Robin Block, Elizabeth Bishop, Neal Cassady, Eva Strittmatter, Gert Jonke, John Grisham, Henry Roth, Jules Verne, Kate Chopin, Gabriele Reuter

De Nederlandse dichter, songwriter en musicus Robin Block werd geboren op 8 februari 1980 in Heemskerk. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007 en mijn blog van 30 maart 2006 en ook mijn blog van 8 februari 2008. 

Visitatie

Ik ben de naam vergeten

heeft iets te maken met
de manier waarop hij adem haalt

ergens tussen  koekhappen en
het gapen van de bingovrouw
gebeurde het

fossiel van krokodil
tegelwijs uit crisisjaren
wantrouwen  nu de kaalheid nadert

hoor hem steggelen in TL gang:

‘het is hier geen hotel’
en  ‘rot op met die cliniclown’

dit is  de wachtkamer
dit is  de stoel waarop mijn opa slaapt

 

Het Grote Vergeten
voor Gerrit Kouwenaar

Zoals een weduwnaar alleen
zijn verleden nog kan wegen
met gekromde rug het hoofd buigt
en de kruimels van de tafel veegt
als waren het zijn dagen
zo poetst hij de vlekken weg
omarmt hij het vergeten

Robin_Block,_2008

Robin Block (Heemskerk, 8 februari 1980)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elizabeth Bishop werd geboren op 8 februari 1911 in Worcester, Massachusetts. Zie ook mijn blog van 8 februari 2008. 

I Am in Need of Music

I am in need of music that would flow

Over my fretful, feeling fingertips,

Over my bitter-tainted, trembling lips,

With melody, deep, clear, and liquid-slow.

Oh, for the healing swaying, old and low,

Of some song sung to rest the tired dead,

A song to fall like water on my head,

And over quivering limbs, dream flushed to glow!

 

There is a magic made by melody:

A spell of rest, and quiet breath, and cool

Heart, that sinks through fading colors deep

To the subaqueous stillness of the sea,

And floats forever in a moon-green pool,

Held in the arms of rhythm and of sleep.

 

 

 

Cirque D’Hiver

  

Across the floor flits the mechanical toy,

fit for a ki
ng of several centuries back.

A little circus horse with real white hair.

His eyes are glossy black.

He bears a little dancer on his back.

 

She stands upon her toes and turns and turns.

A slanting spray of artificial roses

is stitched across her skirt and tinsel bodice.

Above her head she poses

another spray of artificial roses.

 

His mane and tail are straight from Chirico.

He has a formal, melancholy soul.

He feels her pink toes dangle toward his back

along the little pole

that pierces both her body and her soul

 

and goes through his, and reappears below,

under his belly, as a big tin key.

He canters three steps, then he makes a bow,

canters again, bows on one knee,

canters, then clicks and stops, and looks at me.

 

The dancer, by this time, has turned her back.

He is the more intelligent by far.

Facing each other rather desperately—

his eye is like a star—

we stare and say, “Well, we have come this far.”

 

bishop

Elizabeth Bishop (8 februari 1911 – 6 oktober 1979)

 

De Amerikaanse schrijver Neal Cassady werd geboren op 8 februari 1926 in Salt Lake City. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007 en ook mijn blog van 8 februari 2008. 

 

Uit: The Fast Life of a Beat Hero (Biografie door David Sandison)

 

The time between New Year’s 1956 and April 1958 was a period of general uncertainty and renewed spiritual doubt for Neal Cassady. He remained haunted by Natalie’s death. In a penitent 1958 letter to Father Harley Schmitt, Neal would write: “I became involved with a younger most sensitive girl who, when the money was gone and apparently despairing because of disappointment in me, committed suicide by leaping off the roof while I slept on in lazy indifference below.”

 

Suicide was an egregious sin in the eyes of Cayce’s followers, and Caycean thought was still a potent force in the Cassady household even though Neal and [Neal’s wife] Carolyn’s adherence to it marked them as eccentrics to many friends and acquaintances. Then suddenly in 1956 it seemed that, for once, Neal and Carolyn were not as alone in their belief as they thought. A much wider interest in reincarnation was stimulated by the publication, in January of that year, of The Search for Bridey Murphy. This bestselling “faction” book by hypnotist Morey Bernstein focused on Colorado housewife Virginia Tighe and her apparent hypnotic regression into a past life as a nineteenth-century Irishwoman. The same year a movie of the book cast Teresa Wright as Virginia Tighe (renamed Ruth Simmons in the screenplay) and even depicted Edgar Cayce, whose own posthumous fortunes were considerably revived by the Bridey Murphy craze (despite subsequent suspicions that Virginia Tighe had simply—if imaginatively—recycled colorful tales gleaned from an elderly Irish neighbor).

 

neil_cassady

Neal Cassady (8 februari 1926 – 4 februari 1968)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Eva Strittmatter werd als Eva Braun geboren op 8 februari 1930 in Neuruppin. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007 en ook mijn blog van 8 februari 2008. 

Einsamkeit

 

Ich wollte in der
Stille sein.
Bin in den Wald
gegangen.
Und habe mich im
Spinnennetz
Der Einsamkeit
gefangen.

 

 

 

Immer

 

Ich liebe immer.
Die Entzückungen
der Seele.
Die in ein Auge
sieht, das Antwort
gibt,
Sie sind es, die ich
schamlos stehle.
Und niemand weiß,
wen ich geliebt,
als nur der eine,
den ich anseh,
Für eine Stunde,
einen Tag,
Und der mit
eingeht in mein
Fernweh.
Nach dem ich
immer wieder frag.

 

Strittmatter

Eva Strittmatter (Neuruppin, 8 februari 1930)

 

De Oostenrijkse schrijver Gert Jonke werd geboren op 8 februari 1946 in Klagenfurt. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007  en ook mijn blog van 8 februari 2008. 

 

Uit: Insektarium

 

“Mir passiert es sehr oft, und zwar immer, wenn ich beim Schreiben von Geschichten wieder von vorne beginne, daß deren erstes Wort mir im Mund gefriert, ehe ich es aussprechen könnte wie ein Ort oder der Name eines Ortes, wo noch nie jemand gewesen ist, weil ich mit dieser Geschichte immer wieder jene Orte suche, wo noch niemand gewesen sein kann, um somit neue, unbetretbare Welten zu erfinden, aber ich bleibe schon beim ersten Wort meiner Geschichte stehen und stecken; ich versuche also, dieses Wort auf ein Blatt Papier zu schreiben. Das scheint sehr gut zu gelingen, und beinah wäre das Wort von dem Stift, den ich ergriffen habe, niedergeschrieben worden. Doch kurz bevor er das Wort geschrieben hat, stellt der Stift in meiner Hand sich deutlich als jener Stift eines Forschungsschiffes heraus, das schon vor hundert Jahren mit einer Expedition ins nördliche Eismeer aufgebrochen war und damals unmittelbar nach dem Beginn der Expedition in Vergessenheit geriet, weil das Schiff bis heute noch immer fossiliert in einem versteinerten Nordlichtquader wie eine Fliege im Bernstein steckengeblieben ist und noch immer steckt, dort, verschollen, vergessen, bis jetzt, bis mein Stift quer durchs arktische Eis des Papiers zu diesen nach wie vor in einem riesigen Lichtkristall steckengebliebenen Mitgliedern dieser vergessenen Expedition vorzudringen versucht, mit meiner wie ein Eisbrecher sich zu dem weißen Eispanzer hinüberschreibenden, ihn zerschneidenden Feder des Stifts, um an den erstarrten Minen dieser Leute abzulesen, wo denn der gesuchte Ort, den auch sie noch nicht ganz erreicht hatten, denn etwa liege …”

 

Gert_Jonke

Gert Jonke (8 februari 1946 – 4 januari 2009)

 

De Amerikaanse schrijver John Grisham werd geboren in Jonesboro, Arkansas, op 8 februari 1955. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007 en ook mijn blog van 8 februari 2008. 

Uit: The Associate

 

The rules of the New Haven Youth League required that each kid play at least ten minutes in each game. Exceptions were allowed for players who had upset their coaches by skipping practice or violating other rules. In such cases, a coach could file a report before the game and inform the scorekeeper that so-and-so wouldn’t play much, if at all, because of some infraction. This was frowned on by the league; it was, after all, much more recreational than competitive.

With four minutes left in the game, Coach Kyle looked down the bench, nodded at a somber and pouting little boy named Marquis, and said, ”Do you want to play?”

 

john_grisham

John Grisham (Jonesboro, 8 februari 1955)

 

De Amerikaanse schrijver Henry Roth werd geboren op 8 februari 1906 in Galicië in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

 

Uit: Noem het slaap (Vertaald door Beccy de Vries)

 

„Achter de boot werd het witte kielzog, dat zich tot Ellis lsland uitstrekte, steeds langer, langzamerhand tot een flets meloengroen vervagend. Aan de ene zijde was, in een flauwe bocht, de lage, vaalbruine kustlijn van Jersey, terwijl de rondhouten en masten aan de waterkant de hemel met een lijn van franje versierden; aan de andere zijde was B
rooklyn, vlak, met veel watertorens; de kranen van de haven. En daarvoor, op haar hoge voetstuk oprijzend uit die stijgende, woelende schittering van zonverlicht water meer naar het westen toe, de Vrijheid. De snel rondwentelende schijf van de late middagzon daalde schuin achter het beeld, en voor hen aan boord die er naar staarden, waren haar gelaatstrekken verdonkerd door schaduwen, haar diepten leeg, haar massa’s glad gestreken tot één enkel vlak. Tegen de lichtende hemel waren de stralen van haar stralenkrans scherpe punten van duisternis die de lucht de sporen gaven; schaduw vervlakte de toorts die ze droeg tot een zwart kruis tegen smetteloos licht – het zwart geworden gevest van een gebroken zwaard. Vrijheid.“

 

roth

Henry Roth (8 februari 1906 – 13 oktober 1995)

 

De Franse schrijver Jules Verne werd geboren in Nantes op 8 februari 1828. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

Uit: Journey to the Centre of the Earth

It was on Sunday, the 24th of May, 1863, that my uncle, Professor Lidenbrock, came rushing suddenly back to his little house in the old part of Hamburg, No. 19, Königstrasse.
Our good Martha could not but think she was very much behindhand with the dinner, for the pot was scarcely beginning to simmer, and I said to myself:
“Now, then, we’ll have a fine outcry if my uncle is hungry, for he is the most impatient of mortals.”
“Mr. Lidenbrock, already!” cried the poor woman, in dismay, half opening the dining-room door.
“Yes, Martha; but of course dinner can’t be ready yet, for it is not two o’clock. It has only just struck the half-hour by St. Michael’s.”
“What brings Mr. Lidenbrock home, then?”
“He’ll probably tell us that himself.”
“Here he comes. I’ll be off, Mr. Axel; you must make him listen to reason.”
And forthwith she effected a safe retreat to her culinary laboratory.
I was left alone, but not feeling equal to the task of making the most irascible of professors listen to reason, was about to escape to my own little room upstairs, when the street-door creaked on its hinges, and the wooden stairs cracked beneath a hurried tread, and the master of the house came in and bolted across the dining-room, straight into his study. But, rapid as his flight was, he managed to fling his nutcracker-headed stick into a corner, and his wide-brimmed rough hat on the table, and to shout out to his nephew:
“Axel, follow me.”

 

verne

Jules Verne (8 februari 1828 – 24 maart 1905)

 

De Amerikaanse schrijfster Kate Chopin (pseudoniem van Katherine O’Flaherty) werd geboren op 8 februari 1851 in St. Louis. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

Uit: The Awakening and Other Stories

Upon the pleasant veranda of Pere Antoine’s cottage, that adjoined the church, a young girl had long been seated, awaiting his return. It was the eve of Easter Sunday, and since early afternoon the priest had been engaged in hearing the confessions of those who wished to make their Easters the following day. The girl did not seem impatient at his delay; on the contrary, it was very restful to her to lie back in the big chair she had found there, and peep through the thick curtain of vines at the people who occasionally passed along the village street.
She was slender, with a frailness that indicated lack of wholesome and plentiful nourishment. A pathetic, uneasy look was in her gray eyes, and even faintly stamped her features, which were fine and delicate. In lieu of a hat, a barege veil covered her light brown and abundant hair. She wore a coarse white cotton ‘josie,’ and a blue calico skirt that only half concealed her tattered shoes.
As she sat there, she held carefully in her lap a parcel of eggs securely fastened in a red bandana handkerchief.
Twice already a handsome, stalwart young man in quest of the priest had entered the yard, and penetrated to where she sat. At first they had exchanged the uncompromising ‘howdy’ of strangers, and nothing more. The second time, finding the priest still absent, he hesitated to go at once. Instead, he stood upon the step, and narrowing his brown eyes, gazed beyond the river, off towards the west, where a murky streak of mist was spreading across the sun.“

 

chopin1

Kate Chopin (8 februari 1851 – 22 augustus 1904)

 

De Duitse schrijfster Gabriele Reuter werd geboren op 8 februari 1859 in Alexandrië. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

Uit: Graue Stunden

“Es hatte den ganzen Tag geregnet. Helene trat ans Fenster und blickte hinaus. Noch immer rann die graue Flut von Himmel nieder. Noch immer das leise Picken der Tropfen an den Fensterscheiben. Noch immer das eintönige Rieseln und Rauschen. Noch immer das Stöhnen des Windes im Ofenrohr.

Helene hatte genäht und dann einen kurzen Brief geschrieben. Nun war es sechs Uhr und die Dämmerung kam schon geschlichen. Wie Nebel auf der See die stillgleitenden Schiffe einhüllt, sank Traurigkeit über die Frau. Ein trübe Melancholie – von den schutzigen, naßglänzenden Straßen, von den kahlen, triefenden Baumzweigen, die sich vor ihren Augen wie in Schmerzen wanden, aus der schweren feuchten Luft schien sie durch die mit Dunst und Gerinnsel bedeckten Fensterscheiben zu ihr einzudringen.

Helene seufzte ungeduldig. Sie hatte gehofft, der Regen werde aufhören, daß sie noch ein wenig ausgehen könne. Sie war ja nicht unbescheiden gewesen und hatte gleich auf Sonnenschein und blauen Himmel gerechnet. Nur ein wenig ausruhende Stille in der Natur.

Es lag ihr so schwer auf der Brust . . .

Und jetzt rauschte es wieder heftiger, das feine Rieseln wurde ein hartes Klatchen, große Blasen tanzten auf den braunen Lachen über dem Pflaster.“

 

reuterga

Gabriele Reuter (8 februari 1859 – 18 november 1941)

 

Elizabeth Bishop, John Grisham, Neal Cassady, Eva Strittmatter, Gert Jonke, Jules Verne, Kate Chopin, Gabriele Reuter, Henry Roth, Robin Block

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elizabeth Bishop werd geboren op 8 februari 1911 in Worcester, Massachusetts. Haar vader stierf toen zij pas acht maanden was. Daarop stortte haar moeder geestelijk in. Zij werd in 1916 opgenomen en leefde tot haar dood in 1934 in een inrichting. Praktisch was Bishop op haar vijfde dus een wees. Zij ging wonen bij haar grootouders in Nova Scotia, een periode in haar leven die ze later in haar werk zou idealiseren. Zij bezocht Vassar College vanaf 1929. Daar richtte zij samen met de schrijfster Mary McCarthy in 1933 een rebels literair tijdschrift op: Con Spirito.  Bischop onderging de invloed van de dicteres Marianne Moore die zij in 1934 via de bibliothecaris van Vassar leerde kennen. In 1956 won zij de Pulitzer Prize voor haar bundel , North & South — A Cold Spring. Later ontving zij ook nog de National Book Award en de National Book Critics Circle Award, alsmede diverse Guggenheim fellowships. Elizabeth Bishop groeide ook uit tot een icoon van de lesbische beweging. Zij was open over haar geaardheid en had, na talloze avontuurtjes, twee langdurige relaties in haar leven. Met de architecte Lota de Macedo Soares en met Alice Methfessel, die zij in 1971 leerde kennen en met wie ze tot aan haar dood samen bleef.

 

 

Sandpiper

 

The roaring alongside he takes for granted,
and that every so often the world is bound to shake.
He runs, he runs to the south, finical, awkward,
in a state of controlled panic, a student of Blake.

The beach hisses like fat. On his left, a sheet
of interrupting water comes and goes
and glazes over his dark and brittle feet.
He runs, he runs straight through it, watching his toes.

– Watching, rather, the spaces of sand between them
where (no detail too small) the Atlantic drains
rapidly backwards and downwards. As he runs,
he stares at the dragging grains.

The world is a mist. And then the world is
minute and vast and clear. The tide
is higher or lower. He couldn’t tell you which.
His beak is focussed; he is preoccupied,

looking for something, something, something.
Poor bird, he is obsessed!
The millions of grains are black, white, tan, and gray
mixed with quartz grains, rose and amethyst.

 

 

 

The Unbeliever

 

He sleeps on the top of a mast. – Bunyan

He sleeps on the top of a mast
with his eyes fast closed.
The sails fall away below him
like the sheets of his bed,
leaving out in the air of the night the sleeper’s head.

Asleep he was transported there,
asleep he curled
in a gilded ball on the mast’s top,
or climbed inside
a gilded bird, or blindly seated himself astride.

“I am founded on marble pillars,”
said a cloud. “I never move.
See the pillars there in the sea?”
Secure in introspection
he peers at the watery pillars of his reflection.

A gull had wings under his
and remarked that the air
was “like marble.” He said: “Up here
I tower through the sky
for the marble wings on my tower-top fly.”

But he sleeps on the top of his mast
with his eyes closed tight.
The gull inquired into his dream,
which was, “I must not fall.
The spangled sea below wants me to fall.
It is hard as diamonds; it wants to destroy us all.”

 

bisschop

Elizabeth Bishop (8 februari 1911 – 6 oktober 1979)

 

De Amerikaanse schrijver John Grisham werd geboren in Jonesboro, Arkansas, op 8 februari 1955. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

Uit: The Runaway Jury

 

He had to be lying. Their intelligence was too good. If the kid was a student, they’d know where, for how long, what field of study, how good were the grades, or how bad. They’d know. He was a clerk in a Computer Hut in a mall. Nothing more or less. Maybe he planned to enroll somewhere. Maybe he’d dropped out but still liked the notion of referring to himself as a part-time student. Maybe it made him feel better, gave him a sense of purpose, sounded good.

But he was not, at this moment nor at any time in the recent past, a student of any sort. So, could he be trusted? This had been thrashed about the room twice already, each time they came to Easter’s name on the master list and his face hit the screen. It was a harmless lie, they’d almost decided.

He didn’t smoke. The store had a strict nonsmoking rule, but he’d been seen (not photographed) eating a taco in the Food Garden with a co-worker who smoked two cigarettes with her lemonade. Easter didn’t seem to mind the smoke. At least he wasn’t an antismoking zealot.

The face in the photo was lean and tanned and smiling slightly with lips closed. The white shirt under the red store jacket had a buttonless collar and a tasteful striped tie. He appeared neat, in shape, and the man who took the photo actually spoke with Nicholas as he pretended to shop for an obsolete gadget; said he was articulate, helpful, knowledgeable, a nice young man. His name tag labeled Easter as a Co-Manager, but two others with the same title were spotted in the store at the same time.”

 

j_grisham

John Grisham (Jonesboro, 8 februari 1955)

 

De Amerikaanse schrijver Neal Cassady werd geboren op 8 februari 1926 in Salt Lake City. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

Uit: “The Great Sex Letter”

(Letter from Neal Cassady to Jack Kerouac, March 7, 1947)

“Dear Jack: I am sitting in a bar on Market St. I’m drunk, well, not quite, but I soon will be. I am here for 2 reasons; I must wait 5 hours for the bus to Denver & lastly but, most importantly, I’m here (drinking) because, of course, because of a woman & what a woman!

To be chronological about it : I was sitting on the bus when it took on more passengers at Indianapolis, Indiana — a perfectly proportioned beautiful, drunk) gargled & stammered NO! (Paradox of expression, after all, how can one stammer No!!?)

She sat — I sweated — She started to speak, I knew it would be generalities, so to tempt her I remained silent. She (her name Patricia) got on the bus at 8 PM (Dark!) I didn’t speak until 10 PM — in the intervening 2 hours I not only of course, determined to make her, but, how to DO IT.

I naturally can’t quote the conversation verbally, however, I shall attempt to give you the gist of it from 10 PM to 2 AM. Without the slightest preliminaries of objective remarks (what’s your name? where are you going? etc.) I plunged into a completely knowing, completely subjective, personal & so to speak “penetrating her core” way of speech; to be shorter (since I’m getting unable to write) by 2 AM I had her swearing eternal love, complete subjectivity to me & immediate satisfaction. I, anticipating even more pleasure, wouldn’t allow her to blow me on the bus, instead we played, as they say, with each other.

Knowing her supremely perfect being was completely mine (when I’m more coherent, I’ll tell you her complete history & psychological reason for loving me) I could concieve of no obstacle to my satisfaction, well “the best laid plans of mice & men go astray” and my nemesis was her sister, the bitch. Pat had told me her reason for going to St. Louis was to see her sister; she had wired her to meet her at the depot.

So, to get rid of the sister, we peeked around the depot when we arrived at St. Louis at 4 AM to see if she (her sister) was present. If not, Pat would claim her suitcase, change clothes in the rest room & she and I proceed to a hotel room for a night (years?) of perfect bliss. The sister was not in sight, so She (not the capital) cla
imed her bag & retired to the toilet to change —- long dash —- “

 

Cassadey

Neal Cassady (8 februari 1926 – 4 februari 1968)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Eva Strittmatter werd als Eva Braun geboren op 8 februari 1930 in Neuruppin. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

MARK

Mich rühren die sandigen Wege

Im alten sandigen Land.

Die Heckenrosengehege.

Die Holderbüsche am Rand

Der alten Felderraine.

Die Gräser reden mir da

Von Zeiten, die warn noch nicht meine,

Als ich das Früheste sah:

Die Gräser. Und hörte die Lerche.

Und roch dieser Sande Geruch.

Seither schlepp ich diese Erde

Mit mir als Segen und Fluch.

Ich muß diesen Sand verwandeln,

Bis er schmilzt und Wort wird in mir.

Diese Erde lässt nicht mit sich handeln.

Ich komm nicht umsonst aus ihr.

 

 

VOR EINEM WINTER

 

Ich mach ein Lied aus Stille
und aus Septemberlicht.
Das Schweigen einer Grille
Geht ein in mein Gedicht.

Der See und die Libelle.
Das Vogelbeerenrot.
Die Arbeit einer Quelle.
Der Herbstgeruch von Brot.

Der Bäume Tod und Träne.

Der schwarze Rabenschrei.

Der Orgelflug der Schwäne.

Was es auch immer sei,

 

Das über uns die Räume

Aufreisst und riesig macht

Und fällt in unsre Träume

In einer finstren Nacht.

 

Ich mach ein Lied aus Stille.

Ich mach ein Lied aus Licht.

So geh ich in den Winter.

Und so vergeh ich nicht.

 

Strittmatter

Eva Strittmatter (Neuruppin, 8 februari 1930)

 

De Oostenrijkse schrijver Gert Jonke werd geboren op 8 februari 1946 in Klagenfurt. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007.

Uit: Chorphantasie

 

Kein Problem, daß das Orchester noch nicht da ist.
Sie sind ja da, obwohl von draußen eine Überschwemmung droht. So. Und jetzt alle gemeinsam einatmen – ja, ja, den Atem anhalten – und jetzt alle gleichzeitig ausatmen, gleichzeitig habe ich gesagt, nicht derart verstottert hintereinander. Ab jetzt wird gezählt. Mitgezählt. Einatmen und Ausatmen. Eins, zwei, drei, vier. Eins, zwei drei, vier. Und jetzt wieder ausatmen. Auf eins, Achtung jetzt, jawohl: drei, vier und noch immer atmen wir aus, bis wir alle ganz leer sind.
Jetzt sind wir ganz leer. So leer, daß Ihnen die Lungenflügel deutlich fühlbar durch die Brustkästen baumeln wie zwei Wischfetzen, die ein Stiegenhaus gewischt haben und jetzt in der Dunkelheit der Besenkammer davon träumen, Lungenflügel in Ihrem Brustkasten zu sein.
Und jetzt wieder einatmen, zugleich im Takt, im Schritt, Marsch: drei, vier, eins, zwei, drei, vier, eins, zwei. Jetzt wieder einatmen und die Luft kurz anhalten.
Und jetzt beginnen wir damit, auch die Augen atmen zu lassen: Augen atmen eher Licht als Luft, wie Sie ja wissen. Ihre Augen saugen also das Licht in sich hinein. Kopfeinwärts schauend Licht einsaugen und wieder ausstoßen – das Licht wieder ausatmen. Falls Ihnen das lieber ist, verflüssigen Sie meinetwegen das Licht, bevor es von Ihren Augen eingeatmet wird, und geben Sie es Ihren Augenäpfeln zu trinken, um den Durst Ihres Schauens zu stillen. Eins, zwei, drei, vier. Und jetzt werden Sie auch zusätzlich mit den Ohren atmen.
Natürlich werden Ihre Ohren keine Luft einatmen, sondern den Schall, das ist doch ganz klar. Und natürlich im Takt – zwei, drei, vier – atmen alle Ohren gleichzeitig, einhorchen und aushorchen, und alle Ohren beginnen Schall zu saugen, als würde man mit der Lunge Luft abpumpen, stattdessen Schall absaugen mit den Ohren. Alles Hörbare tief einhorchen und wieder aushorchen. Aus der Tiefe des Raumes mit den Ohren das Schweigen aus dem Konzertsaal pumpen, bis der Kopf ganz voll davon ist. Und kopfauswärts wieder hinauspumpen. Und genau im Takt, bitte! Genau herhorchen und herhören bitteschön! Daß alle hier anwesenden Ohren wirklich so horchen und nur das hören, was genau von meinem Taktstock dirigiert wird! Achtung, fertig, jetz
t geht’s gleich los: Allegro ma non troppo.”

 

Jonke07

Gert Jonke (Klagenfurt, 8 februari 1946)

 

De Nederlandse dichter Robin Block werd geboren op 8 februari 1980 in Heemskerk. Hij was de winnaar van Poëzieslag 2004. Sindsdien heeft hij op diverse podia in het land voorgedragen, vaak ondersteund door muzikanten. Zo mocht hij een gastoptreden verzorgen tijdens het Poetry International Festival in Rotterdam. In datzelfde Rotterdam won hij de Poetry Slam 2004. Ook droeg hij voor op festivals als Wintertuin en Onbederf’lijk Vers. Zijn gedichten verschenen in ‘Krakatau’ en ‘Mens en Gevoelens’. In september 2005 verscheen zijn debuutbundel Bestialen in de Windroosreeks van uitgeverij Holland. Zie ook mijn blog van 8 februari 2007 en mijn blog van 30 maart 2006. 

 

JIJ EN IK

Huil je rilling         uit
breek                   niet

het is

een mes dat v i
e
l
oog dat stolt

de lucht nog schudddend aan je lippen

huil je rilling          uit
breek         niet

alles in de bottenzak wil dansen
alles in de huidcel smeekt om adem

pelt de blaker van            dit weke vel

fontanel          fontanel
de koepel is gebarsten en
wat weerloos lag versteend

hoe wijds eens ons speelplein
hoe glad nu de dansvloer
hoe naakt en broos dit houtrot schavot

                  we moeten ons warmen
we moeten ons klampen

de schokken in ons lichaam
de stuurloze handen
de polsen koppig weigerend

zo argeloos weggeloodst


de droom
uit

de straat
op

                                      de koude oorlog
in

Robin_Block

Robin Block (Heemskerk, 8 februari 1980)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 8 februari 2007.

De Franse schrijver Jules Verne werd geboren in Nantes op 8 februari 1828.

De Amerikaanse schrijfster Kate Chopin (pseudoniem van Katherine O’Flaherty) werd geboren op 8 februari 1851 in St. Louis.

De Duitse schrijfster Gabriele Reuter werd geboren op 8 februari 1859 in Alexandrië.

De Amerikaanse schrijver Henry Roth werd geboren op 8 februari 1906 in Galicië in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije.

 

John Grisham, Jules Verne, Neal Cassady, Kate Chopin, Gabriele Reuter, Eva Strittmatter, Henry Roth, Gert Jonke, Robin Block

De Amerikaanse schrijver John Grisham is het tweede kind uit een gezin met vijf kinderen, geboren in Jonesboro, Arkansas op 8 februari 1955. Zijn ouders waren gematigde Southern Baptists. Zijn vader was bouwvakker en katoenkweker. Na veelvuldig verhuisd te zijn, vestigde de familie zich in 1967 in het kleine stadje Southaven in Mississippi. Daartoe door zijn moeder aangemoedigd, was de jonge Grisham een fervent lezer die vooral beïnvloed werd door het werk van John Steinbeck, zijn studie begon Grisham een dagboek bij te houden, iets dat later hielp bij zijn creatieve activiteiten. Na het behalen van de J.D. titel aan de juridische faculteit (School of Law) van de University of Mississippi, in 1981, werkte Grisham bijna tien jaar als jurist in Southaven. In 1984 zag Grisham in de rechtszaal van De Soto County in Hernando de emotionele verklaring van een 12-jarig slachtoffer van een verkrachting. Grisham begon in zijn vrije tijd aan een roman te werken, waarin hij beschreef wat er gebeurd zou zijn als de vader van het meisje haar aanvallers vermoord zou hebben. Hij werkte 3 jaar aan A Time to Kill en voltooide het in 1987. Direct nadat Grisham A Time to Kill voltooid heeft, begint hij aan zijn tweede roman, het verhaal van een jonge advocaat die in dienst treed bij een ogenschijnlijk perfect advocatenkantoor, dat dat niet bleek te zijn. Deze roman, The Firm, werd in 1991 een bestseller.

Uit: A Painted House

“The hill people and the Mexicans arrived on the same day. It was a Wednesday, early in September 1952. The Cardinals were five games behind the Dodgers with three weeks to go, and the season looked hopeless. The cotton, however, was waist-high to my father, over my head, and he and my grandfather could be heard before supper whispering words that were seldom heard. It could be a “good crop.”

They were farmers, hardworking men who embraced pessimism only when discussing the weather and the crops. There was too much sun, or too much rain, or the threat of floods in the lowlands, or the rising prices of seed and fertilizer, or the uncertainties of the markets. On the most perfect of days, my mother would quietly say to me, “Don’t worry. The men will find something to worry about.”

Pappy, my grandfather, was worried about the price for labor when we went searching for the hill people. They were paid for every hundred pounds of cotton they picked. The previous year, according to him, it was $1.50 per hundred. He’d already heard rumors that a farmer over in Lake City was offering $1.60.”

john-grisham

John Grisham (Jonesboro, 8 februari 1955)

 

De Franse schrijver Jules Verne werd geboren in Nantes op 8 februari 1828 als oudste van de vijf kinderen van Pierre en Sophie Verne. Hij trouwde met Honorine de Viane, een weduwe die reeds twee dochters had. In 1861 kregen ze een zoon, Michel Jules Verne. Zijn boek Cinq semaines en ballon (Vijf weken in een ballon) betekende in 1863 zijn doorbraak, en werd in verschillende talen gepubliceerd. Vanaf dat moment werden er jaarlijks twee of meer boekdelen van zijn hand gepubliceerd. Verne is vooral bekend als de schrijver die “de toekomst voorspelde”. Hij beschreef in zijn boeken veel zaken die destijds als fantasie werden beschouwd, maar later in een indrukwekkend aantal gevallen werkelijkheid werden. Verder voorzag hij de langeafstandsreizen in luchtballonnen, hij voorzag de tochten van onderzeeboten onder het poolijs, etcetera. Zijn gave om deze voorspellingen te doen berustte echter niet alleen op fantasie. Hij was zeer intelligent, was zeer goed op de hoogte van de technische ontwikkelingen van zijn tijd.

Uit: 20.000 Mijlen onder Zee

“Ik voor mij vergenoegde mij niet meer met de door Koenraad gemaakte veronderstellingen. De brave jongen zag in den gezagvoerder van den  Nautilus slechts een van die miskende geleerden, die de menschheid enkel met verachting voor haar onverschilligheid betalen. Hij beschouwde hem nog als een onbegrepen vernuft, dat het bedrog der wereld moede, naar die ontoegankelijke oorden gevlucht was, waar zijn vernuft vrije speling had. Volgens mijn meening verklaarde die veronderstelling slechts één van Nemo’s karaktertrekken.

 

Ik meende evenwel andere reden voor zijn gedrag en zijn karakter te vinden in het geheimzinnige van den laatsten nacht, toen wij in onze gevangenis door slaap overmand lagen, in zijn zoo driftig genomen voorzorg om mij den kijker voor het oog weg te rukken, omdat ik den gezichteinder wilde onderzoeken, in de doodelijke wond van dien matroos, door een onverklaarbaren schok van den Nautilus veroorzaakt. Neen, kapitein Nemo ontvluchtte niet alleen de menschen! Zijn vreeselijk vaartuig diende niet alleen om hem geheel onafhankelijk te maken, maar misschien ook om–ik weet niet welke–verschrikkelijke wraak uit te oefenen.”

 

Verne

Jules Verne (8 februari 1828 – 24 maart 1905)

 

De Amerikaanse schrijver Neal Cassady werd geboren op 8 februari 1926 in Salt Lake City. Door zijn manier van leven en vroege dood liet hij maar een heel klein – en onaf – oeuvre na. Toen hij zes jaar oud was scheidden Cassady’s ouders en werd hij verder opgevoed door zijn vader, die werkloos en alcoholist was. Cassady had een roerige jeugd en ontwikkelde zich tot expert in het stelen van auto’s. Een groot gedeelte van zijn jeugd bracht hij door in jeugdinrichtingen. In 1946 ontmoette hij Jack Kerouac en Allen Ginsberg in New York. Met de eerste maakte hij de komende jaren vele en lange autoritten door de Verenigde Staten en Mexico. Een neerslag van die reizen bevindt zich in de roman On The Road van Kerouac. Cassady figureert hier als Dean Moriarty, terwijl Kerouac zelf Sal Paradise wordt. In het begin van de jaren ’60 was Cassady onderdeel van een historische bustocht naar New York. Samen met Ken Kesey en de Merry Pranksters trok een opmerkelijke groep ‘alternatieven’ van de westkust van Amerika naar het oosten, rijdend in een fel gekleurde bus, volgestouwd met muziekapparatuur. Cassady zat achter het stuur van de oude schoolbus die symbool kwam te staan voor de nieuwe alternatieve jeugdcultuur in de Verenigde Staten.  In 1968 werd Cassady’s lichaam gevonden in Mexico. Hij was in coma en slechts gekleed in T-shirt en spijkerbroek, hoewel het weer koud en nat was. Blijkbaar had hij na een avond van drugs- en alcoholgebruik besloten naar de volgende stad te lopen. Hij overleed later die dag in San Miguel de Allende.

Uit: The First Third

“I had gone to New York in the fall of 1946, and having just arrived, I looked up Hal Chase. After supper we went to a rather vapid bar near the campus. We had just ordered our drinks when Hal recognized a voice and said “that’s Allen Ginsberg” just as a head popped up from the next booth and looked at me. He had coal-black hair which struck my eye first. It was a bit too long yet not an over-done mass of garish distaste as some more normal poet of an intellectual nature might affect. I was pleased with the manner in which the hair parted and fell into a natural forelock and the swept back sides were perfect for his face, the appearance of its perfectious grooming was belied by the realization that he gave little attention to his crowning glory. Passing from his natural attribute my eyes fastened on his nose. It was a plainly jewish nose, but, more modified than most, in fact, instead of standing out on the face, as is the usual wont of jewish noses, his seemed to blend into a simple statement — “this is a nose, with which to breathe and smell” — his lips were heavy, over-full, almost negroid. At first glance I thought them sensual, yet, looking closer, I somehow felt they lay too peacefully when in repose and disappeared too quickly in a smile to be called sensual or lustful in the accepted sense. Rather, instinctively I felt them there just as the nose was, to be used, not accentuated. If there was any part of his face he was conscious of, it was the eyes. They were large, dark, and brooding. I was not quite sure how much of the brooding was there as such; and how much he was putting there for us to read into.”

 

cassady

Neal Cassady (8 februari 1926 – 4 februari 1968)

 

De Amerikaanse schrijfster Kate Chopin (pseudoniem van Katherine O’Flaherty) werd geboren op 8 februari 1851 in St. Louis. Zij was haar tijd ver vooruit. Niet alleen in maatschappelijk opzicht, als onafhankelijke rebelse tiener en (na het overlijden van haar Louisiaanse echtgenoot) als alleenstaande moeder; maar ook als vrijgevochten schrijfster, die tussen het huishouden door 150 verhalen en twee romans schreef. Het duurde vijftig jaar (en anderhalve feministische golf) voordat haar door moraalridders gewraakte overspelroman The Awakening (1899) de lof kreeg die ze verdiende. Tegenwoordig geldt Kate Chopin als een van de groten van het Amerikaanse realisme, en als een korte-verhalenschrijfster die als geen ander een beeld heeft gegeven van het platteland van Louisiana (Bayou Folk, 1894) en van de cultuur van de Cajuns, de afstammelingen van Frans-canadese immigranten, in New Orleans (A Night in Acadie, 1897).

Uit: The Awakening

 “She had a way of turning them swiftly upon an object and holding them there as if lost in some inward maze of contemplation or thought.

Her eyebrows were a shade darker than her hair. They were thick and almost horizontal, emphasizing the depth of her eyes. She was rather handsome than beautiful. Her face was captivating by reason of a certain frankness of expression and a contradictory subtle play of features. Her manner was engaging.

Robert rolled a cigarette. He smoked cigarettes because he could not afford cigars, he said. He had a cigar in his pocket which Mr. Pontellier had presented him with, and he was saving it for his after-dinner smoke.

This seemed quite proper and natural on his part. In coloring he was not unlike his companion. A clean-shaved face made the resemblance more pronounced than it would otherwise have been. There rested no shadow of care upon his open countenance. His eyes gathered in and reflected the light and languor of the summer day.”

 

chopin

Kate Chopin (8 februari 1851 – 22 augustus 1904)

 

De Duitse schrijfster Gabriele Reuter werd geboren op 8 februari 1859 in Alexandrië. Zij werd bekend door haar realistisch-naturalistische roman Aus guter Familie (1895), die het „lijdensverhaal van een meisje“ (ondertitel) beschrijft, dat wil zeggen van een dochter van de hogere burgerij tijdens het Wilhelminische tijdperk. Tot 1931 werd het boek 28 keer herdrukt.

 

Uit Aus guter Familie

 

„Über sich hörte Agathe die sanfte, ernst-feierliche Stimme des Geistlichen die Frage an sie richten: ob sie dem Teufel, der Welt und allen ihren Lüsten entsagen, ob sie Christo angehören und ihm folgen wolle. In süßer Schwermut hauchte sie „ja”, fühlte die Berührung der segnenden Hände auf ihrem Haupte und versuchte mit gewaltsamer Anstrengung alle ihre Sinne einzutauchen in die Anbetung der ewigen Gottheit –– des Herrn, der über ihr schwebte.

 

Aber sie vernahm das Rauschen ihres eigenen seidenen Kleides, ein gerührtes Flüstern und unterdrücktes Schluchzen drang aus dem Pfarrstuhl, wo ihre Eltern saßen, zu ihren Ohren, sie hörte ein Gesangbuch irgendwo polternd zur Erde fallen und eine gemurmelte Entschuldigung –– sie lauschte auf die falschen Töne, die der Küster bei seiner leisen Orgelbegleitung griff –– sie mußte an ein Buch denken, an eine anstößige Stelle, die sie verfolgte . . Thränen quollen unter ihren gesenkten Lidern hervor, krampfhaft falteten sich ihre Hände, auf den schwarzen Handschuhen sah sie die Thränentropfen nasse Flecke bilden –– sie konnte nicht beten . . .

 

Nicht in dieser Stunde? Nicht während weniger Sekunden konnte sie Gott allein angehören? Und sie hatte geschworen, für ihr ganzes Leben dem Irdischen abzusagen! Sie hatte einen Meineid geleistet –– eine untilgbarer Sünde begangen! Mein Gott, mein Gott, welche Angst.“

 

Reuter

Gabriele Reuter (8 februari 1859 – 18 november 1941)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Eva Strittmatter werd als Eva Braun geboren op 8 februari 1930 in Neuruppin. Zij studeerde in Berlijn germanistiek, romanistiek en pedagogie. In 1950 trouwde zij (voor de tweede keer) met Erwin Strittmatter. Sinds 1951, na haar studie voltooid te hebben, werkte zij bij de Deutsche Schriftstellerverband van de DDR als lector. Vanaf 1952 schreef zij literaire kritieken. Sinds 1954 is zij zelfstandig schrijfster van vooral gedichten. Daarnaast publiceerde zij echter ook proza voor kinderen en volwassenen. In 1994 stierven binnen slechts negen maanden haar moeder, haar man en haar zoon Matti.

 

Abkühlung

Daß ich älter werde, merk ich daran,
Nicht daran, daß ich bequemer werde,
Sondern daran: gegen jedermann
Habe ich was: Nörgelei und Beschwerde.

Philosophisch bin ich wohlwollend bewegt
Von allgemeiner Menschenliebe.
Aber praktisch hat sich mein Bedürfnis gelegt,
Mich an Menschen zu binden. Ich bliebe

Am liebsten in meinen vier Wänden.
Die Antriebe sind mir abhanden gekommen,
Mich ohne Rücksicht auf mich zu verschwenden.
Ich habe mich in mich zurückgenommen

Und sitze wie ein Buchhalter da,
Der ein Kapital, im Auftrag, für Zinsen verwaltet.
Ich weiß nicht, wann das mir und was mir geschah.
Bin ich plötzlich oder allmählich erkaltet

Und kann ich noch auftaun? Paläontologen
Haben Gesetze der Eiszeit geschrieben.
Ich habe mich nie gern selber betrogen:
Ich werd nicht mehr auftaun. Ich müßte denn –
lieben.

strittmatter

Eva Strittmatter (Neuruppin, 8 februari 1930)

 

De Amerikaanse schrijver Henry Roth werd geboren op 8 februari 1906 in Galicië in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. Hij schreef romans en short stories. Zijn eerste roman Call It Sleep verscheen in 1934. Het boek draagt autobiografische trekken en beschrijft de jeugd van een joodse immigrant in New York. Na een writers-block va
n 60 jaar nam hij de pen weer op en schreef de romancyclus Mercy of a Rude Stream.

Uit: Call it Sleep

“He left the stoop, turned west. The Chinese laundry was near the corner of Tenth Street and Avenue C. He walked slowly, idly, aware but no longer overcome or even troubled by the movement of vehicles and people. He knew his world now. With a kind of meditative assurance, he singled out the elements of the ever-present din – the far voices, the near, the bells of a junk wagon, the sing-song cry of the I-Cash-clothes man, waving his truncheon-newspaper, the sloshing jangle of the keys on the huge ring on the back of the tinker. There was more blue in the air of afternoons now ; the air was brisker, fixing houses in a cold, sunless, brittle light. He looked up. They were both gone – the two cages on the first floor fire-escape. A parrot and a canary. Awk! awk! the first cried. Eee – tee – tee – tweet! the other. A smooth and a rusty pulley. He wondered if they understood each other. Maybe it was like Yiddish and English, or Yiddish and Polish, the way his mother and aunt sometimes spoke. Secrets. What? Was wondering. What? Too cold now. Birds go south, teacher said. But pigeons don’t. Sparrows don’t. So how? Funny, birds were. In the park on Avenue C. Eat brown. Shit green. On the benches is green. On the railings. So how? Don’t you? Apples is red and white. Chicken is white. Bread, watermelon, gum-drops, all different colours. But – Don’t say. Is bad. But everybody says. Is bad though … And he drifted on towards the corner drug-store, glanced at the red and green mysterious fluid in the glass vases and turned right.”

 

ROTH

Henry Roth (8 februari 1906 – 13 oktober 1995)

 

De Oostenrijkse schrijver Gert Jonke werd geboren op 8 februari 1946 in Klagenfurt. Daar bezocht hij het gymnasium en het conservatorium. Hij studeerde daarna aan de Hochschule für Musik und Darstellende Kunst / Abteilung Film und Fernsehen in Wenen, maar brak deze studie af, zoals ook de studies germanistiek, geschiedenis en filosofie die daarop volgden. In 1971 ging hij met een beurs naar West-Berlijn, waar hij vijf jaar bleef. Er volgde een verblijf in Londen en uitgebreide reizen naar het Midden-Oosten en Zuidamerika. Sinds 1978 woont hij weer in Wenen.

 

Uit: “Himmelstraße – Erdbrustplatz oder Das System von Wien”

 

„Wenn Sie dort über den sogenannten ALTEN PLATZ gehen, werden Sie von den goldenen Hörnern auf der Spitze der Pestsäule geblendet werden oder auch von der goldenen Gans, unter der Sie, aus dem Landhaushof herauskommend, die Hirschkäfergestalten des sogenannten zwielichtigen Gesindels sich im Schatten des Landhauscafés verstecken sehen. Sie streifen weiter entlang der kunstvoll glänzenden Tänze der Beißzangen in der Auslage des Eisengeschäftes Zwick, schwimmen durchs Blitzschlaggelächter der Elektriker des Meisters Senekowitsch, wobei Ihnen die hilfreich entgegengespannten Zwirne und Wollfäden des Kurzwarenhändlers Dörfler sehr hilfreich sein werden, der in seinen Regalen aufgeregt herumhüpft und eine Revolte der Knöpfe, die aus den Schachteln herausspringen, niederschlägt, durchs Spektralspiegelfarbenkabinett des Farbenhübners über die aus den Fenstern rauschend Ihnen entgegen hervorquellenden, zu kunstvoll gemusterten Bewölkungen gebauschten Tuchballen des Stoffhändlers Stuller gelangen Sie zu den gut riechenden, regelmäßig aus den Mauern der Drogerie Leist herausschäumenden Seifenblasen, die manchmal eine Dimension erreichen, die es ohne weiteres möglich macht, daß Sie von einer solchen umhüllt sich vorfinden und in ihr gefangen ein paar Meter weiterschweben, bis Ihnen das alles zu viel wird, bis zum Hals steht und Sie den Alten Platz hinter sich einfach in braunes Packpapier sorgfältig einwickeln und das so entstandene etwas länglich geratene Platzpaket auch noch ordentlich zuschnüren.“

 

Werk o.a.: insektarium (2001), redner rund um die uhr. eine sprechsonate. (2003),
chorphantasie – konzert für dirigent auf der suche nach dem orchester
(2003), geometrischer heimatroman (1969 – heruitgave 2004)

 

Jonke

Gert Jonke (Klagenfurt, 8 februari 1946)

 

De Nederlandse dichter Robin Block werd geboren op 8 februari 1980 in Heemskerk. Hij was de winnaar van Poëzieslag 2004. Sindsdien heeft hij op diverse podia in het land voorgedragen, vaak ondersteund door muzikanten. Zo mocht hij een gastoptreden verzorgen tijdens het Poetry International Festival in Rotterdam. In datzelfde Rotterdam won hij de Poetry Slam 2004. Ook droeg hij voor op festivals als Wintertuin en Onbederf’lijk Vers. Zijn gedichten verschenen in ‘Krakatau’ en ‘Mens en Gevoelens’. In september 2005 verscheen zijn debuutbundel Bestialen in de Windroosreeks van uitgeverij Holland. Zie ook mijn blog van 30 maart 2006.

THE SCIENTIST

Het had je credo kunnen zijn
zoiets als

een ieder is zo groot als zijn kooi
of je hart geen voederbak voor varkenssnuiten

er moest een variabele zijn
er dienden vragen als

vond je parels in het modderrotte tandvlees
proefde je de smaak nog aan je gretige lippen

hoe strijkt men de haartjes van die zachtroze huid
hoe negeert men het gekrijs in het slachthuis

robin_block5gitaar

Robin Block (Heemskerk, 8 februari 1980)