Wim Noordhoek

De Nederlandse schrijver, radiomaker en journalist Willem Johannes Noordhoek werd geboren in Steenwijk op 7 november 1943. In 1962 ging hij politieke wetenschappen studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte de ontgroening bij het Amsterdamsch Studenten Corps mee die berucht werd doordat een ouderejaars riep “en nu gaan we Dachautje spelen!” en besloot, als enige, na dit incident geen lid te worden van de vereniging.Tijdens zijn studententijd was hij redacteur van het blad Propria Cures. In 1967 maakte hij zijn eerste programma voor de VPRO-radio, “Help!” Dit was het eerste programma op de Nederlandse radio waarin alternatieve popmuziek uitgebreid aan bod kwam. Daarna maakte hij programma’s als “HEE”, de “Joe Blow Show”, “Piet Ponskaart presenteert” en “Nova Zembla.” Tegelijkertijd was hij redacteur van het muziekblad Hitweek. Vanaf 1980 maakte Noordhoek programma’s waarin schrijvers centraal staan, zoals “Suite”, “Music-Hall” en “De Avonden.” Samen met Arend Jan Heerma van Voss maakte hij De Radiovereniging, een programma waarin radiomakers over hun vak vertelden en historische radiofragmenten te beluisteren waren. Noordhoek heeft ook een (veel kleiner) aantal televisieprogramma’s gemaakt. In 1970 maakte hij het popprogramma “Piknik”, waarin onder andere Frank Zappa en Gerry Rafferty voor het eerst in Nederland optraden. Onder het pseudoniem “Alex Mol” schreef hij vele jaren een column in de VPRO-gids. Zowel onder eigen naam als onder dat pseudoniem publiceerde hij een aantal boeken. Sinds 2006 heeft hij een weblog op de boekensite van de VPRO, ‘Avondlog’.

Uit: Muzenstraat en andere Haagse verhalen (Sportlaan)

“Mijn moeder fietst. Een mooi meisje op linnen zomerschoenen. Over de Sportlaan naar Houtrust van Kijkduin naar de Frankenslag. Naar de man die verliefd was op haar zusje. Achter haar ligt een tijd van open auto’s en strooien hoeder. van uitstapjes naar Spa en de Cascade de Coo, van een poppenameublement gemaakt door de scheepstimmerman van haarvader, de kapitein, voor poppen bijna zo groot als kinderen. Het is voorbij. Ze fietst, onwetend van wat komen zal. De oorlog nadert. Rechts van haar zal de tankgracht van de Atlantikwall gegraven worden, langs de Sportlaan, dwars door het kaalgeslagen Sperrgebiet tussen Den Haag en het ontvolkte Scheveningen. Alle vier mijn grootouders zullen in 1942 moeten verhuizen.
Ze komt van Kijkduin, waar haar vader nog een tijdje wat probeerde te verdienen als bewaker van de fietsenstalling onder het witte hotel, die hij gepacht had, maar de jongens waren hem te snel af. Haar vader komt voor in de Stamboeken van de Holland-Amerika Lijn. lk vond een krantenknipsel waarin vermeld wordt dat de kapitein Sjerp een medaille kreeg van het KNMI. Er zijn drie brieven, waarin hij mijn moeder als klein meisje weersystemen uitlegt, op blauw Mailpapier, met briefhoofd. Documenten bevestigen dat de kapitein Sjerp in 1931 in Havana een beroerte kreeg aan boord van het vrachtschip de Boschdijk: 5 okt.” Hospitalized Havana.Stroke” en “1 april 1932. Dismissed and put on standby wages” De ‘wages’ waren gering. Pensioen kwam nauwelijks. Mijn moeder ging naar de kweekschool om zo snel mogelijk onderwijzeres te worden.
Een foto op Kijkduin laat de kapitein zien, voorgoed aan wal, in 1932.15:et oma Co en de huishaan Petrus bij zich. De stok waarmee hij liep staat in de hoek Ze fietst de Duinlaan af, de Sportlaan voorbij de kerk, langs het Houtruststadion en de Houtrusthallen waar de kunstijsbaan zal komen van HIJS/Hokij. Over de brug van het Verversingskanaal naar de Frankenslag, in 1933. Naar wie haar schoonouders zullen zijn en mijn grootouders.
Ze fietst naar zeven jaar verloving vol twijfel. Maar ze wil kinderen. Mij als eerste. Ze fietst in het zicht van her straatje waar ze huisvrouw en moeder zal zijn, maar dat nog gebouwd moet worden, na de oorlog. Het doel in haar leven werd, zoals ze me kort voor :laar dood zei, “je vader ergernis besparen.” Ze fietst. Niets houdt haar tegen. In reven jaar verloving verzamelt ze een uitzet, schrijft schriften vol met recepten en manieren om vlekken te verwijderen. Ze heeft de westenwind mee. Mijn maagpijn heb ik van haar.”


Wim Noordhoek (Steenwijk, 7 november 1943)