Stefan Hertmans, Nichita Stănescu

De Vlaamse dichter, schrijver en essayist Stefan Hertmans werd geboren in Gent op 31 maart 1951. Zie ook alle tags voor Stefan Hertmans op dit blog.

Uit: De opgang

“Het was in het eerste jaar van het nieuwe millennium dat ik een boek in handen kreeg waaruit ik begreep dat ik twintig jaar in het huis van een voormalige ss-man had gewoond. Niet dat ik geen signalen had gekregen: zelfs de notaris had me, op de dag dat ik het huis met hem bezocht, terloops op de vorige bewoners gewezen; ik had er toen weinig aandacht voor. Misschien verdrong ik het ook, doordrenkt als ik jarenlang was geweest van de pijnlijke gedichten van Paul Celan, de getuigenissen van Primo Levi, de talloze boeken en documentaires die je sprakeloos achterlieten, de onmogelijkheid van een hele generatie om het ondenkbare te beschrijven. Nu zag ik mijn intieme herinneringen doordrongen raken van een werkelijkheid die ik me amper kon voorstellen, maar die ik ook niet meer kon wegduwen. Het was alsof er schimmen opdoemden in de kamers die ik zo goed had gekend; ik wilde ze vragen stellen, maar ze liepen dwars door me heen. Niets stond me zozeer tegen dan schrijven over het soort mens dat nu als een spook door mijn eigen leven begon te banjeren. Ik zag de dag voor me waarop ik het huis voor het eerst had opgemerkt. Dat moet in de late zomer van 1979 zijn geweest. Ik liep door een stoffig stadsparkje waaraan een rij oude huizen paalde; de achtertuintjes hadden een hek waardoor je naar binnen kon kijken. Om de roestige spijlen van één ervan slingerde zich een blauweregen met dikke, bijna zwarte takken. Enkele late bloemtrossen hingen bestoft neer, maar de geur trof me diep – hij bracht me terug naar de verwilderde tuin van mijn kinderjaren; ik ging nieuwsgierig door het hek staan kijken. Ik zag een verwaarloosd stadstuintje waar een slanke esdoorn opschoot te midden van ondefinieerbare rommel, een kolenhok met een restje hakhout onder een laag zwart stof, een vijftal meter verderop het gebroken raam van het vervallen achterhuis, ernaast een veranda met een hoog boograam dat uitzicht bood op de verre voorzijde van het huis. Ik keek dwars door de donkere, lege kamers. Het licht aan de voorzijde schemerde vaag en veraf.
Er ging een vreemde opwinding door me heen; ik liep het park uit, het blokje om en kwam in een somber straatje van een oude wijk terecht. Het bleek om een groot burgerhuis te gaan met een pokdalige gevel, waarin het vocht zich decennialang een weg had gevreten. Het pand met zijn hoge ramen en afgebladderde voordeur had betere tijden gekend; het stond duidelijk al een aantal jaren leeg. Aan een van de ramen hing een koopbrief die gerimpeld was door condens. Het begon te miezeren zoals het alleen in oude steden miezeren kan; de koperen klep van de brievenbus klapperde even mistroostig in een windvlaag.”

 

Stefan Hertmans (Gent, 31 maart 1951)

 

De Roemeense dichter en essayist Nichita Stănescu werd geboren op 31 maart 1933 in Ploieşti. Zie ook alle tags voor Nichita Stănescu op dit blog.

 

De hiëroglief

Wat een eenzaamheid
om geen betekenis te vinden
als er een betekenis is

en wat een eenzaamheid
om blind te zijn in het volle daglicht, –
en doof, wat een eenzaamheid,
temidden van het aanzwellen van een lied

maar om niets te begrijpen
als er geen betekenis is,
en om midden in de nacht blind te zijn,
en doof als de stilte compleet is, –
oh, eenzaamheid in eenzaamheid!

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nichita Stănescu (31 maart 1933 – 13 december 1983)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e maart ook mijn blog van 31 maart 2020 en eveneens mijn drie blogs van 31 maart 2019. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *