Constantijn Huygens-prijs 2018 voor Nelleke Noordervliet

 

Constantijn Huygens-prijs 2018 voor Nelleke Noordervliet

 

De Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet heeft de Constantijn Huygens-prijs 2018 gewonnen. Zij krijgt de prijs voor haar hele oeuvre, maakte de Jan Campert-Stichting donderdag bekend namens de gemeente Den Haag. Aan de prijs is een bedrag van 12.000 euro verbonden. Eerdere winnaars zijn Atte Jongstra (2016), Adriaan van Dis (2015), Mensje van Keulen (2014) en Tom Lanoye (2013). Vorig jaar won de dichter Hans Tentije. Nelleke Noordervliet werd op 6 november 1945 in Rotterdam geboren. Zie ook alle tags voor Nelleke Noordervliet op dit blog.

Uit: Altijd roomboter

“De regen slaat tegen de hoge ramen van het ziekenhuis. Mijn overgrootmoeder ligt in een van de twaalf bedden op zaal. Het is zondag 1 oktober 1876. Haar kind is vijf dagen oud. Zijzelf is op 16 september twintig geworden. Liep ze maar buiten, maar het kan niet. Ze is net zo ingebakerd als haar zoon, die in een soort stofdoekenmand naast haar ligt. Het sluitlaken en het kraamverband dwingen haar uitgedijde en wegvloeiende onderlijf in oude vorm terug. Haar borsten zijn gezwollen en beginnen te lekken zodra het kind huilt. Nooit heeft ze geweten dat het zo zou zijn. Niemand heeft haar verteld hoe haar lichaam zou voelen. Het is niet van haar. Ze kan er geen woorden voor vinden. Zo hol en leeg haar buik is, zo hol en leeg is haar verbazing om wat is. Ze is omgeven door vreemden. Zelfs het kind is een vreemde. De vroedmeester hield hem aan zijn enkels omhoog tot hij schreeuwde. Hij leek op een gevild konijn. Rood en blauw. Ze zag hem even later terug, ingerold in wit linnen dat ze zelf had gemerkt. Op voedertijden reiken ze haar die vreemde schreeuwende larf aan. Vrat hij haar eerst vanbinnen op, nu valt hij vanbuiten aan. Dit is moederschap. De bestemming van de vrouw.
Haar zwangerschap was een schande. Ze werd ontslagen en verbannen. Er waren mensen die over haar beslisten. Vreemden. Mannen met strenge gezichten. Ze kreeg een buik als een trommel. Daarna kwam pijn en water en bloed. Ze heeft haar kiezen op elkaar gehouden, af en toe gekreund, geknarsetand, maar niet geroepen, niet geschreeuwd, geen spektakel gemaakt ook al barstte ze, brak ze, baande zich een te groot dier met scherpe klauwen een weg naar buiten. En toen was er het kind. Ze weet niet of ze van hem kan houden. Ze weet niet of ze van hem moet houden.
Het is stil op de ziekenzaal. Ze zijn bijna allemaal naar de kerkdienst. Niet omdat ze zo vroom zijn maar voor de afleiding. Stuk voor stuk zijn het armlastige moeders die hier komen om te bevallen, zwerfsters, prostituees. Een enkeling is zoals zij, vermoedt ze. Zeker weet ze het niet. Ze vertelt zelf ook niet hoe ze hier is gekomen. Bijna allemaal zijn ze ambulant, op het punt weer de straat op gestuurd te worden, terug naar de gribus waar ze vandaan kwamen. Een van de vrouwen, gisteren binnengebracht, slaapt, het haar in natte slierten over het voorhoofd, de mond open. Een ander ligt koortsig en met holle ogen op de dood te wachten. Haar kind is al door hem gehaald. Niemand krijgt bezoek. Niemand kijkt naar hen om. Ze is te kwaad om te huilen.
De oude bediende van het ziekenhuis, Wijnand Brouwer, heeft haar kind aangegeven op het gemeentehuis. Bijna dagelijks geeft hij bastaards aan.
‘Hoe moet-ie heten?’ vroeg hij, terwijl ze nog daas van de bevalling op bed lag. Ze had het geluk van een bed alleen. Anderen lagen met zijn tweeën in één bed.”

 

 
Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 6 november 1945)

Constantijn Huygensprijs 2013 voor Tom Lanoye

De Vlaamse dichter en schrijver Tom Lanoye krijgt in januari volgend jaar de Constantijn Huygensprijs 2013 voor zijn gehele oeuvre uitgereikt. Dat heeft de voorzitter van de Jan Campert-stichting, die de prijs toekent, vandaag bekendgemaakt in het radioprogramma Kunststof. Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook mijn blog van 27 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

 

Uit: Gelukkige slaven

 

“We vinden Tony Hanssen terug tijdens de hondsdagen van een verstikkende, walmende, besmettelijke zomer. Niet in het uiteenvallende continent waar hij meer dan veertig jaar geleden zijn levenslicht zag. Daar is het winter nu, daar regent het vuile sneeuw op straat en onheilsberichten in alle parlementen en beursgebouwen. We treffen hem aan elfduizend kilometer verderop, in de schaamspleet onder de tropisch gezwollen buik van Brazilië, de open wond genaamd Rio de la Plata, Rivier van Zilver. Ze is breed als een zee, ze ruikt naar petroleum en ingewanden en ze is het voorgeborchte van de Atlantische Oceaan — een deinend, koningsblauw universum vol verborgen gasvelden, scheepswrakken en walviskadavers.
Op de beide oevers van de Rio de la Plata ligt een hoofdstad. In het noorden Montevideo. In het zuiden Buenos Aires, een stad zo groot als een staat. Daar, in San Telmo, een van de oudste wijken, nog gesticht door gevluchte Italianen en ontsnapte negerslaven, de latere bakermat van de tango, de wapensmokkel en de voetbalgekte, treffen wij Tony Hanssen aan. Hijgend en zwoegend in een kitscherig gerenoveerd herenhuis, una casa de turistas, waar hij op de tweede etage een Chinese matrone aan het bevredigen is, op haar aandringen en tegen zijn goesting. Boven hun hoofden wiekt een gammele ventilator, de charmant antieke airco steunt en rammelt luider dan het bed.
Toch zweet Tony zich kapot. En hij is niet de enige, te voelen aan de huid waar hij tegenaan stoot. Hij walgt van zichzelf en heeft medelijden met mevrouw Bo Xiang. Maar stoppen met haar te bevredigen doet hij niet. Ze zou het kunnen begrijpen als een afwijzing. Hoed u voor de wraak van een gekrenkte vrouw op leeftijd. Tony staat voor een fortuin in het krijt bij haar echtgenoot. Dus stoot hij voort. Het is nog geen twee uur in de middag. De lantaarnpalen buiten werpen amper schaduw.”

 

 

 

Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

 

Ook drie andere schrijvers zijn bekroond. Micha Hamel mag voor zijn bundel “Bewegend Doel” de Jan Campert-prijs in ontvangst nemen. Oek de Jong krijgt voor zijn roman “Pier en Oceaan” de F. Bordewijk-prijs. Jan Paul Schutten ontvangt de tweejaarlijkse Nienke van Hichtum-prijs voor jeugdliteratuur voor “Het Raadsel van Alles Wat Leeft”. Aan al deze prijzen zijn bedragen van vijfduizend euro verbonden. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog en eveneens alle tags voor Oek de Jong op dit blog.

Constantijn Huygensprijs 2012 voor Joke van Leeuwen

 

Constantijn Huygensprijs 2012 voor Joke van Leeuwen

De Nederlandse dichteres, schrijfster en illustrator Joke van Leeuwen heeft de Constantijn Huygensprijs 2012 gewonnen. Dat heeft de Jan Campert-stichting laten weten. Joke van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

 

Geschenk

Dit zit goed vastgeplakt. Wel mooi papier. Een lint
met krullen. Doen ze met een schaar. Ik weet niet
wat jij hiervan vindt, of jij dit hebt, dat ik het ruil,
dat jij dan wacht op mij, dat ik dan onderwijl wat
anders voor je koop, of, want, tenzij, dat jij het
houden wilt of bij vergissing denkt dat jij het
toch al had, maar niet dus of niet meer of
dat het brak en dat jij dacht als nog een
keer moet ik voorzichtig zijn, of dat
iets dubbels helemaal niet geeft
wat jou betreft. Hier. Neem
een mes. Dit heft

 

Binnen

Die wachtte was te goed in doodverzinnen.
Weghelften weg, begroeide grond verschoven,
meren gezwollen, als bij wie ver, met
tijdelijke namen, in de slaap verrast.

Die wachtte dacht een strand, had zich
in zand verpakt, nat zand dat plakte,
hoofd eruit, een hand om plat te slaan,
dat elke vrouw beschreven in een mal.

Pak dit maar uit. Stel maar die vraag.
Een mal? Maar alles druk met scheppen, innen,
spetten, mobiel bellen, nieuwer weer
voorspellen en daar was het al.

Die komen moest kwam lachend, natte voeten,
tas vol groeten, wakker en verwacht.
Ik ben het. Ben je boven?
Nam die verdampte vast.

 

Perron

Het is weer scharreldag voor kruimelduiven.
Die hoeven niet weg. Die missen een pootje.
Die zwijgen: ‘Kijk naar je eige, zeik niet
over aankomst en hoe laat.’

Er zal een trein zijn en eruitgetuimel en
iemand die wuift en sprongetjes maakt en
onverstaanbaar van een reis gaat roepen
naar wie daar al jaren staat.

 
Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)