De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Hij kwam ter wereld als de zoon van een Belgische actrice en een uit het Egyptische Alexandrië afkomstige Joods-Italiaanse man, die elkaar in 1942 in Parijs ontmoetten. In 1972 ontving hij de Grand Prix du Roman van de Académie Française voor zijn derde roman, Les Boulevards de ceinture (verschenen in datzelfde jaar). Zes jaar later ontving hij de prestigieuze Prix Goncourt voor zijn eerder dat jaar verschenen roman Rue des boutiques obscures. Herinneringen aan en de zoektocht naar het eigen verleden staan centraal in Modiano’s werk. Dat werk kenmerkt zich door een gedempte, melancholieke toon die langzamerhand zijn handelsmerk is geworden.
Uit: Dora Bruder (1996)
“A quel moment, et pour quelles raisons exactes, Dora Bruder avait-elle été envoyée aux Tourelles? Je me demandais s’il existait un document, une trace qui m’aurait fourni une réponse. J’en étais réduit aux suppositions. On l’avait sans doute arrêtée dans la rue. En février 1942 – deux mois avaient passé depuis sa fugue – les Allemands avaient promulgué une ordonnance interdisant aux juifs de Paris de quitter leur domicile après vingt heures et de changer d’adresse. La surveillance dans les rues était donc devenue plus sévère que les mois précédents. J’avais fini par me persuader que c’était en ce glacial et lugubre mois de février où la Police des questions juives tendait des traquenards dans les couloirs du métro, à l’entrée des cinémas ou à la sortie des théâtres, que Dora s’était fait prendre. Il me paraissait même étonnant qu’une fille de seize ans, dont la police savait qu’elle avait disparu en décembre et connaissait le signalement, ait pu échapper aux recherches pendant tout ce temps. A moins d’avoir trouvé une planque. Mais laquelle, dans ce Paris de l’hiver 1941-1942, qui fut le plus ténébreux et le plus dur hiver de l’Occupation, avec, dès le mois de novembre, des chutes de neige, une température de moins quinze en janvier, l’eau gelée partout, le verglas, la neige de nouveau en grande abondance au mois de février? Quel était donc son refuge? Et comment faisait-elle pour survivre dans ce Paris-là?”
Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)
De Mexicaanse dichter, schrijver, vertaler, televisiepresentator en ondernemer Salvador Novo werd geboren op 30 juli 1904 in Mexico City. Als bekende intellectueel oefende hij invloed uit op politiek, media, kunsten en de Mexicaanse maatschapij in het algemeen. Novo bestreed het machismo en het conservatieve katholicisme dat in de Mexicaanse cultuur dominant was alleen al door geen moeite te doen om zijn homosexualiteit te verbergen. Hij werd echter geaccepteerd door de regering en bekleedde officiele posten op het gebied van de cultuur. Ook werd hij gekozen in de Mexicaanse Taal Academie en had hij een televisieprogramma over de geschiedenis van het land.
Naast jouw lichaam
Naast jouw lichaam volledig overgeleverd aan het mijne,
naast jouw lieve schouders waar de wegen van jouw omhelzing zijn geboren,
waar jouw stem en glans zijn geboren, ver en helder,
voelde ik plots de oneindige leegte van zijn afwezigheid.
Gedurende al die jaren dat ik hem zo miste
als een klimmende wijnstok die kleeft aan de wind,
heb ik gevoeld hoe hij komt en gaat bij iedere ontmoeting,
en elke dag verscheur ik gretig een boodschap die niets dan een afspraak bevat,
en zijn naam groeit grootser en trilt dieper iedere keer
omdat zijn stem enkel daar is voor mijn oren,
omdat mijn ogen blind werden toen hij vertrok,
en mijn ziel een grote verlaten tempel werd.
Maar dit lichaam van jou is een vreemde god,
gesmeed met herinneringen, een weerspiegeling van mijzelf
zacht door mijn gratie, glorieus door mijn verlangens,
een masker
standbeeld dat ik heb opgericht in zijn herinnering.
Salvador Novo (30 juli 1904 – 13 januari 1974)
De Engelse schrijfster Emily Brontë werd geboren in Thornton in Yorkshire op 30 juli 1818. Zie ook mijn blog van 30 juli 2006.
Uit: Wuthering Heights
“1801. – I have just returned from a visit to my landlord – the solitary neighbour that I shall be troubled with. This is certainly a beautiful country! In all England, I do not believe that I could have fixed on a situation so completely removed from the stir of society. A perfect misanthropist’s heaven: and Mr. Heathcliff and I are such a suitable pair to divide the desolation between us. A capital fellow! He little imagined how my heart warmed towards him when I beheld his black eyes withdraw so suspiciously under their brows, as I rode up, and when his fingers sheltered themselves, with a jealous
resolution, still further in his waistcoat, as I announced my name. ‘Mr. Heathcliff?’ I said.
A nod was the answer.
‘Mr. Lockwood, your new tenant, sir. I do myself the honour of calling as soon as possible after my arrival, to express the hope that I have not inconvenienced you by my perseverance in soliciting the occupation of Thrushcross Grange: I heard yesterday you had had some thoughts – ‘
‘Thrushcross Grange is my own, sir,’ he interrupted, wincing. ‘I should not allow any one to inconvenience me, if I could hinder it – walk in!’
The ‘walk in’ was uttered with closed teeth, and expressed the sentiment, ‘Go to the Deuce:’ even the gate over which he leant manifested no sympathising movement to the words; and I think that circumstance determined me to accept the invitation: I felt interested in a man who seemed more exaggeratedly reserved than myself.”
Emily Brontë (30 juli 1818 – 19 december 1848)
De Nederlandse publicist, journalist en politicus Jacques de Kadt werd geboren op 30 juli 1897 in Oss. De Kadt begon zijn politieke loopbaan als communist. Hij was medewerker aan De Nieuwe Tijd, maar werd al in 1923 geroyeerd vanwege zijn oppositie. Na deze jeugdervaringen werd hij later fel bestrijder van het communisme. Hij redigeerde samen met S. Tas het maandblad De Nieuwe Kern (1934-1940). In 1940 week hij via Londen uit naar Java, waar hij contacten legde met Nederlandse en Indonesische intellectuelen en schrijvers. Na in WO II door de Japanners geïnterneerd te zijn geweest, werkte De Kadt nog enige tijd als correspondent in Jakarta. Hij repatrieerde in 1946, was socialistisch afgevaardigde in de Tweede Kamer (1946-1963), maar verliet echter de PvdA toen deze partij zich in links-radicale richting ontwikkelde.
In zijn hoofdwerk Het facisme en de nieuwe vrijheid (1939) verdedigt hij de democratische westerse cultuur.
Uit: Tegen het politieke gangsterisme
“Trotzky heeft zich in 1917 overgegeven aan het Leninisme en aan de zo juist geformuleerde interpretatie van het Marxisme, en hij is er nooit meer in geslaagd zich daaraan te ontworstelen. Daarom is zijn critiek op het Stalinisme nooit allesomvattend geweest en daarom heeft hij zich nooit kunnen losmaken van een principiële aanvaarding van de Russische Staat, evenmin als van een kijk op de socialistische revolutie die de aanvaarding van het gangsteristisch principe in zich sloot. Het is zijn tragedie dat hij ten slotte politiek en persoonlijk aan dat gangsterisme te gronde is gegaan.
Men komt er vanzelf toe Trotzky’s ‘Stalin’ te vergelijken met ‘Staline’, het boek van Boris Souvarine. En dan moet men tot de conclusie komen dat Souvarine, met zijn onafhankelijkheid t.o.v. het Leninisme en van de Russische Staat, met zijn onafhankelijkheid ook t.a.v. het Marxisme, dat hij door en door kent, een veel juister beeld heeft gegeven van Stalin, z’n leven als obscuur socialistisch propagandist, z’n verwerven van bekendheid in Bolsjewistische kringen, niet door politieke of intellectuele bekwaamheid, maar als organisator van ‘onteigeningen’ die aan de grenzen van het gangsterisme liggen, en door machinaties in de partij, z’n opkomst in de leiding van de partij als instrument van Lenin, z’n fiasco als zelfstandig leider vóór Lenins komst in Rusland in 1917, z’n verdere werkzaamheden in de organisatie van de partij, waarbij hij de politieke leiding van Lenin aanvaardt, doch tegelijkertijd een geweldige persoonlijke macht weet te scheppen als bestuurder van het apparaat.”
Jacques de Kadt (30 juli 1897 – 16 april 1988)
De Schotse schrijver Alexander Trocchi werd geboren op 30 juli 1925 in Glasgow. Trocchi kan worden aangemerkt als een vroege wegbereider van een fusie van elementen uit de Amerikaanse underground en de Europese artistieke en politieke avant-garde: zijn kennismaking met Burroughs maakte deel uit van zijn project sigma – een forum voor ‘astronauts of inner space’. Zoals Burroughs aantrad als theoreticus en de oudere mentor van de Beat Generation, zo trad Trocchi sinds oktober 1955 op als de peetvader van de Internationale Lettristen en hun opvolger, de Internationale Situationisten. Beide bewegingen stonden een ingrijpende wijziging van maatschappelijke, culturele en artistieke verhoudingen voor. Trocchi verwierp kunst en werk als disciplinerende instituties en verdiende de kost met het schrijven van pornografische literatuur. Aangezien pornografie in Engeland verboden was verschenen enkele werken bij de Parijse uitgever Maurice Girodias die met zijn Olympia Press controversiële literatuur in het Engels en het Frans uitgaf. Trocchi was ook een junk die graag opiaten gebruikte. Hij werd in 1960 gearresteerd door de douane toen hij in het bezit van dope naar de Verenigde Staten reisde. Nadat Trocchi was opgepakt organiseerden enkele situationisten – die zich twee jaar eerder hadden opgericht – de solidariteitsactie ‘Hands Off Alexander Trocchi’. Trocchi’s novelle Young Adam uit 1957 werd in 2003 verfilmd door David Mackenzie.
Uit: Young Adam
“And I remembered Cathie, whom I had lived with for two years before I ever came to the barge, and how sometimes I had looked at her and felt appalled by a sense of distance. Say she was sitting on the bed with her knees up, a book in her hands. Somehow, I was not convinced. She was there, but only indirectly, like the wallpaper or the cart drawing up in the street outside the window. I
can remember as a small boy I loved touching things, trees, cats, flowers. I saw a violet or a rose but I had to destroy the distance, to feel the soft petals with my fingers, with my cheek; I had to draw the smell of it inside me and feel it living in myself. It was the same with Cathie. I had to go over and bury my head in her thighs to feel her in my nostrils, to move my hand over her, and finally to draw her whole warm body close to me. But even that was not enough. Even touch was deficient. Perhaps she would be lying naked in my arms. I desired suddenly to see what it was that was so soft and moist and warm. Her body. But that was an abstraction, handy like a price-tag. It had nothing to do with the existence. I drew away from her and scrutinised her, the small breasts with their dull purple tips, the firm brown heap of her belly, and the resilient fleshiness of her thighs. Her buttocks were smooth and yellow, rounded like marble.”
Alexander Trocchi (30 juli 1925 – 15 april 1984)
De Amerikaanse schrijver Cherie Priest werd geboren in Tampa op 30 juli 1975. Haar bekendste roman is Four and Twenty Blackbirds uit 2003. Ook publiceert zij twee blogs, een persoonlijk, een een beroepshalve. Het succes van haar eerste roman werd wel toegeschreven aan haar aanwezigheid op internet en aan het “netwerk” dat zij onderhoudt met andere bloggers.
Uit: Four and Twenty Blackbirds
“Draw me a picture of someplace you’ve been that you liked very much,” Mrs. Patterson suggested, pronouncing each word with the firm, specific articulation peculiar to those who work with children. “It can be anyplace at all-an amusement park, a playground, a tree house or your bedroom. Maybe you went on vacation once and visited the beach. You could draw the ocean with seagulls and shells. Or maybe you went camping on the mountain. You might have gone down to the waterfall for a picnic, or up to Sunset Rock. Pick a place special to you, and when you’re finished, we’ll put your pictures up on the bulletin board in the hallway.”
I cringed, staring down at the blank sheet of coarse cream paper. Before me was a plastic tub filled with fat, fruit-scented markers, ripe for the choosing. While the other kids at my table dove into a frenzy of scribbles I stalled for time, popping the lid off each color and sniffing for inspiration.
Red is for cherries. Purple is for grape. Green is for . . . I didn’t recognize the scent.
But green is for . . . yes, green is for water.
I jammed the lid onto the back of the marker and began to scrawl a wide pool across the bottom half of the sheet. Green is for water. And for alligators. I picked up the yellow marker (supposed to be lemons, but smelled like detergent) and drew two periscope eyeballs poking up through the swirls. Then I outlined them with black (licorice) and drew a long snout with two bumps for nostrils.”
Cherie Priest (Tampa, 30 juli 1975)