Martyn Burke, Ivan Klima, Mario Benedetti, Eric van der Steen, Eckhard Henscheid, Uli Becker

De Canadese schrijver, journalist, regisseur en scenarioschrijver Martyn Burke werd geboren op 14 september 1952 in Toronto. Zie ook alle tags voor Martyn Burke op dit blog.

Uit: The Commissar’s Report

“efore the great war, when I was a boy, we used to dream of what life was like in Enemy Number One. It was a time when dreams were precious. Terror hung like a fog in our city, and even though we were very young, we still knew about the midnight arrests and the deportations going on all around us. And what we didn’t know, we could sense from the fear-etched faces of our parents, who would talk even to us in heroic and heavy phrases of socialist realism like we heard from the loudspeakers at the May Day military parades. It was as if our parents were afraid that we would turn them in.
Enemy Number One seemed like a distant paradise to us then.
We knew all about it from the pages of smuggled copies of Life magazine. Of course it was dangerous to be caught reading such a foreign magazine. (But how were we to know you could be shot for it?) All we cared about was hurrying home after school, running through the freezing streets where steaming horses wheezed under heavy loads and streetcars clanged and clattered among the grim, ragged throngs.
No one was home in our apartment for at least an hour after school, so my brother Yuri and I spent those precious moments staring into the pages of Life, with its photographs and advertisements of all those sleek people and those big Cadillacs and the skyscrapers in New York and Chicago. My imagination would stampede and before I knew it, I was walking around our high-ceilinged parlor with its overstuffed furniture and peeling plaster, pretending I was in a glittering ballroom in Philadelphia. I danced through the ancient odors of boiled cabbage as the after-school gloom fell away in the light of some distant candelabra.I hated the smell of boiled cabbage. I was sure that Enemy Number One did not smell of boiled cabbage.”

 
Martyn Burke (Toronto, 14 september 1952)

Lees verder “Martyn Burke, Ivan Klima, Mario Benedetti, Eric van der Steen, Eckhard Henscheid, Uli Becker”

Eckhard Henscheid, Corly Verlooghen, Eric van der Steen, Mario Benedetti, Uli Becker

De Duitse schrijver Eckhard Henscheid werd geboren op 14 september 1941 in Amberg. Zie ook mijn blog van 14 september 2010.

 

Uit: Dummdeutsch

»Dummdeutsch«: ein ebenso rasch einleuchtender, ein kaum je ganz (…) mißverstandener und praktikabler wie selbstverständlich proto- und parawissenschaftlicher Begriff. Welcher, sehr straff zusammengefaßt, an-sich »Dummes«, strukturell »dummes« Wortmaterial ebenso umgreift wie solches, das erst per fortgesetzte Inflation, gedankenlose Entleerung oder auch bloße Verwendung durch die garantiert falschen Menschen es – von Fall zu Fall anders – geworden ist.“
(…)


»Dummdeutsch«: der fraglos wissenschaftlich, historisch, linguistisch nicht allzu ausgewiesene noch abgegrenzte Begriff tut sogar gut daran, im leicht zwielichtig Unausgewiesenen zu verbleiben; wie gleichsam die Sache, die er bezeichnet, selber: Diese genetisch manchmal kaum sortierbare und sehr gallertartige Aufschüttung aus Neo- und Zeitlosquatsch, aus verbalem Imponiergewurstel bei gleichzeitiger Verschleierungs- und Verhöhnungsabsicht oder auch umgekehrt Angst; aus modisch progressistischem Gehabe wie gleichzeitig stur autoritärer Gesinnung mal bürokratieseligem Geschwafel – dieses Dummdeutsche bekommt am Ende etwas über die läßliche Verfehlung weit hinaus konstitutionell Hirnzerbröselndes noch jenseits der ja eher biologisch konditionierten Mentalschwächen von Sprachalterung etwa nach Maßgabe der Lord Chandosschen Befunde. Geister- und schauderhaft meint es die Signatur der Epoche, aber auch die der Sprache und Sprachgeschichte selber, die sozusagen ontische Torheit des Worts, des in und an sich selbst Verwesenden von Wort und Wortbildung, fast eine Ästhetik also auch des Scheußlichen, des Ruinösen und des Desaströsen alles Phonetische – aber lassen wir das.“

 

.

Eckhard Henscheid (Amberg, 14 september 1941)

Lees verder “Eckhard Henscheid, Corly Verlooghen, Eric van der Steen, Mario Benedetti, Uli Becker”

Hans Faverey, Theodor Storm, Leo Ferrier, Martyn Burke, Bernard MacLaverty, Ivan Klima, Eckhard Henscheid, Corly Verlooghen, Eric van der Steen, Mario Benedetti, Uli Becker

De Nederlandse dichter Hans Faverey werd op 14 september 1933 geboren in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 14 september 2006. Zie ook mijn blog van 14 september 2007 en ook mijn blog van 14 september 2008 en ook mijn blog van 14 september 2009.

De boot, waarin zich

De boot, waarin zich
moet laten schommelen
een man. Een vrouw
aan wie wordt gedacht, door de man,

tot op het laatst misschien.
En dan de ogen te moeten sluiten
om te zien hoe, bij kalme zee
en bij helder zicht, de boot keer

op keer, steeds indringender,
dezelfde rotspunt raakt.

 

Zelden heeft de sprong van een panter

Zelden heeft de sprong van een panter
ook maar iets van dezelfde sprong door
dezelfde panter, wanneer niet zoals
gewild door die panter zelf.

De dolfijn die voor het schip uit zwemt
zwemt net zolang voor het schip uit,
tot er geen sprake meer is van een
dolfijn die voor het een schip uit zwemt.

En zo zal het je gebeuren, dat je nauwelijks

merkt hoe je okselzweet van geur verandert,
dat het je ontgaat hoe de centaur eerst
zijn hoeven schraapt voor hij naar je
toe komt, en in je veilige huis alles
kort en klein schopt en slaat.

 

Omdat daar toch niemand zat

Omdat daar toch niemand zat,
en omdat het niet dicht zit,
is het weer tijd voor een wandeling
langs de oevers van het strand, daar
waar het woud zich plotseling inhield,
of zich gaandeweg heeft verwijderd.

Dit denkt iemand die niet weet
dat hij in deze tekst zit
en er nooit meer uitkomt,
hoe hij ook morrelt aan zinnen
en met betekenissen schuift.

Beter zo dan andersom,
wanneer de kou onverwacht inzet;
en beter nooit dan te laat.
Dat ben ik weer die dit denk.

In mijn afwezigheid hier
verschuilt zich een triomf
die nooit uitgevierd raakt.

 faverey

Hans Faverey (14 september 1933 – 8 juli 1990)

 

De Duitse dichter en schrijver Theodor Storm werd geboren in Husum op 14 september 1817. Zie ook mijn blog van 14 september 2006. Zie ook mijn blog van 14 september 2007 en ook mijn blog van 14 september 2008 en ook mijn blog van 14 september 2009.

Meeresstrand

Ans Haff nun fliegt die Möwe,
Und Dämmrung bricht herein;
Über die feuchten Watten
Spiegelt der Abendschein

Graues Geflügel huschet
Neben dem Wasser her;
Wie Träume liegen die Inseln
Im Nebel auf dem Meer.

Ich höre des gärenden Schlammes
Geheimnisvollen Ton,
Einsames Vogelrufen –
So war es immer schon.

Noch einmal schauert leise
Und schweiget dann der Wind;
Vernehmlich werden die Stimmen,
Die über der Tiefe sind.

 

Im Herbste

Es rauscht, die gelben Blätter fliegen,
Am Himmel steht ein falber Schein;
Du schauerst leis und drückst dich fester
In deines Mannes Arm hinein.

Was nun von Halm zu Halme wandelt,
Was nach den letzten Blumen greift,
Hat heimlich im Vorübergehen
Auch dein geliebtes Haupt gestreift.

Doch reißen auch die zarten Fäden,
Die warme Nacht auf Wiesen spann –
Es ist der Sommer nur, der scheidet;
Was geht denn uns der Sommer an!

Du legst die Hand an meine Stirne
Und schaust mir prüfend ins Gesicht;
Aus deinen milden Frauenaugen
Bricht gar zu melancholisch Licht.

Erlosch auch hier ein Duft, ein Schimmer,
Ein Rätsel, das dich einst bewegt,
Daß du in meine Hand gefangen
Die freie Mädchenhand gelegt?

O schaudre nicht! Ob auch unmerklich
Der schönste Sonnenschein verrann –
Es ist der Sommer nur, der scheidet;
Was geht denn uns der Sommer an!

 storm

Theodor Storm (14 september 1817 – 4 juli 1888)
Theodor Storm Haus in Husum

 

De Surinaamse schrijver Leo Henri Ferrier werd geboren in Paramaribo op 14 september 1940 als jongste zoon van Eugenie Lionarons en Johan Ferrier, de eerste president van Suriname. Hij was een broer van de schrijfster Cynthia Mc Leod en halfbroer van Joan Ferrier en Kathleen Ferrier. Hij volgde een opleiding tot onderwijzer, en vertrok in 1961 naar Nederland. Ferrier werkte als hoofdonderwijzer in Den Haag en Amsterdam, en studeerde piano aan het conservatorium te Utrecht. Hij debuteerde in 1968 als schrijver met de roman Atman. Een jaar later volgde El Sisilobi. Vervolgens kreeg Ferrier last van een depressie. Hij keerde in 1971 terug naar Suriname, waar hij enige tijd pianodocent was aan de Volksmuziekschool. Hij werkte verder in het onderwijs en als stafmedewerker van het Surinaams Museum.

Uit: Âtman

 „Bloed vloeit in de rijst. Het scherpe kartelmes, waarmee ik de kartonnen verpakking heb opengesneden heeft mijn wijsvinger verwond. Schuin, drie karteltjes in mijn vlees. – Indentare -. Bloed in de rijst die uit Suriname komt en daar door vele Hindostanen wordt verbouwd.

Met strelende gebaren vertrouwen ze de jonge bibits toe aan de weke grond van de rijstvelden waar het water modderig is, de zon verzengend kan zijn. Lichtgroene, dunne halmen, tere worteltjes, wit, nog in het eerste stadium van ontwikkeling, boven en onder dit jong ontkiemde zaad, dat gele padi was.

Arbeidende lichamen, smalle, de hele dag voorovergebogen ruggen – handeling, eindeloos strelen, niet in intensiteit afnemende ritmische liefde – zuivert stromend bloed cellen – afbraakprocessen vinden er plaats – wisselt er stoffen, die aan – en afgevoerd moeten worden.

Warme druppels zweet vermengen zich met het water. Diepe scheuren in de verharde eeltzolen. Nagels, zwart vergaan, door het water dat al lauw hun voeten omspoelt. De zon, fel en brandend, droogt spatten op de huid. Kringen van modder, die aarde is. Lichamen, één met alles wat in en om hen is. Hun geest wordt één met de goddelijke loutering, een onvergankelijke oogst.

Al vroeg spoedt de zon zich naar het zenit. Gaat heen en keert weer. Atmosferisch blauw trillen, lucht, die de teruggekaatste warmte – eeuwig lengtestraling – hoger en hoger transporteert. Zij zien niet de enkele, ragdunne waterdampkoncentraties, grijswit. Bibits, gebonden in kleine bundels, trouw handelende handen en de vruchtbare grond. Het gewas, erg teer, kwetsbaar, vreest de ruwe aarde niet.

De rivier, ver maar nog net te zien, breed en diep. Alles wijd, één tot in het oneindige.“

ferrier

Leo Ferrier (14 september 1940 – 30 juli 2006)

 

De Canadese schrijver, journalist, regisseur en scenarioschrijver Martyn Burke werd geboren op 14 september 1952 in Toronto. Burke werd bekend zowel als schrijver van romans als scenarist en als regisseur van documentaires en speelfilms. De roman Laughing War is gebaseerd op zijn ervaring als journalist in de oorlog in Vietnam. In de film Witness vertelt hij over de laatste dagen van de bezetting van Afghanistan door de Sovjet-Unie. Idi Amin – My People Love Me is een van de weinige films waarin de dictator zelf door middel van interviews meewerkte. Islam VS islamists is de bijdrage van Burke aan de discussie over de islam en islamitisch fundamentalisme.

Uit: The Commissar’s Report

“From every photograph, Enemy Number One drew us into its secrets and mysteries and its power. We soared in its planes and raced in its Buicks…Suddenly we were in Florida, where the nightclub echoed to Latin music and gangsters with blondes sat in velvet chairs…It was the women of Enemy Number One that sent us into ecstasy. The brassiere ads totally wiped us out, as they say. We sat there gaping at these nearly naked creatures with their two white shiny cones beckoning us to illicit thrills. There was nothing like them in our city. All the women were like our mother. Shaped like wood stoves.”

 burke

Martyn Burke (Toronto, 14 september 1952)

 

De Noord-Ierse schrijver Bernard MacLaverty werd geboren in Belfast op 14 september 1942.  MacLaverty werkte aan de Queen’s University in Belfast als laborant in de anatomie-afdeling tot hij op de leeftijd van 28 jaar onslag nam, om Engels literatuur te gaan studeren aan deze universiteit Na de succesvolle afronding van zijn studie werd hij leraar, verhuisde naar Schotland waar hij op verschillende scholen in Glasgow en Edinburgh werkte tot 1981 om zichvervolgens alleen te concentreren op het schrijven van boeken. Zijn grote doorbraak vond plaats in tot 1977 met de verhalenbundel Secrets and Other Stories.. Enkele van de hoofdthema’s van zijn boeken zijn liefde en familie relaties, vooral de vader-zoon relatie. Zijn eigen vader stierf toen Bernard MacLaverty 12 jaar oud was. Zijn boeken Cal en Lamb werden verfilmd.

Uit: Secrets and Other Stories

„His aunt had been small–her head on a level with his when she sat at her table–and she seemed to get smaller each year. Her skin fresh, her hair white and waved and always well washed. She wore no jewelry except a cameo ring on the third finger of her right hand and, around her neck, a gold locket on a chain. The white classical profile on the ring was almost worn through and had become translucent and indistinct. The boy had noticed the ring when she had read to him as a child. In the beginning fairy tales, then as he got older extracts from famous novels, Lorna Doone, Persuasion, Wuthering Heights and her favourite extract, because she read it so often, Pip’s meeting with Miss Havisham from Great Expectations.“

 MacLaverty

Bernard MacLaverty (Belfast, 14 september 1942)

 

De Tsjechische schrijver Ivan Klíma werd op 14 september 1931 geboren in Praag. Zie ook mijn blog van 14 september 2006 en ook mijn blog van 14 september 2008.

Uit: Karel Čapek – Life and Work (Vertaald door Norma Comrada)

“Sixty years and more after his death, the arguments are forgotten, along with the polemics, the passions, the accusations, and the envy – but the work remains. More of fapek’s work has survived than has that of the majority of his Czech contemporaries. It is interesting that, even though fapek became famous first and foremost for his plays, today he seems to speak to readers more with his novels and stories, and even his journalism: his perceptive essays on the spiritual problems of

Europe, the role of the intelligentsia, and the dangerous trends leading to totalitarian thought, as well as his splendid columns about everyday things and ordinary people, about their interests, hobbies, and passions.

Finally, the results of his ability to perceive those tendencies in human behavior that threaten our civilization remain fascinating to this day; his War with the Newts, for instance, belongs for all time among those works that have lost nothing in their ability to urgently address readers.

Čapek was an author inspired more often by ideas than by individuals’ fate, and yet, as I try to demonstrate, his work often reflects his own problems and traumas, his personal anxieties and hopes. His talent was many-sided, and he had everything that makes a writer a writer: the ability to see in things and events what ordinarily goes unnoticed, and to write about them with a vivid wit and with a freshness that can be appreciated to this day. He was skilled at describing even commonplace events

in the most unexpected ways, and at giving a new sense to old stories. He had the gift of epic narrative as well as lyrical observation.

He kept a close eye on the consequences of our actions and on the suicidal streaks of our civilization. He also had an extraordinary linguistic sense, and a close reading of his works still delights the reader with its richness, precision, and of course the language itself – as if it had not been touched by time.”

klima

Ivan Klíma (Praag, 14 september 1931)

 

De Duitse schrijver Eckhard Henscheid werd geboren op 14 september 1941 in Amberg. Hij studeerde literatuurwetenschap en richtte samen met Robert Gernhardt en anderen de legendarische “Neue Frankfurter Schule” op het het satirische tijdschrift „Titanic“. Henscheid schrijft gedichten, verhalen,romans, essays, nonsensgedichten, polemieken, literatuur-, kunst- en muziekkritieken.

Uit: Nach dem Spiel ist vor dem Spiel. Die wunderbare Welt des Fußballs

„Nein, es bleibt dabei – 42 Jahre Eintracht Frankfurt sind weiß Gott genug. Genug aber auch, um nochmals nicht ohne Wehmut eines längst Vergangenen zu gedenken. Zu gedenken und aus den bleichen Schlünden fahler Tiefenzeit noch einmal hervorzuholen die Tage der frühen Jugend, ja noch der späten Kindheit, beide schon geprägt und mitgefärbt durch Eintracht Frankfurt. Aufgetan und prachtvoll eröffnet hatte sich damals dem Zehnjährigen eine neue Welt, die des Fußballs, ihn

einführend in eine noch unbekannte und gänzlich neuartige Wirklichkeit, und diese war persönlichkeitsbildender als die des ganzen und etwa gleichzeitig auf ihn einwuchtenden gymnasialen Wissens- und Bildungsstoffs, als Englisch und Latein und der Pythagoras zusammen, süßer bebenmachend, sanfter schauerbildend als selbst die sich d’amals im zumal südlichen Deutschland noch stark und majestätisch aufrichtende Welt der katholischen Religion und zumal ihrer farbigen Liturgie, der Oper so nahe und verwandt -ja, doch, eine Ersatzreligion im durchaus metamarxistischen Sinne war der Fußball dem zweifellos hochbegabten Kinde längst geworden…[..]“

 henscheid

 Eckhard Henscheid (Amberg, 14 september 1941)

 

De Surinaamse dichter, schrijver, journalist en muziekpedagoog Corly Verlooghen werd geboren op 14 september 1932 in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 14 september 2006 en ook mijn blog van 14 september 2008 en ook mijn blog van 14 september 2009.

De handdruk Vrede

wanneer dit niet meer hoeft
van alle mooie meisjes in de nood
een deugd te maken
voor alle rijke mannen in de nacht
de trom te slaan
en van de hartstocht slechts
bij wijze van gods woord
heb ik nog niet verstaan
het klatergoud bewaren
dan eis ik al mijn poëzie terug
en ga mijns weegs een glimlach
tegen de nieuwe ochtend hoop
en voor de god van trouwe roeping
een doelbewuste handdruk vrede.

 

De Krant
Ode aan de journalistiek.

Mijn hart is bij de krant
der volzinnen paleis
waarop de woordenwimpels
wuiven tegen de speech
van Croestsjef hete syllogismen
in Eisenhowers spitse brein
gesmeed

mijn hart is bij de krant
de slagorde der woordsoldaten
tegen de dreiging van raketten
atoombrigades in ’t heelal
ik snuif er in het lood
de warme geur van Hollywoods
geldduivels celluloidprincessen
extase van het feestgedruis
bij de tewaterlating
van de boot die mij
voor goed de haven
van ’s werelds liefste
hart invaart

o, mag ik hier
nog éen sekonde blijven?

verlooghen

Corly Verlooghen (Paramaribo, 14 september 1932)
Corly Verlooghen (rechts), met Cándani (midden) en Shrinivási

 

De Uruguayaanse dichter, schrijver, criticus en journalist Mario Benedetti Farugia werd geboren op 14 september 1920 in Paso de los Toros in het department Tacuarembó. Mario Benedetti is op 17 mei van dit jaar overleden. Hij werd 88 jaar. Zie ook mijn blog van 14 september 2008 en ook mijn blog van 14 september 2009.

Dát (Eso)

De gevangene werd drie keer per week ondervraagd om er
achter te komen « wie hem dát had geleerd ». Hij
antwoordde altijd met een waardige stilte en vervolgens
sloot de luitenant van dienst de
afgrijselijke elektrodes aan op zijn testikels.

Op een dag kreeg de gevangene de ingeving om te
antwoorden: “Marx. Ja, ik weet het nu weer, het was
Marx.” De luitenant, overdonderd maar alert, kon net
vragen: “Oh ja. En van wie heeft die Marx het dan geleerd?»
De gevangene, die in de stemming was om concessies te doen,
voegde er aan toe: “Ik weet het niet zeker, maar ik denk
dat het Hegel was.”

De luitenant glimlachte tevreden en de gevangene,
misschien uit professionele routine, kon nog net
denken: “En nu maar hopen dat die oude in Duitsland is
gebleven.”

 

Vertaald door Sofia Velasco en Willem Minderhout

 

Tactic and Strategy

My tactic is to look at you
To learn how you are
Love you as you are
My tactic is to talk to you
And listen to you
And construct with words
An indestructible bridge
My tactic is to stay in your memory,
I don’t know how
Nor with what pretext
But stay within you

My tactic is to be honest
And know you are too
And that we don’t sell each other illusions
So that between us there is no curtain or abyss

My strategy instead is
Deeper and simpler.
My strategy is that some day
I don’t know how, nor with what pretext
That finally you need me.
Vertaald door Chris Kraul

 benedetti

 Mario Benedetti (14 september 1920 – 17 mei 2009)

 

De Nederlandse schrijver, dichter en journalist Eric van der Steen werd op 14 september 1907 in Alkmaar geboren. Zie ook mijn blog van 14 september 2008 en ook mijn blog van 14 september 2009.

Enkhuizen

Het carillon zingt helder door den regen,
den bleeken regen van mijn vaderland,
en kleine grijze golven breken tegen
de leege schepen aan den waterkant,

en als het stil wordt nemen allerwegen
de oude dagen weder overhand:
hier hebben schepen uit den Oost gelegen,
het regent en de haven is verzand,

de lichte jaren zijn voorbij gevlogen,
nog wachten huizen in een smalle rij,
zij staren over zee met moede oogen:

de hoop laat niets, geen mensch, geen ding, meer vrij,
zij wachten en wat zingt de hoop? Een logen,
want ’t regent zacht en ’t is voorgoed voorbij.

 vandersteen

Eric van der Steen (14 september 1907 – 3 november 1985)

 

De Duitse dichter en schrijver Uli Becker werd geboren op 14 september 1953 in Hagen. Zie ook mijn blog van 14 september 2008 en ook mijn blog van 14 september 2009.

Haiku

Pinkel besser hier!
Bis zu Hause findest du
weder Baum noch Strauch.

*

Der Himmel riß mir
die Zimmerdecke vom Leib,
ich schlief unter Sternen.

*

Eier aus Granit
die Kücken einverleibt
in das Gebirge.

becker

 Uli Becker (Hagen, 14 september 1953)

Corly Verlooghen, Eric van der Steen, Mario Benedetti, Uli Becker

De Surinaamse dichter, schrijver, journalist en muziekpedagoog Corly Verlooghen werd geboren op 14 september 1932 in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 14 september 2006  en ook mijn blog van 14 september 2008.

 

Dit gaat niemand aan

 

Deze zomerherinnering

gaat niemand aan

zij dacht zo mij

aan te voelen

er kwam een telegram

je bent voortvluchtig

als mijn kans op onweer

de storm in je greep

in je ogen de bliksem

het voorgevoel in de rivier

van jouw zondvloed

te verdrinken

 

ik seinde prompt terug

wees mutoditna overtuigd

van mijn innigste deelname.

 

 

 

De Plezierboot

 

Dichter schrijf een dwangbevel

tegen de intellektuelen en hun gedaas

horden van smulpapen

in de plezierboot van champagne

 

dichter schrijf aan creoolse leentje

en haar vaderloze pop

de saramaccastraat begint bij lelydorp

dichter vergeef de proletariërs

want hun plezierboot is

een krot wat rhum en cha-cha’s

dichter vergeef het hoongelach

van hen die beter weten

dichter schrijf en vergeef.

 

Verlooghen

Corly Verlooghen (Paramaribo, 14 september 1932)

 

De Uruguayaanse dichter, schrijver, criticus en journalist Mario Benedetti Farugia werd geboren op 14 september 1920 in Paso de los Toros in het department Tacuarembó. Mario Benedetti is op 17 mei van dit jaar overleden. Hij werd 88 jaar. Zie ook mijn blog van 14 september 2008.

 

 

Necrologie met juichkreten

 

Komaan, laat ons feesten

Iedereen is uitgenodigd

De onschuldige

Alle slachtoffers

Zij die het ’s nachts uitschreeuwen

En bij dag dromen

En de last van hun lichamen dragen

En geesten herbergen

En blootvoets marcheren

En de bevroren armen

vervloeken en verbranden

 

Zij die van iemand houden

En dat nooit vergeten

Komaan, laat ons feesten

Iedereen is uitgenodigd

De schurk is dood

De vriend is weg

De verrotte dief is voor goed weg

Haast u

Iedereen is uitgenodigd

Komaan, het is tijd om te feesten

Niet om te zeggen

Dat de dood de lei schoonveegt

Alles zuivert

Op gelijk welke dag

De dood veegt niets uit

Wij dragen nog steeds de littekens

Haast u

de schoft is dood

het is tijd om te feesten

niet om te treuren uit gewoonte

laat zijn tegenhangers maar wenen

en hun tranen verspillen

de monsterachtige magnaat is weg

hij is weg voor goed

het is tijd om te feesten

en niet om ons in te tomen

herinner u daar is niet zo maar iemand dood

het is tijd om te feesten

niet om te vermurwen

vergeet niet dat deze dode man

een echte S.O.B. was

 

 

Vertaald door Henri Thijs

 

 

 

Rostro De Vos  (Face Of You)

 

I’ve got such a concurred loneliness
So filled with melancholy
and faces of you,
with long ago good byes,
and welcome kisses,
of changing springs
and last trains.

I’ve got such a concurred loneliness
that i can organize it
like a procession
by colours,
shapes,
and promises
by epoch
by tact
and by flavour.

Without more trembling,
I hug your absences
which vis
it and visit me
with my face of you.

I’m filled with shades,
with nights and wishes,
with laughs and some course

My guests concur,
concur like dreams,
with their new rancors,
and their lack of candour,
and i put them a broom behind the door,
because i want to be alone,
with my face of you.

But the face of you looks elsewhere
with its eyes of love,
but no longer love
as provisions that look for their hunger,
they look and look and extinguish my day.

The walls leave,
remains the night,
melancholies leave,
nothing’s left.

Then my face of you
closes its eyes,
and it is such a desolate loneliness..

Benedetti_1

Mario Benedetti  (14 september 1920 – 17 mei 2009)

 

 

De Nederlandse schrijver, dichter en journalist Eric van der Steen werd op 14 september 1907 in Alkmaar geboren. Zie ook mijn blog van 14 september 2008.

 

 

Chantage

 

Hoe zou ik slapen kunnen, nu haar ogen,
zo dromerig blauw, als nauw bewogen meer
door wat ter wereld ook, niet rusten eer,
ik zacht mij over haar heb heengebogen ?

 

Maar wat ik mogen zal en niet zal mogen,
dat is een vraag die ik al doende leer
en ’t antwoord, dat ik meer dan haar begeer,
wijst tevens uit of zij mij heeft bedrogen.

 

Zij zal niet rusten voor ik moet bekennen
en lokt mij in haar weelderige tent,
ik zal niet slapen voor ik binnen ben en

 

met zoet geweld mijn liefs gastvrijheid schend –

en in de morgen, als ik wordt verbannen,
weet zij dat ik voorgoed gevangen ben.

 

VanDerSteen

Eric van der Steen (14 september 1907 – 3 november 1985)

 

 

De Duitse dichter en schrijver Uli Becker werd geboren op 14 september 1953 in Hagen. Zie ook mijn blog van 14 september 2008.

 

 

Ewig nicht gemäht – 

mein hippieskes Phlegma: 

Langes, blondes Gras.

 

*

 

Wer hat gesagt, daß sowas Leben

ist? Ich gehe in ein

anderes Blau.

 

 *

 

Wie altes Eisen

stehn die Bäume im Park rum,

wenn der Lack ab ist.

 

 

hagen-ostermarkt-freilichtmuseum

Uli Becker (Hagen, 14 september 1953)
Hagen (Geen portret beschikbaar)

 

Zie voor de drie bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 14 september 2008.

 

Hans Faverey, Theodor Storm, Ivan Klima, Corly Verlooghen, Eric van der Steen, Mario Benedetti, Uli Becker

De Nederlandse dichter Hans Faverey werd op 14 september 1933 geboren in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 14 september 2006 en ook mijn blog van 14 september 2007.

 

Ik sla een hoek om.

Ik sla een hoek om.
Zo bijt een beitel.

Ik tref een hand aan.
Zo verschrompelt een roos.

Ik leer jagen op liefde.
Zo hijgt een zaag

en ik zie de zee.
Zo word ik oud.

Houd ik mijn hart vast?
Denk ik aan wierook?

Zo huivert een hamer,
kantelt een stad.

 

[Mataron una paloma]

 

Mataron una paloma:

zij slachten een duif.

Niet loslaten, ga

kijken wie het is.

 

Misschien is het iemand.

Misschien is het het.

Niet loslaten. Ga

 

kijken of het de duif is.

Doe niet alsof het daarom is.

Nu je het zelf zou kunnen zijn,

kan het je opeens niets meer

schelen en keer je halsoverkop

jankend in ons terug.

 

 

 

[Stilte is niet iets]

 

Stilte is niet iets

dat ik omgord als een riem,

of waardoor ik omgord word

als door gordelroos.

 

Iemand droomt eeuwen terug, hurkt

in wolken van pijlen, bontgevederde:

 

fout. Landmijn waarop getrapt:

betrapt. O. kon wel die boog spannen,

maar zijn leven rekken tot hij Sindbad

was geworden, en Sindbad weer de Frei-

herr v. Münchhausen, dat kon hij niet.

 

Faverey

Hans Faverey (14 september 1933 – 8 juli 1990)

 

De Duitse dichter en schrijver Theodor Storm werd geboren in Husum op 14 september 1817. Zie ook mijn blog van 14 september 2007.

 

Uit: Immensee

 

An einem Spätherbstnachmittage ging ein alter, wohlgekleideter Mann langsam die Straße hinab. Er schien von einem Spaziergang nach Hause zurückzukehren; denn seine Schnallenschuhe, die einer vorübergegangenen Mode angehörten, waren bestäubt. Den langen Rohrstock mit goldenem Knopf trug er unter dem Arm; mit seinen dunkeln Augen, in welche sich die ganze verlorene Jugend gerettet zu haben schien und welche eigentümlich von den schneeweißen Haaren abstachen, sah er ruhig umher oder in die Stadt hinab, welche im Abendsonnendufte vor ihm lag. – Er schien fast ein Fremder; denn von den Vorübergehenden grüßten ihn nur wenige, obgleich mancher unwillkürlich in diese ernsten Augen zu sehen gezwungen wurde. Endlich stand er vor einem hohen Giebelhause still, sah noch einmal in die Stadt hinaus und trat dann in die Hausdiele. Bei dem Schall der Türglocke wurde drinnen in der Stube von einem Guckfenster, welches nach der Diele hinausging, der grüne Vorhang weggeschoben und das Gesicht einer alten Frau dahinter sichtbar. Der Mann winkte ihr mit seinem Rohrstock. “Noch kein Licht!” sagte er in einem etwas südlichem Akzent; und die Haushälterin ließ den Vorhang wieder fallen. Der Alte ging nun über die weite Hausdiele, dann durch einen Pesel, wo große Eichschränke mit Porzelanvasen an den Wänden standen; durch die gegenüberstehende Tür trat er in einen kleinen Flur, von wo aus eine enge Treppe zu den oberen Zimmern des Hinterhauses führte. Er stieg sie langsam hinauf, schloß oben eine Tür auf und trat dann in ein mäßig großes Zimmer. Hier war es heimlich und still; die eine Wand war fast mit Repositorien und Bücherschränken bedeckt; an der anderen hingen Bilder von Menschen und Gegenden; vor einem Tische mit grüner Decke; auf dem einzelne aufgeschlagene Bücher umherlagen, stand ein schwerfälliger Lehnstuhl mit rotem Sammetkissen. – Nachdem der Alte Hut und Stock in die Ecke gestellt hatte, setzte er sich in den Lehnstuhl und schien mit gefalteten Händen von seinem Spaziergange auszuruhen. – Wie er so saß, wurde es allmählich dunkler; endlich fiel ein Mondstrahl durch die Fensterscheiben auf die Gemälde an der Wand, und wie der helle Streif langsam weiter rückte, folgten die Augen des Mannes unwillkürlich. Nun trat er über ein kleines Bild in schlichtem, schwarzen Rahmen. “Elisabeth!” sagte der Alte leise; und wie er das Wort gesprochen, war die Zeit verwandelt – er war in seiner Jugend.”

 

Theodor_Storm

Theodor Storm (14 september 1817 –  4 juli 1888)

 

De Tsjechische schrijver Ivan Klíma werd op 14 september 1931 geboren in Praag. Zie ook mijn blog van 14 september 2006.

 

Uit: No Saints or Angels (Vertaald door Gerald Turner)

 

“ I killed my husband last night. I used a dental drill to bore a hole in his skull. I waited to see if a dove would fly out but out came a big black crow instead.

    I woke up tired, or more exactly without any appetite for life. My will to live diminishes as I get older. Did I ever have a great lust for life? I’m not sure, but I certainly used to have more energy. And expectations too. And you live so long as you have something to expect.

    It’s Saturday. I have time to dream and grieve.

    I crawl off my lonely divan. Jana and I carried its twin down to the cellar ages ago. The cellar is still full of junk belonging to my ex-husband, Karel: bright red skis, a bag of worn-out tennis balls, and a bundle of old school textbooks. I should have thrown it all out long ago, but I couldn’t bring myself to. I stood a rubber plant where the other divan used to be. You can’t hug a rubber plant and it won’t caress you, but it won’t two-time you either.

    It’s half past seven. I ought to spend a bit of time with my teenage daughter. She needs me. Then I must dash off to my Mum’s. I promised to help her sort out Dad’s things. The things don’t matter, but she’s all on her own and spends her time fretting. She needs to talk about Dad but has no one to talk about him with. You’d think he was a saint, the way she talks about him, but from what I remember, he only ordered her around or ignored her.

    As my friend Lucie says, you even miss tyranny once you’re used to it. And that doesn’t only apply to private life.

    I don’t miss tyranny. I killed my ex-husband with a dental drill last night even though I feel no hatred towards him. I’m sorry for him more than anything else. He’s lonelier than I am and his body is riddled with a fatal disease. But then, aren’t we all being gnawed at inside? Life is sad apart from the odd moments when love turns up.

    I always used to ask why I was alive. Mum and Dad would never give me a straight answer. I expect they didn’t know themselves. But who does?

    You have to live once you’ve been born. No, that’s not true. You can take your life any time, like my grandfather Antonín, or my Aunt Venda, or Virginia Woolf or Marilyn Monroe. Marilyn didn’t kill herself, though; they only said she did in order to cover the tracks of her killer. She apparently took fifty pills of some barbiturate or other even though a quarter of that amount would have been enough. Her murderers were thorough. I myself carry a tube of painkillers; not to kill myself with though, but in case I get a migraine. I’d be capable of taking my life, except that I hate corpses. It was always an awful strain for me in the autopsy room, and I preferred not to eat the day before.

    Why should I make the people I love deal with my corpse?

    They’ll have to one day anyway. Who will it be? Janinka, most likely, poor thing.

    I oughtn’t to call her Janinka, she doesn’t like it. It sounds too childish to her ears. I called my ex-husband Kajnek when I visited him recently on the oncology ward. I thought it might be a comfort to him in his pain to hear the name I used to call him years ago. But he objected, saying it was the name of a hired killer who recently got a life sentence.

 

klima

Ivan Klíma (Praag, 14 september 1931)

 

 De Surinaamse dichter, schrijver, journalist en muziekpedagoog Corly Verlooghen werd geboren op 14 september 1932 in Paramaribo. Zie ook mijn blog van 14 september 2006.

Kans op Onweer

De durf te schrijven bliksemt

het slapend volk op de been

het krijst ziet onweers

oproerkraaier is geboren

noemt onze best geklede

kinderen bij de naam

armoe de oudste chaos

de jongste het stiefkind

hoop ons petekind verdriet

 

dan zal ik moedig op het forum

het witboek offer opendoen

en woord voor woord

zijn nieuwe spelling geven.

 

 

 

Het Dichterskoninkrijk I

Eens zullen de dichters regeren

de atoomgeleerden onttroond

zwalken als spoetnikvogels

in het radioaktief heelal

de mist van aftandse formules

maakt hun elk spoor bijster

er is geen hoop meer

in melkwitte retorten

paarsgele giftvlammen

bakteriezwangere laboratoria

worden heilige burchten

van een triomfantelijk gedicht

 

dan zullen de kinderen

de tinnen soldaten vergeten

poppen van schaaldieren

in hun schooltassen

door het vlechtwerk

van hun kledij

waait de wind

van de nieuwe toekomst

een man komt voorbij

en lacht tegen de kinderen

en aait zijn schouderpapegaai

wij betalen met gedichten

de zorgen van de winter

gedichten zijn warme maaltijden

voor schizofrene intellektuelen

 

eens zullen de dichters regeren

wij worden vogelmensen

op de nachtzee

paspoortloze vogelmensen in

parijs lissabon stockholm

maar genève hoort er niet bij

 

verloogen

Corly Verlooghen (Paramaribo, 14 september 1932)

 

 

De Nederlandse schrijver, dichter en journalist Eric van der Steen (pseudoniem van Dick Zijlstra) werd op 14 september 1907 in Alkmaar geboren, als zoon van een tandarts. Hij groeide op in Alkmaar, en studeerde rechten in Leiden. Na zijn afstuderen werd Van der Steen secretaris van de Noord-Hollandse Voetbalbond. In 1946, trad hij in dienst van Het Parool, waar hij tot zijn pensioen als journalist aan verbonden bleef. De grootste periode van zijn tijd bij Het Parool bracht hij door als redacteur onderwijs.
Naast Het Parool schreef van der Steen o.a. ook voor het reclamevakblad Ariadne. In 1932 verscheen de eerste dichtbundel Gemengde Berichten, onder het pseudoniem Eric van der Steen. Vlot daarop volgden Nederlandsche Liedjes, en Droesem. In 1938 verschenen Voorwaardelijke Wijs, Kortom, en Controversen, kort daarop gevolgd door Paaltjens Sr. en Cadans. Na de oorlog kwam Vice Versa uit (samen met Max Schuchart), en Grote Vacantie .In 1955 verscheen een uitgebreide bloemlezing uit zes van deze bundels onder de titel Gemengde Berichten. Behalve poëzie heeft Eric van der Steen ook proza geschreven. In 1946 verscheen Loosdrecht, gevolgd door Zeepbellen en Handgranaten (1947),  Finishing Touch (1947), en Vuurwater (1956). De roman Finishing Touch werd later opnieuw uitgegeven als De Beesten de Baas (1957). Genoemd moet ook worden Alfabetises, ook wel genaamd maraginalia dat in 1955 verscheen, en diverse keren werd herdrukt. Eric van der Steen wordt wel gerekend tot de groep van de zogenaamde veertigers, waar ook Adriaan van der Veen, Ed Hoornik, Vasalis, Han G. Hoekstra, Cola Debrot, Pierre H. Dubois, H.A. Gomperts, Adriaan Morriën en A. Marja deel van uit maken

 

Soms zou men zich in Nice …

soms zou men zich in nice
te parijs kunnen wanen
ik doe het wel wanneer
ik langs de kade loop
want in de schaduw van
de bloeiende platanen
zijn oude boeken en
kostbaar antiek te koop
zo zoek ik onder ’t groen
tussen de bruine boeken
de enkele oude verzen
die ik nimmer vind
en denk zal na een eeuw
een vrouw zo naar mij zoeken
vergeefs omdat men niet
verkoopt wat men bemint

 

De Journalist

 

Zijn stijl is staal of allerteerst:
van beursbericht tot kinderrover.

 

Hij weet het laatste nieuws het eerst
en schreef daar gisteren reeds over.

 

VanDerSteen

Eric van der Steen (14 september 19073 november 1985)

 

De Uruguayaanse dichter, schrijver, criticus en journalist Mario Benedetti Farugia werd geboren op 14 september 1920 in Paso de los Toros in het department Tacuarembó. Toen hij vier jaar oud was verhuisde het gezin om economische redenen van Paso de los Toros naar Montevideo. In 1928 begon Benedetti zijn schoolloopbaan aan het Colegio Alemán de Montevideo (Duitse school). Vervolgens zat hij een jaar op het Liceo Miranda. In 1934 begon hij aan Escuela Raumsólica de Logosofía. Om economische redenen verliet Benedetti in 1935 het voortgezet onderwijs voortijdig. Op veertienjarige leeftijd ging hij werken bij de firma Will L. Smith, S.A., die in auto-onderdelen deed. In 1945 sloot hij zich aan bij de redactie van het weekblad Marcha, en zou daar tot 1974 aan verbonden blijven. In dat jaar werd het weekblad verboden door de regering van de Juan María Bordaberry. In 1954 werd Benedetti benoemd tot literair directeur van Marcha. In 1949 was Benedetti lid van de redactieraad van Número, een van de meest vooraanstaande literaire tijdschriften van die tijd. Hij doet actief mee met de beweging tegen het militaire verdrag met de Verenigde Staten. Dit is was eerste militante daad. In datzelfde jaar kreeg hij een prijs van het Ministerie van Onderwijs voor zijn eerste verhalenbundel, Esta mañana. Bij verschillende gelegenheden zou hij deze prijs nog een aantal malen ontvangen. Vanaf 1958 zou hij hem systematisch weigeren vanwege onenigheid over het reglement.  Samen met leden van de Beweging voor Nationale Bevrijding (Movimiento de Liberación Nacional – Tupamaros), startte hij in 1971 de “Beweging van de 26e Mei (Movimiento de Independientes 26 de Marzo), een groepering die vanaf het begin deel zou uitmaken van de linkse coalitie (Frente Amplio). Benedetti was de leider van deze beweging. In 1973, door de militaire staatsgreep en in het licht van zijn actieve steun aan het marxistisch verzet, moest Benedetti Uruguay verlaten. Hij gaf zijn post aan de universiteit op en ging in ballingschap in Buenos Aires. In maart 1983 keerde Benedetti terug naar Uruquay. In 1986 ontving hij de Bulgaarse Jristo Botev prijs voor zijn poëzie en essays. In 1997 verleende de universiteit van Alicante hem een eredoctoraat. In 1999 verwierf de Spaanse VIII Premio Reina Sofía de Poesía Iberoamericanaen in het jaar 2000 de Premio Iberoamericano José Martí.  In 2005 ontving Benedetti de XIX Premio Internacional Menéndez Pelayo, bestaande uit 48.000 € en de Medalla de Honor de la Universidad Internacional Menéndez Pelayo.

Little Stones at My Window

Once in a while

joy throws little stones at my window

it wants to let me know that it’s waiting for me

but today I’m calm

I’d almost say even-tempered

I’m going to keep anxiety locked up

and then lie flat on my back

which is an elegant and comfortable position

for receiving and believing news

 

who knows where I’ll be next

or when my story will be taken into account

who knows what advice I still might come up with

and what easy way out I’ll take not to follow it

 

don’t worry I won’t gamble with an eviction

I won’t tattoo remembering with forgetting

there are many things left to say and suppress

and many grapes left to fill our mouths

 

don’t worry I’m convinced

joy doesn’t need to throw any more little stones

I’ll open the window

I’ll open the window.

 

Vertaald door Charles Dean Hatfield

 

Mario_Benedetti

Mario Benedetti  (Paso de los Toros, 14 september 1920)

 

 

De Duitse dichter en schrijver Uli Becker werd geboren op 14 september 1953 in Hagen. Na zijn gymnasiumopleiding studeerde hij germanistiek en amerikanistiek. Sinds 1979 woont en werkt hij als zelfstandig schrijver in Berlijn. Beckers eerste teksten verschenen in kleine tijdschriften die behoorden tot de zogeheten Alternativpresse. Hij zette met zijn gedichten, overwegend in zeer korte vormen, de ondogmatische en libetaire traditie voort van de popliteratuur. Zijn toch al beknopte dichtwijze liep uit op het schrijven van haiku’s, door hem zelf Siebzehnsilber genoemd.

Uit: Dr. Dolittles Dolcefarniente. In achtzig Haiku aus der Welt Siebzehnsilber

 

Oha, ein Täubchen,

das träg auf dem Ölzweig hockt:

Der Frieden ist faul.

 

 

Als Asphaltpflanze

macht man sich keinen Begriff,

was da kreucht und fleucht!

 

 

Sperr ein letztes Mal

Augen, Mund und Nase auf –

mitnehmen geht nicht!

 

uli becker_boekomslag

Uli Becker (Hagen, 14 september 1953)
Geen foto beschikbaar