Ramsey Nasr, Peter Verhelst, Maik Lippert, Ismail Kadare, Wies Moens, José Martí

De Nederlandse dichter, schrijver en acteur Ramsey Nasr werd geboren in Rotterdam op 28 januari 1974. Zie ook alle tags voor Ramsey Nasr op dit blog.

Credo

geef mij het hoofd van de onnozel volhardende pletterloper
hij die hart op zwart cipres op rood dood op anijs laat rijmen
zijn uitpuilend gemoed weer bij elkaar raapt voorover bukkend

en maar struikeltochten organiseren door op platgetreden paden
bananenrijm voor zich uit te werpen hij is onverstoorbaar
half en kreupel blijft hij het zijn toverkeien zeggen kijk maar

een slechte mop verteld door een dichter zoals hij tekeergaat
soms springt hij op grijpt zonder reden mis naar omhoog
soms ook niet soms niet en ik heb hem altijd ruim verkozen

wel duizend-en-één-voudig boven hollands koning schraalhans
met de dichtgeschroefd moderne stem aan zijn stekelige tafel
rolstoel en handrem heus ik zal mijzelf wel redden breken schaden

ook aan orakels in de orde van de chocoladeschijter heb ik hekel
bruine nijl gieten ze uit in eigen zekerheid de onwrikbare waan
een echte vaticaanse doos likeurbonbons te hebben banketgekakt

ik geloof

in fulpen bloembladen het kapotte karmijn van de
avondschimmering in de pronkgedwongen achterwaartse
vlucht van de quetzal
zijn lange smaragdgroene staart onhandig stralend omwille van
haar
in bespottelijke praalzucht bewijst hij diensten van leven op dood
en ik geloof in baarlijke liefde er staat wat er staat alsof het niets is

vergeleken bij liberiaanse rebellen is ook groepsverkrachting
poëzie
aan schuim hecht ik in volle ijdelheid draag ik mijn nacht als
een buidel

Voor Gerrit

Ze zeiden dat je milder was geworden.
Hij is versoepeld de laatste tijd
verdomd, en schopt niet meer als vroeger.

Ik ken je weinig langer dan vandaag
kwam voor je vijandschap te laat
maar lieve Gerrit, nu je dan voorgoed

bedaard in je gedichten woont
de resten uitgezaaid tussen planken
nu je zonder stem, zonder koperen stem

nu je navelloos, nergens je stem –
kom dan dichter, met je tedere afstand
grijp je vast en vertak, geef ons hier

voor de laatste ondergrondse keer
je donkere kus van de poëzie.
Als ik ooit in dit leven wortelschiet

zal het door jou zijn. Alleen op papier
vinden de vogels reservenesten
bouwen de mensen zichzelf een land.

Ik wilde vandaag een reservedood bouwen
mijn dikke, dunne, zieke Komrij
om enkel de dood in op te vouwen.

 
Ramsey Nasr (Rotterdam, 28 januari 1974)

De Vlaamse dichter, romancier en theatermaker Peter Verhelst werd geboren op 28 januari 1962 in Brugge. Zie ook alle tags voor Peter Verhelst op dit blog.

Honing en ik

Je heb Honing en ik
niet in omhelzing betrapt.

Je kwade lepel roerde ons voortijdig uit elkaar.

Stijf stond mijn haar als in een droom,
een cipres geknipt volgens een ontwarbaar patroon
(door een derde oog in de structuur van de wereld
aangebracht,): een knipperhoofd dat aandacht wilde;
je had een bekertje benzine en een lucifer.

Mijn haar bleek
door woede bezocht.

De vrouw had je op de grond uitgesmeerd.

Haar lach bliksemde als een zieke zenuw.

Zo werd mij verteld
dat zij amorf op de vloer lag, een homp besluiteloosheid
die mij groette door bijvoorbeeld te ademen. Of niet te ademen.

Ik groette terug door mijn tong in haar richting op te houden.

(Mondje open.
Zoetje.
Mondje dicht.)

Tegen het vergeten

Niet hoe je was, hoe je op je ellenbogen achterover leunend, zo bleek was je,
hoe we keken – niet vergeten,
niet het zich zuchtend openvouwen – nooit vergeten,
niet hoe het had kunnen zijn, hoe we hadden willen zijn.

Wat van ons verloren is gegaan.
Wie van ons verloren ging.
Laten we ons elkaar zo herinneren
voor de herinneringen dingen met ons doen:

een dunne lijn rood, gloeiend in de avondlucht,
hoe we, op onze ellenbogen achterover leunend, naar elkaar keken,
een fonkeling in het wachten, een nauwelijks hoorbare zucht.

Wit
oplossend als suiker
in het vallende duister.

De echo van je zucht.

De echo van de echo van je zucht.

 
Peter Verhelst (Brugge, 28 januari 1962)

 

De Duitse dichter en schrijver Maik Lippert werd geboren op 28 januari 1966 in Erfurt. Zie ook alle tags voor Maik Lippert op dit blog.

jeden morgen grüßt mich eine leere

pilsatorflasche
auf der briefkastenreihe
im treppenhaus
der löwe auf dem etikett
erscheint
makelos unzerkratzt
liebesbotschaft
oder achtlos überlassener pfand
ich kann’s nicht ergründen
muss in die u-bahn
zum knochenmann
mit wechselnden namen
und wenn ich heimkehre
ist immer schon die leere
flasche we
g

nachtfrost

nachtfrost
und die fliegen am fenster
erhängen sich
müde matrosen
an der takelage
pünktlich zum blätterfall
wer gab den befehl
zum herbsttod
gardinen abhängen
und waschen
so landen sie doch nicht
im meer
nur in der lauge
und kreiseln
verwunschene kompaßnadeln
in chitinpanzern

 
Maik Lippert (Erfurt, 28 januari 1966)

 

De Nederlandse schrijver, historicus en jurist Thierry Baudet werd geboren in Heemstede op 28 januari 1983. Zie ook alle tags voor Thierry Baudet op dit blog.

Uit:Voorwaardelijke liefde

“Ik was nog niet zo lang afgestudeerd en net begonnen met werken aan de Universiteit Utrecht. Ik schreef er een proefschrift en daarnaast gaf ik college. Tijdens de lange zomermiddagen dat jaar zat ik aan het open raam van mijn appartement in Amsterdam droge stukken te lezen over evolutiepsychologie en de oorsprong van onze moraal, toen ik via Facebook een bericht ontving van een oude studievriendin. Tessa. Ik was haar en haar tweelingzus Madelon regelmatig tegengekomen in het studentenleven en bij het uitgaan. Ze schreef dat ze was afgestudeerd en na haar stage was begonnen bij een advocatenkantoor aan de Zuidas. Het was leuk werk, maar ondertussen was ze samen met haar zus ook een eigen onderneming begonnen – een avontuurlijk project, iets nieuws. Tessa wilde met me afspreken om te kijken of ze me bij hun bedrijfje konden betrekken. Het was echt iets voor mij, dacht ze. Een bijzondere kans. Mochten zij en Madelon het even rustig toelichten, met een drankje op een terras, ergens komende week?
Een paar dagen later liep ik aan het eind van de middag het volle terras van het Replay Café op. Een aantal tafels met zakenpakken, een paar families met jonge kinderen, wat studenten met vet haar en flesjes bier. Achterin zag ik Madelon zitten – ze was alleen. Haar handen hield ze in haar schoot en verscholen tussen haar gekruiste benen hield ze haar telefoon. Toen ze me zag stond ze op van haar tafeltje. Drie kussen, een korte aanraking. Haar groengrijze ogen lachten naar me terwijl ze na de begroeting weer afstand nam. Een roze hemdje spande om haar borsten; daaronder een donkerblauwe trainingsbroek met gympen. Je kon zien dat ze van de Universiteitsbibliotheek kwam. De houding, de kleding: het lijkt zo nonchalant en studieus. Maar laat je maar niets wijsmaken. Vrouwen gaan nooit achteloos naar de ub; studeren is flirten, en juist het huiselijke, het intieme van trainingsbroek en hemdje trekt de aandacht.
We gingen zitten en Madelon schudde haar lange, donkerblonde haar los. ‘Tessa sms’t dat ze iets later is.’

 
Thierry Baudet (Heemstede, 28 januari 1983)

 

De Albanese dichter en schrijver Ismail Kadare werd geboren in Gjirokastër op 28 januari 1936. Zie ook alle tags voor Ismail Kadare op dit blog.

The old cinema

Old cinema,
Abandoned cinema
Where no films, not even reruns, have been shown for a long time,
Where the audiences no longer make a clatter with their seats,
Where peanuts are no longer sold
At intermission.

The stained screen,
The broken speakers,
The empty seats like lines unwritten.
Pensive and full of nostalgia
I stare from the doorway
At this poem of seats, long and abandoned.

Childhood cinema,
Tumbledown cinema,
I’ve seen so many countries,
I’ve seen so many auditoriums,
But none of them have I entered with such joy
As you,
Shabby old cinema,
Wonderful and precious to me!

Nowhere have I felt better,
Not in luxurious halls of shining velvet,
With a couple of blondes at my side.
To you I come
In the company of a gypsy or two.

Coins, coins,
Money collected with difficulty,
Jingling merrily at the ticket-booth,
The posters by the mosque
And by the Bazaar Cafe
Drawn by Qani the doorman himself.

One poster said:
‘Soviet film’,
Another for the same film said:
‘Czech film’,
But no one really cared,
We forgave you everything,
Dear old
Cinema.

On that bit of screen
We saw a bit of the whole world,
For the first time.
On six square metres
The world had no limits,
The world was splendid
Even though the screen was patched up.

We too were patched up,
Patched up was the Republic,
Time, elbows, States were patched up,
But the glossiest of screens
Had never seen
A sparkle like the one
In our eyes.

Old cinema,
Abandoned cinema,
Seats where childhood days
Sat in rows.
Childhood days,
Always chattering,
Like a row of birds
On a telephone wire.

Old cinema,
Abandoned cinema,
Heavy, long and sunken seats.
As old as I get,
Wherever I go,
Like a porter I’ll carry them
With me, those seats.

 
Ismail Kadare (Gjirokastër, 28 januari 1936)

De Vlaamse dichter en schrijver Wies Moens werd geboren in Sint-Gillis-bij-Dendermonde op 28 januari 1898. Zie ook alle tags voor Wies Moens op dit blog.

Uit: Celbrieven

“Eens heb ik met drie woorden – lamp, olie en aartsengel – een lied gezongen dat Boodschap konden zou. Zo de herder, die uit drie tonen op zijn schalmei lokt de ziel der dingen en aller dingen één-zijn. Mijn woorden waren volle levenskelken, zij maakten mij en anderen rijk genoeg. Wie draagt nu de Boodschap daarbuiten en zingt zijn volle levenslied? O, het leven, het leven, de God-verwerkelikende Daad! Gods aanschijn naar voor te beitelen uit de harde dag! ‘Laat mij mijn ziel dragen in het gedrang’ – aldus begon het gebed dat werd geboren op Kersavend in een gevangeniscel.
Eens was een avond zo, daarbuiten, mistig en koud. Ik slenterde door de stad. Bedelaars raakten mij in het gedrang, spraken mij aan met stotterende stem. In mijn ogen (ik droeg mijn ogen zo licht en klaar!) zochten vrouwen begeerte naar zonde. Het licht boven de stad was als één grote, rode mond. In ‘Merry Grill’ dansten meisjes met roze vlees – bloesem van de appelaar – waaruit kinderen nooit worden geboren. Gelukkig de wandelaar die Liefde droeg op dit uur, gesloten in het warme schrijn van zijn hart: God schreed in hem, langs de lanen waar in ’t slijk de dorre blaan vergaarden!”

 
Wies Moens (28 januari 1898 – 5 februari 1982)
Cover

 

De Cubaanse dichter en schrijver José Martí werd geboren op 28 januari 1853 in Havanna. Zie ook alle tags voor José Martí op dit blog.

I Who Live Though I Have Died (Verse XXVI)I who live though I have died,

Claim a great discovery,
For last night I verified
Love is the best remedy.

When weighed by the cross, a man
Resolves to die for the right;
He does all the good he can,
And returns bathed in the light.

 
José Martí (28 januari 1853 – 19 mei 1895)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e januari ook mijn blog van 28 januari 2012 deel 2  en ook mijn blog van 28 januari 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.