Vicente Aleixandre, Hertha Kräftner, Joanne Gobure, Bernard Malamud, Theun de Vries, Hannelies Taschau

De Spaanse dichter Vincente Aleixandre (eig. Vicente Pío Marcelino Cirilo Aleixandre y Merlo) werd geboren op 26 april 1898 in Sevilla als zoon van een locomotiefbestuurder. Zijn jeugd bracht hij door in Málaga. Vanaf 1909 woonde hij in Madrid waar hij ook rechten en economie studeerde. In 1922 leerde hij in het Ateneo Rafael Alberti kennen die net als Alexandre zelf tot de belangrijkste leden van de Generacion del 27 geteld wordt. Alexandre kreeg een relatie met de toneelspeelster Carmen de Granada en maakte reizen naar Frankrijk, Portugal, Engeland en Zwitserland. Zijn oorspronkelijke voornemen om koopman te worden moest hij om gezondheidsredenen opgeven en vanaf 1925 wijdde hij zich geheel aan de literatuur. In 1934 kreeg hij voor La destruccion o el amor de Nobelprijs voor literatuur. Van 1936 tot 1944 had hij vanwege het antifascistische karakter van zijn werk een publicatieverbod, waar hij zich overigens door geheime publicaties aan onttrok. In 1950 werd hij opgenomen in de Real Academia Española.

 

SINGT, VÖGEL

 

Vögel, das Streicheln eurer reinen Flügel
kann mir die Trauer nicht aus dem Gedächtnis tilgen.
Welch helle Sehnsucht einer Lippe
ist euer Triller, der aus reiner Brust kommt!
Singt für mich, schillernde Vögel,
die ihr im glühenden Wald die Freude ruft
und trunken vor Licht aufsteigt wie Zungen
ins wartende Blau, das euch annimmt.
Singt für mich, Vögel, die jeder Tag neu gebiert,
und in deren Schrei die Unschuld der Welt ist.
Singt, singt, und reißt die Seele mir aus und
steigt mit ihr auf, daß sie nie auf die Erde zurückkommt.

 

 

Lover

What I do not want
is to give you the words of day dreams.
Not to spread the image with my lips
on your face, nor with my kiss.
I take the tip of your finger
with pink nail, for my gesture,
and, in this manner of airs,
I give it back to you.
From the grace and the lightsomeness of your pillow.
And the heat of your exotic eyes.
And the light of your secret
breasts.
Like the moon in the spring
a window
gives us yellow light, and a heart
beat
seems to flow back from you to me.
It’s not that. Nor will it be. Your true sense
has already given me the peace,
the beautiful secret,
the charming dimple,
the lovely corner of your mouth
and the weary
morning.

 

Engelse vertaling door Tanzan Kopra

 

vicente-aleixandre

Vicente Aleixandre (26 april 1898 – 14 december 1984)

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Hertha Kräftner werd geboren op 26 april 1928 in Wenen. Zij groeide op in Mattersburg in het Burgenland. Dat soldaten van het Rode leger in 1945 hun huis binnendrongen heeft diepe sporen in de jonge vrouw nagelaten. Vooral ook omdat haar vader aan de verwondingen, opgelopen tijdens schermutselingen met een Russische soldaat, in september van dat jaar overleed. Hertha Kräftner studeerde Engels en Duits in Wenen en bezocht ook lezingen over psychologie, waardoor zij met het existentialisme van Sarte in aanraking kwam. In 1948 verscheen er voor het eerst een gedicht van haar in druk: „Einem Straßengeiger”, in het tijdschrift Lynkeus. Zij wisselde kort daarop van studie en koos de vakken filosofie, psychologie en esthetica. In 1949 begon zij prozateksten te schrijven. Vanaf 1947 had zij een moeizame relatie met de bibliothecaris Otto Hirss, die haar bleef steunen, ondanks haar affaires met andere mannen en haar toenemende aanvallen van depressie. In 1950 kwam zij in contact met de literaire kring rondom Hans Weigel in Café Raimund. Daar maakte zij kennis met schrijvers als René Altmann, H.C. Artmann, Gerhard Fritsch, Friederike Mayröcker, Jeannie Ebner en Andreas Okopenko. Haar werk vond nu ook zijn weg naar andere tijdschriften, zoals Neue Wege en Stimmen der Gegenwart. Uiteindelijk verhinderden haar successen n
iet dat zij in de nacht van 12 op 13 november 1951 zelfmoord pleegde door een overdosis veronal in te nemen.

 

Uit: Kühle Sterne

 

10. 3. 1951


ES IST EINE SEEREISE BIS ZU DIR,
weil immer das Meer
vor der Liebe ist
und auf dem Meer nur der Sturm.
Immer noch sind Heros Zeiten …
Seit Jahren ist mein Schiff
unterwegs.
Inseln ziehen vorbei,
vom Mond beschienen,
Sandküsten, traurig und leer.
Ein brauner Mann gibt Flaggenzeichen
auf der Mole.
Flöten, Schlangen und Wein in Tavernen.
Und der große Wind.
Wind mit Fischgeruch und
Albatrosschrei und Wind
mit dem Dunst aus fremden Häfen.
Das Meer und der Wind
schlagen laut an mein Boot,
aber der Steuermann
ist ein stummer Chinese.
Wie ich dich auch liebe,
du bist doch eine Seereise von mir.
Erinnerst du dich,
daß in Heros Zeiten
immer wieder ein Leuchtturm
erlischt? Und Gottes Winde
blähen nur langsam die Segel.

[Notizen zu einem Roman in Ich-Form] 25. 10. 1951

Es ist Oktober und ich lebe noch. Die Liebe kam noch einmal, aber vielleicht geht sie schon wieder vorbei. Ich bin dabei nicht glücklich geworden. Ich glaube kaum, daß ich glücklich gemacht habe. Es ist mir gleich. Ich nehme nichts mehr wichtig.
Er kam ganz schmal durch den Herbst auf mich zu. Ich war verzaubert, ich hatte vergessen, was vergangen war. Ich wollte für ihn gut werden, aber er verzieh mir nicht, daß ich nicht gut war. Alles hätte silbern sein können und sanft, aber er schleppte uns in einen Raum, in dem ein bronzener Gang in einem fort tönte.
Ich will nicht mehr. Er war nicht imstande, mir das Leben zu erklären. Wozu führe ich es dann weiter, da ich es doch nicht verstehe.”

 

Kraeftner

Hertha Kräftner (26 april 1928 – 13 november 1951)

 

 

De Nauruaans dichteres Joanne Ekamdeiya Gobure werd geboren op 26 april 1982 in Denigomodu op Nauru, een eiland in de Stille Oceaan. Zij is een nicht van de tennisser Chris Gobure. Sinds 2003 heeft zij hoofdzakelijk gewerkt als docente op het Nauru College in Aiwo. Gobure schrijft gedichten in het Engels. Buiten het eiland is zij nauwelijks bekend, maar via het internet heeft haar gedicht A Beautiful Prayer een grotere verspreiding gekregen via forums en Christelijke websites.

A Beautiful Prayer

I asked God to take away my habit.

God said, No.

It is not for me to take away, but for you to give it up.

I asked God to make my handicapped child whole.

God said, No.

His spirit is whole, his body is only temporary.

I asked God to grant me patience.

God said, No.

Patience is a byproduct of tribulations;

It isn’t granted, it is learned.

I asked God to give me happiness.

God said, No.

I give you blessings; Happiness is up to you.

I asked God to spare me pain.

God said, No.

Suffering draws you apart from worldly cares

And brings you closer to me.

I asked God to make my spirit grow.

God said, No.

You must grow on your own!

But I will prune you to make you fruitful.

I asked God for all things that I might enjoy life.

God said, No.

I will give you life, so that you may enjoy all things.

I ask God to help me love others, as much as He loves me.

God said… Ah, finally you have the idea.

This day is yours! Don’t throw it away!

To the world you might be one person,

But to one person you just might be the world.

 

nauruKerk

Joanne Gobure (Denigomodu, 26 april 1982)
De kerk van Nauru (geen portret beschikbaar)

 

De Amerikaanse schrijver Bernard Malamud werd op 26 april 1914 in Brooklyn, New York. Zie ook mijn blog van 26 april 2007.

Uit: God’s Grace

Cohn said Kaddish for one hundred souls whose names he had picked at random in a heavily thumbed copy of a Manhattan telephone directory he had snatched from the sea-battered Rebekah Q. He kept it for company in the cave as a sort of “Book of the Dead.”

He often felt an urge to read all those names aloud. The Dead must be acknowledged if one respected life. He would say Kaddish at least once for everyone in the book, although, technically speaking, to do so one needed the presence of ten live Jews. Yet, since there were not ten in the world, there was no sin saying it via only one man. Who was counting?

God said nothing.

Cohn said Kaddish.

There’s a legend in Midrash that Moses did not want to die despite his so-called old age. He was against it, respectfully, of course.

“Master of the World! Let me stay like a bird that flies on the four winds and gathers its food every day, and at eventide returns to the nest. Let me be like one of them!”

“With all due regard for services rendered,” God said, “nothing doing. You’re asking too much. That mixes everything up. First
things first.”

Cohn said Kaddish.

If we were bound to come to this dreadful end, why did the All-knowing God create us?

Some sages said: In order to reflect His light. He liked to know He was present.

Some said: In order to create justice on earth; at least to give it a try.

Cohn thought: He was the Author of the universe. Each man was a story unto himself, it seemed. He liked beginnings and endings. He enjoyed endings based on beginnings, and beginnings on endings. He liked to guess out endings and watch them go awry. At first He liked the juicy parts where people were torn between good and evil; but later the stories may have let Him down; how often, without seeming to try, the evil triumphed. It wasn’t an effect; it was an embarrassing condition: His insufficient creation. Man was subtly conceived but less well executed. Body and soul hung badly together.

Maybe next time.

Cohn said Kaddish.”

 

malamud

Bernard Malamud (26 april 1914 – 18 maart 1986)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Theun de Vries werd geboren in Veenwouden op 26 april 1907. Zie ook mijn blog van 26 april 2007 en mijn blog van 26 april 2006.

 

Uit: Johnny

 

1.

 

Johnny 1914

Van het vierde regiment Hooglanders.

Schotsche trotsche protestanten. Boerenzoons.

Vroolijk, blond, gezond.

Naar Frankrijk.

Wraak voor België!

De zee is groen en vaal. Het regiment danst aan boord. Johnny blaast voor het appèl.

It ’s a long way to Tipperarij.

Le Hävre. Schepen, zwart, rood, geel, als in Engeland.

Loodsen en kranen. Vlaggen. Sirenen huilen hun welkom.

Daarachter bloeit zomersch Frankrijk open langs zilveren spoorwegen.

Populieren langs de Seine. Zilveren windharpen.

Weiden. Kathedralen.

Parijs en de madonnaas.

Johnny is een protestant, die met groote oogen staart naar de gothische mysteriën van Nôtre-Dame.

 

2.

 

Marcheeren. Treinen. Marcheeren.

Overal landvolk en bloemen en feestwijn.

Vivent les Anglais!

Aan de verre horizon de rooklijnen van het front.

De Duitschers. De Hunnen. De beesten. De beulen van vrouwen en kinderen. De

vernielers van de kathedralen.

Wraak voor België!

Johnny blaast de hoorn voor de troep.

Schotsche trotsche verdedigers van het katholieke Frankrijk.

Boerenzonen met vierkante lichamen. Gedrild. Goede schutters.

Bivakkeeren. Bosschen. Hoeven. In den nacht dreigen purperen kartetsen, schrille

zoeklichten speuren den hemel af om buit.

Lazaretten langs de stoffige wegen.

Gegroet, blonde liefdezuster!

Proviandwagens. Munitie.

Het front komt nader.

Stormtroepen vóór!

 

3.

 

Oranje morgenzon over Parijs.

Ver van het slagveld.

Het bad is warm. De zeep geurt. Het nikkel van de kranen schittert in koel

morgenlicht.

Kolonel O’Donny droogt zich af en steekt de eerste cigaret op.

De oppasser met de zijden kamerjas.

Ontbijt. Zacht geroosterd brood. Ham en eieren.

Zoete koffie.

Ochtendbladen.

‘Strijd aan het front verscherpt. De onzen staan als een muur.’

Glimlach.

Ochtendrit in het Bois de Boulogne. Bonnes met kinderen. Zwanen. Parade de chic.

Uniformen. Toiletten.

Dineeren in de officierenclub.

Des namiddags bureau. Rantsoeneeringslijsten.

Schoenen. Wapens. Onze dappere Tommies.

De oorlog is grootsch en schoon.

 

teundevries

Theun de Vries (26 april 1907 – 21 januari 2005)

 

 

De Duitse dichteres en schrijfster Hannelies Taschau werd geboren op 26 april 1937 in Hamburg. Zie ook mijn blog van 26 april 2007.

 

Retrospektive

Die Diva hob wie absichtslos die Arme

das reichte meist schon wir waren abgehängt

War die neunzehn waren wir fünfzehn

und absichtslos war nichts Zu ihrem rotblonden

Gekräusel befragt: Rasiert werden Schweine vor

dem Schlachten Bin ich ein Schwein soll ich

geschlachtet werden?

Das

oder wie man es hinkriegt mit schnurrenden

Bauchmuskeln im Gras im Sand im Unbekannt

nicht zu versinken Geküsst sich zu entscheiden

ob es für den Anfang reicht anstatt blindlings

zurückzuküssen Lauter achtbare universelle

Offerten an Mädchen wie uns

Ich mag keine Cola zu sagen war für den Anfang

nicht schlecht

 

 

Männerkind

Sein Köpfchen aus Lissabon die Hüften

und Beine aus Salford aus Pisa die Finger

Krabbelt Reagiert auf alles was sich bewegt

betatscht bunte Klötze und schlägt

sich auch mal die Kniemechanik auf

Kontrolliert selbstständig seinen Akku

kann sein Gleichgewicht halten hat

Sensoren einen Temperaturfühler

und ein paar gängige Reflexe

ständig wird die Software verbessert

alles wird protokolliert: Macht der Kleine

Fortschritte wird er bockig regt sich künstliche

Intelligenz im kalten Köpfchen

 

 

Texten

Gartenwindlicht aus gebürstetem Zinn
aus Gartenzinn gebürsteter Wind Aus dem
Garten des gebürsteten Windes Lichtgebürstet

Zinnlicht im Lichtgarten des Gartenwindes
der gelichtete Garten der Lichtwind im Bürsten
des Zinn Aufhören nie rechtzeitig.

Taschau

Hannelies Taschau (Hamburg, 26 april 1937)