Thijs Zonneveld, Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever

 

Bij de Tour de France

 

 
De Franse wielrenner Thomas Voeckler pakt een flesje water in de Tour van 2016

 

Uit: De Ereronde van de Eland

“De vluchter oogt onrustig. Hij kijkt om, minder dan voorheen, maar met evenveel wanhoop in zijn ogen. Achter zich ziet hij slechts een weg met platanen aan weerszijden. De schaduwen van de bomen worden korter. De zon klimt. Het is lunchtijd. Toeschouwers langs de kant van de weg halen stokbroden uit rugzakken en openen de koelboxen.
Dit is zomer in Frankrijk. Zon, eindeloze rijen platanen, baguettes met smeltende La vache qui rit en de Tour. De Tour is meer dan een wielerwedstrijd. De Tour, dat is chaos, hectiek en publiek. Dat is drie weken feest in ieder dorp dat wordt aangedaan. Dat is de burgemeester in zijn beste pak, de vrouw van de slager in haar mooiste bloemetjesjurk en gratis pastis in het café op de hoek. En hordes toeristen uiteraard. De Tour is van Frankrijk, maar ook een beetje van de rest van de wereld. Behalve de Franse driekleur wapperen er Duitse vlaggen, Vlaamse Leeuwen, Friese pompeblêdden, Noorse rood-blauwe kruizen, Amerikaanse stars and stripes en Kazakstaanse zonnen. Drie weken lang heeft de wereld twee wielen.
De vluchter steekt zijn hand op naar de wedstrijdjury en wijst naar zijn bidon. Een motor met drinkbussen op de bagagedrager komt naast hem rijden. De koploper vist een bidon uit het rekje. Hij schudt de drinkbus even voordat hij hem aan zijn mond zet. Neemt een slok en trekt een vies gezicht. Spuugt en gooit de bidon in de berm. Een paar kinderen en een volwassen man duiken erbovenop.”

 

 
Thijs Zonneveld (Sassenheim, 28 september 1980)

 

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Oversteek
Voor Aylan Kurdi het 3-jarige Syrische jongetje dat, verdronken, aanspoelde op het strand van de Middellandse Zee.

Wie ben jij en wat lig je daar raar

Ben jij de bode in ons toneelstuk, de
eenling die van gruwelen vertellen moet

Ben jij een aangewezen gebieder, die onze
realpolitiek van afstand komt herschikken

Ben je misschien een ‘gevalletje van zuiver
toeval’, een kindgod, een activistisch beeldend

kunstwerk van siliconen en polyurethaan?
Wie ben je? Ie è û (Echoën minuten stilte)

Dat je geen teken geeft maar een teken bent
is iets waar geen dorre ouder iets mee kan

En dat jouw oversteek zijn eigen metafoor werd
vinden enkel hermeneuten interessant

De gang van abstract naar concreet heb je
ongewild ontgoochelend schitterend volbracht.

Wie ben jij en wat lig je raar en waar
zijn je emmertje en je schepje

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Maria van Daalen werd geboren op 8 juli 1950 in Voorburg. Zie ook alle tags voor Maria van Daalen op dit blog.

 

Bouwland

Hij haakt de ploeg zonder bijgedachten achter de tractor,
gaat op de tractor zitten, start en rijdt.
Het kouter achter hem snijdt de grond open.
De klei kleeft steeds even aan het staal,
valt dan om, een brok met één gladde zijkant.

 

Hert

Hij zet het mes erin: het is een vacht
die langs de hals bruin kleurt. Hij drukt.
Er gutst geen bloed uit. Langs de scherpe punt
siepelt slechts een klein stroompje;
druppels blijven hangen aan het haar.

Zijn vingers worden vlekkerig
nu hij het mes strak verder trekt
en een vreemd donkere onderlaag ontbloot.
Met enkele halen wordt de vacht tot vel,
het hert tot vlees gereduceerd.

In zijn bewegingen is niets te merken
van overmoed. Er is gewoonte hier, en recht
en verder warenkennis. De vraag
of hij van bloed en mes houdt, doet
niet ter zake. Ontweien is zijn vak.

 

Tumor

Hij nam het mes en lenigde de pijn
door eraan toe te voegen. Langzaam sneed
hij in het uitgebluste vlees de lijn
van opening: een rode draad
verdubbelde zich, week, te zacht, uiteen.

Met een nieuw mes herhaalt hij dit
één laag dieper. Door het midden van de voor
trekt hij ongehaast een tweede lijn
en dan ontmoet het lemmet toch nog
onverwacht de weerstand van de zwelling.

Incisie. Onafhankelijk van moed en hoop
is hij vertrouwd met deze wetenschap.
Hand en hoofd hanteren dit,
bevrijden nu vakkundig het bederf.
Het is bekend. Hij doet zijn werk.

 
Maria van Daalen (Voorburg, 8 juli 1950)
Cover

 

De Amerikaanse dichter Peter Orlovsky werd geboren in New York op 8 juli 1933. Zie ook alle tags voor Peter Orlovsky op dit blog.

 

Snail Poem

Make my grave shape of heart so like a flower be free aired
& handsome felt,
Grave root pillow, tung up from grave & wigle at
blown up clowd.
Ear turnes close to underlayer of green felt moss & sound
of rain dribble thru this layer
down to the roots that will tickle my ear.
Hay grave, my toes need cutting so file away
in sound curve or
Garbage grave, way above my head, blood will soon
trickle in my ear –
no choise but the grave, so cat & sheep are daisey
turned.
Train will tug my grave, my breath hueing gentil vapor
between weel & track.
So kitten string & ball, jumpe over this mound so
gently & cutely
So my toe can curl & become a snail & go curiousely
on its way.

 

 
Peter Orlovsky (8 juli 1933 – 30 mei 2010)

 

De expressionistische Duitse schrijver en dichter Walter Hasenclever werd op 8 juli 1890 in Aken geboren. Zie ook alle tags voor Walter Hasenclever op dit blog.

 

Der Jüngling (Fragment)

O meine Freunde, kommt! Wir wollen alle
Uns lieben: Gleich, ob Mann, ob Weib, ob Kind;
Daß keine Frage, keine Antwort falle:
Wir tun es, weil wir auf der Erde sind!
Wir lieben ohne Sinn für Zärtlichkeiten,
Nur daß wir lieben ist uns schon Gewinn.
Dem andern Freunde Freude zu bereiten,
So tritt der Jüngling vor den Jüngling hin.
Nun komm auch du, aus jenem Kreis der Damen!
Du bist ein Weib. Sei nackt. Hier hast du Geld,
Erfüllt von mir und meines Freundes Samen
Zieh aus und werde reicher auf der Welt!

Kehr nie zurück, Geschöpf aus unsern Freuden!
Du bist vorhanden. Hab zum Lieben Mut.
Du wirst vielleicht ein Kind von uns erleiden,
So laß es wachsen und so mach es gut!
Da liegst du zwischen uns, du arme Dirne,
Und hast mit uns gemeinsam nur die List.
Die Wollust steigt dir nicht mehr zum Gehirne:
Du liebst, weil nichts mehr ewig an dir ist.
O du mein Freund, die wir zuzweit genießen
An dem Kadaver einer dritten Frau –
Siehst du es nicht wie einen Zug von Riesen,
Einsam, und ragen an der Leichenschau?

Kehr mir zurück, mein Geist, im Blut verrieben;
Was du gelöst, das sammle wieder fest.
Und halte mir das Gleichgewicht beim Lieben,
Sonst sterb ich am Gefühl wie an der Pest.
Ich will jetzt mit dir sein und mit dir reisen;
Wir wollen wie zwei Kugeln uns umkreisen,
Aus einem hellen Raum ins Dunkel wehn.
Wenn je dich ein Genuß verzehrt, den töte!
Verkauf dein Weib, du wirst es überstehn.
Gleichviel ob Ekel oder Liebesnöte –
Am Himmel eilen Wind und Morgenröte,
Die Scheiben klirren, und die Züge gehn.

 

 
Walter Hasenclever (8 juli 1890 – 21 juni 1940) 
Op een verzamelplaatje uit 1928 van de Yenidze Zigarettenfabrik

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn vorige blog van vandaag.