Frans Budé, Patrick Modiano, Maja Lunde, Emily Brontë, Cherie Priest, Pauline van der Lans

Dolce far niente

 

 
De brug over de Maas bij Wessem

 

Het oversteken van de Maas

Bij elke stap bezig met de overkant.
Vraag het de Maas onder mijn voeten, de meeuw,
onbevreesd dansend boven de stenen brug.

De overkant is een belofte, komt huizenhoog
me tegemoet, flonkert en lonkt, geeft zich halverwege over.

Wyck of Maastricht, beide badend in de roem van eeuwigheid,
keer ik terug of loop ik heen? Steeds dezelfde gedachte
van afscheid en aankomst, terwijl ik mij met kloppend hart
voorwaarts spoed, naamloos opga in de drukte.

Almaar dichter op de andere oever aan, vergezicht
dat eindeloos zich ontvouwt, stadsgrond wordt, waterloop.
Droom die ik bewaar, ik draag hem met mij mee.

 
Frans Budé (Maastricht, 28 december 1945)
De Sint Servaasbrug in Maastricht

Lees verder “Frans Budé, Patrick Modiano, Maja Lunde, Emily Brontë, Cherie Priest, Pauline van der Lans”

Frans Budé, Hermann Hesse, Wisława Szymborska, Erik Vlaminck, Pierre H. Dubois, Axel Brauns, Friedrich Klopstock

 

Bij de start van de Tour de France

 


Miguel Indurain

 

Nabij de Apostelhoeve

Hoe hier beneden in 1992 de Tour de France passeerde.
De straffe wind van het peloton deed de druiven even
wankelen, blozen, duizelen, daarna dansen aan hun stokken.

Auxerrois, Riesling en Thurgau namen het op tegen
het geweld van Indurain, Delion en Lino. Zag je zonder
één amientje Breukink demarreren? De wijnhoeve
en de roes van zomerlicht, alles paste volmaakt ineen:

het voorbijtrekken van de jakkerende renners, bezweet
maar in droomversnelling, de steeds hoger klimmende
wolken boven zachtgele muren van mergel, het springerige
riviertje dat zich ongekend snel voortspoedde, de alles

overspoelende vreugde wat later bij de eindstreep.
Ontkurk alvast een Cuvé XII Brut en les je nieuwsgierigheid.

 

 
Frans Budé (Maastricht, 28 december 1945)
De Apostelhoeve nabij Maastricht.

Lees verder “Frans Budé, Hermann Hesse, Wisława Szymborska, Erik Vlaminck, Pierre H. Dubois, Axel Brauns, Friedrich Klopstock”

Evelyn Waugh en Frans Budé

De Britse schrijver Evelyn Waugh werd geboren in Londen op 28 oktober 1903.Tijdens zijn verblijf aan Oxford University had hij volgens sommige biografen drie (mogelijk platonische) verhoudingen met mannen. In een aantal van zijn boeken komen mannen voor van wie de oplettende lezer kan vermoeden dat zij homoseksueel zijn. In een van zijn bekendste romans Brideshead Revisited beschrijft hij de relatie tussen de hoofdpersoon en een andere man, die (waarschijnlijk) ook een homoseksuele liefde betrof. Waugh zelf is hierover altijd zeer weinig mededeelzaam geweest. In 1925 gaf hij les aan een privéschool in Wales en deed een zelfmoordpoging door de zee in te zwemmen. Hij keerde echter terug nadat hij door een kwal was gestoken. Waugh werkte vervolgens o.a. als journalist, tot in 1928 zijn eerste werk, Decline and Fall, werd uitgegeven. Het boek werd een succes, evenals de daaropvolgende werken. In 1929 trouwde hij met Evelyn Gardner. Het huwelijk was geen succes en werd in 1936 nietig verklaard. Zijn tweede huwelijk, met Laura Herbert (1937), had meer succes en duurde voor de rest van zijn leven. Het echtpaar kreeg zes kinderen. In 1930 bekeerde Waugh zich tot het Rooms-katholicisme, wat zijn werk sterk beïnvloedde, hoewel niet altijd op een in het oog springende manier. Tijdens de oorlog werkte Waugh bij de marine, o.a. in het Midden-Oosten. Hij verwerkte zijn ervaringen in de trilogie Sword of Honour. Op latere leeftijd werd hij excentriek en misanthroop, en verafschuwde buitenlanders en het buitenland in het algemeen, reizen, de moderne tijd, het gebruik van de landstaal in plaats van latijn in de katholieke mis, en de telefoon.Evelyn Waugh overleed onverwacht aan een hartaanval op 62-jarige leeftijd.

 

Uit: Brideshead revisited

 

“When I reached ‘C’ Company lines, which were at the top of the hill, I paused and looked back at the camp, just coming into full view below me through the grey mist of early morning. We were leaving that day. When we marched in, three months before, the place was under snow; now the first leaves of spring were unfolding. I had reflected then that, whatever scenes of desolation lay ahead of us, I never feared one more brutal than this, and I reflected now that it had no single happy memory for me.

Here love had died between me and the Army.”

 

Brideshead Revisited werd bekend bij een groot publiek door de gelijknamige televisieserie uit 1981.

 

WithAloysius

Scene uit Brideshead Revisited

 

Uit: Officers and gentlemen

 

“The sky over London was glorious, ochre and madder, as though a dozen tropic sums were simultaneously setting round the horizon; everywhere the searchlights clustered and hovered, then swept apart; here and there pitchy clouds drifted and billowed; now and then a huge flash momentarily froze the serene fireside glow. Everywhere the shells sparkled like Christmas baubles.

“Pure Turner,” said Guy Crouchback, enthusiastically; he came fresh to these delights.

“John Martin, surely?” said Ian Kilbannock.

“No,” said Guy firmly. He would not accept correction on matters of art from this former sporting-journalist. “Not Martin. The sky-line is too low. The scale is less than Babylonian.”

They stood at the top of St James’s Street. Half-way down Turtle’s Club was burning briskly. From Piccadilly to the Palace the whole jumble of incongruous facades was caricatured by the blaze.”

 

Evelyn-waughportrait

Evelyn Waugh (28 oktober 1903 – 10 april 1966)

 

Slechts een ‘literaire” geboortedag vandaag en daarom wat aandacht aan een recente ontdekking. Recent wat mij betreft dan, want de dichter timmert zelf al meer dan twintig jaar aan de weg

Frans Budé werd geboren in Maastricht op 28 december 1945. Na de kweekschool voor onderwijzers te hebben doorlopen, was hij jarenlang werkzaam in het onderwijs, maar vanaf 1988 nog uitsluitend actief als dichter en beeldend kunstenaar. Budé debuteerde in 1968 met gedichten in Elseviers Weekblad. Daarna verschenen gedichten in Raster, De Gids, De Revisor, Yang, Parmentier en Dietsche Warande & Belfort. Pas in 1984 verscheen een eerste bundeling van poëzie onder de titel Vlammend marmer. Voor het Limburgs Dagblad schreef hij vanaf 1984 over beeldende kunst en literatuur.

Budé’s poëzie is hermetisch van aard en de thema’s die hij behandelt zijn die van dood en verlies. Daaraan is alleen te ontsnappen door liefde en menselijk contact, maar vooral door de verbeelding in het vers. Hoewel veel gedichten van Budé een autobiografische, aan streek en tijd gebonden oorsprong hebben, schrijft hij zijn poëzie daarvan weg en streeft hij naar een grote mate van abstractie. Daarbij speelt hij vooral een talig spel, waarbij door afwijkende constructies het zogenaamd bekende vervreemd wordt. Vanaf zijn eerste bundel blijkt Budé gefascineerd door uitgestorven of gevangen dieren. In Vlammend marmer zijn dat dieren uit de Krijtperiode, in Grenswacht (1987) en De onderwaterwind (1991) zijn het gevangen of gekooide dieren. In later werk wordt de oorsprong van zijn gedichten concreter en herkenbaarder verbonden met zijn geboortestreek.

 

Bergtop

Totdat de bleekte van de maan

ons tekent, wij wegsterven

in roekeloze grijzen, men twee

mensen ziet, bergopwaarts tussen

de kammen van de nacht. Wij springen

met onze ogen van rots naar rots,

de een de ander, in nabijheid

tot elkaar. Vergroot tegen

de spleten van het duister:

de vlammen uit het vuur van

teruggewaaide as, als wij opgaan,

de tijd benaderen dat wij gisteren

stilstonden in het dal, omhoog-

keken, ver de ruimte in.

 

Aan zee

De aangroei van een

schelp die zich vol-

tooit, onder het oog

van een vogel krakend

openbreekt, licht op-

eist waar wij bij staan,

zelf zout opslaan, uit-

schuimen; zo’n s
chelp

die telkens lichter wordt

als wij hem schrapen,

die rilling binnenin – hoe

krijgen wij hem te pletter

onder zoveel zout van zee –

Geur

Het vuur dat je bewaart –

de blauwe as in de strepen

van je zool als je de avond

binnenkomt, de kreek een maankus,

zo rond en ritsig tussen de bladeren

jij het bamboe buigt, je omhoog-

tilt, de helling op, het maanlicht in,

stuwt jouw blik mij

langs de lijnen van je hals naarbinnen,

daar een schaduw in – de geur van

onbetreden gras die zich uitstrekt, klam

en zwoel van zwaarte, zich verstrengelt

met de lissen in je haar.

FRANSBUDE

Frans Budé (Maastricht, 28 december 1945)