W. F. Hermans, Hubert Lampo, Blaise Cendrars, Peter Adolphsen

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 1 september 2010 en eveneens alle tags voor W. F. Hermans op dit blog.

 

Samenzijn in négligé

Zij stond voor haar toilettafel,
Een driedelige toilettafel,
Een toilettafel met drie spiegels.

Zij kamde haar haar,
En ik stond achter haar.
Zij plukte uit haar kam een rafel.

En zo lichtgevend was zij,
Dat ik, toen ik mij omdraaide naar de wand
(De toilettafel – zij – ik – de wand),
Zag een driedubbele schaduw in haar hand.

Drie lichtende vingers; ik ontweek ze schuw,
Ik ontweek ze, ik, driedubbele schaduw.

 

Bewaakte overweg

De wit en rode zuurstangen van het verbodene
Kantelen, terwijl ze breder worden.
– Aldoor bellen die waanzinnig worden
Aangehitst door omgekochte seinen
Tot eerbetoon aan dolgeworden treinen.

Als ik op ’t hek leun: plotseling bedaren.
Een overrompeld, in ontzetting, staren.
Palen houden eindeloze snaren
Omhoog in bundels die ertussen dalen.

Hun kandelabers kammen het geruis
Van hese en veeltonige elektronen.
Nergens een huis. Alleen de weg. Geen bomen.

Ik haat de snelheid die de mijne kruist
Tomeloos, als slaap de vaart der dromen.

De trein ijlt in een mantel van gefluit.
Zijn haar een witte, overzware stroom.
Zijn hart tikt haperend op de stalen sporen.
– Moeder! – Mijn woorden smoren in geluid.
Haar wuiven gaat verloren onder stoom.

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Belgische schrijver Hubert Lampo werd op 1 september 1920 geboren in Het Kiel, Antwerpen. Zie ook mijn blog van 1 september 2010 en eveneens alle tags voor Hubert Lampo op dit blog.

 

Uit: Kasper in de onderwereld

„Na het eten zaten zij te roken, de voeten naar de kachel uitgestoken. De gastheer had een versleten radiotoestel aangezet om te horen, of er soms nieuws over de werkstaking was. Voorlopig scheen alles bij het oude gebleven. Of het hem tegenviel, draaide hij zolang aan de afstemknop, tot hij door het slijtagegeruis heen wat verre muziek te pakken kreeg. Twee maten waren Kasper voldoende om, door een diepe weemoed overmand, ééns temeer Mozart te herkennen. De nachtwaker haalde een kruik jenever uit het rek te voorschijn en veegde met een geruite keukenhanddoek twee glazen schoon tot ze blonken als kristal. Meer nog dan tevoren zag hij er in zijn kraaknet grijs pak als een gentleman uit die het voor zo’n kleinigheid ook wel zonder butler aankan.

‘Je geeft je te veel moeite’, zei Kasper. ‘Ik stel je gastvrijheid bijzonder op prijs, doch het zou vervelend zijn, als je er herrie om kreeg…’ ‘Onzin, volgende maand zal ik veertig jaar onberispelijke dienst op mijn actief hebben. Wie zal na zo’n tijd de oude Simon nog de les lezen? Er bestaat trouwens geen voorschrift, dat mij verbiedt een vriend op een borrel te tracteren. Waarom zou men op een kerkhof de gastvrijheid niet beoefenen?’

Kasper onderdrukte zijn lach. Niets wees erop, dat de andere het als galgehumor bedoelde.

‘Een beetje gezelligheid verdien je wel.’ stemde hij in. ‘Maar toch moet er mij iets van het hart!’

‘Spreek op, mijn beste!’

‘Ronduit gezegd begrijp ik niet, wat op een plaats als deze het nut van een nachtwaker is?’

Simon dronk zijn glas leeg en zuchtte van genot, blijkbaar te keurig opgevoed om waarderend met de tong te klakken.“

 

Hubert Lampo (1 september 1920 – 12 juli 2006)

 

De Franstalige, Zwitserse dichter en schrijver Blaise Cendrars werd geboren op 1 september 1887 in La Chaux-de-Fonds. Zie ook mijn blog van 1 september 2007 en ook mijn blog van 1 september 2008 en ook mijn blog van 1 september 2009 en ook mijn blog van 1 september 2010

 

Bleus

La mer est comme un ciel bleu bleu bleu
Par au-dessus le ciel est comme le Lac Léman
Bleu-tendre

 

L’equateur

L’océan est d’un bleu noir et le ciel bleu est pâle à coté
La mer se renfle tout autour de l’horizon
On dirait que l’Atlantique va déborder sur le ciel
Tout autour du paquebot c’est une cuve d’outremer pur

 

Iles

Iles
Iles
lles où l’on ne prendra jamais terre
Iles où l’on ne descendra jamais
Iles couvertes de végétations
Iles tapies comme des jaguars
Iles muettes
Iles immobiles
Iles inoubliables et sans nom
Je lance mes chaussures par-dessus bord car je voudrais
bien aller jusqu’à vous

 

Blaise Cendrars (1 september 1887 – 21 januari 1961)

 

De Deense schrijver Peter Adolphsen werd geboren op 1 september 1972 in Århus. Zie ook mijn blog van 1 september 2007 en ook mijn blog van 1 september 2008 en ook mijn blog van 1 september 2009 en ook mijn blog van 1 september 2010

 

Uit: Brummstein (Vertaald door Hanns Grössel)

„Nach seiner Heimkehr nach Augsburg schrieb Josef sein Erlebnis auf der Tauchstrecke in summarischer Form auf ein Stück Papier nieder, das er mit dem grauschwarzen Stein zusammen in eine kleine Holzschachtel legte. Seine Absicht war, sie der Bayerischen Staatssammlung für Paläontologie und Geologie zu übergeben, aber eine Liquiditätskrise in der Versicherungsgesellschaft und eine gefühlsmäßige solche in seiner Ehe nahmen all seine Zeit und sein Denken in Anspruch, und der Stein und das Erlebnis, das sich daran knüpfte, sanken allmählich ins Halbdunkel seines Hinterkopfes zurück.
Zwölf Jahre nach der Reise zum Hölloch wurden sowohl Andrea als auch Josef, wie in diesem Jahr so viele andere, von der Spanischen Grippe befallen und waren beide dem Sterben äußerst nah, kamen aber mit dem Leben davon. Während eines Spaziergangs auf der Provinostraße im selben Herbst hatten sie jedoch das Pech, dass ein Möbelträger, der gerade eine Chaiselongue in den 3. Stock hinaufhievte, genau in dem Moment einen Infarkt bekam, als sie unter dem Möbelstück entlanggingen.
Andrea war auf der Stelle tot, und Josef starb zwei Tage später an seinen inneren Verletzungen. Der Möbelträger überlebte.“

 


Peter Adolphsen (Århus, 1 september 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn vorige blog van vandaag.