Yves De Bosscher

Onafhankelijk van geboortedata

De Vlaamse dichter en politicus Yves De Bosscher werd in 1970 geboren in Kortrijk. Op tweejarige leeftijd verhuisde hij naar Harelbeke, waar hij met zijn ouders in een appartement langs de Leie kwam te wonen. Nooit zou een rivier veraf zijn in zijn leven. De Leie werd rechtgetrokken en de immense werken maakten grote indruk. De Bosscher begon zich lokaal voor natuur- en milieu te engaeren, richtte een natuurvereniging voor jongeren op en ging op vijftienjarige leeftijd naar de milieuraad van Harelbeke. Hij werd milieuambtenaar in de stad waar hij woonde. De waterkwaliteit van de Leie verbeterde. Deze van het kanaal ging achteruit. De indrukken die hem overvielen werden vaak in poëzie uitgedrukt. Hij verhuisde naar Stasegem – alweer vlakbij het kanaal. Nu woont hij met zijn gezin in Sint-Denijs, op geringe afstand van het kanaal. En met, in de verte, zicht op de Schelde …. Pas nadat op het natuur.forum een poëzietopic werd opgestart kwam hij voor het eerst met zijn poëzie naar buiten. Een aantal van zijn gedichten werd gepubliceerd in tijdschriften en boeken. Op het Vogelfestival aan de Oostvaarderplassen in Nederland werkte hij samen met Wim Parmentier uit Watou mee aan een poëzieproject. Voor Natuur.koepel Zuid-West-Vlaanderen werkt hij nu rond rivierpoëzie. Ondertussen kan men op verschillende plaatsen in Zuid-West-Vlaanderen de sporen van het rivierpoëzieproject vinden.

Stil

vader taalt in armgrepen
de letters raakt hij kwijt
en als zijn denken overstroomt
grossiert hij stil in spijt

graait tevergeefs naar woorden
die dolend zwerven in zijn hoofd
geen enkel kan hij vatten
zo is zijn stem gedoofd.

hij prevelt soms mijn naam nog
maar herkennen doet hij niet
het verleden ligt geborgen
in een bunker van graniet

het pad waarop hij stapt
verdwijnt in grijze mist
niets blijft er nu nog over
van wat hij vroeger wist

straks scheiden onze wegen
het is al veel te laat
wie valt nog te verwijten
dat er nooit echt werd gepraat?

 

Kortrijk, 2302

hoe het een geschiedenis kan vergaan
uiteindelijk zijn de woorden weer gevallen
waarmee wij ons zullen onderscheiden
van schuimers en plunderaars
in deze verloren stad

hebben onze lieve vrouwen en kinderen
op het smelten niet gewacht,
het gild der koolstofjagers
hoedt zich in deze boten
voor de vloek van het zoute water

nu kappen we de touwen
die ons kluisterden aan maagd en leeuw,
varen langs dobberende inboedels
tussen de spitsen van sint-Antonius en sint-Jan
naar een ongewisse wereld

er klinken elegieën voor de ouden
die achter werden gelaten,
zij die hadden voorzien
het vermeende voor waarheid te nemen
en zonder gemor verdronken zijn
in hun huizen op de kouter

duizend jaar zijn geweest
en weer hebben we niets geleerd

Yves De Bosscher (Kortrijk, 1970)


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *