Bert Wagendorp, C. K. Williams

De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.

Uit: Kalle. De memoires van Abel Sikkink 2

“De Illinois Central zwoegde zich door de lege vlakten van het Midden-Westen en het ritmische geluid van de wielen had me in de gezegende maar soms ook vervloekte staat gebracht die het midden houdt tussen slapen en waken, die het denken bevrijdt van logica en chronologie en herinneringen laat opborrelen als luchtbellen in een sloot. Ik zag de werkplaats van mijn vader en de vlammen van de Phoenix, keek uit over het koude, duistere water, hoorde de heten van mijn moeder. Quintus en Catharina lachten naar me, Namequa en meester Wolters trokken voorbij, de geluiden van New York, het zachte Vlaams van Pieter-Jan De Smet, de geur van Pfaff’s, de priemende ogen van Gordon Bennett, John Browns gespartel aan de galg, het gefluister van Ada Clare, Walt Whitmans hand. Een paar lange stoten van de tyfoon brachten me terug in de werkelijkheid, ik opende mijn ogen, Illinois rolde voorbij.
Bijna veertien jaren waren voorbijgegaan sinds het vergaan van de Phoenix; veertien jaar sinds mijn vader, moeder, zusjes en broertje waren verdronken. Ik, Abel Sikkink, was nu tweeëntwintig, woonde in New York en werkte als verslaggever van de Herald – sinds een halfjaar als oorlogsverslaggever.
Alle gebeurtenissen vormden een snoer van veranderingen die de tijd hadden gevuld en opgerekt – waardoor het leek alsof ik terugkeek op een lang en vol leven. Ik keek naar Kalle, de jaren hadden ons opgetild en naar een ander universum gevoerd. Alles had onveranderlijk geleken en vastgeklonken aan strenge wetten, en toch was alles nu anders. Wat voorbestemd leek was in rook opgegaan. Maar Kalle was gebleven wie hij was: mijn beste vriend, mijn broer.

Op 3 september 1861, vier dagen na ons vertrek uit New York, waren we vanuit Chicago op weg naar Cairo, in het zuiden van de staat Illinois, waar de Ohio River en de Mississippi samenvloeien en vanwaaruit Kentucky en Tennessee gemakkelijk te bereiken zijn. Hier in het Westen, luidde de verwachting, zou de Burgeroorlog de komende maanden worden uitgevochten. Kalle tuurde ingespannen naar een werktekening van een fotowagen, waarvan Mathew Brady er inmiddels al een stuk of vijftien had laten bouwen en die hij naar de frontlinies had gestuurd om de oorlog vast te leggen. Zo nu en dan keek hij op en streek nadenkend langs zijn snor. ‘Abel, heb jij behoefte aan een bureau waaraan je kunt werken? Ik kan dat intekenen, handig voor als het koud is of het regent’ Zou fijn zijn. Een echt bureau is misschien wat overdreven, maar een plek waar je droog kunt zitten werken is meegenomen'Goed. En slaapruimte?’ `Zieker!”

 

Bert Wagendorp (Groenlo, 5 november 1956)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

Zebra

Kinderen droegen vroeger tinnen soldaatjes in hun zakken als amuletten
tegen angst, maar hoe kun je tegenwoordig erop vertrouwen dat soldaten
niet laden, niet richten, de broek van je benen schieten?

Ik heb een zebra-sleutelhanger die ik op de Thanksgiving-kermis heb gekocht.
Hoe weet ik dat ze niet zal schoppen of in mijn kruis zal bijten?
Omdat ze is vermoord, met een machinegeweer is neergeschoten: ze is dood.

En ze is een zij: zelfs zo grof gesneden, kun je
aan de ronding van haar buik zien dat er een veulen in haar zit.
Zelfs vermoorde moeders doen mensen geen pijn, toch?

En hoe weet je dat ze vermoord is? Is niet alles vermoord?
Sommige dictators-schurken, sommige rebellen, sommige stropers;
sommige droogte, werelddroogte, wereldrot, vervuiling, uitsterven.

Alles is vermoord, maar toch, niet goed, een dood ding
dichtbij je ID en kleingeld. Ik gooi haar weg, maar de dood
van haar blijft hangen, de dood van haar dood, haar moord, haar slachting.

Het beste deel van Thanksgiving-dag is echter de parade!
Mickey Mouse, Snoopy, Kermit de Kikker, reusachtig als wolken!
En de fanfares, majorettes, liederen en drums!

Toen de grote bas zijn galopperende dreun eruit stampte
richting de menigte, zwol mijn hart van moed en trots.
Ik dacht eraan toen we salueerden, toen we onze hoed afnamen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2018 en ook mijn blog van 5 november 2017 deel 2.

90 Jaar Judith Herzberg, C. K. Williams

De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog. Judith Herzberg viert vandaag haar 90e verjaardag.

 

Grijs-trap

Het eerste vond ik raar. Ik stuurde het naar Londen
waar mijn geliefde het in de brief, waarin het opgevouwen was
niet zag, zodat het even later op de grond lag
waar niemand het meer kon vinden. Have one of mine
bood een oudere dame daar aan, maar
mijn haar was toen voor hem nog onvervangbaar.

Het tweede werd door de kapper ontdekt.
Wilt U dat ik het laat zitten of wilt U
dat ik het uit-trek. Dat hij U zei vond
ik al gek, trek maar zei ik maar wist
meteen dat dit, filosofisch, verkeerd was,
en besloot me bij het derde, als het ooit
zou komen, wijzer te tonen.

Het derde kwam, dat had ik niet verwacht.
Ik heb het nog een rode schijn gegeven
maar J. vond dat niet mooi en hij
kon het weten want hij was zelf juist
bijna dood geweest, zodat ik, ja
bij het vierde en het vijfde
toen geloofde ik er aan.

Nu heb ik er honderd en dat verschaft
toegang. Tot hoofden die precies even wit
en niet wit zijn als het mijne, tot lijnen
die nu nog bijna geheel kunnen verdwijnen.
Verwant vind ik die tussen-in-gezichten
die af en toe geheel verdord, alles al weten,
maar soms ook nog, illusionisten
rimpelloos oplichten. Les absents ont tort,
geverfden hebben iets gemist.

 

Dinsdag

Nooit mij geboden je te helpen
gehoorzaam te zijn, je te omhelzen
nooit mij verzocht je te beloven
beterschap, spijt te betonen
nooit moe geweest, of onbenaderbaar
of zelfs maar ‘een beetje bedroefd’
zoals moeders zo aardig doen.

Compleet en volledig alleen
in een leven dat toch met koffie
en thee steeds werd uitgedeeld.

Gevaarlijk? welnee, zei je, bombardementen trotserend
ik zit net zo lief in de laatste coupé
als ze schieten, schieten ze toch op de locomotief.

o eigenlijkste moeder nu je gaat verhuizen
begint het oude schrijnen dat jou niet beangst
omdat je stap voor stap verzet
en niet verlangt naar welke vorm dan ook
van eeuwigheid – de priester lach je weg –
je werkelijkheid ligt in de winkels.

Maar je bent moe, ik hoor het aan het slepen
van je voeten, zie het aan je gezicht,
de muiltjes van je ogen uitgesleten.

 

Afscheid van een zeven-jarige

Hij stapt naar voren, vanachter broer,
zoent zacht en nauwelijks –
alleen wat spuug blijft over.
En doet een stap, voldaan, weer achteruit,
ziezo, gedaan, voorlopig over.
Ballpoint-bestreept gezicht wolkloos opgelucht.
Daarna, omdat hij bij nader inzien
toch afscheid nemen wil, geeft hij een hand.

 

Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

Onderdrukking

Steeds vaker, nu ik me, zonder me nog druk te maken over de terugval, de pijnen
en de treurige verwekingen,
in mijn andere jaren nestel, merk ik hoe veel van wat ik ooit dacht
dat het bewijzen waren van onderdrukking,
seksueel of anderszins, nu, in ieder geval bij andere mensen, varianten lijken van
waardigheid, terughoudendheid, tact,
en soms lijken zelfs voor mezelf, bepaalde vormen van geduld die ik ooit
lusteloosheid, onverschilligheid zou hebben genoemd,
nu mogelijk, zo niet de beloningen dan toch de onvermoede,
onverwachte uitkomsten
van veel van de zelfs toen absurde zelfontwikkelde disciplines, strengheden,
haast kastijdingen
die ik mezelf heb aangedaan in mijn begindagen, verbeteringsdagen, dagen
waarop alleen al het idee van psychische vrede,
van intellectuele, van emotionele rust, de geringste hint,
onvoorstelbare capitulatie zou hebben betekend.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e november ook mijn blog van 4 november 2018.

Koen Frijns, C. K. Williams

De Nederlandse dichter, schrijver, performer en bassist Koen Frijns werd geboren op 3 november 1993 in Eindhoven. Zie ook alle tags voor Koen Frijns op dit blog.

 

Opa 1

Mijn opa hoorde Noorwegen met 300 kilometer
per uur voorbij komen op een boot.
Een wind, een storm zo hard dat golven tegen
de masten klapten. De bemanning overboord,
de passagiers op de kade.
Daar stond hij, voorovergebogen op de reling,
met de handen in de zakken, te kijken naar hoe
een boot sneller zinkt zonder levens dan met.
Hij dreef twee dagen met zijn gezicht
naar de wolken, met zijn oren onder water.
Hij hoorde in een zacht gebrom
de motor van het gezonken schip
pruttelen, het gastfornuis branden en
champagneglazen kapot barsten
tot het anker door de grond zakte.

Mijn oma, zo klein en zachtmoedig,
zwom voorzichtig naar hem toe.
Ze duwde zijn hoofd boven water
en fluisterde:
‘Mick, kom naar boven’,
en trok hem aan zijn kraag
naar de oever.
Zwemmen deed hij niet meer
maar vulden met zijn vingers zijn oren.
Hij had niks.
Geen schram, geen beurse plek
of breuk.
Hij liet aftershave, alcohol zijn neus in glijden,
om het brommen te laten stoppen.
‘De wind, het ronkt, het stampt mijn oren plat,’
schreeuwde hij.

Dagenlang zat hij op de trap,
’s nachts als hij niet kon slapen van het geluid.
Hij maakte van zijn vingers een pistool
en drukte deze door zijn
trommelvlies, gehoorhaartjes, hersenen,
tot ze bij zijn verstand aankwamen
Daar greep alles hem vast te stoppen,
zijn kinderen, zijn vrouw, de gedachte aan zijn
kleinzoons.
Pas toen, toen hij zijn ogen opende,
ging hij naar boven, de trap op.

 

Koen Frijns (Eindhoven, 3 november 1993)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

LICHT

Weer zo’n droge ochtend na een te korte ochtendbui,
talloze zilverglitters op de blaadjes van de verdorrende esdoorns –

ik denk aan een groepje zalige uitverkorenen die Dante naderen,
‘honderd schijnende sferen,’ rhapsodieert hij, ‘de zuiverste parels . . .’

dan aan het enge, schitterende, eindeloze schijnsel in mijn lamp
van ogen van de grote zwerm vleermuizen die ik ooit in een grot aantrof,

een zaal met muren verzadigd met een eindeloos tapijt aan schepsels,
hun schrille, scherpe, voortdurende, onophoudelijke gepiep en gekrijs

dat de warme, stinkende, volle lucht beroerde. Aan toen er een,
volmaakt stil tussen al die rusteloos vlerkende anderen,

recht naar mij keek, plechtstatig starend, nadenkend omhoog
vanonder de complexe vouwen van zijn leren vleugels

alsof hij niet geloven kon dat ik daar was, of mij wilde plaatsen,
situeren in het gekrioel waar wij uit kwamen, en nu,

de bomen nog hartverscheurend fonkelend, Dante weer,
ditmaal zoals hij verwijst naar een figuur die hij ontmoet als ‘het leven van . . .’

niet de ziel, of persoon, het leven, en dan weer de vleermuis, en ik,
onze levens op dat moment tezamen, onze levens, onze levens,

het zijne zonder zicht op hemelse pracht, geen gedicht,
het mijne zonder vlucht, geen vlekkeloze wiekslag in het duister,

het zijne zonder besef dat hij, al gauw, niet meer bestaat,
het mijne dat voor ons beiden moet weten dat alles eindigt,

wereld, na-wereld, zelfs hun herinnering, weggestoomd
als het vliesje vage damp van het laatste restje goddelijke regen.

 

Vertaald door Rob Schouten

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e november ook mijn blog van 3 november 2023 en ook mijn blog van 3 november 2020 en eveneens mijn twee blogs van 3 november 2018.

Bert Wagendorp, C. K. Williams

De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.

Uit: Phoenix. De memoires van Abel Sikkink

“Mijn moeder, ik kijk tegen haar op maar ze lijkt me niet te zien. Mijn twee zusjes Maria en Rata, die zoveel op elkaar lijken dat ik ze moeilijk uit elkaar kan houden en die ouder zijn dan ik. Twee jaar maar, toch kunnen ze dingen die ik niet begrijp, ze delen een boek en slaan pagina’s om. Mijn broertje Antonie, die twee jaar jonger is dan ik; ik moet hem beschermen. Ik ben drie, vier, vijf. Mijn vader, het vuur in zijn werkplaats en het harde geluid van een hamer op roodgloeiend ijzer. ‘Niet te dichtbij komen, “Abeltje,” zegt hij, “vuur is gevaarlijk”.’ Ik kijk naar de vlammen als mijn vader de blaasbalg bedient. “Radmaker”, een woord dat ik met verwondering uitspreek en waarvan ik de delen proef op mijn tong, het klinkt toverachtig en het smaakt. Mijn vader is radmaker, hij maakt wielen voor de boerenkarren.* De woonkamer van ons huis, schaars verlicht, het is alsof ik mijn eerste jaren heb doorgebracht in eeuwige schemering. Ik herinner me uit die tijd geen zon, wel de geuren van een zomerdag. De sneeuw, die samenklontert onder mijn klompen, die me optilt en even groot maakt als mijn zusjes.
Ik zit op schoot bij mijn Duitse opa Anton, de vader van mijn moeder, en hij vertelt me verhalen over het légion d’honneur en zijn paard Kaiser, dat hem door een rivier vol ijsschotsen heeft gedragen. De rivier heet Berezina.* Hij draait de punten van rijn snor op en vertelt hoe ze Russische boeren ophingen en hoe die nog even spartelden voor ze stierven. Mijn oma zegt: ‘Je maakt die jongen bang.’ Hij legt mijn hand in de zijne, kijkt me diep in de ogen en zegt: ‘Deze hand heeft de keizer aangeraakt!’
Mijn moeder die de handen vouwt en begint: ‘Onze Vader… De pan met aardappelen op de houten tafel, de jus op ons bord, mijn vader die twee aardappelen aan zijn vork prikt en ze door de jus haalt. Hij staat op en loopt naar de kast waarop de bijbel ligt, een groot boek met bronskleurige sloten, waaruit hij voorleest; ik droom weg bij de woorden, de verhalen vol verschrikkingen. De bijbel Is later meegegaan naar Amerika. Hij is allang opgelost in Lake Michigan, in elke liter van dat eindeloze meer zitten een paar atomen van het woord van God. Elke flard roept nieuwe op – hoeveel herinneringen bewaart een mens? Waar komt de onverklaarbare droefheid vandaan die me soms overvalt?”

————–

* De Achterhoek stond bekend om de goede kwaliteit van zijn wagenwielen. Die werden verkocht tot in Amsterdam en geëxporteerd naar Duitsland. De hoge kwaliteit had te maken met het goede eikenhout in de streek. De productie van één wiel kostte veertig uur. Radrnakers produceerden twee wielen per week. In het Openluchtmuseum in Arnhem staat een negentiende-eeuwse Achterhoekse radmakerswerkplaats. Ik hoopte dat dat misschien de oude werkplaats van Abels vader was geweest. maar dat bleek niet zo te zijn: hij kwam uit het Woold, niet uit Kotten.

• De Slag aan de Berezina (245-29 november 1812). Op de terugweg uit Moskou trokken de restanten van Napoleons Grande Armee. en de keizer zelf, de rivier in Wit-Rusland over. Nederlandse pontonniers hadden in enkele dagen een brug gebouwd van 87 meter lang en 4 meter breed. Maar Abeis opa gaf dus de voorkeur aan de rug van zijn paard.”

 

Bert Wagendorp (Groenlo, 5 november 1956)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

Ze noemen dit

Een jonge moeder op een scooter stopte bij een stoplicht, haar zoontje gehurkt op de treeplank tussen haar benen; zij met een glimmende helm, hij met een replica ervan, kleiner, maar dezelfde kleur en net zo glanzend. Zijn vizier is dichtgeklapt, dat van haar is open.

Terwijl ik naast hen op mijn fiets halt hou, leunt de moeder voorover om het kind te omhelzen, terwijl ze iets in zijn oor fluistert, en ik ben geschokt, werkelijk geschokt, door de wens, de noodzaak om die slanke, sterke armen mij te laten omsluiten door hun heiligdom van genegenheid.

Ook al noemen ze dit regressie, ook al impliceert dat een terugkeer naar een andere staat en dit mij nooit verlaten heeft, deze fundamentele pijn van het te vroeg worden losgescheurd van een gelukzaligheid die nog meer geluk belooft, ongeacht of de spatborden van de scooter een deuk hebben, noch dat hij, terwijl hij stationair draait, knalt, zijn keel schraapt en gromt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2018 en ook mijn blog van 5 november 2017 deel 2.

Judith Herzberg, C. K. Williams

De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog.

 

Liedje

Lieg alsjeblieft niet tegen me
niet over iets groots niet over iets
anders. Liever hoor ik het
vernietigendste dan dat je liegt
want dat is nog vernietigender.

Lieg niet over liefde,
iets dat je voelt of iets dat je
zou willen voelen. Liever word ik
bedroefd dan dat je liegt
want dat is nog bedroevender.

Lieg niet tegen me over gevaar
want ik voel toch je angst
en wat ik gewaar word is waar
of ik ken je niet en dat
is nog gevaarlijker.

Lieg niet tegen me over ziekte
liever kijk ik die diepte in
dan dat ik mij verlies in één
van jouw lieve verzinsels
want daarmee verlies ik me dieper.

Lieg niet tegen me over sterven
want zo lang we er nog zijn
vind ik dat toegangsloze
niet mededelen wat je denkt
erger en zo veel doder.

 

De vogelverschrikker regeert de spreeuwen

‘Niemand zo bang als ik
met hoge hoed en houten poot.
Ik houd me groot, maar
aan het wapperen van mijn flarden
zie je mijn schrik
als een spreeuw
op mijn schouder landt
aan mijn haren pikt.’

Hij houdt zich staande als een oude man
die tussen truck en tram
de schrik van zijn leven zo weet te keren
dat hij zelf, armen wijd,
mild maar beslist,
het zware verkeer langs zich leidt.

 

Afwasmachine

aan mijn bestek

Adieu messen en vorken, ik was jullie nooit meer af.
Het is uit tussen ons. Geen toegewijd leuteren meer
tussen zachte doeken, ik stop jullie als lastige kindertjes
in een crêche, ik ben blij dat ik jullie heb,
o, ik zou jullie niet willen missen! maar nooit
meer zullen jullie als bekenden door mijn handen gaan.
Handenbindertjes! voortaan zijn jullie vaat.
Hoor eens, we moeten redelijk zijn, het gaat niet aan
die conversaties na het ontbijt, hoe was de pap,
maakte het ei erg vlekkerig, is er niet al te hard
op je gebeten en was de rabarber verfrissend?

En het douwerideine lepeltje mijn deukje mijn
klein fijn mongooltje, moet jij ook door de molen?

O grote opscheplepel worden je kinderen nu voortaan
zonder aanziens des persoons door het water geslagen?

We moeten niet kinderachtig zijn. Warme sopjes
hebben hun tijd gehad. De wereld eist ons op
voor gewichtiger zaken. Mijn persoonlijkheid
bijvoorbeeld, moet nog ontplooid. Dat
kan natuurlijk niet met jullie, of met de kopjes.

 

Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

DE VIJVER

Ik sta boven de vallei op de oude weg,
Overwoekerd door onkruid en meiappel, de sporen
Nog enigszins zichtbaar waar tractoren stenen
Omdraaiden onder hun wielen en uitwiepen,
Half opgegeten eikels voor jongere generaties
Eekhoorns om te herontdekken en mee te nemen
Naar voorouderlijke nesten in de oude eiken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e november ook mijn blog van 4 november 2018.

Jan Faktor, C. K. Williams, Richard Osinga

De Tsjechische, Duitstalige schrijver en vertaler Jan Faktor werd geboren op 3 november 1951 in Praag. Zie ook alle tags voor Jan Faktor op dit blog.

Uit: Trottel

„Die stille Frage meiner Jugend lautete, ob ein Trottel im Leben glücklich werden kann. Und im Grunde war es keine Frage. Um mich herum gab es viele Menschen, die versuchten, mir dies und jenes einzureden — wortlos, versteht sich, einfach durch den Membranendruck ihrer Zuneigung. Sie kannten mich aber nicht, sahen nur meine gesunde Oberfläche. Für mich war meine zukünftige Glücklosigkeit dagegen leicht vorauszusehen. Ich bin als ein Trottel auf die Welt gekommen, bin wie ein Trottel aufgewachsen und musste folgerichtig einer bleiben — zu retten oder gutzureden war da nichts. Gequält bis in die Tiefen meiner auf Dauer erigierten Riechzentralen dachte ich eine ganze Ewigkeit, dass ich die Scham über meine allumfassenden Unzulänglichkeiten nicht überleben werde. Überraschenderweise kam alles anders. Ich habe inzwischen konstant gute Laune, wobei ich mich mitunter unsympathisch finde, wenn ich mich unerwartet in einer Spiegelfläche erwische. Und flüchte gelegentlich vor schlecht gelaunten Individuen, die mein etwas motivloses Innenstrahlen missverstehen könnten. Leider begeben sich viele Menschen Tag für Tag in die Öffentlichkeit, egal wie viele Sorgen um die Gegenwart oder Zukunft (1) sie sich gerade machen. Ich für meinen Teil bin auf den Bürgersteigen unserer Städte eher auf der Suche nach noch mehr Freude, nach dampfendem Optimismus oder einfach spendablem Wohlwollen. Seitdem ich so blendende Laune habe, altere ich nicht. Neulich habe ich beispielsweise wieder mal sechzehn Klimmzüge geschafft. Und ich weiß nicht, wohin das alles noch führen soll. Auch meine Rennradstrecken werden immer länger; was allerdings eher damit zusammenhängt, dass ich mich unterwegs ein bisschen schlauer ernähre. Die Leute essen viel zu viel Käse, fällt mir gerade ein, viel zu fetten Käse und viel zu viel davon — zum Ausklang ihrer sowieso vollsättigenden Mahlzeiten. Manche Erkenntnisse habe ich in meinem Leben spontan im Terrain gewonnen, ohne sie später mühsam aus einem Prostata- oder Nasensekret extrahieren zu müssen. Die gerade angesprochene, seinerzeit ganz und gar ungeplant vorgenommene Feldforschung (2) hängt mit einem Kasein’-starken Erlebnis zusammen. Inzwischen habe ich hier in Deutschland schon mehrere solcher Sättigungsorgien erlebt — mit klarem Kopf und immer noch zystenfreier Leber. Mein ganzes Leben war eine einzige trottelige Feldforschung, habe ich den Eindruck; ein ewig währender Sonderlehrgang. Zum Glück blieb ich naiv genug, um mich immer wieder unter die Menschen zu trauen — wenigstens in einem begrenzten Auslaufradius. Da aß eine intellektuelle Runde viel zu viel von viel zu fettem französischen Käse, fraß sich nach und nach durch alle Sorten — nach einem gehaltvollen Abendbrot, versteht sich — und sinnierte darüber, wie irgendeine humanitäre Katastrophe hätte verhindert werden können und was die Politik dabei wieder falsch gemacht hatte. Wobei die Leute nur das wiederholten, was sie am Vortag in einer einzigen Fernsehsendung gesehen hatten.“

 

Jan Faktor (Praag, 3 november 1951)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

Druppels

Zelfs als de regen relatief hard neervalt,
gaat slechts één blad per keer van de kleine boom
die je vorig jaar op het balkon hebt geplant,
dan nog een blad op zijn eigen tijd, en nog een,
beven door de constante druppels,

maar de regen, de wolken zwermden over de stad,
jij aan de piano binnen, je aarzelende muziek,
vermengd met het geraas van de stortbui,
de stroom van beekjes losgelaten uit de dakrand,
de ijzeren balustrades en overstromende goten,

het smelt allemaal met zoveel intensiteit in mij samen
dat ik me wel af moet vragen waarom mijn verlangen
om eeuwig te leven zo is afgenomen dat het me nauwelijks
nog overvalt, en nooit meer zoals het eerder deed,
als spijt van wat ik misschien niet zou meemaken in mijn leven,

maar eerder als een gelaagdheid van momenten zoals deze,
vergankelijk als de mist die van de daken wordt getrokken,
maar toch nadrukkelijk als elke noot van de nocturne,
die je oefent, en, terwijl de storm hapert en verdwijnt
in zijn eigen stralende overgang, steeds weer oefent.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse schrijver Richard Osinga werd geboren in Haarlem in 1971. Hij studeerde economie en algemene letteren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daarna werkte hij, naast zijn schrijverschap, als diplomaat, internetondernemer, online-marketeer en meest recentelijk zorgondernemer. Hij debuteerde in 2003 met “Bor in Afrika”, dat deels gebaseerd is op zijn ervaringen als diplomaat bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarna verschenen “Klare Taal” en “Wembley”. Dit laatste boek verscheen deels als weblog. In 2011 verscheen “Een Duivel met een Ziel”. In 2019 publiceerde Osinga de roman “Wie de Rechtvaardigen zoekt”. In dat boek beschrijft hij onder meer hoe een Nederlandse diplomaat het Wikipedia-artikel over de door hem bedachte islamitische sekte Qibla al-Qudsiyya schrijft. “Wie de Rechtvaardigen zoekt” stond op de longlist van de Boekenbon Literatuurprijs 2020.  In mei 2021 verscheen zijn roman “Arc”, in 2023 gevolgd door de roman “Munt”.

Uit: Wie de Rechtvaardigen zoekt

“Wie een gedicht wil verwezenlijken
Xin Ai vraagt zich af of je nog kunt zien dat ze heeft gehuild. Ze draagt meer mascara dan normaal en ze heeft haar lenzen verruild voor een Versace-bril. Ze glimlacht gemaakt naar zichzelf in de spiegel. De kuiltjes waar haar vader zo vrolijk van werd verschijnen. Haar Hello Kitty-blik, zoals Trevor het noemt. Ze laat de glimlach los en begint haar make-up terug op haar plankje te zetten. Trevor en Chaz zitten beneden met hun telefoon te pielen terwijl op de oled-tv een documentaire van National Geographic te zien is. Het geluid staat uit, een ranger leunt tegen een pick-uptruck vol dode vogels. Hij spreidt de vleugels van een van de beesten en houdt hem voor de camera. ‘Hey Xini Hoe gaat-ie met m’n meissie?’ roept Trevor van de bank. Zij lijken niets aan haar te zien, dan zal Vasili zeker niets merken. ‘Prima, met jullie?’ ‘Wat voor vraag is dat? Het is vrijdag!’ Boks, high five, dikke smile. ‘Wat kijken jullie?’ ‘Geen idee eigenlijk,’ zegt Chaz terwijl hij verbaasd naar het scherm kijkt. ‘Het ziet er wel smerig uit: Hij pakt de afstandsbediening en zapt naar MTV. Muziek uit de jaren tachtig. MC Hammer danst geluidloos in een harembroek over het scherm. ‘Jij ziet er strak uit, ga je stappen?’ vraagt Trevor.
‘Ik ga wat eten met Vasili.’ ‘Waar ga je heen?’ vraagt Chaz. “Umami Burger”. “Die burgerjoint op University Avenue? Dat is suf! Kan die gast je niet meenemen naar een of andere chique tent? Als wij tweeën op een date zouden gaan dan liet ik een Uber Black voorrijden en nam ik je mee naar die club op Sand Hill Road.” “Het is geen date, we gaan alleen…” “Als jij het zegt,” zegt Trevor.
Vasili staat op de stoep te wachten. Xin vermoedt dat het uit een soort ouderwetse, misschien Oost-Europese beleefdheid is dat hij het restaurant niet binnengaat voor zij er is. Hij draagt een licht kamgaren colbert over een donkerblauwe polo, een nette kaki broek en Nikes. Ze begroet hem met een kus in de lucht net naast zijn wang. Hij heeft een nieuw merk aftershave. Bestellen bij Umami is simpel: een hamburger met parmesan crisp, shiitakes, langzaam geroosterde tomaat, gekaramelliseerde ui en ketchup van het huis. Patat met gekaramelliseerde ui en ketchup van het huis. Patat met truffelaioli, twee IPA’S en je bent klaar. Het gesprek op gang brengen gaat minder eenvoudig. Xin wil het nog niet hebben over wat er vanmiddag is gebeurd, en ze luistert ook maar half naar wat Vasili vertelt over AlphaGo. `Het fascinerende is dat de zetten die AlphaGo doet, door de menselijke go-experts afgedaan werden als verkeerde beslissingen. Ze leverden vreemde stellingen op waaruit geen duidelijk voordeel te halen was, maar uiteindelijk bleken het briljante nieuwe strategische moves die geen mens ooit had kunnen bedenken, omdat alle go-spelers geleerd hebben niet buiten de gebaande paden te treden.’ Waarom raakt het haar zo dat haar project gecanceld is? Ze weet dat dit is zoals het gaat en zoals het moet gaan. Het is eenvoudig om funding te krijgen voor een spannend idee, maar als het niet voldoende oplevert dan gaat de stekker eruit.”

 

Richard Osinga (Haarlem, 1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e november ook mijn blog van 3 november 2020 en eveneens mijn blog van 3 november 2018 deel 2 en eveneens deel 3.

Bert Wagendorp, C. K. Williams

De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.

Uit: Phoenix

“Herinneringen zijn schepen die opdoemen uit de mist, voor even haarscherp, waarna ze weer zijn werk, vult ze aan en kleurt ze in. Wat je voor je ziet als de omtrekken van een Amerikaanse bark, waren misschien die van een klipper. Laat het een bark zijn, zodat het verleden vorm krijgt – als het een klipper was, is dat ook niet erg.
Herinneringen zijn nu eenmaal onbetrouwbaar en onvolledig. Ze behoren tot het domein van de leugen.
De fluittoon in mijn oor is er sinds Shiloh,* maar wat bewijst dat?
Ik heb lang gewacht met het opschrijven van deze herinneringen. Ik wilde er al mee beginnen toen Catharina-Jane nog leefde, ze overleed in het eerste vredesjaar na de Grote Oorlog, toen de Spaanse griep de wereld teisterde. Alsof er nog niet genoeg was geleden en er nog wel wat doden bij konden. Hoeveel waren het er? Vijftig miljoen, honderd miljoen? En waarom moest Catharina-Jane tot de slachtoffers behoren? De mens is egoïstisch, ik ook. Die miljoenen, een getal. Maar haar kon ik nog
niet missen. Ze was veel jonger dan ik, het had andersom moeten gaan. Maar zoals in mijn leven al veel vaker was gebeurd, ontsprong ik de dans.
Ik schrijf dit in het jaar 1935:, bijna een eeuw na mijn geboorte. Wonderlijk genoeg ben ik nog fit: elke ochtend wandel ik hetzelfde rondje, 4,5 mijl door Central Park. Ik doe dat kalm, soms zie ik iemand rennen alsof de dood hem op de hielen zit.
Maar ik heb nog maar één reden om voor hem te vluchten: het voltooien van dit verhaal. Soms droom ik dat mij het noodlot is toebedeeld de eerste onsterfelijke mens te zijn, nachtmerries
waaruit ik drijfnat en in paniek ontwaak.
Ik stelde het schrijven van mijn levensverhaal uit, omdat ik de dingen nog niet de3nitief wilde maken. Een verhaal is een momentopname, intussen gaat de wereld verder; een einde is kunstmatig, je zet een punt, waar alles gewoon doorgaat.
Krantenredacteuren hebben mij vaak vervloekt, omdat het stuk waarop ze zaten te wachten maar niet doorkwam. Maar ik vreesde dat de gebeurtenissen mijn verhaal zouden inhalen en wachtte, zodat ik het nog kon aanpassen en actualiseren en dichter bij de waarheid zou komen. Die twijfel heeft me grote scoops gekost en de beide Bennetts tot wanhoop gedreven.”

 

Bert Wagendorp (Groenlo, 5 november 1956

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

LICHT

Weer zo’n droge ochtend na een te korte ochtendbui,
talloze zilverglitters op de blaadjes van de verdorrende esdoorns –
 
ik denk aan een groepje zalige uitverkorenen die Dante naderen,
‘honderd schijnende sferen,’ rhapsodieert hij, ‘de zuiverste parels . . .’
 
dan aan het enge, schitterende, eindeloze schijnsel in mijn lamp
van ogen van de grote zwerm vleermuizen die ik ooit in een grot aantrof,
 
een zaal met muren verzadigd met een eindeloos tapijt aan schepsels,
hun schrille, scherpe, voortdurende, onophoudelijke gepiep en gekrijs
 
dat de warme, stinkende, volle lucht beroerde. Aan toen er een,
volmaakt stil tussen al die rusteloos vlerkende anderen,
 
recht naar mij keek, plechtstatig starend, nadenkend omhoog
vanonder de complexe vouwen van zijn leren vleugels
 
alsof hij niet geloven kon dat ik daar was, of mij wilde plaatsen,
situeren in het gekrioel waar wij uit kwamen, en nu,
 
de bomen nog hartverscheurend fonkelend, Dante weer,
ditmaal zoals hij verwijst naar een figuur die hij ontmoet als ‘het leven van . . .’
 
niet de ziel, of persoon, het leven, en dan weer de vleermuis, en ik,
onze levens op dat moment tezamen, onze levens, onze levens,
 
het zijne zonder zicht op hemelse pracht, geen gedicht,
het mijne zonder vlucht, geen vlekkeloze wiekslag in het duister,
 
het zijne zonder besef dat hij, al gauw, niet meer bestaat,
het mijne dat voor ons beiden moet weten dat alles eindigt,
 
wereld, na-wereld, zelfs hun herinnering, weggestoomd
als het vliesje vage damp van het laatste restje goddelijke regen.

 

Vertaald door Rob Schouten

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2018 en ook mijn blog van 5 november 2017 deel 2.

Judith Herzberg, C. K. Williams

De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog.

 

Zeedrift

Goeiig ontmoedigd afgedankt dingetje
dat in de zee zweeft als een anemoon
en met het wier mee in en uit
en heen en weer slurpt op het tij
hierheen verdwenen uit wie weet
wat voor huis, wat voor schip.
(De zee is een dunne verdunning
van onachterhaalbare dingen.)
Een schil is het, nog minder
dan de schil van een gebaar
hoe overrompelend en dierbaar ook.

De zon gooit lichtdraadmazen door het water,
ik staar en traan van al dat ketsend licht.
En van hoe internationaal, en alledaags
en goedertieren sex is.

 

In het wilde weg

Als wij ons los konden schrijven –
(‘Een raar kadaver in de val
mager, en paars bebakkebaard’)
zouden wij dan op de bladzij blijven?
Nee, wij zouden scheef gaan, en er naast,
gewetenloos handtekeningen zetten
dwars door de teksten, op iemands benen,
of waar bij toeval het papier ook lag.

Zouden wij, wanneer de deur nu opende
niet op de gang, zoals anders,
maar op het wilde westen –
bang worden om in het wilde
weg te raken?
Of zouden wij in cowboypak
duimen in een afgezakte riem
op ons gemak, met zeebenen
of o benen voor een mogelijk paard
de driedimensionale diepte
ingaan, en wel eens zien?

Wij zouden wennen. Bravo
en Olé roepen op de rodeo
of het gewoon zo hoorde.

 

Nacht

Het kind dat ligt te luisteren
wil nu eens niet verdwijnen.
De ogen helder en open
het denken helder en open
laat hij zich niet door dromen
in hun duikvlucht overvallen.
Hij geeft zich daar niet aan over.
Zo min doet dat de kat
die op de schutting wacht
met sterren aan de punten van zijn vacht
of het bruine nachtuiltje tussen
de zware zachte gordijnen.

 

Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

De doodskistenwinkel

Ik sleepte mijn dood van Kampala naar Krakau.
Dood, wat een belachelijke lading ben je soms,
zoals de wereld trillend op Atlas’ schouders.

In Kampala had ik me afgevraagd waarom die lui, zo arm,
me niet gewoon afmaakten. Waarom maakten ze me niet af?
In Krakau had ik me voorgesteld met dichters te gaan praten.

Ik geloofde nog altijd dat ik mijn dood getemd had,
dat hij niet langer mijn vingers en oren af zou knagen.
We hadden soms zelfs feestjes samen: ‘veel geluk’ zei dood,

en gaf me mijn cadeau, een doodskist, mijn doodskist,
gemaakt in Kampala, met in het deksel een schuifdeur,
om door te kijken, naar de hemel, naar de vogels, naar Kampala.

Dat was zijn manier, begreep ik algauw, om als een wilde
te klauwen en te grauwen, want de deur ging niet open:
geen hemel, geen vogel, geen dichters, geen Krakau.

Catherine kwam naar me toen, die kwam toen,
‘Open je ogen liefste,’ maar dood had me
tenietgedaan, mijn knokkels waren rauw als van een aap,

mijn geest gleed weg als een jammerlijk foute schaats,
en wat Catherine ook zei, zuchtte of zong,
‘Liefste, mijn liefste,’ de deur bleef dicht, ja dicht.

Ik hoorde bomen die geveld werden, geschaafd en gladgemaakt,
tot doodskisten vertimmerd. Ik hoorde dood
snuiven en stampen, ongeduldig om te kunnen gaan, weg.

Maar daar was Catherine weer, zuchtend en zingend,
en het bewerkte houten deurtje ging op een kiertje, net genoeg:
de lucht, een vogel, Catherine, net genoeg.

 

Vertaald door Rob Schouten

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e november ook mijn blog van 4 november 2018.

Bert Wagendorp, C. K. Williams

De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp werd geboren in Groenlo op 5 november 1956. Zie ook alle tags voor Bert Wagendorp op dit blog.

Uit: Fictie moet de sport redden

“Eerst terug naar Frankie van de Berg, de onbetwiste nummer één. In de keuze voor zijn persoon komt de sportromanticus Kees Fens krachtig en onmiskenbaar naar voren. Ik citeer hem: ‘Nooit bewonder je meer dan tussen je achtste en twaalfde. En dat volstrekt en mateloos. Ik heb het voetbal leren bewonderen op straat. En nog altijd beschouw ik het straatvoetbal als de mooiste vorm van die sport. Er zijn nauwelijks regels, er is geen scheidsrechter, er is een onzichtbare doellat – in overleg wordt besloten of een bal over is – er is geen wedstrijdtijd en er is geen
aanvoerder. Maar er is wel de uitblinker voor wie wij allen buigen en die de mythe van ons leven wordt.’
En dan komt het: ‘Mijn mythe heet Frankie van de Berg. Hij was de allerbeste straatvoetballer en dus ook de beste voetballer aller tijden.’ Let op de volstrekt onlogische redenering in deze zin, maar ook op de schoonheid ervan.
De romanticus heeft geen boodschap aan logische redeneringen, die ondergraven de romantiek en de persoonlijke mythevorming. Kees Fens doet er zelfs nog een schepje bovenop. ‘Zoals hij pingelde is er nooit meer gepingeld. Hij passeerde iedereen en had de grootste mond. En zondags zong hij in het kerkkoor.’
In die laatste opmerking komen twee werelden uit Fens’ jeugdjaren bij elkaar. Doordeweeks weergaloos pingelen en op zondag met je jongenssopraan de Allerhoogste eren: bestaat er iets mooiers? Ik herkende er veel in. Zelf wilde ik als tienjarige twee dingen. Ten eerste zag ik het als mijn taak als zendeling de heidenen in het oerwoud te bekeren tot de Here Jezus. Verder wilde ik profvoetballer worden en de winnende goal scoren in de finale van het wereldkampioenschap. Ik brak me het hoofd over de vraag hoe ik die twee moest combineren, want in de heidense jungle werd niet gevoetbald.
Voetbal en de straat staan voor de jeugd van Kees Fens. Straatvoetbal was de goedkoopste vorm van sport. Je had er alleen een bal, een straat en een paar andere straatvoetballers voor nodig.
Eigenlijk werd de jonge Fens aangetrokken door tennis, maar dat werd gespeeld in een andere wereld, waarin voor hem geen plaats was. Hij heeft dat ooit uitgelegd in een van zijn sportcolumns voor de Volkskrant, ‘Waarom ik niet tennis’. Tennis werd gespeeld in andere milieus, door mensen met geld. Eigenlijk was er sprake van een parallelle wereld, afgescheiden met een hoog hek. Wat er ook allemaal was, in de jeugd van Kees Fens, geld niet.”

 

Bert Wagendorp (Groenlo, 5 november 1956)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

KLEI UIT STILTE

de kans is groot dat we stilletjes terug zinken
in vergetelheid zonder een rimpeling
we gaan terug in het gezicht
onder de mortel door alsof het niet was gebeurd

aarde: ik zal je herinneren
jij was de moeder jij deed pijn
Ik zal mijn borstkas voor de laatste keer tegen je verpulveren
en mijn hand weer op je leggen om je te troosten

hemel: zouden we het kunnen vergeten?
we waren hetzelfde als jij was
we konden niet wachten om weer te gaan slapen
we zouden alles hebben gedaan om te slapen

en bomen engelen om hier omhoog te worden geduwd
en stenen om in mijn blote handen te kraken
omdat je van tevoren wist dat
er geen wraak volgde omdat we hier waren

toen we nog vlees waren, werden we opgegeten
toen we metaal waren, werden we teruggebrand
er was nergens dood behalve nu
toen we mannen waren toen we het werden

 

Vertaald door Frans Roumen

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e november ook mijn blog van 5 november 2018 en ook mijn blog van 5 november 2017 deel 2.

Judith Herzberg, C. K. Williams

De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog.

 

Beroepskeuze

En toen ze vroegen wat ze later wilde worden
zei ze ‘Graag invalide’ en zag zich al,
benen onbeweeglijk in bruin-geruite plaid
door toegewijde man en bleke zonen
voortgeduwd, geen zegel zelf te plakken,
geen brief te schrijven, geen reis te maken.
Dan zou ze eindelijk echt vrij zijn
zo treurig kijken als ze wou, in winkels
voor haar beurt gaan, bij optochten
vooraan staan, geen mooie kleren aan
en elke avond zachtjes snikkend
zou ze zeggen heus niet om mij
maar om die last voor jou.
En beide zonen zouden altijd
bij haar blijven, hun leven
aan haar wijden en nooit
zou haar iets overkomen,
nooit, nooit zou ze slijten.

 

Klein en groot

Klein en groot stuk voor stuk
gierig, inhalig. Bon ton
werd de leugen van hoog tot laag.
Wie leiding had dienen te geven
deed niets dan bedriegen
spon reeksen leugens.
Geen keuze
bleef horigen, zij kregen
de rol opgedrongen
van medeleugenaar.

Vrede vrede
wordt beweerd
maar vrede is er niet.

Schamen zij zich
nu hun roofzucht bekend werd?
Niet één van hen bloost
niet één buigt het hoofd.

 

Katje

Hoe wist zij waar ik stond?

Bloedend uit geknipte oren
sleepte het dier zich blind

zig zag over grint
naar waar ik
wild en tegen rede hopend
stond.

In elk geval, oordeelde men,
moest de staart er nog af.
Zodat ik haar daarvoor gaf.

Vreemd, met dood opgestopt,
legde ik haar in de grond,

mijn glimmende kinderkat,
kortstondige familie,
wendbare vlinderkat.

En meed de stal
nadat ik een week later
daar het staartje vond.

 

  Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

 

De Amerikaanse dichter Charles Kenneth Williams werd geboren op 4 november 1936 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor C. K. Williams op dit blog.

 

LICHT

Weer zo’n droge ochtend na een te korte ochtendbui,
talloze zilverglitters op de blaadjes van de verdorrende esdoorns –

ik denk aan een groepje zalige uitverkorenen die Dante naderen,
‘honderd schijnende sferen,’ rhapsodieert hij, ‘de zuiverste parels . . .’

dan aan het enge, schitterende, eindeloze schijnsel in mijn lamp
van ogen van de grote zwerm vleermuizen die ik ooit in een grot aantrof,

een zaal met muren verzadigd met een eindeloos tapijt aan schepsels,
hun schrille, scherpe, voortdurende, onophoudelijke gepiep en gekrijs

dat de warme, stinkende, volle lucht beroerde. Aan toen er een,
volmaakt stil tussen al die rusteloos vlerkende anderen,

recht naar mij keek, plechtstatig starend, nadenkend omhoog
vanonder de complexe vouwen van zijn leren vleugels

alsof hij niet geloven kon dat ik daar was, of mij wilde plaatsen,
situeren in het gekrioel waar wij uit kwamen, en nu,

de bomen nog hartverscheurend fonkelend, Dante weer,
ditmaal zoals hij verwijst naar een figuur die hij ontmoet als ‘het leven van . . .’

niet de ziel, of persoon, het leven, en dan weer de vleermuis, en ik,
onze levens op dat moment tezamen, onze levens, onze levens,

het zijne zonder zicht op hemelse pracht, geen gedicht,
het mijne zonder vlucht, geen vlekkeloze wiekslag in het duister,

het zijne zonder besef dat hij, al gauw, niet meer bestaat,
het mijne dat voor ons beiden moet weten dat alles eindigt,

wereld, na-wereld, zelfs hun herinnering, weggestoomd
als het vliesje vage damp van het laatste restje goddelijke regen.

 

Vertaald door Rob Schouten

 

C. K. Williams (4 november 1936 – 20 september 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e november ook mijn blog van 4 november 2018.