Pem Sluijter, Max Frisch, W.J.M. Bronzwaer, Frits van Oostrom


De Nederlandse dichteres en schrijfster Pem Sluijter werd geboren in Middelburg op 15 mei 1939. Zie ook alle tags voor Pem Sluijter op dit blog.

 

 

Niet meer dezelfden

 

Drie koningen staan

uit aanbidding op niet meer dezelfden.

De sterreus die hen

de onzekere tocht deed wagen

met weerbarstige kamelen nukkige

drijvers en uitflakkerend vuur

moet teruggekeerd zijn in haar baan,

mogelijk als supernova ingestort;

zwart groeiend gat waar eerst

de hemel openstond –je zag en hoorde.

 

De nacht springt op onveilig.

 

Een Nessushemd is ten paleize uitgelegd

na hun bezoek. Zij, die de Koning

der koningen onder koningen zochten

misleid door eigen logica,

vertrekken omzichtig.

 

De ezel balkt kort naar de os,

in Rama laat een vrouw

haar rouwkreet horen.

 

Deze Geboorte betekent niet minder

dan de Dood, dood voor hen.

Bittere folterende pijn. Nooit meer

dezelfden; geen geruststelling

vinden in het leven dat zij kennen

waaraan zij zijn gewend waarnaar zij

terugkeren in hun koninkrijken.

 

 

 

Pem Sluijter (15 mei 1939 – 18 december 2007)

Middelburg, Abdijplein met de Lange Jan toren





De Zwitserse schrijver en architect Max Frisch werd geboren in Zürich op 15 mei 1911. Zie ook alle tags voor Max Frisch op dit blog.

 

Uit: Max Frisch (Biografie door Volker Hage)

 

“Frisch, siebzig Jahre alt, erlebt die Stabilität seines Ruhms. Zu Popularität brachte er es schon bald drei Jahrzehnte zuvor, nicht sogleich mit den ersten Veröffentlichungen, doch früh genug, um den Erfolg als Rückenstärkung zu erleben. Nun erweist sich, dass das kein Saisonerfolg gewesen ist.Max Frisch ist längst ein moderner Klassiker, attraktiv geblieben auch für ein junges Publikum, das ihn nicht nur für die Schule liest. Es wundert ihn, dass seine Ansichten über Liebe und Ehe auch für junge Leute interessant sind, nicht nur für Germanisten. Und er sagt: Das ist natürlich etwas Schönes, diese Leserpräsenz. Er spricht nüchtern über seine Popularität, nicht eigentlich bescheiden, durchaus selbstbewusst: Es sind eben Fakten. Wozu Versteck spielen? Und doch zeigt sich mit jedem Wort, dass Frisch nicht zu den Selbstgefälligen gehört.Was er geleistet hat, ist schwer errungen. Darauf ist er vielleicht ein wenig stolz: es ausgehalten zu haben. Erfolg? Der nimmt den Zweifel nicht weg.

Seine Theaterstücke Biedermann und die Brandstifter und Andorra zählen zu den meistgespielten deutschsprachigen Dramen des 20. Jahrhunderts. Sein Prosawerk – Romane, Tagebücher und

Erzählungen – wird seit Jahrzehnten gelesen und diskutiert. Stiller, Homo faber undMeinName sei Gantenbein haben nicht nur beim Publikum, sondern auch in der Forschung nachhaltig Resonanz

gefunden.”

 

 

Max Frisch (15 mei 1911 – 4 april 1991)

 

 

De Nederlandse letterkundige, essayist en criticus W.J.M. Bronzwaer werd geboren op 15 mei 1936 in Heerlen. Zie ook alle tags voor W. J. M. Bronzwaer op dit blog.

 

Uit: Lessen in Lyriek

 

Emotie en uitdrukking

En de dansende vrouwen hieven een beurtzang aan en zongen:
‘Bij duizenden sloeg Saul ze neer,
Maar David bij tienduizenden!’
(1 Samuel 18, 6)

 

In deze korte episode uit het oudtestamentische verslag van de oorlog tussen de Filistijnen en de Israëlieten maken we, als het ware, de geboorte van de poëzie mee. Poëzie is een bijzondere vorm van taalgebruik en de belangrijkste kenmerken ervan laten zich aan het voorbeeld aflezen.

Allereerst is in het fragment niet alle taal poëtisch. Het gedeelte dat we als poëtisch herkennen wordt voorafgegaan door een niet-poëtische, als men wil prozaïsche, mededeling. Het poëtische gedeelte is ingebed in een niet-poëtisch kader. De verschillen tussen het kader en de poëtische inbedding doen de bijzondere kenmerken van het poëtische taalgebruik door contrastwerking opvallen. Nu is het zeker niet zo dat wij poëzie altijd aantreffen in zo’n kader. Meestal wordt een gedicht zonder inleidende of uitluidende tekst gepresenteerd. Maar er zijn vele redenen om aan te nemen dat de poëzie in de vroegste stadia van haar bestaan, waarin zij bovendien altijd mondeling werd voorgedragen, doorgaans het karakter had van een tekst die op bijzondere wijze fungeerde binnen een niet-poëtisch kader. Die vroegste poëzie bestond uit arbeidsliederen, marsliederen, lofliederen, klaagzangen, jubelzangen en rituele gezangen, die als het ware steeds ‘op instructie’ werden gezongen. De instructie kwam voort uit een praktische situatie, waarin doelmatig werd gehandeld: er werd gewerkt, gedanst, gemarcheerd, de godheid werd vereerd, een held werd bejubeld. In ons voorbeeld wordt het kader van de poëtische tekst gevormd door de doelmatige of pragmatische situatie die door de geschiedschrijver in prozaïsche vorm wordt meegedeeld. De eerste zin van het fragment bevat de schriftelijke neerslag door de kroniekschrijver van de pragmatische instructie, die de Israëlitische vrouwen in poëzie doet uitbarsten.“

 

 


W.J.M. Bronzwaer (15 mei 1936 – 20 januari 1999)

 

 

 

 

De Nederlandse historisch letterkundige Frits van Oostrom werd geboren in Utrecht op 15 mei 1953. Zie ook alle tags voor Frits van Oostrom op dit blog.

 

Uit: Stemmen op schrift

 

„In het Latijn zijn ons uit de middeleeuwse Lage Landen volop handschriften overgeleverd.
In 975 schonken de Hollandse graaf Dirk II en zijn gemalin Hildegard de benedictijner abdij Egmond een zeer kostbaar evangelie: het Evangelarium van Egmond. Volgens kenners is het boek in het derde kwart van de negende eeuw in Reims (Noord-Frankrijk) vervaardigd. Aan het begin van elk van de vier evangeliën staat een illustratie. Achter in het boek zijn twee grote tekeningen toegevoegd. De ene afbeelding toont Dirk en Hildegard geknield voor de beschermheilige van Egmond. De andere afbeelding toont hoe Dirk en Hildegard het evangelie plechtig plaatsen op het Egmondse altaar.
Het Latijn had in de tiende eeuw nog het alleenrecht op bijbel en liturgie. Hoezeer Latijn binnen de muren domineerde, blijkt overduidelijk uit de bewaarde boekenlijst uit omstreeks 1530. In totaal beloopt de inventarisatie zo’n 250 banden. En hoewel de lijst uit 1530 zeker niet het complete boekenbezit van Egmond documenteert, is het heel sprekend dat het bij al die items exclusief om boeken gaat in het Latijn. Op één item na: een psalter met glossen in het Diets of Duits.
Er werd veel geschreven in Egmond en het alleroudste Nederlandstalige boek werd omstreeks 1100 in dit klooster geschreven. Het boek staat bekend als de Egmondse Williram. Abt Williram schreef rond 1060 nabij München een commentaar op het oudtestamentische Hooglied. Het handschrift bevat de tekst van de Vulgaat, de nieuwe berijming in het Latijn en het commentaar in het Oudnederlands.“

 

 

Frits van Oostrom (Utrecht, 15 mei 1953)

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e mei ook mijn blog van 15 mei 2011 deel 2 en eveneens deel 3.