Philip Huff, Ellis Peters, Ben Greenman, Thijs Zonneveld, Prosper Mérimée

De Nederlandse schrijver Philip Huff werd geboren op 28 september 1984 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Philip Huff op dit blog.

 

Uit: Niemand in de stad

 

“De laatste keer dat ik Jacob sprak, was vorig jaar mei. Hij belde vanuit Londen. Het was één uur ’s nachts en ik stond met Matt op de stoep van het Weeshuis. Ik wist niet dat het de laatste keer was dat ik Jacob zou spreken, natuurlijk, anders had ik zinniger dingen gezegd.
Had ik misschien wat gehoord.
Jacob was nooit iemand die het hart op zijn tong had. Ook die avond zei hij gewoon: ‘Bhiek, met Jacob. Hoe is het?’
‘Goed,’ antwoordde ik.
Ik loog: twee maanden daarvoor was mijn avontuur met Karen op de klippen gelopen en ik zat daar nog steeds mee. Ik had alleen geen zin erover te spreken. Dus zei ik hem dat we met Vondel vergaderden, en dat we even geschorst hadden voor het nabroodje.
Als ik eraan terugdenk, herinner ik me wat schorheid in Jacobs stem. Maar dat kan ook komen doordat mijn volgende beeld van Jacob het einde van het verhaal is.
Ik dacht tijdens het telefoongesprek aan de laatste keer dat ik Jacob in levenden lijve zag, enkele weken eerder. Dat was een rare, toevallige ontmoeting geweest. Wij waren niet langer de vrienden die we in onze eerste jaren in Amsterdam waren geweest. Of, misschien juist wel. Misschien waren wij precies de vrienden die wij toen ook waren. Ik weet het niet.
Het was in een kroeg in de Huidenstraat waar ik af en toe heen ging om de weekbladen te lezen. Jacob zat aan de grote tafel achter het glas. Het was een vreemde ochtend. Ik zei hem in ieder geval niet wat ik had moeten zeggen, en ook Jacob deed dat niet.
‘Goed,’ zeiden we. ‘Heel, goed.’
Jacob had verder niet veel te melden, de avond dat hij mij belde. Hij belde zomaar, zei hij, om te vragen hoe het met me was.
‘Goed,’ zei ik toen dus weer. ‘Uitstekend, zelfs.’ En Matt keek me aan en knikte. ‘Maar ik moet ophangen,’ zei ik. ‘We beginnen weer.’
‘Oké,’ zei Jacob.
‘We bellen snel,’ zei ik. ‘En dan wat langer.’
‘Ja,’ zei Jacob. ‘We bellen snel weer.’

 

 

 

Philip Huff (Zwolle, 28 september 1984)

 

De Engelse schrijfster Ellis Peters werd op 28 september 1913 als Edith Pargeter geboren in Horsehay. Zie ook ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voor Ellis Peters op dit blog.

 

Uit: One Corpse Too Many

 

“And talk they did… Each of them took up the thread from the other, as though handed it in a fixed and formal ceremony, like a favour in a dance. Even their voices had grown somehow alike, as if they matched tones without understanding that they did it. They had not the least idea, as yet, that they were in love.”

(…)

 

 

Derek Jacobi als Cadfael

 

 

“I am not such a fool as all that,’ said Hugh reprovingly, and shook a finger at his friend. ‘For shame, Cadfael! You go to bed and sleep well, and rise fresh to the trial. And now I suppose you will insist on being my deputy and advocate to heaven?’

‘No,” said Cadfael grudgingly. ‘I shall sleep, and get up only when the bell rings for me. Am I to have less faith than an impudent heathen like you?’

(…)

 

‘The trouble with me,’ he thought unhappily, ‘is that I have been about the world long enough to know that God’s plans for us, however infallibly good, may not take the form that we expect and demand. And I find an immense potential for rebellion in this old heart, if God, for no matter what perfect end, choose to take Hugh Beringar out of this world and leave Adam Courcelle in it.’

 

 

Ellis Peters (28 september 1913 – 14 oktober 1995)

 

 

 

De Amerikaanse schrijver en uitgever Ben Greenman werd geboren op 28 september 1969 in Chicago. Zie ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voor Ben Greenman op dit blog.

 

Uit: Marlon Brando’s dreaming

 

“When I awoke from my after-breakfast nap, it was because the gardener, a little man who favored large sweaters, had entered the house. I thought that he was Jewish, although I had never known a Jewish gardener. I thought this only because when I asked him if he would like to join me in a brandy, he declined. Jews aren’t big drinkers. Also, once about six months previous, I was typing up a letter to The New York Times that discussed the wonderful tendency of the Jew to engage in spirited verbal banter, and the gardener wandered by my desk and fixed me with a look of what I took to be silent disapproval, I assumed ironically. That day, the gardener picked up the bottle, then disappeared upstairs to Taluwa’s bedroom to collect something. When he emerged again, he had in his hands what he wished me to think was the same bottle, but what I saw upon closer inspection was an entirely different bottle, narrower at the top, wider at the bottom, and of a hue that tended more toward periwinkle than toward cobalt. As soon as he was outside, I smashed this imposter-bottle into a thousand pieces, then ate some old lasagna I found hiding in the back of the refrigerator. The sauce, once red, had turned a brownish color that I can only describe as “brown-red.” If there is a more precise term for this hue, I must confess that I do not know it.”

 

 

Ben Greenman (Chicago, 28 september 1969)

 

 

 

De Nederlandse schrijver, journalist en columnist Thijs Zonneveld werd geboren op 28 september 1980 in Sassenheim. Zie ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voor Thijs Zonneveld op dit blog.

 

Uit: Verwarde columnist opgepakt

 

“Welzijnswerkers van de gemeente probeerden een gesprek met de man aan te knopen, maar hij kon niet over zijn toestand praten. Hij sprak tussen zijn huilbuien door slechts onbegrijpelijke zinnen over gevaarlijke afdalingen, zijwind, waaiervorming, bocht zeven, een vastzittende bus, de glazen bol cup, wattages per kilo lichaamsgewicht, klimtijden, Strava-KOM’metjes, het haar van Kittel, de derde bal van Tankink, de oplossing van de rebus, de Martosaurus, een Keniaanse banaan en Colombiaanse bolletjes. Verder leek de man een obsessie te hebben voor een persoon genaamd ‘Titi Voeckler’. Ook wauwelde hij iets over een berg in Nederland.

Toen hij zich enkele uren later, na het nuttigen van enkele halve liters bier, in een bocht bij de kerk posteerde en liedjes van Dries Roelvink begon te zingen terwijl hij op daken van auto’s trommelde, vonden de aanwezige politieagenten het genoeg. Ze namen de man in voorlopige hechtenis.

Op het politiebureau maakte de man zichzelf bij de agenten kenbaar als columnist van NUsport en het Algemeen Dagblad. Zijn naam of verblijfplaats wist hij zich niet te herinneren. Hij is inmiddels opgenomen in een kliniek. Zelf zei hij dat niet erg te vinden, zolang hij er volgend jaar in juli maar drie weken uit mocht.

Mocht u deze verwarde man kennen of meer informatie hebben over zijn vaste verblijfplaats, neem dan contact op met uw plaatselijke politiekantoor.

Einde politiebericht.”

 

 

Thijs Zonneveld (Sassenheim, 28 september 1980)

 


De Franse schrijver, historicus en archeoloog Prosper Mérimée werd geboren in Parijs op 28 september 1803. Zie ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voor Prosper Mérimée op dit blog.

 

Uit: Carmen (Vertaald door Lady Mary Loyd)

 

“I had always suspected the geographical authorities did not know what they were talking about when they located the battlefield of Munda in the county of the Bastuli-Poeni, close to the modern Monda, some two leagues north of Marbella.

According to my own surmise, founded on the text of the anonymous author of the _Bellum Hispaniense_, and on certain information culled from the excellent library owned by the Duke of Ossuna, I believed the site of the memorable struggle in which Caesar played double or quits, once and for all, with the champions of the Republic, should be sought in the neighbourhood of Montilla.

Happening to be in Andalusia during the autumn of 1830, I made a somewhat lengthy excursion, with the object of clearing up certain doubts which still oppressed me. A paper which I shall shortly publish

will, I trust, remove any hesitation that may still exist in the minds of all honest archaeologists. But before that dissertation of mine finally settles the geographical problem on the solution of which the

whole of learned Europe hangs, I desire to relate a little tale. It will do no prejudice to the interesting question of the correct locality of Monda”.

 

 

Prosper Mérimée (28 september 1803 – 23 september 1870)

“Mademoiselle Célestine Galli-Marié dans le rôle de Carmen” door Henri Lucien Doucet, 1886.

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e september ook mijn vorige blog van vandaag.