, retrieving twenty dollars from the safe. You walk it out to him and he is relieved to see this money but wants to know where it came from. When you tell him you stole it he looks worried and asks if you won’t get into trouble, which is insulting because you know he does not actually care one way or the other. “Do your drugs or don’t do your drugs,” you say. “Don’t stand around sobbing and bitching about it.” He straightens himself up and nods and hustles off to find his dealer. All through the night you are bothered by guilt and self-loathing for speaking with him so harshly and angered that such a man could conjure these emotions in you.
Discuss your feeling of wonder when the pilfered twenty dollars is not reported missing at the end of the night. Discuss your routine of thieving that stems from this incident, and the criminal spree you quickly embark upon.
Your plan is to keep an at-home stolen-monies pile, separate from your life-monies pile, and to cultivate it to a respectable size and then, at some key point, utilize it dramatically. Within a month you have three hundred dollars and you feel great relief and satisfaction, as if justice has been served, and you wonder why you waited until this late date to begin stealing from the owner, who you (on a whim) decide is a bad man who expects you to gladly damage your mind and body with this potentially deadly work of washing dishes in a bar, and who has never asked you how your feelings were doing even though it is fairly obvious that they, your feelings, have been hurt and are still hurting yet.”

 

 
Patrick deWitt (Vancouver Island, 6 maart 1975)

 

De Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez werd op 6 maart 1928 in de kustplaats Aracataca geboren. Zie ook alle tags voor Gabriel García Márquez op dit blog.

Uit: Honderd jaar eenzaamheid (Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu)

“Vele jaren later, toen hij Voor het vuurpeloton stond, moest kolonel Aureliano Buendía vast aan die verre middag denken waarop zijn vader hem had meegenomen om het ijs te leren kennen. Macondo was in die tijd nog een gehucht van twintig huisjes van leem en riet op de oever van een snelstromende rivier die zich met haar doorschijnende wateren over een bedding spoedde van gladde stenen, wit en enorm als prehistorische eieren. De wereld was nog zo jong dar veel dingen geen naam hadden, en als je het over ze wilde hebben, moest je ze met je vinger aanwijzen. Elk jaar verscheen er in de maand maan een haveloze zigeuner-familie die haar tent vlak bij het gehucht opsloeg en met veel misbaar van fluiten en trommels de nieuwe uitvindingen bekendmaakte. Als eerste brachten ze de magneet mee. Een grote dikke zigeuner met een woeste baard en handen als mussenpootjes, die zich voorstelde als Melquíades, hield een gruwelijke openbare demonstratie van wat hij zelf het achtste wonder van de wijze alchemisten uit Macedonië noemde. Hij ging van huis tot huis met twee metalen staven die hij achter zich aan sleepte, en alle mensen schrokken zich wild toen ze zagen dat de grote en de kleine pannen, de nijptangen en de kookkomforen van de muur vielen, toen ze de planken hoorden kraken door de verwoede pogingen van spijkers en schroeven zich los te wrikken, en voorwerpen die ze al tijden kwijt waren, tevoorschijn kwamen op plekken waar ze er het vaakst naar hadden gezocht en zich in ordeloze vlucht achter de magische ijzers van Melquiades aan sleepten. ‘De dingen hebben een eigen leven,’ verkondigde de zigeuner, die een sterk accent had, ‘je moet hun ziel wakker schudden, dat is alles.’ José Arcadio Buendfa, wiens mateloze verbeeldingskracht altijd verder ging dan het vernuft van de natuur en nog veel verder dan de wonderen en de magie, bedacht dat hij van die nutteloze uitvinding gebruik kon maken om goud uit de grond te halen.”

 

 
Gabriel García Márquez (6 maart 1928 – 17 april 2014)
Cover

 

De Nederlandse dichteres Marijke Hanegraaf werd op 6 maart 1946 geboren in Tilburg. Zie ook alle tags voor Marijke Hanegraaf op dit blog.

 

Het oog van de duif

Zijn kop opzij ligt op de drempel
van mijn huis een duif te sterven.
In zijn oog zie ik dat hij het weet.

Een paar veertjes ginds op het pad
een drupje bloed op een tegel
zo eenvoudig laat de duif het leven

precies in mijn portiek, met zon erop.
Ik leg hem behoedzaam in een doosje.
Dat mijn tuin voor hem de wereld was.

En nu vertrouwt de duif de dood.
Hij vouwt zijn vleugels om zich heen
doet zichzelf een rouwjas om.

 

Iets niet vinden

Bij het opruimen van de werkkast vind ik
een stukje metaal van twee bij drie

met een bizar buisje. Ik wist niet
dat zoiets bestond en dat ik het had.

Het ziet er vreemd uit
maar nuttig en doelgericht.

Zo onbuigzaam aanwezig
en onweerlegbaar de moeite waard.

Ik draai het tussen mijn vingers alsof
een gebaar het gebruik kan onthullen.

Iemand kan zeggen waar het voor dient
kan zeggen gooi het niet weg

iemand die in de wereld de verbindingen kent.

 

 
Marijke Hanegraaf (Tilburg, 6 maart 1946)

 

De Engelse dichter en schrijver Jeremy Reed werd geboren op 6 maart 1951 op Jersey. Zie ook alle tags voor Jeremy Reed op dit blog.

Uit: Boy Caesar

“Alone and waiting for his tutor to return him to the world of Ovid’s Metamorphoses, he busied himself regrouping a vase of candy-pink peonies. The cerise, fist-sized flowers were the colour of sunsets he had known while out riding, the sweat stinging his eyes as he pushed a strawberry roan to overkill in the foothills. His mother had taught him always to be alert to his destiny. For years he had devoted himself exclusively to the cult of the sun-god Elagabal, worshipped at Emesa in the form of a black phallic stone, universally believed to have dropped there out of the sky. He was, as he reminded himself, blood of the Emesan dynasty as well as an emperor in the making. But he was, above all, impatient. The overbite he brought to life was a response to the feeling that he would die young. He could get no purchase on the idea of growing old and of his biological arc peaking.
When his tutor came into the room it was to complain of the violent rainstorms. Despite the use of a saucer-shaped orange umbrella, he was wet through. Heliogabalus had a lot of time for the unorthodox Serge, a man who pointed up the aesthetic aspect of every study. Serge reminded him at times of the little incidental detail used to decorate an almond cake: the cherry dipped in alcohol.
‘We’ll look at what Ovid has to say of Tiresias’ encounter with the snakes today,’ Serge said. ‘But there’s important news awaiting you, and the lesson may be cut short. Something to do with war and the necessity to act fast.’
‘How I wish they could get it over quickly,’ Heliogabalus said. ‘I’ve no interest in politics.’
‘We live or die by affairs of state. You must learn at all times to be diplomatic.’
‘But I won’t be manipulated,’ Heliogabalus fired off, feeling his individuality come up in a rush of confused emotions.
‘These are dangerous things for a young man to say,’ Serge cautioned, the tone of his voice implying a shared complicity of ideas.
Heliogabalus could hear the big rains washing the glass conservatory. His mind jumped to Ovid’s story of Tiresias and how the latter had undergone a sex-change after disturbing two snakes mating in the forest. The way he interpreted it was to read the encounter as a metaphor for the subject’s initiation into the underworld mysteries. Tiresias in being changed into his opposite was also engaged in the process of becoming himself. Serge had encouraged him in his particular take on the theme of transformation, a subject so dear to Heliogabalus that he could place himself in the story and imagine the powerful hormonal switch triggered in his endocrine glands. He had wanted to call musicians in and make a performance of the scene, but Serge had advised against it, saying that the intentions could be misinterpreted.”

 

 
Jeremy Reed (Jersey, 6 maart 1951)
Cover

 

De Nederlandse cabaretier, acteur, schrijver en zanger Thomas Acda werd geboren in Amsterdam op 6 maart 1967. Zie ook alle tags voor Thomas Acda op dit blog.

Uit: Onderweg met Roadie

“Vier mensen voor me in de rij, en de vrouw bij de kassa die net zo hoog is als breed slaat weer verkeerd aan. Ik zal in de tussentijd uitleggen wat Powers of Ten is. Fantastische dvd, die steeds keer tien vergroot en verkleint. Een man en een vrouw liggen aan het meer bij Chicago te picknicken. Er wordt uitgezoomd, we gaan steeds hoger, verliezen die twee mensen uit het oog en komen in de dampkring, het heelal en verder en verder tussen de sterren. En dan gaan we terug. Naar beneden weer. Naar dat stel. En beyond, want we gaan de arm van die vrouw in. Het bloedstelsel, tot en met het kleinste atoom. Als ik die dvd tegenkom, koop ik hem. Aanvankelijk omdat ik bang was dat die eerste dvd ermee op zou houden — wat onzin is, want ik kijk hem nooit. Door slijtage zal-ie niet ten onder gaan. Later kocht ik hem steeds omdat ik vond dat ik een tik moest hebben. Een mens moet toch iets geks hebben, iets waaraan je herkend wordt. Je signatuur. Ik reken af en loop over het parkeerterrein terug naar de auto, een Land Rover D110 cabriolet. Jawel, die bestaat, al is het de enige ter wereld en is hij niet geheel vrijwillig cabriolet geworden. Maakt niet uit, dat dak rammelde als een gek. Dat is allemaal allang gebeurd, daar kom ik op terug. Dat beest daar is Roadie, in die auto zonder dak, achter het stuurwiel. Lach maar, die hond gaat een medaille krijgen. Dezelfde als Elvis ooit kreeg. Van Nixon. Alleen krijgt Roadie hem niet van een liegende president die de medaille voor de war on drugs aan de meest charismatische junk ooit uitreikte. Het hondje is een dingo, zegt zijn eigenaresse. Gevonden langs de kant van de weg, net buiten Los Angeles. Op Highway 10, San Bernardino. Enfin, ik vertel het allemaal nog wel, maar laat ik eerst instappen en het laatste stuk afleggen. Deze dingo moet in Los Angeles worden afgeleverd en dan is mijn loutering een feit. Start van een nieuw leven en daar heb ik heel veel zin in. Ik gooi de dvd op de achterbank en zeg tegen Roadie dat hij achter het stuur vandaan moet komen. Niet alles hoeft te veranderen. En dan is het idee al geboren. Ik ken het stuk weg dat we straks gaan rij den. Jaren geleden hebben Ex en ik op onze huwelijksreis onze auto midden op de weg stilgezet en zijn op het asfalt gaan liggen — we lagen er zo onbeweeglijk dat de gieren kwamen cirkelen. Tenminste, dat was de bedoeling. Ik weet niet of ze ook echt gekomen zijn. Normaliter zou ik die gieren moeiteloos in het verhaal verweven hebben. Het is veel beter voor het verhaal, toch? Paar gieren. En bovendien, wat ga jij doen, het controleren? We rijden over een klein woestijnweggetje richting Las Cruces. 70 mijl per uur, zon brandend boven ons, maar wij zijn allang niet meer onder de indruk.”

 

 
Thomas Acda (Amsterdam, 6 maart 1967)

 

De Duitse dichter en schrijver Günter Kunert werd geboren op 6 maart 1929 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Günter Kunert op dit blog.

 

Für mehr als mich

Ich bin ein Sucher
Eines Weges
Der breiter ist
Als ich.

Nicht zu schmal.
Kein Ein-Mann-Weg.
Aber auch keine
Staubige, tausendmal
überlaufene Bahn.

Ich bin ein Sucher
Eines Weges.
Sucher eines Weges
Für mehr
Als mich.

 

Leute

Kleine Leute, große Leute
gab es gestern, gibt es heute
wird es sicher immer geben,
über, unter, hinter, neben

dir und mir und ihm und ihr:
Kleine, Große sind wie wir.
Größer als ein Großer kann
aber sein ein kleiner Mann

Klein und groß sagt gar nichts aus,
sondern nur, was einer daraus
für sich selbst und alle macht
Darum habe darauf acht:

Wer den andren hilft und stützt
und sich nicht nur selber nützt,
hat das richtige Format –
ob ein Zwerg er oder grad

lang wie eine Latte ist
oder einen Meter mißt
Kleine Leute, große Leute
gab es gestern, gibt es heute.

 

 
Günter Kunert (Berlijn, 6 maart 1929)

 

De Surinaamse schrijver Clark Accord werd op 6 maart 1961 geboren in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. Zie ook alle tags voor Clark Accord op dit blog.

Uit: The Queen From Paramaribo (Vertaald door Susan Massotty)

“She took a snowy white handkerchief from her bag and sprinkled it with Boldoot.
Gently, she dabbed the cologne on her neck and cleavage and sank back into the soft cushions, enjoying the perfume’s refreshing coolness. She checked her make-up in the rear-view mirror. The black stripe of kohl showed her eyes to great advantage – it made them look mysterious, an effect that had been accentuated by the use of taupe eye shadow. Bloodred lipstick had been carefully applied to her full lips, just inside the lip line. She had added a little blush just under the cheekbones to soften the angular shape of her face. Satisfied with what she saw in the mirror, she patted her face here and there to eliminate the shiny spots.
With a slight jolt, the car came to a stop outside the Halikibe. The driver drummed his fingers impatiently on the walnut dashboard while he waited for someone to open the car door for her. The path to the en trance had been cordoned off, and a row of burly young men had been stationed at intervals to hold back the overly eager public.
Like vultures, the crowd descended on the car, and people bent over to stare in the window.
“She looks like a princess!” cried a woman in an awestruck voice.
Betsy’s evening was complete. She was in seventh heaven. A compliment from another woman, no less.
Gallantly, one of the bodyguards opened the door for her. She thanked him with a majestic nod. The crowd held its breath.
For one second you could have heard a pin drop. Then the silence was broken.
“Wow, what a dress! She sure is beautiful!”
“I’ve never seen a dress like that. There must be at least a thousand beads…!”

 
Clark Accord (6 maart 1961 – 11 mei 2011)
Cover

 

De Engelse dichteres Elizabeth Barrett Browning werd op 6 maart 1806 geboren in Durham, Engeland. Zie ook alle tags voor Elizabeth Barrett Browning op dit blog.

 

Sonnet VI

Go from me. Yet I feel that I shall stand
Henceforward in thy shadow. Nevermore
Alone upon the threshold of my door
Of individual life, I shall command
The uses of my soul, nor lift my hand
Serenely in the sunshine as before,
Without the sense of that which I forbore–
Thy touch upon the palm. The widest land
Doom takes to part us, leaves thy heart in mine
With pulses that beat double. What I do
And what I dream include thee, as the wine
Must taste of its own grapes. And when I sue
God for myself, He hears that name of thine,
And sees within my eyes the tears of two.

 

Sonnet VII

The face of all the world is changed, I think,
Since first I heard the footsteps of thy soul
Move still, oh, still, beside me, as they stole
Betwixt me and the dreadful outer brink
Of obvious death, where I, who thought to sink,
Was caught up into love, and taught the whole
Of life in a new rhythm. The cup of dole
God gave for baptism, I am fain to drink,
And praise its sweetness, Sweet, with thee anear.
The names of country, heaven, are changed away
For where thou art or shalt be, there or here;
And this . . . this lute and song . . . loved yesterday,
(The singing angels know) are only dear
Because thy name moves right in what they say.

 

 
Elizabeth Barrett Browning (6 maart 1806 – 29 juni 1861) 
Boekenkast met borstbeelden van Robert en Elizabeth Barrett Browning in Casa Guidi, Florence. Het huis werd door het echtpaar bewoond tussen 1847 en Browning’s dood in 1861 

 

De Italiaanse beeldhouwer, schilder, architect en dichter Michelangelo werd geboren op 6 maart 1475 in Caprese. Zie ook alle tags voor Michelangelo op dit blog.

 

Love Feeds The Flame Of Age

When masters bind a slave with cruel chain,
And keep him hope-forlorn in bondage pent,
Use tames his temper to imprisonment,
And hardly would he fain be free again.
Use curbs the snake and tiger, and doth train
Fierce woodland lions to bear chastisement;
And the young artist, all with toil forspent,
By constant use a giant’s strength doth gain
But with the force of flame it is not so:
For while fire sucks the sap of the green wood,
It warms a frore old man and makes him grow;
With such fine heat of youth and lustihood
Filling his heart and teaching it to glow,
That love enfolds him with beatitude.
If then in playful mood
He sport and jest, old age need no man blame;
For loving things divine implies no shame.
The soul that knows her aim,
Sins not by loving God’s own counterfeit-
Due measure kept, and bounds, and order meet.

 

Vertaald door John Addington Symonds

 

 
Michelangelo (6 maart 1475 – 18 februari 1564) 
Portret door Daniele da Volterra, ca. 1544

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e maart ook mijn blog van 6 maart 2016 deel 2 en eveneens deel 3 en eveneens mijn blog van 6 maart 2009..