De Estische dichter, schrijver en vertaler Tõnu Õnnepalu werd geboren op 13 september 1962 in Tallin.
Uit: Freedom as a Border State of Mind
„There are some rare moments in the time, while freedom emerges. If we want to be more grandiloquent we may call time the History. Or, speaking about someone’s personal life, we may call it Destiny. Those moments, political and psychological, are perhaps the most suitable for writing. I mean the real writing, which is always the emerging of something unexpected, something new, as in the end of the Baudelaire’s poem Le Voyage.
It is a long poem, which starts with an image of a child dreaming on the maps of seas and continents. The world under the lamp of childhood is huge and without borders. And then the old poet says (well, he wasn’t this old in fact – perhaps as old as I’m now, but, like he says in another poem – Le Spleen – J’ai plus des souvenirs que si j’avais mille ans – I have more memories than I would have at the age of thousand years), so, he says: how little is world in the eyes of memory!
For a child the potential of possibilities, the latent freedom is in it’s maximal rate. Then, during the life, the doors of unused possibilities are closing, one by one. The hungry dreaming has been replaced by searching of real sensations, then by dullness, boredom and spleen – the famous ennui. As the potential of freedom has been used up, the life becomes to be felt like a prison. The trials of escape from this prison become more and more violent. As the poet says in another poem, the boredom – ennui – is the worst of all vices, the most powerful source of evil. A bored human being may – just to escape from his own prison – destroy the world, kill and torture.
Or destroy himself. The last part of the poem, which closes the whole book, evokes the Death as ultimate liberator and ultimate door into the unknown and the last remaining possibility for something new. This absurd hope tells us about the inner feelings of the poet, who’s sources of creation are like drying up and who doesn’t find his former freedom any more. So was the freedom, the childhood’s borderless world just an illusion?“
Tõnu Õnnepalu (Tallin, 13 september 1962)
De Poolse dichter Julian Tuwim werd geboren in Łódź op 13 september 1894.
The Dancing Socrates
I roast in the sun, old wretch…
I lie, and yawn, I stretch.
Old am I, but full of pep:
When I take a slug from the cup
I sing.
My ancient bones bask in the sun’s glow,
And my curly, wise, grey head.
In that wise head, like woods in spring
Hums and hums a wiser wine.
Eternal thoughts flow and flow,
Like time
Julian Tuwim (13 september 1894 – 27 december 1953)
De Nederlandse dichter, predikant en hoogleraarr Nicolaas Beets werd geboren op 13 september 1814 in Haarlem. Voor onderstaande schrijvers zie ook mijn blog van 13 september 2006.
Uit: Uit: Camera Obscura
“En wezenlijk, de Hollandsche jongens zijn een aardig slag. Ik zeg dit niet met achterstelling, veel min verachting, van de Duitsche, of Fransche knapen, aangezien ik het genoegen niet heb andere dan Hollandsche te kennen. Ik zal alles gelooven wat Potgieter, in zijn tweede deel van ‘het Noorden’, over de Zweedsche, en wat Wap in het tweede deel van zijne ‘Reis naar Rome’, over de Italiaansche in ’t midden zal brengen; maar zoolang zij er van zwijgen, houd ik het met onze eigene goed-gebouwde, roodwangige, sterkbeenige en, ondanks de veete tegen de Belgen, voor ’t grootst gedeelte blauwgekielde spes patriae.
De Hollandsche jongen; – maar vooraf moet ik u zeggen, mevrouw! dat ik niet spreek van uw bleekneuzig eenig zoontje, met blauwe kringen onder de oogen; want met al het wonderbaarlijke van zijn vroege ontwikkeling, acht ik hem geen zier. Vooreerst: gij maakt te veel werk van zijn haar, dat gij volstrekt wilt laten krullen; en ten andere: gij zijt te sentimenteel in het kiezen van zijn pet, die alleen geschikt is om voor oom en tante te worden afgenomen, maar volstrekt hinderlijk en onverdragelijk bij het oplaten van vliegers en het spelen van krijgertje, – twee lieve spelen, mevrouw, die u ed. te wild vindt. Ten derde, heeft u ed., geloof ik, te veel boeken over de opvoeding gelezen, om een enkel kind goed op te voeden. Ten vierde, laat gij hem doosjes leeren plakken en nuffige knipsels maken. Ten vijfde zijn er zeven dingen te veel, die hij niet eten mag. En ten zesde, knort u ed. als zijn handen vuil zijn en zijn knie door de pijpen van zijn pantalon komt kijken; maar hoe zal hij dan ooit vorderingen kunnen maken in ’t ootje-knikkeren? of de betrekkelijke kracht van een schoffel en een klap leeren berekenen? – ik verzeker u dat hij nagelt, mevrouw! een nagelaar is hij, en een nagelaar zal hij blijven: – wat kan de maatschappij goeds of edels verwachten van een nagelaar? Ook draagt hij witte kousen met lage schoentjes: dat is ongehoord. Weet u ed. wat u ed. van uw lief Fransje maakt? 1. een gluiper; 2. een klikspaan; 3. een geniepigerd; 4. een bloodaard; 5… Och lieve mevrouw! geef den jongen een andere pet, een broek met diepe zakken, en ferme rijglaarzen, en laat hij mij nooit onder de oogen komen zonder een buil of een schram, – hij zal een groot man worden”.
Nicolaas Beets (13 september 1814 – 13 maart 1903)
Borstbeeld, gemaakt door Cornelis Beets
De Britse schrijver Roald Dahl werd geboren op 13 september 1916 in Llandalf, Zuid-Wales.
Cinderella (Fragment)
I guess you think you know this story.
You don’t. The real one’s much more gory.
The phony one, the one you know,
Was cooked up years and years ago,
And made to sound all soft and sappy
just to keep the children happy.
Mind you, they got the first bit right,
The bit where, in the dead of night,
The Ugly Sisters, jewels and all,
Departed for the Palace Ball,
While darling little Cinderella
Was locked up in the slimy cellar,
Where rats who wanted things to eat
Began to nibble at her feet.
She bellowed, “Help!” and “Let me out!”
The Magic Fairy heard her shout.
Appearing in a blaze of light,
She said, “My dear, are you all right?” ‘
All right?” cried Cindy. “Can’t you see
I feel as rotten as can be!”
She beat her fist against the wall,
And shouted, “Get me to the Ball!
There is a Disco at the Palace!
The rest have gone and I am jalous!
I want a dress! I want a coach!
And earrings and a diamond brooch!
And silver slippers, two of those!
And lovely nylon pantyhose!
Thereafter it will be a cinch
To hook the handsome Royal Prince!”
The Fairy said, “Hang on a tick.”
She gave her Wand a mighty flick
And quickly, in no time at all,
Cindy was at the Palace Ball!
It made the Ugly Sisters wince
Roald Dahl (13 september 1916 – 23 november 1990)
De Nederlandse wetenschapper en publicist, vrijdenker en anarchist Anton Constandse werd geboren in Brouwershaven op 13 september 1899.
Uit: Het terrorisme
„De bloedige onderdrukking van de Parijse Commune en de wrede taferelen van officiële moord op weerloze socialisten hebben een diepe indruk gemaakt op de revolutionairen van het laatste gedeelte der vorige eeuw. Nimmer scheen tegengeweld zo geoorloofd als bij het verweer tegen standen en klassen die op zo tirannieke wijze hadden gewoed. Men vergete niet dat de ‘tirannenmoord’ op velerlei gronden door uiteenlopende richtingen was goedgekeurd, en dat het christendom zich daarbij niet onderscheidde van politieke stromingen. Talloos was het aantal koningsmoordenaars (‘régicides’) geweest wier daden verontschuldigd waren geworden. De man die de laatste en dodende aanslag had gepleegd op Willem de Zwijger, Balthazar Gerards, voltooide een goddelijk geachte opdracht. Toen in 1610 de Franse koning Henri IV van het leven werd beroofd door Ravaillac, wilde deze laatste de gewezen protestantse monarch treffen, die nog als beschermer der hugenoten werd beschouwd. Nadat in 1793 Charlotte Corday de revolutionaire leider Marat had doodgestoken (door haar beschouwd als een tiran) had zij gezegd: ‘Ik heb één man gedood om honderdduizenden te redden.’ Hoewel de meeste politieke moorden – men denke aan de tijd der Renaissance, Reformatie en Contrareformatie – door leden van de overheid zijn gepleegd, is de liquidatie van een dictator door het nageslacht bijna altijd verdedigd als een begrijpelijke en vaak heilzame daad.
Deze opvatting werd in de negentiende eeuw versterkt door de berichten, die uit het absolutistisch geregeerde Rusland kwamen. Na 1848, toen de tsaar had ingegrepen om de Hongaarse opstand te helpen neerslaan; na 1863 toen wederom een Poolse revolutie was onderdrukt; na de massa-arrestaties en verbanningen van Russische revolutionairen gold het ook in het Westen als onvermijdelijk dat aanslagen nog de enig mogelijke vorm waren van noodzakelijk verzet. De invloed van Alexander Herzen, met wie Bakoenin (na zijn ontsnapping uit Siberië) enige jaren had samengewerkt, was voornamelijk ideologisch, gericht op een vaag democratisch socialisme. Hij keerde zich in beginsel tegen het revolutionaire geweld. ‘Wie niet wil dat de beschaving wordt gevestigd met de knoet, mag de bevrijding niet willen bereiken met de guillotine.’ Maar wel riep hij op christelijke wijze herhaaldelijk het beeld op van een bloedige Apocalyps, een Wereldondergang waaruit de nieuwe orde geboren zou worden.“
Anton Constandse (13 september 1899 – 23 maart 1985)
Portret door Jan Wiegers
Zie voor alle bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 13 september 2008.
De Engelse schrijver, journalist en literatuurcriticus John Boynton Priestley werd geboren in Bradford op 13 september 1894. Zie ook mijn blog van 13 september 2007.