Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog. Martin Amis overleed op 19 mei van dit jaar op 73-jarige leeftijd.

Uit: De gele hond (Vertaald door Gert Jan de Vries)

“Maar ik ga naar Hollywood maar ik ga naar het ziekenhuis, maar jij bent de eerste maar jij bent de laatste, maar hij is groot maar hij is klein, maar jij blijft boven maar jij gaat omlaag, maar wij zijn rijk maar wij zijn arm, maar zij vinden rust maar zij vinden…
Xan Meo ging naar Hollywood. En met haastige spoed en begeleid door een koor van wanhoopskreten ging Xan Meo enkele minuten later naar het ziekenhuis. !let kwam door geweld van mannen.
‘Ik ben foetsie weg, ik,’ zei hij tegen zijn Amerikaanse vrouw Russia.
‘0,’ zei ze, het uitsprekend als het Franse woord voor waar. ‘
Ben zo terug. Ik doe ze wel in bad. En lees ze ook wel voor. Daarna kook ik. Daarna vul ik de vaatwasser. Daarna krijg je een lange rugmassage van me. Oké?’
‘Mag ik mee?’ vroeg Russia.
‘Ik wilde eigenlijk alleen zijn.’
‘Je bedoelt dat je eigenlijk alleen wilt zijn met je vriendin.’
Xan begreep dat dit geen echt verwijt was. Maar hij gebruikte een weinig gangbare gelaatsuitdrukking (fronsen) en zei, niet voor de eerste keer en voor zover hij wist naar waarheid: ‘Ik hou niks voor jou verborgen, meid.’
‘Hmm’, zei ze en keerde hem haar wang toe.
‘Weet je niet welke dag het is?’
‘O. Natuurlijk.’
Het stel omhelsde elkaar in een gang met een hoog plafond. Nu liet de man door een armbeweging de sleutels in zijn broekzak rammelen. Dit half opzettelijke gebaar gaf aan dat hij de deur uit wilde. Xan zou het in het openbaar niet toegeven, maar vrouwen hadden van nature de neiging het te rekken als mannen gewoon vertrokken. liet vormt de keerzijde van hun plezier om mensen te laten wachten. Daar zouden mannen zich niets van moeten aantrekken. Afwachten is een bescheiden genoegdoening voor vijf miljoen jaar overheersing… Xan liet zachtjes een zucht ontsnappen toen de trap boven hem zachtjes kraakte. Er kwam een complexe gestalte naar beneden, tot aan het middel normaal, maar tweehoofdige en vierarmig: Meo’s baby’tje Sophie, verkleefd met de heup van haar Braziliaanse au-pair Imaculada. Achter hen, op een afstand die zowel dromerig als onafhankelijk was, doemde hun kleuter op: Blik.
Russia pakte de baby aan en zei: ‘Wil jij wel heerlijke yoghurt bij het eten?’
‘Nee!’ zei de baby. ‘Wil je lekker badderen met al je badspeeltjes?’
‘Nee!’ zei de baby en geeuwde: de eerste ondertandjes als twee rijstkorrels.
‘Doe de aapjes eens voor papa.’ ‘De aapjes op het bed sprongen door elkaar heen. D’r viel er een, die brak zijn been. Ze gingen naar de dokter en die zei meteen: Vanaf nu is Je bed voor slapen alleen.”

 

Martin Amis (25 augustus 1949 – 19 mei 2023)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Verhaaltje voor het slapengaan

De generator zoemt als een ding an sich in de verte.
Het is vroeg in de avond, en tijd, als de hond die hij is,
snakt naar voedsel,
En zal gevoed worden, twijfel er niet aan, zal gevoed worden, mijn kleintje.
Het bos begint zijn stiltes te verzamelen.
De weide hergroepeert zich en hurkt neer
vanwege zijn gespleten hoeven.

Iets wringt het lapje zonlicht
onverbiddelijk naar buiten en hangt het op.
Iets zorgt ervoor dat het riet buigt en zijn hoofd bedekt.
Iets likt de schaduwen op,
En rijgt de lege ruimtes aan elkaar en vult ze in.
Iets dringt ons hart binnen,
krabt daar zijn blauwe spijkers tegen de muur.

Moeten we het binnenlaten?
Moeten we het begroeten zoals het verdient,
Handen op onze oren, mond open?
Of moeten we het een stoel geven om op te zitten, en het vlees aanbieden?
Moeten we de radio aanzetten,
moeten we in onze handen klappen en dansen,
De Zoiets Dans, de gastvrije Zoiets Dans?
Ik denk van wel, liefje, ik denk van wel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Stephen Fry, Charles Wright

De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957. Zie ook alle tags voor Stephen Fry op dit blog.

Uit:  Het nijlpaard  (Vertaald door Harmien L. Robroch)

“Je kunt van zo’n klootzak als ik niet verwachten dat hij een goed verhaal kan vertellen. Het kost me goddomme al moeite genoeg om met dit kloteapparaat om te gaan. Ik heb de woorden geteld – dat doe ik elk uur – en als je de techniek moet vertrouwen, dan ziet het ernaar uit dat je er zo’n 97.776 te verstouwen krijgt. Succes. Je hebt erom gevraagd, je hebt me ervoor betaald, je houdt het maar uit. Zoals de man zei: ‘Ik heb geleden voor mijn kunst, nu is het jouw beurt.’ Niet dat dit nou zo’n beroerde ervaring is geweest. Ik drink tussen de middag geen alcohol meer bij het eten, loop niet kwijlend achter onbereikbare vrouwen aan en maak geen ruzie met die vreselijke mensen van hiernaast. En dat allemaal door Het Project, zoals jij het hardnekkig blijft noemen. Ik heb, op jouw voorstel, de afgelopen zeven maanden een min of meer regelmatig leven geleid, en ik heb me laten vertellen dat de positieve uitwerkingen me duidelijk zijn aan te zien in het gelaat, aan mijn taille en aan het wit van mijn ogen.
De routine was constant en ziekelijk aangenaam. Elke morgen, op een tijdstip waarop de meeste mensen nog aan een laatste borreltje denken voordat ze naar bed gaan, stond ik op, douchte ik, liep met lichte tred naar beneden, smakte een bord Kellogg’s naar binnen en leidde mijn onwillige slippers richting studeerkamer. Ik zet de computer aan – een handeling die mijn zoon Roman ‘in de matrix pluggen’ noemt – staar met walgende ogen naar de bagger die ik de vorige avond heb opgesteld, luister nog maar weer eens naar die godvergeten interviewbandjes met Logan, steek een Rothman op, en ga goddomme gewoon aan het werk. Als het een goede dag is geweest, verdwijn ik naar boven voor een feestelijk nummertje masturberen – wat Roman ongetwijfeld ‘in de matras pluggen’ zou noemen – en tot een uur of zeven denk ik niet eens aan drank. Al met al een waardig en rein leven.
Een huis huren op het platteland creëert het probleem dat iedereen opeens je beste vriend is. Ik moet voortdurend Oliver, Patricia en Rebecca en alle anderen van me afslaan die schijnen te denken dat mijn tijd onbeperkt is en mijn kelder bodemloos.
Zo nu en dan dumpt het Rotwijf hier een zoon of dochter voor een weekendje, maar die zijn allebei groot en lelijk genoeg om voor zichzelf te zorgen, en hebben van mij geen hulp nodig om hun jointje te draaien of hun spiraaltje in te brengen. Volgende week trekt Leonora in het huis dat ik haar heb gegeven en dan ben ik voorgoed van haar af. Ze is veel te oud om zo aan me te hangen.
Nee, over het geheel genomen zou ik willen zeggen dat het een groot succes is geweest. Als proces gezien, tenminste, als proces. Of het product iets is om over naar huis te schrijven is natuurlijk aan jou.”

 

Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Lichaam en Ziel II
(voor Coleman Hawkins)

De structuur van het landschap is oneindig klein,
Net als de structuur van muziek,
naadloos, onzichtbaar.
Zelfs de regen heeft grotere naden.
Wat het landschap bij elkaar houdt, en wat de muziek bij elkaar houdt,
Is geloof, lijkt het, geloof van het oog, geloof van het oor.
Niets van dat alles in de taal,
Echter, wolken die echter als bloesems van west naar oost sjouwen
Geblazen door de wind.
April, en alles is mogelijk.

Dit is het verhaal van Hsuan Tsang.
Als boeddhistische monnik ging hij van Xian naar Zuid-India
En terug- op de rug van een paard, van een kameel, van een olifant, en te
voet.
Het kostte hem tienduizend mijl, van 629 tot 645,
Bergen en woestijnen,
Op zoek naar de Waarheid,
het hart van het hart van de Werkelijkheid,
De Wet die hem zou helpen eraan te ontsnappen,
En al het daarmee gepaard gaande en onontkoombare lijden.
En hij vond het.

Tegenwoordig kijk ik naar de dingen, niet door ze heen,
En ga laag zitten, zo ver weg van de hemel als ik kan komen.
Het rif van de huilende kers bloeit koraal,
De lampen van de achterveranda van de buren gloeien als anemonen.
Venus met inktvisogen zweeft erboven.
Dit is het half uur, half licht, half donker,
als alles begint te schijnen,
En aforismen sluipen in de bomen,
Hun vleugels gevouwen, hun hoofden gebogen.

Elk waar gedicht is een vonk,
en streeft naar de toestand van het oorspronkelijke vuur,
Ontstaan uit de leegte.
Het is diezelfde leegte die het opnieuw wil aanwakkeren.
Het is diezelfde voortbrenging waardoor het opnieuw wil worden voortgebracht.
Vallende sterren.
April is identiek,
hemels, woordeloos, brandt af.
Het licht ervan is het licht waarmee we communiceren.
De bestemming is onze eigen bestemming, de hoop is de hoop waarmee we leven.

Wang Wei daarentegen
Kocht, voordat hij 30 jaar oud was, zijn beroemde landgoed aan de rivier de Wang
Net ten oosten van de oostkant van de Zuidelijke Bergen,
en woonde daar,
Af en toe, voor de rest van zijn leven.
Hij reisde nooit door het landschap, maar bleef erin,
Zelf een onderdeel van de natuur, dacht hij.
En wie zou nee zeggen
Tegen iemand die zo verwikkeld is in eenzaamheid,
in mislukking, dacht hij, en in lijden.

Middaghemel, de kleur Crème van Tarwe, een kleine
Klodder boter vaag aan de westelijke rand.
Te oud en lui geworden om gedichten te schrijven,
Kijk ik naar de sneeuwval
Van de appelbomen.
Landschap verzacht, zoals Wang Wei zegt, de scherpe randen van isolatie.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor de schrijvers van de 24e augustus ook mijn blog van 24 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 24 augustus 2019 en ook mijn blog van 24 augustus 2018.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Inside Story

“The time was the summer of 1983, and the place was West London.
‘Durrants?’ said the hotel telephonist.
I cleared my throat—not the work of a moment—and said, ‘Sorry about that. Uh, hi. Could you put me through to Saul Bellow, please?’
‘Of course. Who shall I say is calling?’
‘Martin Amis,’ I said. ‘That’s eh em eye ess.’
A long pause, a brief return to the switchboard, and then the unmistakable ‘Hello?’
‘Saul, good afternoon, it’s me, Martin. Have you got a moment?’
‘Oh, hello, Marr-tin.’
Martin, in very early middle age, would for some reason try his hand at a polemical work entitled The Crap Generation. It would be non-fiction, and arranged in short segments, including ‘Crap Music’, ‘Crap Slang’, ‘Crap TV’, ‘Crap Ideology’, ‘Crap Critics’, ‘Crap Historians’, ‘Crap Sociologists’, ‘Crap Clothes’, ‘Crap Scarifications’—including crap body piercings and crap tattoos—and ‘Crap Names’. Well, Martin thought that ‘Martin’ was a crap name if ever there was one. It couldn’t even get itself across the Atlantic in one piece. Nowadays, true, most Americans naturally and relaxingly called him Marrtn. But those of Saul’s age, perhaps feeling the need to acknowledge his Englishness, came up with a hesitant spondee: Marr-tin. In Uruguay (where ‘Martin’ was MarrrTEEN, a resonant and manly iamb), Martin had an attractive friend called Cecil (mellifluously pronounced SayCEEL). And ‘Cecil’, similarly, was unable to ford the Rio Grande intact, and became a ridiculous trochee. ‘In America, man,’ said Cecil, ‘they call me CEEsel. Fuck that.’ Martin, on the phone, wasn’t going to say ‘Marr-tin? Fuck that’ to Saul Bellow. For the record we should additionally concede the following: ‘Martin’, in plain old English, wasn’t any good either. It was just a crap name.
I said to Saul, ‘Uh, you know the Sunday paper I wrote about you for last year?’ This was the Observer. ‘They generously said I could take you out to dinner anywhere I liked. Would you be able to fit that in?’
‘Oh, I think so.’
Bellow’s voice: he gave it to the dreamy, prosperous, but somewhat blocked and inward narrator of the spectacular fifty-page short story, ‘Cousins’. [M]y voice had deepened as I grew older. Yes. My basso profundo served no purpose except to add depth to small gallantries. When I offer a chair to a lady at a dinner party, she is enveloped in a deep syllable. Thus enveloped, I said,
‘Now I happen to know you like a nice piece of fish.’
‘That’s true. It would be idle to deny it. I am partial to a nice piece of fish.’

 

Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Na het lezen van Du Fu ga ik naar buiten naar de dwergboomgaard

Ten oosten van mij, ten westen van mij, volop zomer.
Hoe dieper dan elders is de schemering in je eigen tuin.
Vogels vliegen heen en weer over het gazon
op zoek naar thuis
Terwijl de nacht komt aandrijven als een kleine boot.

Dag na dag word ik van minder nut voor mezelf.
Zoals deze spotlijster
Vlieg ik van het een naar het ander.
Waar moet ik naar uitkijken op mijn vierenvijftigste?
Morgen is het donker.
Overmorgen is het nog donkerder.

De luchthonden janken.
Vuurvliegjes slepen de stilte van de avond mee
omhoog uit het vochtige gras.
In het tumult van de wereld, in de chaos van elke dag,
Ga in stilte, in stilte.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Stephen Fry, Charles Wright

De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957. Zie ook alle tags voor Stephen Fry op dit blog.

Uit: Troy

“Troy. The most marvellous kingdom in all the world. The Jewel of the Aegean. Glittering Ilium, the city that rose and fell not once but twice. Gatekeeper of traffic in and out of the barbarous east. Kingdom of gold and horses. Fierce nurse of prophets, princes, heroes, warriors and poets. Under the protection of ARES, ARTEMIS, APOLLO and APHRODITE she stood for years as the paragon of all that can be achieved in the arts of war and peace, trade and treaty, love and art, statecraft, piety and civil harmony. When she fell, a hole opened in the human world that may never be filled, save in memory. Poets must sing the story over and over again, passing it from generation to generation, lest in losing Troy we lose a part of ourselves.
To understand Troy’s end we must understand her beginning. The background to our story has many twists and turns. A host of place names, personalities and families enter and exit. It is not necessary to remember every name, every relationship of blood and marriage, every kingdom and province. The story emerges and the important names will, I promise, stick.
All things, Troy included, begin and end with ZEUS, the King of the Gods, Ruler of Olympus, Lord of Thunder, Cloud-¬Gatherer and Bringer of Storms.
Long, long ago, almost before the dawn of mortal history, Zeus consorted with Electra, a beautiful daughter of the Titan Atlas and the sea nymph Pleione. Electra bore Zeus a son, DARDANUS, who travelled throughout Greece and the islands of the Aegean searching for a place in which he could build and raise his own dynasty. He alighted at last on the Ionian coast. If you have never visited Ionia, you should know that it is the land east of the Aegean Sea which used to be called Asia Minor, but which we know as Turkish Anatolia. The great kingdoms of Phrygia and Lydia were there, but they were already occupied and ruled over, so it was in the north that Dardanus settled, occupying the peninsula that lies below the Hellespont, the straits into which Helle fell from the back of the golden ram. Years later JASON would sail through the Hellespont on his way to find the fleece of that ram. The lovestruck Leander would swim nightly across the Hellespont to be with Hero, his beloved.
The city Dardanus established was called – with little imagination and less modesty – Dardanus, while the whole kingdom took on the name Dardania.** Following the founder king’s death, Ilus, the eldest of his three sons, ruled – but he died childless, leaving the throne to his brother, the middle son, ERICHTHONIUS.”

 

Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Wegpiraten

Mijn reiskleren verlichten de middag.
Ik ben al heel lang onderweg
terug naar het verleden,
Die onverzoenlijke stad.
Iedereen wil met me mee, zo lijkt het, en ik laat ze.
Bloemen langs de weg drijven me tot het uiterste,
libellen
Zweven als lapus lazuli, daar, net buiten bereik.

Smalle weg, brede weg, wij allemaal erop, ongelukkig,
Onrustig, zeven meter tekort aan onsterfelijkheid
En nog een meter te kort om niet lang te leven.
Beter om in het hoge gras te gaan zitten
en naar de wolken te kijken,
Om onze gezichten naar de hemel op te heffen,
Aangezien – voor de meesten van ons – het leven een constante vergissing was.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor de schrijvers van de 24e augustus ook mijn blog van 24 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 24 augustus 2019 en ook mijn blog van 24 augustus 2018.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Experience

`If two tigers jumped on a blue whale, could they kill it?’
`Ah, but that couldn’t happen, you see. If the whale was in the sea the tigers would drown straight away, and if the whale was …’
`But supposing they did jump on the whale?’
… `Oh, God. Well, I suppose the tigers’d kill the whale eventually, but it’d take a long time.’
`How long would it take one tiger?’
`Even longer. Now I’m not answering any more questions about whales or tigers.’
`Dad.’
`Oh, what is it now, David?’
`If two sea-serpents …’
How well I remember those vastly stimulating chats. My tigers weren’t just ordinary tigers, either: they were sabre-toothed tigers. And the gladiatorial bouts I dreamed up were far more elaborate than I Like It Here allows. If two boa constrictors, four barracuda, three anacondas and a giant squid … I must have been five or six at the time.
In retrospect I can see that these questions would have played on my father’s deepest fears. Kingsley, who refused to drive and refused to fly, who couldn’t easily be alone in a bus, a train or a lift (or in a house, after dark), wasn’t exactly keen on boats — or sea-serpents. Besides, he didn’t want to go to Portugal, or anywhere else. The trip was forced on him by the terms and conditions of the Somerset Maugham Award — a `deportation order’ he called it in a letter to Philip Larkin (`forced to go abroad, bloody forced mun’). He won the prize for his first novel, Lucky Jim, published in 1954. Twenty years later I would win it too.
The Rachel Papers appeared in mid-November, 1973. On the night of 27 December my cousin, Lucy Partington, who was staying with her mother in Gloucestershire, was driven into Cheltenham to visit an old friend, Helen Render. Lucy and Helen spent the evening talking about their future; they put together a letter of application to the Courtauld Institute in London, where Lucy hoped to continue studying medieval art. They parted at 10.15. It was a three-minute walk to the bus stop. She never posted the letter and she never boarded the bus. She was twenty-one. And it was another twenty-one years before the world found out what happened to her.”

 

Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Stilleven op een luciferdoosje

Het hart is kouder dan het oog.
De waakzamen, de heiligen,
Weten dit, geen afkorting naar de hemel,
Een enkele hondenhaar kan de wind splijten.

Als je een grote gemoedsrust wilt,
Moet je hard werken en een lange weg gaan.

Niet piekeren over het verleden.
De wereld is zonder appendices,
Geen boodschap, geen naam.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Stephen Fry, Charles Wright

De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957. Zie ook alle tags voor Stephen Fry op dit blog.

Uit: More Fool Me

“So I now must consider how to present to you this third edition of my life. It must be confessed that this book is an act as vain and narcissistic as can be imagined: the third volume of my life story?
There are plenty of wholly serviceable single¬-volume lives of Napoleon, Socrates, Jesus Christ, Churchill and even Katie Price. So by what panty¬-dribbling right do I present a weary public with yet another stream of anecdote, autobiography and confessional?
The first I wrote was a memoir of childhood, the second a chronicle of university and the lucky concatenation of circumstances that led to my being able to pursue a career in performing, writing and broadcasting. Between the end of that second book and this very minute, the minute now that I am using to type this sentence, lies over a quarter of a century of my milling about on television, in films, on radio, writing here and there, getting myself into trouble one way or another, becoming a representative of madness, Twitter, homosexuality, atheism, annoying ubiquity and whatever other kinds of activity you might choose to associate with me.

I am making the assumption that in picking up this book you know more or less who I am. I am keenly aware – how could I not be? – that if one is in the public eye then people will have some sort of view. There are those who thoroughly loathe me. Even though I don’t read newspapers or receive violent abuse in the street, I know well enough that there are many members of the British public, and I daresay the publics of other countries, who think me smug, attention¬-seeking, false, complacent, self-regarding, pseudo-¬intellectual and unbearably irritating: diabolical. I can quite see why they would. There are others who embarrass me charmingly by their wild enthusiasm; they shower me with praise and attribute qualities to me that seem almost to verge on the divine.
I don’t want this book to be riddled with too much self¬-consciousness. There is a lot to say about the end of the 1980s and early 1990s, and you may find the way I go about it to be meandering. I hope a chronology of sorts will emerge as I bounce from theme to theme. There will inevitably be anecdotes of one kind or another, but it is not my business to tell you about the private lives of others, only of my own. I consider myself incompetent when it comes to the business of living life.
Maybe that is why I am committing the inexcusable hubris of offering the world a third written autobiography. Maybe here is where I will find my life, in this thicket of words, in a way that I never seem to be able to do outside the bubble I am in now as I write. Me, a keyboard, a mouse, a screen and nothing else. Just loo breaks, black coffees and an occasional glance at my Twitter and email accounts. I can do this for hours all on my own. So on my own that if I have to use the phone my voice is often hoarse and croaky because days will have passed without me speaking to a single soul.
So where do we go from here?
Let’s find out.”

 

Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Addendum

Onder de steen ademt de hagedis,
Zijn tong 3 semafoor
In de knipperende duisternis;

Diep in de ribben van de eikenhouten kooi
Verschijnt de uil als een nieuwe maan;

Balancerend op het dak van de rivierbedding
Komt de vis, die denkt op te stijgen, in verzet,
Bang dat deze slok eindeloos zal zijn…

——————

Noch het flikkeren van de steen,
Noch het oog van de uil,
Noch de regenboog langs de visflank
Zal de weg wijzen.

Maar daar, waar het vuur rijpt
(Waar het vuur rijpt als een bron),

Zal het pad opengaan, de Engel wenkt,
En wij zullen volgen. Want licht is alles.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor de schrijvers van de 24e augustus ook mijn blog van 24 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 24 augustus 2019 en ook mijn blog van 24 augustus 2018.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: The Moronic Inferno: And Other Visits to America

“The heroes of Saul Bellow’s major novels are intellectuals; they are also (if you follow me) heroes, which makes Bellow doubly remarkable. In thumbnail terms, the original protagonists of litera¬ture were gods; later, they were demigods; later still, they were kings, generals, fabulous lovers, at once superhuman, human and all too human; eventually they turned into ordinary people. The twentieth century has been called an ironic age, as opposed to a heroic, tragic or romantic one; even realism, rock-bottom realism, is felt to be a bit grand for the twentieth century. Nowadays, our protagonists are a good deal lower down the human scale than their creators: they are anti-heroes, non-heroes, sub-heroes. Not so with Bellow. His heroes are well tricked out with faults, neuroses, spots of commonness: but not a jot of Bellow’s intel¬lectuality is withheld from their meditations. They represent the author at the full pitch of cerebral endeavour, with the simple proviso that they are themselves non-creative – they are thinkers, teachers, readers. This careful positioning allows Bellow to write in a style fit for heroes: the High Style. To evolve an exalted voice appropriate to the twentieth century has been the self-imposed challenge of his work. It began with The Adventures of Augie March (1953), at times very shakily: for all-its marvels, Augie March, like Henderson the Rain King, often resembles a lecture on destiny fed through a thesaurus of low-life patois. Herzog erred on the side of private gloom, Humboldt on the side of sunny ebullience (with stupendous but lopsided gains for the reader). Mr Sammler’s Planet (1970) came nearest to finding the perfect pitch, and it is the Bellow novel which The Dean’s December most clearly echoes. The High Style is not a high style just for the hell of it: there are responsibilities involved. The High Style attempts to speak for the whole of mankind, with suasion, to remind us of what we once knew and have since forgotten or stopped trying to regrasp. ‘It was especially important’, Corde reflects, ’to think what a human being really was. What wise contemporaries had to say about this amounted to very little.’ The Bellow hero lays himself open to the world, at considerable psychological cost. Mr Sammler is ‘a delicate recording instrument’; Herzog is ‘a prisoner of perception, a com¬pulsory witness’. All that can be done with these perceptions, these data, is to transform them into – into what? Humboldt suffered from ’the longing for passionate speech’. Corde, like Sammler, aches to deliver his ‘inspired recitation’. It is the desire to speak, to warn -to move, above all. Albert Corde is ‘an image man’, ‘a hungry observer’. He has a ‘radar-dish face’, for ever picking up signals ‘from all over the universe’.”

 

Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Stone Canyon Nocturne

Oude van dagen, oude vriend, niemand gelooft dat je terug zult komen.
Niemand gelooft meer in zijn eigen leven.

De maan hangt als een dood hart, koud en onstartbaar aan een zijden draadje
Aan de rand van de aarde
Eindelijk ontrouw, spottend over de varens en de roze struiken.

In de andere wereld maken kinderen de knopen in hun snaren los.
Ze zingen liedjes en hun vingers vervagen.

En hier, waar de zwaan neuriet in zijn holte, waar bloedwortel
En belladonna erop aandringen ons te troosten,
Waar de vos in de muur van de canyon onze handen leegrooft, extatisch voor meer,

Wentelt de Genezer als een parel van heldere olie door de nachtwind,
Deels oog, deels traan, niet bereid ons te herkennen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Drs. P, Charles Wright

De Nederlands-Zwitserse schrijver, tekstschrijver, componist, zanger en pianist Drs. P (eig. Heinz Hermann Polzer) werd geboren in het Zwitserse Thun op  24 augustus 1919. Zie ook alle tags voor Drs. P op dit blog.

 

Sestina

U ziet hier, leuk hè? een sestina staan
Een rijmende nog wel, al hoeft dat niet
Maar rijmloos zou het minder sierlijk wezen
Want dit is geen gedragen of bevlogen lied
Het is lectuur; dus komt het er op aan
Dat die zich ietwat lekker weg laat lezen

De woorden (als u even mee wilt lezen)
Die aan het einde van de regels staan
Zijn minder pluriform dan in een lied
Het moeten steeds precies dezelfde wezen
Bijvoorbeeld niet treedt telkens op als niet
Geniet of eboniet, dat gaat niet aan

Er is daarom niet veel opwindends aan
Om zo’n sestina door of voor te lezen
Hoe onkunstzinnig het dan ook mag staan
Ik zie nog liever een huisbakken lied
Met waanzin over weduwen of wezen
Maar goed, daarover hebben we het niet

O ja, gepaard rijm mag hier ook al niet
Sestinavolk heeft daar een hekel aan
Nu blijkt hier, als u goed kijkt, wezen-lezen
Gepaard en wel dus, in ’t envoi te staan
(Daar komt weer dat verrekte rijmwoord lied)
Als sluitstuk, dunkt me, mag het er wel wezen

Kom, laat ons eerlijk zijn, het loont in wezen
De moeite en de vindingrijkheid niet
En dat ik deze vorm niet uit kan staan
Was in mijn eerste woorden al te lezen
Zes strofen plus envoi – het tikt wel aan
Toch wordt het nooit een echt verhaal of lied

Of wel? Veronderstel, dit is een lied:
Waar zijn zij thans, die eens de weg mij wezen?
In ’s levens loterij trok ik een niet
Al trek ik mij het lot van derden aan
Van Congo-, Ango- en nog veel meer -lezen
Ik blijf alleen – geen Hindu ziet me staan…

Een mooi (laat staan bezield of lustig) lied
Is ’t zeker niet, en kan het ook niet wezen
Dus raad ik aan: nooit maken, hoogstens lezen

 

Drs. P (24 augustus 1919 – 13 juni 2015)
Portret van Drs. P door Frank Leenhouts, 2001

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Buiten zitten aan het einde van de herfst

Drie jaar geleden, ’s middags,
Zat ik hier vaak en probeerde ik
Aan de eenvoudige rekenkunde van mijn leven te beantwoorden,
Maar ik kon het nooit becijferen –
Dit object en dat object
Behelsden nooit het landschap
noch al zijn implicaties,
Deze boom en die struik
Voldeden nooit helemaal aan de som of het quotiënt
Die ik aftrok of meenam naar,
noch doen ze dat nu,
hoewel ik hier weer terug ben, kijkend wat ik kan berekenen,
Op zoek naar wat klopt.

Alles komt ergens vandaan
alleen iets komt uit het niets,
Zegt Lao Tse min of meer.
Bij uitstek verstandig, zeg ik,
Ik wrijf dit kleine slakkenhuis tussen mijn duim en twee vingers.
Delicaat als een oorring,
draagt het zijn leegte als een kind
Waar het vanaf zou zijn.
Ik wrijf het met de klok mee en tegen de klok in, in de hoop op iets
Luisterrijks in zijn vocabulaire of vermomming-
Maar een en een maken niets, voegt hij eraan toe,
eindeloos en overal,
De schaduw die alles afwerpt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor de schrijvers van de 24e augustus ook mijn blog van 24 augustus 2019 en ook mijn blog van 24 augustus 2018.

Martin Amis, Kees Stip, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Lionel Asbo. State of England

« Dear Jennaveieve,
I’m having an affair with an older woman. Shes’ a lady of some sophistication, and makes a refreshing change from the teen agers I know (like Alektra for example, or Chanel.) The sex is fantastic and I think I’m in love. But ther’es one very serious complication and i’ts this; shes’ my Gran!
Desmond Pepperdine (Desmond, Des, Desi), the author of this document, was fifteen and a half. And his handwriting, nowadays, was self-consciously elegant; the letters used to slope backward, but he patiently trained them to slope forward; and when everything was smoothly conjoined he started adding little flourishes (his e was positively ornate—like a w turned on its side).
Using the computer he now shared with his uncle, Des had given himself a course on calligraphy, among several other courses.
On the plus-side, the age-difference is surprisingly
He crossed that bit out, and resumed.
It started a fort-night ago when she rang up and said its the plumbing again love. And I said nan? I’ll be right over. She lives in a granny flat under a house about a mile away and theres allways some thing wrong with it’s plumbing. Now I’m no plumber but I learnd a bit from my Uncle George whose in the trade. I sorted it out for her and she said why not stay for a few drink’s?
Calligraphy (and sociology, and anthropology, and psychology), but not yet punctuation. He was a good little speller, Des, but he knew how weak his punctuation was because he had just begun a course on it. And punctuation, he (quite rightly) intuited, was something of an art.
So we had a few Dubonnet’s which I’m not used to, and she was giving me these funny look’s. She’s all ways got the Beatles’ on and she was playing all the slow one’s like Golden Slumber’s, Yester-day, and Sh’es Leaving Home. Then gran says its so hot I’ll just slip in to my night-dress. And she came back in a babydoll!
He was trying to give himself an education—not at Squeers Free, recently singled out, he read in the Diston Gazette, as the worst school in England. But his understanding of the planet and the universe had inconceivable voids in it. He was repeatedly amazed by the tonnage of what he didn’t know.
So we had a few more drink’s, and I was noticing how well preserved she is. She’s taken good care of herself and shes really fit considering the life shes’ led. So after a few more drink’s she says are’nt you frying alive in that blazer? Come over here handsome, and give us a cuddle! Well what could I do. She put her hand on my thigh and slid it up my short’s. Well I’m only human aren’t I? The stereo was playing I Should Of Known Better—but one thing lead to another, and it was mind blowing!”

 
Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Nederlandse dichter Cornelis Jan (Kees) Stip werd geboren in Veenendaal op 25 augustus 1913. Zie ook alle tags voor Kees Stip op dit blog.

 

Poppenkast

De poppenkast staat midden op de straat.
Vanuit de verte hoor je haar al kijven:
Katrijn, van alle vreselijke wijven
het vreselijkste wijf dat er bestaat.

Maar voor Jan Klaassen zelf staan wij paraat.
Wij zullen trouw zijn kameraden blijven
totdat hij straks in levendigen lijve
de dooie dood van Pierlala verslaat.

’s Nachts is het dorp een poppenkast zo groot
dat alle poppen grote mensen lijken.
Men ziet mijzelf daar als Jan Klaassen prijken.
Maar nauwelijks heb ik de dood morsdood
zijn zelfgegraven graf in laten dalen
of kijk daar staat Katrijn, ze komt me halen.

 

Op een muis

Een kleine huismuis aan de Maas
hield niet van Nederlandse kaas.
Was het geen Camembert of Brie
dan huilde hij een dag of drie
totdat zijn moeder zei: “Mon cher,
hou op met je gecamemblèr.”

 

Een egel

Een egel die, gestart te Smilde,
naar Hindelopen lopen wilde,
zeeg halverwege in elkaar
met een aanmerkelijke blaar.
Ach had ik, hoorde men hem snikken,
maar iets om die mee door te prikken.

 


Kees Stip (25 augustus 1913 – 27 juni 2001)
Hier met een heel jonge Mies Bouwman (l)

 

De Britse schrijver Howard Jacobson werd geboren op 25 augustus 1942 in Manchester. Zie ook alle tags voor Howard Jacobson op dit blog.

Uit: Peeping Tom

“Signs are, even to my drugged eye, that the village is finally coming out of winter. I am not witnessing a return to robustness and sanity exactly -that’s too much to expect down here, so far from the soundness of cities, so deep into the obsessional neurosis of Nature – but there is an atmosphere of fragile convalescence abroad, as if the patients have been allowed their first unaccompanied turn around the walled gardens of the institution. The wind has dropped. The water in the harbour rocks itself, brood-ing on its delusions. The squinting sea birds look as if they believe they might just eat again. Those hoteliers who changed wives or husbands at the start of the off-season – hoteliers are always the most romantic and expectant inhabitants of any remote place – have changed back again and are freshening up their Vacancy notices. Autographed copies of this year’s print run of Lionel Turnbull’s pamphlet (Lance Tourney is, of course, a pen-name) have started to appear in the post office and the village stores, and Lionel himself has begun those naked ritualistic swims which will continue every morning now until the Atlantic freezes over again. And already the first serious walkers of the season have arrived in their fetishistic boots and with their Ordnance Survey maps in protective plastic packets tied around their necks like bibs. I meet them in the early morning during my penitential walks along the harbour walls or out on the cliff paths, and although they all nod me a bracing greeting or wave their blackthorn sticks, I can see that I am an cxtrancity and a blemish for them. In my long sleek-piled fur coat (resembling ocelot and bought on an Austin Reed charge account) and my Bally slip-on snakeskin shoes decorated, rather tastefully I’ve always thought, with a delicate gold chain and having the added advantage of slightly built-up heels, I am not what they have taken a week off work and kissed goodbye to their children and strapped methane stoves to their backs to find. At a stroke I domesticate the cliffs for them.”

 

 
Howard Jacobson (Manchester, 25 augustus 1942)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Bedtime Story

The generator hums like a distant ding an sich.
It’s early evening, and time, like the dog it is,
is hungry for food,
And will be fed, don’t doubt it, will be fed, my small one.
The forest begins to gather its silences in.
The meadow regroups and hunkers down
for its cleft feet.

Something is wringing the rag of sunlight
inexorably out and hanging.
Something is making the reeds bend and cover their heads.
Something is licking the shadows up,
And stringing the blank spaces along, filling them in.
Something is inching its way into our hearts,
scratching its blue nails against the wall there.

Should we let it in?
Should we greet it as it deserves,
Hands on our ears, mouths open?
Or should we bring it a chair to sit on, and offer it meat?
Should we turn on the radio,
should we clap our hands and dance
The Something Dance, the welcoming Something Dance?
I think we should, love, I think we should.

 

Stone Canyon Nocturne

Ancient of Days, old friend, no one believes you’ll come back.
No one believes in his own life anymore.

The moon, like a dead heart, cold and unstartable, hangs by a thread
At the earth’s edge,
Unfaithful at last, splotching the ferns and the pink shrubs.

In the other world, children undo the knots in their tally strings.
They sing songs, and their fingers blear.

And here, where the swan hums in his socket, where bloodroot
And belladonna insist on our comforting,
Where the fox in the canyon wall empties our hands, ecstatic for more,

Like a bead of clear oil the Healer revolves through the night wind,
Part eye, part tear, unwilling to recognize us.

 

 
Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

De Duitse schrijver Maxim Biller werd geboren op 25 augustus 1960 in Praag. Zie ook alle tags voor Maxim Biller op dit blog.

Uit: The Mahogany Elephant (Vertaald door Anthea Bell)

“Did you miss me?” he said.
“No, Jordi,” she said. “I didn’t.”
“Of course not,” he said, and nodded.
“Are you angry?”
“No.”
“I’m glad.”
“Good.”
“Are you sure you’re not angry?”
“I’m sure.”
He looked out the window. When she left, he had still been able to see across the square to the Church of Zion. Now the trees were in leaf and all he saw from the window was those wonderful large green leaves. The leaves swayed back and forth in the wind, reminding Jordi of seaweed drifting in the ocean.
Perhaps it was because they hadn’t seen each other for so long. They hadn’t seen each other for almost as long as they’d known each other! He laid his arm on the back of the sofa behind her and left it there for a few minutes, but then he took it away again. The arm didn’t feel quite sure of itself.
“What about you?” she asked.
“Me?”
“What have you been doing?”
“Why didn’t you call?” he said. “Not once in three months!”
“But you knew,” she said, taking alarm. “That was our agreement, wasn’t it?”
She was right. She’d even said, “Suppose I stay there for good?” And he had said that would be O.K., she was a free agent, and if they never said another word to each other again that would be O.K., too. But he had said so only out of calculation, because he knew that she was an Aries—and just try keeping a ram captive.
“There’s a story about that elephant,” she said. She paused, waiting for him to ask what the story was, but all he could think about was how to get the elephant out of the garbage without her noticing.”

 

 
Maxim Biller (Praag, 25 augustus 1960)

 

De Engelse schrijver Frederick Forsyth werd geboren in Ashford, Kent, op 25 augustus 1938. Zie ook alle tags voor Frederick Forsyth op dit blog.

Uit: De onderhandelaar (Vertaald door Hugo en Nienke Kuipers)

“Maar terwijl hij zijn plicht had gedaan en zijn maarschalksstaf had verdiend, had hij zich ook iets heilig voorgenomen — nooit meer zou zijn dierbare Sovjet-leger zich onder zijn leiding terugtrekken — en ondanks alle manipulatie van de publiciteit was Afghanistan een nederlaag geweest. Het was dan ook het vooruitzicht van een nieuwe nederlaag dat hem zo somber stemde toen hij door het dubbele glas naar de vlagen van ijzel keek die voor zijn raam langs joegen. De oorzaak van zijn somberheid was een rapport op zijn bureau, een rapport dat hij zelf door zijn meest intelligente protégé had laten schrijven, een jonge generaal-majoor die hij uit Afghanistan naar de generale staf had meegenomen. Kaminski was een academicus, een denker en tegelijk een geniale organisator, en de maarschalk had hem tot tweede man op de afdeling Logistiek benoemd. Zoals alle ervaren militairen wist Kozlov heel goed dat je geen veldslagen won met alleen moed of opofferingsgezindheid of zelfs bekwame generaals; je won ze doordat je het juiste materieel — in grote aantallen — op het juiste moment op de juiste plaats had. Als soldaat van achttien had hij moeten toezien hoe de voortreffelijk uitgeruste Duitsers tijdens de Blitzkrieg over de strijdkrachten van het Moederland heen waren gewalst. Hij dacht daar met verbittering aan terug. Het Rode Leger, leeggebloed door Stalins zuiveringen van 1938 en uitgerust met antiek materieel, had geen schijn van kans gehad. Zijn eigen vader was gesneuveld in een poging een onhoudbare positie bij Smolensk te verdedigen. Met repeteergeweren hadden ze het moeten opnemen tegen Guderians daverende pantserregimenten. De volgende keer, had hij gezworen, zouden ze het juiste materieel hebben, en in grote hoeveelheden. Hij had een groot deel van zijn militaire leven aan dat streven gewijd en hij stond nu aan het hoofd van de vijf krijgsmachtonderdelen van de Sovjet-Unie, het leger, de marine, de luchtmacht, de strategische-raketstrijdkrachten en het luchtverdedigingscommando. Dat alles dreigde verslagen te worden. Dat was de eenduidige conclusie van het driehonderd bladzijden tellende rapport dat op zijn bureau lag. Hij had het twee keer doorgenomen, ’s nachts in zijn Spartaans ingerichte appartement aan de Koetoezovski Prospekt en deze morgen opnieuw, in zijn kantoor, waar hij om zeven uur was gearriveerd en meteen de hoorn van de haak had gelegd. Nu wendde hij zich van het raam af, liep terug naar het grote bureau aan het hoofd van de T-vormige vergadertafel en las de laatste bladzijden van het rapport nog eens door.”

 

 
Frederick Forsyth (Ashford, 25 augustus 1938)

 

Zie voor nog meerschrijvers van de 25e augustus ook mijn vorige blog van vandaag.

Martin Amis, Kees Stip, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder, Thea Astley

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog en ook mijn blog van 25 augustus 2010.

Uit: Het interessegebied (Vertaald door Janneke van der Meulen)

“Ik was niet onbekend met de bliksemflits; ik was niet onbekend met de donderslag. Benijdenswaardig ervaren in deze zaken, was ik niet onbekend met de wolkbreuk – de wolkbreuk, en daarna de zonneschijn en de regenboog.
Ze kwam terug uit de oude stad met haar twee dochters, en ze bevonden zich al een flink eind binnen het Interessegebied. Een lange laan – haast wel een zuilengang – strekte zich uitnodigend voor hen uit, omzoomd door esdoorns, waarvan de takken en het gelobde loof zich hoog in de lucht met elkaar verstrengelden. Een namiddag hartje zomer, met miniem glinsterende muggen… Mijn notitieboekje lag opengeslagen op een boomstronk, en een lichte bries neusde nieuwsgierig door de bladzijden.
Lang, breedgebouwd, welgevuld en toch lichtvoetig, in een geschulpte, enkellange witte jurk, met een zachtgele strohoed met een zwart lint op en zwaaiend met een strooien tas (de meisjes, eveneens in het wit, droegen ook een strohoed en een strooien tas), bewoog ze zich in en uit vlagen donzige, geelbruine, leeuwachtige warmte. Ze lachte – hoofd in de nek, gespannen hals. Parallel aan haar hield ik gelijke tred, in mijn sobere tweed jasje en gekeperde pantalon, met mijn klembord en vulpen.
Nu stak het drietal de oprit van de manege over. Terwijl haar kinderen plagerig om haar heen dartelden, passeerde ze de decoratieve windmolen, de meiboom, de galg met drie wielen, het trekpaard dat losjes was vastgemaakt aan de ijzeren waterpomp, en liep toen verder.
Het Ka Zet in, Ka Zet I in.
Er gebeurde iets bij die eerste aanblik. Bliksem, donder, wolkbreuk, zonneschijn, regenboog – de meteorologie van de eerste aanblik.
Haar naam was Hannah – mevrouw Hannah Doll.
In de officiersclub, gezeten op een paardenharen sofa, omringd door bronzen paardentuig en paardenprenten en onder het genot van ersatzkoffie (koffie voor paarden) zei ik tegen Boris Eltz, met wie ik al mijn leven lang bevriend was: ‘Heel even was ik weer jong. Het leek wel liefde.’

 
Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

Lees verder “Martin Amis, Kees Stip, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder, Thea Astley”