Pier Paolo Pasolini, Arthur van Schendel, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Nelly Arcan

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

Uit: Seven Poems for Ninetto

1/
Your place was at my side,
and you were proud of this.
But, sitting with your arm on the steering wheel
you said, “I can’t go on. I must stay here, alone.”

If you remain in this provincial village you’ll fall into a trap.
We all do. I don’t know how or when but you will.
The years that comprise a life vanish in an instant.

You are quiet, pensive. I know it is love
that is tearing us apart.

I have given you
all the power of my existence,
yet you are humble and proud, obeying a destiny
that wants you to remain impoverished. You don’t know
what to do, whether to give in or not.

I can’t pretend your resistance
doesn’t cause me pain.
I can see the future. There is blood on the sand.

2/
I think of you and I say to myself: “ I have lost him.”
I cannot bear the pain and wish I were dead. A minute
or so passes and I reconsider. With joy 

I take back strength from your image. I refuse to cry.
My mind is changed.
Then again I consider you, lost and alone.

Who is this ugly gentleman
who does not understand what concerns him most? Are you
or are you not this Other,

he who always loses without really dying?
He is my double: I, pedantic. He, informal.

Knowledge of him has changed everything in my life.
He says that if I am lost he will find me.
He knows that when he does I will be dead.

 
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)
Paolo Pasolini en Ninetto Davoli

 

De Nederlandse schrijver Arthur van Schendel werd geboren op 5 maart 1874 in Batavia. Zie ook alle tags voor Arthur van Schendel op dit blog.

Uit: Een Hollands drama

,,En wanneer hij dacht hoe het toch gekomen was, hoe hij het liegen, het  stelen en bedriegen geërfd had, hoe zijn vader het weer van diens vader geërfd had, en zo verder van geslacht na geslacht eeuwenlang, allen mensen die geleefd hadden met de zonde en ertegen gestreden hadden zoals hij, allen zonder hulp of uitkomst, dan werd het hem zwaar. En wanneer hij dacht waarom het moest zijn dat de zondigheid werd voorgegeven aan de kinderen die niets gedaan hadden om dat te moeten dragen, dan werd hij bang. Dan moest er onrecht zijn, dat er nu nog kinderen te lijden hadden om het kwaad van den eersten mens. Hij wist dat de gedachte slecht was, opstandig tegen God. Maar hoe kon het anders als hij zelf zijn zondigheid niet had gemaakt? Als hij belast was al voor hij kwaad had gedaan? Hij staarde weer in al die vragen en wist niet, en vreesde waar dat heen zou leiden. En gedurig zei hij tot zichzelf, keer na keer: Het willen is er wel, maar niet het doen”
(…)

,,lk weet wel dat het malen is, maar het is niet aan te horen, zo verschrikkelijk. Sla mij maar, sla mij maar, met een stem die je door de ziel gaat. Hij heeft mijn vlees oud gemaakt. Hij heeft mijn beenderen gebroken. En dan weer zo klagend als een kind: Wanneer ik roep en schreeuw sluit hij de oren voor mijn gebed. Maar het ergste is als hij van bloed ligt te ijlen en van het scharlaken dat niet van de handen is af te wassen. Van bloed en Van sneeuw. Die man kan haast niets op het geweten hebben, je kent hem zo goed als ik. Er moet diep in het hart van de mens toch wel een grote schuld liggen dat een als hij er zo vreselijk van lijdt”.

 
Arthur van Schendel (5 maart 1874 – 11 september 1946)
Cover 

 

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit: Naar de natuur. Journaal

“Gisteren belde ik Addy om te vragen hoe je spaints spelt, een woord dat ik uiteindelijk toch niet zou gebruiken. Hij bleek met Tjibbe ergens in Engeland in de auto te zitten, op weg naar Ierland. Die twee worden in heel Europa, tot aan de Oeral toe, gevraagd als het over (het vangen van) otters gaat.
(Die camera die een otter had betrapt bij een vistrap in Zwitserland, hing overigens in de buurt van de Bodensee. Ik dacht: maar Tjibbe had het toch over Oostenrijk en de Alpen? Maar als je in de atlas kijkt: Oostenrijk en de Alpen zijn ook in de buurt van de Bodensee.)

23 juni Vanmorgen, het was nota bene bladstil, kon je in park Klarenbeek iets horen kraken en breken en neerstorten. Toen we gingen kijken: eenmiddelgrote beuk, finaal van zijn stam geknapt. Het was natuurlijk een drama, maar het rook er heerlijk naar vers zaagsel.

24 juni Morgen staat het otterstukje in de nrc – otters zitten daarin min of meer opgesloten in de Weerribben. En uitgerekend nu is er een otter gezien ergens in Noord-Holland. De media, daartoe ongetwijfeld aangespoord door belanghebbenden, hangen de vlag uit. Hoera voor de otter, hoera voor Noord-Holland. Maar ten eerste, een otter die gezien wordt, is dat wel een otter? En ten tweede, als het een otter was, denken ze dan echt dat dat dier voor zijn lol in Noord-Holland zit? Waarschijnlijk aan het zwerven geslagen, ver van huis geraakt, nog verder van huis geraakt, inmiddels totaal vereenzaamd, al in geenweken een geurspoor aangetroffen dat op een soortgenoot wijst, in feite net zo beklagenswaardig als de laatste otter van Eernewoude indertijd.
Er zijn journalisten voor wie ‘otter’ alleenmaar eenmanier is omte scoren. Er zijn natuurbobo’s voor wie ‘otter’ ook eenmanier is om te scoren. Die partijen treffen elkaar en jawel, het is hosanna. (Toegegeven, voor die otter, als het een otter was, maakt het niet uit. Met mijn medelijden is hij ook niet geholpen.)”

 
Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Nederlandse dichter Jurre van den Berg werd geboren in Thesinge op 5 maart 1986. Zie ook alle tags voor Jurre van den Berg op dit blog.

Uitlopers van slaap

(1)
Ik weet niet of ik wakker ben.
De radio herhaalt

een vliegtuig op een akker.
Ik mag niet denken

ik wil niet denken
aan een vlinder en een ploeg.

Iemand leende mij een boek
over een man die sliep.

Ze zei: ik zou je willen
vasthouden maar ik

wist niet of hij wakker was.

 

(3)
Ik weet niet waar ik wakker werd.
Het bed drijft langs

autoalarmen, figureert
in klamme ochtend maar buiten

zou het kouder kunnen zijn
de dauw net opgetrokken

kunnen zijn voor manna
op het plein, zou het middag

kunnen worden.
De meeuwen zijn gekomen

voor appels op het platte dak.

 
Jurre van den Berg (Thesinge, 5 maart 1986)

 

De Canadese (Franstalige) schrijfster Nelly Arcan – pseudoniem van Isabelle Fortier – werd geboren in Lac-Mégantic op 5 maart 1973. Zie ook alle tags voor Nelly Arcan op dit blog.

Uit: Whore

“Actually, I had too many mothers, too many sanctimonious models reduced to a reinvented name, and maybe they really didn’t believe in their God who was so thirsty for names, at least not to the end, maybe they were just looking for a pretext to separate from their family, free themselves from the act that had brought them into the world, as if God didn’t know that they’d come from a father and mother, as if he couldn’t see that they were trying to hide those inappropriate names their parents had chosen under their Jeannes and their Annes, I had too many of that kind of mother and not enough of my mother, a mother who didn’t say my name because she needed to sleep too much, and in her sleep she left my father in charge of me.
* * *

I remember the shape of her body under the sheets and her head poking only halfway out like a cat balled on the pillow, a wreck of a mother who was slowly flattening out, nothing left but hair to show that she was there, to distinguish her from the sheets, and the time of the hair seemed to last three, maybe four years, until for me it became the time of Sleeping Beauty, my mother treating herself to some underground old age, although I wasn’t really a child anymore, and not yet a teenager, although I was suspended in that intermediary zone where the hair starts to change color, two or three black hairs suddenly sprouting in the downy gold of the crotch, and I knew that she wasn’t totally asleep, just halfway there, you could see it in her stiffness under the too-blue sheets, which were too straight in her too-sunny room, with its four large windows that surrounded her bed throwing bright rectangular shafts of light on her head, and anyway, how can you sleep with light shining in your face, and what’s the use of having so much sun in a room where you’re sleeping? It was easy enough to see she wasn’t sleeping by the way she’d jolt suddenly in bed and moan without warning for some unknown reason hidden with her under the sheets.”

 
Nelly Arcan (5 maart 1973 –24 september 2009)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2014 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2012 deel 2.