Rob Waumans, Gottfried Benn, Esther Freud, Tilman Rammstedt, Wytske Versteeg, James Holmes, Novalis

De Nederlandse schrijver Rob Waumans werd geboren in Alkmaar op 2 mei 1977. Zie ook alle tags voor Rob Waumans op dit blog.

Uit: Als je de stad binnenrijdt

“Ruud is onze teamleider. Hij moet elke week vergaderen met de andere teamleiders en het rayonhoofd. Ruud noemt auto-eigenaren ‘klanten’. Verder gedraagt hij zich niet altijd als een voorbeeldfiguur. Dat komt omdat hem een aantal jaar geleden iets is geflikt. Zo noemt hij dat, geflikt. Alsof de hele gemeente alles in het werk heeft gesteld om Ruud te grazen te nemen.
Hij werkte bij Dienst Stadswacht. Toen Dienst Stadstoezicht in het leven werd geroepen en Stadswacht, Reinigingspolitie en Parkeerbeheer werden samengevoegd, werd hem een baan in Purmerend beloofd. Hij zou daar de afdeling Leefbaarheid vormgeven. Daar was Ruud blijkbaar de aangewezen persoon voor. Ruud zag het helemaal zitten en ging fanatiek op zoek naar een huis in Purmerend. Toen hij een huis had gevonden en met zijn gezin was verhuisd, kreeg hij te horen dat het niet doorging. Het werd een serieus conflict. Uiteindelijk hebben ze hem de functie van teamleider aangeboden bij Dienst Parkeerbeheer. Hij zal er wel een flinke smak geld bij hebben gekregen, maar daar heeft ie het nooit over. Ruud is nog steeds ontevreden over hoe het toen allemaal is gelopen.
In onze kantine staat een doos met koekjes. Ze zijn verpakt in geel, blauw, paars en rood cellofaan. In de gele zitten speculaasjes, in de blauwe ook, maar die hebben een andere vorm. De paarse zijn minispritsen met chocola en in de rode zitten kleine stroopwafels. Om de zoveel weken staat er een nieuwe doos en die is meestal binnen een week leeg. Khalid pakt altijd een handvol paarse, Ruud en ­ijs nemen de rode. Ze vreten zowat die hele doos leeg. Iemand heeft een keer een brie‑e op de doos geplakt: ‘Er zijn meer mensen die deze koekjes lekker vinden. Rustig aan!’
Ik neem meestal de gele of blauwe. Judith neemt geen koekjes, ze doet al een jaar aan de lijn. Aan haar figuur zie ik nog geen enkel verschil met een jaar geleden. In de krant las ik eens een artikel over vrouwen en hun gewicht, en dat het vaak tussen de oren zit. Het lijkt mij dat Judith worstelt met haar ingebeelde fysieke afwijking.”

 
Rob Waumans (Alkmaar, 2 mei 1977)

 

De Duitse dichter en schrijver Gottfried Benn werd geboren in Mansfeld op 2 mei 1886. Zie ook alle tags voor Gottfried Benn op dit blog.

Aus Fernen, aus Reichen

was dann nach jener Stunde
sein wird, wenn dies geschah,
weiß niemand, keine Kunde
kam je von da,
von den erstickten Schlünden,
von dem gebrochnen Licht,
wird es sich neu entzünden,
ich meine nicht.

doch sehe ich ein Zeichen:
über das Schattenland
aus Fernen, aus Reichen
eine große, schöne Hand,
die wird mich nicht berühren,
das läßt der Raum nicht zu:
doch werde ich sie spüren
und das bist du.

und du wirst niedergleiten
am Strand, am Meer,
aus Fernen, aus Weiten:
»- erlöst auch er«;
ich kannte deine Blicke
und in des tiefsten Schoß
sammelst du unsere Glücke,
den Traum, das Loos.

ein Tag ist zu Ende,
die Reifen fortgebracht,
dann spielen noch zwei Hände
das Lied der Nacht,
vom Zimmer, wo die Tasten
den dunklen Laut verwehn,
sieht man das Meer und die Masten
hoch nach Norden gehn.

wenn die Nacht wird weichen,
wenn der Tag begann,
trägst du Zeichen,
die niemand deuten kann,
geheime Male
von fernen Stunden krank
und leerst die Schale,
aus der ich vor dir trank.

 
Gottfried Benn (2 mei 1886 – 7 juli 1956)

 

De Engelse schrijfster Esther Freud werd geboren in Londen op 2 mei 1963. Zie ook alle tags voor Esther Freud op dit blog.

Uit: Liefdesfestival (Vertaald door Ineke Lenting)

“Het huis was nieuw, de binnenkant tenminste, met tegels op de vloer, lichte houten deuren en crèmekleurige banken. Het was gebouwd voor de zomer en had een kleine, sobere keuken met kastjes lang de muren en een hoge, luid zoemende koelkast. Eén wand van de woonkamer was van glas: een ervan kon worden teruggeschoven en gaf toegang tot het terras, waarop een ronde tafel stond die was bezaaid met Carolines correspondentie – perzikkleurige blaadjes met de opdruk ‘La Forestella”aan de bovenkant. Het spijt me dat ik je dit moet vertellen, las Lara onwillekeurig, maar ik wilde niet dat je dit van een of andere domme kletskous zou horen, zoals je er zelf overigens ook een bent…”
(…)

“De hele ochtend rinkelde de telefoon. Lara zat op het terras en luisterde naar de zachte, gedempte stem van Ginny, die informatie doorgaf, troostte met vriendelijke woorden. Twee keer belde ze het ziekenhuis, maar het enige wat ze te horen kreeg was dat Carolines toestand stabiel was, en hoewel Lara naast haar stond en gebarend en fluisterend naar nieuws over Lambert vroeg, legde Ginny beide keren de hoorn weer neer zonder naar hem geïnformeerd te hebben. ‘Hij is geen patiënt. Je kunt niet van ze verwachten dat ze achter bezoekers aansjouwen.’ Enige tijd na de lunch belde Lambert eindelijk. Hij klonk vermoeid en afgemat, en hij zei tegen Lara dat hij na het nodige verzet erin had toegestemd om de zenuw uit zijn teen te laten verwijderen.”

 
Esther Freud (Londen, 2 mei 1963)

 

De Duitse schrijver Tilman Rammstedt werd geboren op 2 mei 1975 in Bielefeld. Zie ook alle tags voor Tilman Rammstedt op dit blog.

Uit: Die Abenteuer meines ehemaligen Bankberaters

„Dass ich ihn weniger als meinen Bankberater sehen solle, sagte mein ehemaliger Bankberater bei unserem ersten Termin, sondern vielmehr als etwas anderes. Dann überlegte er lange, was das sein könnte. Wir schauten beide aus dem Fenster, in die einsetzende Dämmerung, den dünnen Regen. Hin und wieder trafen sich unsere Blicke in der Scheibe, und mein ehemaliger Bankberater lächelte mich an. »Oder doch einfach als Bankberater«, sagte er schließlich.

Sehr geehrter Herr Willis,

die Frage in meiner gestrigen Mail war übrigens nicht als höfliche Floskel gemeint. Ich wollte tatsächlich wissen, ob es Ihnen gut geht. Und ja, ich weiß, dass wir uns nicht kennen, aber Ihr Wohlergehen liegt mir sehr am Herzen.
Also noch einmal: Geht es Ihnen gut?
Mit freundlichen Grüßen,
Tilman Rammstedt

»Im Grunde sind das alles nur Zahlen«, sagte mein ehemaliger Bankberater und zeigte zur Verdeutlichung auf einige davon in den Broschüren, die er immer großflächig vor mir ausbreitete. Ob ich wisse, dass die erste Zahl, die man damals vor Tausenden von Jahren entdeckt habe, die Drei gewesen sei. »Ausgerechnet die Drei«, sagte er. »Stellen Sie sich das einmal vor.« Er schloss die Augen und tat es dann allem Anschein nach selbst. Es schien eine schöne Vorstellung zu sein, er sah glücklich aus.“

 
Tilman Rammstedt (Bielefeld, 2 mei 1975)

 

De Nederlandse schrijfster Wytske Versteeg werd geboren op 2 mei 1983. Zie ook alle tags voor Wytske Versteeg op dit blog.

Uit: Boy

“Nog altijd hadden ze zijn naam niet genoemd, het kon nog steeds over een ander gaan, over een ander lichaam. Ze vroegen me of ik Mark wilde bellen, ik zei dat hij in Nairobi was geweest, de afgelopen dagen. ‘Daar gaat hij vaak heen, voor zijn werk.’
Dat interesseerde hun niet, maar ik wilde het gesprek gaande houden, ik wilde over alles praten, alles behalve dat. Ik zei dat Mark zo ongeveer nu terugvloog, dat hij onbereikbaar was.
Of er dan iemand anders was. Of ze soms iemand naar het vliegveld moesten sturen. De stem van die Joke klonk nu medelijdend.
‘Ik red het wel,’ zei ik, ‘dank u.’
Ik weigerde om hen te tutoyeren zoals ze dat deden bij mij, weigerde ook om te doen alsof de afgelopen maanden niet hadden plaatsgevonden. Walter schraapte zijn keel. ‘Het is nu niet voorstelbaar, maar vaak is het uiteindelijk beter zo, beter te weten dat iemand is overleden dan dat ze vermist blijven.’
‘Hij heet Boy,’ zei ik.
‘Uiteindelijk kun je het op een gegeven moment een plek geven, als je weet dat iemand overleden is. Nooit echt, nooit helemaal, maar een soort rust, dat wel. Je hoeft niet meer te blijven hopen.’

 
Wytske Versteeg (Amsterdam (?), 2 mei 1983)

 

De Amerikaanse dichter en vertaler James Stratton Holmes werd geboren in Collins, Iowa, op 2 mei 1924. Zie ook alle tags voor James Holmes op dit blog.

Uit: A Long Night In Leatherland (Verschenen onder het pseudoniem Jacob Lowland)

“This is nothing for me, let’s move on before the trams stop riding. But where to go? Wells Fargo? Company? Or directly to the Warmoesstraat? The Wells has popcorn, but almost as many odours, and all those disco-types. Popcorn also at the Company, plus a hot backroom, at least if you’re looking for suck-tion and suck-manship. But no, that boy Kurt seems to me more as someone for a heavier scene. The journey goes to the Argos.
In the tram I meet Jan and Gerrit, they love talking more than having sex (which means, en plein publique).
Anyhow first with them to Jaecques. Jan has bought a new motorbike. He has to collect it tomorrow and he is clearly excited, I’ve never seen such a lump in his leather jeans. He doesn’t stop talking about the qualities of a BMW, which he prefers to a Japanese one. And to an American one, so it appears, when Harley Harry comes in. Gerrit, who’d rather not ride, thinks a 1000 is a bit large in size, but as always he tries to reconcile himself to it. I’m off to take a leak, bump my head in the darkroom which undoubtedly has the lowest ceiling of all darkrooms in the world, come back, talk a little with Jaecques.
He calls an English boy, who has just been reading my sonnet ‘Balling at Jaecques’ which hangs on the wall of the bar. The boy wants to put the text in the paper of his motorclub in London. Jaecques has already said yes. Now I do so too.”

 
James Holmes (2 mei 1924 – 6 november 1986)

 

De Duitse dichter en schrijver Novalis werd geboren in Oberwiederstedt op 2 mei 1772. Zie ook alle tags voor Novalis op dit blog.

Uit: Hymnen an die Nacht

“2
Muß immer der Morgen wiederkommen? Endet nie des Irdischen Gewalt? unselige Geschäftigkeit verzehrt den himmlischen Anflug der Nacht. Wird nie der Liebe geheimes Opfer ewig brennen? Zugemessen ward dem Lichte seine Zeit; aber zeitlos und raumlos ist der Nacht Herrschaft. – Ewig ist die Dauer des Schlafs. Heiliger Schlaf – be­glücke zu selten nicht der Nacht Geweihte in diesem irdischen Tagewerk. Nur die Thoren ver­ken­nen dich und wissen von keinem Schlafe, als den Schatten, den du in jener Dämmerung der wahrhaften Nacht mitleidig auf uns wirfst. Sie fühlen dich nicht in der goldnen Flut der Trauben – in des Mandelbaums Wunderöl, und dem braunen Safte des Mohns. Sie wissen nicht, daß du es bist der des zarten Mädchens Busen umschwebt und zum Himmel den Schoß macht – ahnden nicht, daß aus alten Geschichten du himmelöffnend ent­ge­gen­trittst und den Schlüssel trägst zu den Wohnungen der Seligen, unendlicher Ge­heim­nis­se schweigender Bote.“

 
Novalis (2 mei 1772 – 25 maart 1801)
Gravure, rond 1799

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e mei ook mijn blog van 2 mei 2013 en eveneens mijn blog van 2 mei 2012 en ook mijn blog van 2 mei 2011 deel 2 en eveneens deel 3.