Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz, Mário de Andrade, Colin Clark, Victor Klemperer, Marína Tsvetájeva, Elaine Goodale Eastman, Léopold Senghor, Holger Drachmann

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook alle tags voor Herman Brusselmans op dit blog.

Uit: Poppy en Eddie en Manon en Roy Harper

“M’n bril is de mooiste van Gent.  Hij staat op m’n gezicht alsof hij nooit eerder ergens anders gestaan heeft. Hij past zodanig goed bij de kleur van m’n haar dat vrouwen  in zwijm vallen. Soms vallen ze al in zwijm nog voor ze m’n schoenen  gekust hebben. Een van die vrouwen, een bloemenverkoopstertje met het achtereind van een varken, kwam na het in zwijm vallen niet meer bij, hoezeer ik ook water in haar gezicht plensde, en daarna limonade, en vervolgens koffie, thee en urine, die ik betrok uit een aanpalend restaurant.
Nee, die vrouw bleef simpelweg in zwijm. Ik vroeg aan m’n bodyguard, Jerry Nüttbaum, een joodse wereldkampioen in de Japanse vechtsport Bukota, om de ambulance te bellen. Bij Bukota mag je je tegenstander niet raken, behalve met een gifslang. Ik hoorde Jerry zeggen: ‘Een vrouw, in zwijm, en snel wat. Ter hoogte van Graslei nummer twaalf. Of nee, dertien. Ik zat er eentje naast. Of ze nog ademt? Dat zul je haar straks zelf moeten vragen, ik houd me met dat soort dingen niet bezig.’
Ondertussen stond ik een beetje te praten met een man die me had aangesproken en die me vroeg wat ik van de huidige politieke situatie vond. ‘Een situatie zou ik het niet noemen,’ zei ik, ‘en daar houdt het niet bij op. Dus dat komt niet goed. Het anti protestantse fascisme rukt op. Als je een antiprotestant als buur hebt, sla hem dan maar meteen dood, voor het te laat is.’ De man luisterde ademloos naar mij, wat ik gewend ben. Na het bellen van de ambulance stond Jerry z’n haar te kammen. Daarvoor had hij m’n toestemming, ik ben niet het type dat een jood verbiedt om z’n haar te kammen. ‘Baas,’ zei hij tegen mij, ‘ben ik kaal aan het worden?’ ‘Ja,’ zei ik. Jerry pinkte een traantje weg. Hij is gevoelig. De man die met me had gepraat kreeg een inzinking en ging heen. Daar had je de ambulance. Ik wachtte z’n definitieve komst niet af, en samen met Jerry zette ik m’n weg voort naar café De Intrinsiek, ongeveer ter hoogte van de winkel waar je pruimensap kunt bestellen, en dat sap wordt dan twee dagen later per internet aan huis geleverd, als het al geleverd wordt.
In De Intrinsiek zou ik een interview hebben over m’n oeuvre, met de journalist Tanguy De Roovere, van het nieuwe roddelblad Rochel. Er was mij gezegd dat het een van de laatste interviews van De Roovere zou worden, vanwege z’n hersentumor zo groot als een discobol. Naar het schijnt kon je, als je in De Rooveres neusgaten keek, die tumor zien zitten. Ik was niet van plan om in De Rooveres neusgaten te kijken, en ik zou nog liever in de anus van een paard kijken om te zien of zich daar veel bindweefsel bevindt. Als ik het had gewild, ik had dierenarts kunnen worden voor je tot drie kunt tellen. De gaven en talenten die ik heb, die kun je niet in een ruimte krijgen met de afmetingen van Oceanië. Dierenarts werd ik niet, en ook niet econoom, loodgieter, filosoof, trambestuurder, veehandelaar, drummer, piloot, luitenant-generaal, pooier, ontwikkelaar of mathematicus, omdat ik tenslotte al snel de beste schrijver van Vlaanderen wenste te worden, en daarin slaagde voordat bij wijze van spreken de wind ging liggen en vervolgens opnieuw begon te waaien.”

 

 
Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

Lees verder “Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz, Mário de Andrade, Colin Clark, Victor Klemperer, Marína Tsvetájeva, Elaine Goodale Eastman, Léopold Senghor, Holger Drachmann”

Elaine Goodale Eastman

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elaine Goodale Eastman werd geboren op 9 oktober 1863 als dochter van Dora Hill Read en Henry Sterling Goodale, een boer en schrijver in Mount Washington, Massachusetts. Tegen de tijd dat ze 18 was, had ze al 3 dichtbundels gepubliceerd en gaf zij een maandelijks tijdschrift uit, genaamd “Child’s Monthly Gem”. Om de opleiding die zij thuis hadden gekregen aan te vullen bezochten Elaine en haar jongere zus Dora twee jaar lang in New York een kostschool. In 1878 werden de gedichten van de twee meisjes gepubliceerd onder de titel “Apple Blossoms: verses of two Children”. Er werden meer dan 10.000 exemplaren van verkocht. In 1879 verscheen de bundel “In Berkshire with the wild flowers” en in 1881 “Verses from Sky Farm”. Elaine publiceerde in 1881 nog een boek, “Journal of a Farmer’s Daughter” Het was in dat jaar dat haar ouders gingen scheiden. Henry verhuisde naar New York toen de scheiding in 1882 definitief was. In 1882 aanvaardde Elaine een baan als leerkracht aan het Hampton Normal and Agricultural Institute in Hampton. In 1893 had zij zich ontwikkeld tot een bekwaam docente en had zij verschillende “kampen” bezocht. Zij werd ook een van de oprichters van de Indian Rights Association (1882). “In Sister to the Sioux” schrijft ze over haar uitstapjes naar het Sioux-reservaat had zij veel dingen over de Sioux-cultuur geleerd, en kreeg zij een contractom voor meerdere kranten te schrijven. Zij werd tevens benoemd tot hoofd van de opleidingen in acht reservaten van de Sioux. Ze leerde vloeiend spreken in alle Sioux dialecten. In 1889 reisde ze naar het oosten, ontmoette witte kolonisten en zag de armoede en de ellende, waarin ook deze leefden Toen zij thuis kwam, vestigde ze zich in Northampton en begon ze voor meerdere kranten te schrijven en werd een betaalde lector voor The Women’s National Indian’s rights Association. Hier ontmoette ze Thomas J. Morgan, die The office of the Supervisor of education of the two Dakotas in het leven riep en Elaine als eerste supervisor benoemde. Zij keerde terug naar Pine Ridge vanwege de Wounded Knee-affaire en ontmoette haar toekomstige echtgenoot Charles Alexander Eastman. Elaine en Charles trouwden in 1891 in New York tot ontsteltenis van haar familie. Het huwelijk zou niet zonder problemen blijven, ondanks triomfen die op literair gebied ook werden gevierd. Elaine redigeerde veel van Charles’s geschriften en werd depressief omdat hij succesvol was en zij haar literaire dromen ondergeschikt maakte aan die van haar man. Zij kregen zes kinderen. Haar man publiceerde 10 boeken. Nog 7 boeken werden er geschreven door Elaine. Het laatste was “Hundred Maples” uit 1935. Het echtpaar scheidde kort nadat hun dochter Irene overleed.

June

For stately trees in rich array,
For sunlight all the happy day,
For blossoms radiant and rare,
For skies when daylight closes,
For joyous, clear, outpouring song
From birds that all the green wood throng,
For all things young, and bright, and fair,
We praise thee, Month of Roses!
For blue, blue skies of summer calm,
For fragrant odors breathing balm,
For quiet, cooling shades where oft
The weary head reposes,
For brooklets babbling thro’ the fields
Where Earth her choicest treasures yields,
For all things tender, sweet and soft,
We love thee, Month of Roses!

 

Baby

Dimpled and flushed and dewy pink he lies,
Crumpled and tossed and lapt in snowy bands;
Aimlessly reaching with his tiny hands,
Lifting in wondering gaze his great blue eyes.

Sweet pouting lips, parted by breathing sighs;
Soft cheeks, warm-tinted as from tropic lands;
Framed with brown hair in shining silken strands,—
All fair, all pure, a sunbeam from the skies!

O perfect innocence! O soul enshrined
In blissful ignorance of good or ill,
By never gale of idle passion crossed!

Although thou art no alien from thy kind,
Though pain and death may take thee captive, still
Through sin, at least, thine Eden is not lost.

 
Elaine Goodale Eastman (9 oktober 1863 – 24 december 1954)