Hélène Gelèns, Erich Fried

De Nederlandse dichteres Hélène Gelèns werd geboren in Bergschenhoek op 6 mei 1967. Zie ook alle tags voor Hélène Gelèns op dit blog.

 

opstartmodes

gisteren zouden we bloot zijn en beginnen
truien jurkjes t-shirts vlogen door de lucht
sommigen vingen zoveel mogelijk slipjes
een enkeling gaf zich werkelijk bloot
de meesten keken op sokken toe hoe
een van ons zelfs haar oude huid afstootte
tot het doorschijnend en half in vorm
oprimpelde er zachtglanzend rozerood vel
tevoorschijn kwam en iedereen wegkeek
zullen we haar vandaag nog terugzien?
zal iemand haar nog herkennen?
vandaag spelen we de eeuwige beginner

 

hoe los blad

vandaag hier en daar een windvlaag die wild wordt
van losvast blad, het is een windvlaag die alles losmaakt
en weer loslaat, behalve haar woesjwaai met blaadjes

morgen kans op een windvlaag met vlinders in de buik
ze fladderen rond blaadjes die hun boom loslieten
wees alert: de blaadjes springen op vlinderen mee

hang ik een zwerfblad terug aan een tak?
waai het mijn wargeestige hand uit!

zing ik een zwerfblad terug de boom in?
waai mijn woordenpraal dood op mijn tong!

ja! daar springt mijn hand op, vlindert mijn tong

 

knielen in de klei, 1932

knielen brengt je op ooghoogte met een hond
tegenover een mens ben je niet langer gelijk
misschien kan het je niks schelen, je knielt niet alleen
en met de ogen gesloten
              kijk je naar niemand op
je raakt bevrijd van akker laagland moerasland
richt je tot de hemel de sterren het al
de wereld verdwijnt:
                onrecht beklijft niet, onrust dooft uit
er komt een tijd die niet van afwezigheid wil weten
ieder mens is aansprakelijk onpartijdigheid is schijn
een hond wacht af met de staart tussen de poten

 

Hélène Gelèns (Bergschenhoek, 6 mei 1967)

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver, essayist en vertaler Erich Fried werd geboren op 6 mei 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Erich Fried op dit blog.

 

Inscriptie

Zeg me
waarin
graveer ik
je naam?
In de hemel?

Die is te hoog
in de wolken?
Die zijn te vluchtig
In de boom
die geveld en verbrand wordt?

In het water
dat alles wegspoelt?
In de aarde
die men vertrapt
en waarin alleen
de doden liggen?

Zeg me
waarin
graveer ik
je naam?

In mij
en in mij
en steeds dieper
in mij.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Erich Fried (6 mei 1921 – 22 november 1988)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e mei ook mijn blog van 6 mei 2020 en eveneens mijn blog van 6 mei 2019 en ook mijn blog van 6 mei 2018 deel 3 en eveneens deel 4.

Vincent Corjanus, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter Vincent Daniel Corjanus werd geboren op 17 april 1995 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Vincent Corjanus op dit blog.

 

As in de wieg

De eerste keer verliefd
Het gebroken hart

Rijden zonder zijwieltjes
De zilte kus

Het uitzicht vanaf de Gellért-hegy
Jouw hand in mijn haar

Het beste bier met de liefste vrienden
Je zwaarste tranen

Het vuurtorenlicht van Texel
De laatste treinreis

De koudste koffie
De pen die het papier verslaat

Het boek dat sluit
Het waaien van je as

 

Harnas

Ik zou je armen als harnas willen
Gevangen, dichtbij
Glimmend van trots

Geen mens ter wereld die mij raken kan

 

Waterval

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer mensen vechten met wapens van woorden.
De woorden vermoorden.
Krantenpapieren in verdorde schaamteloosheid.

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer de muziek sterft.
Alleen mijn zonden om mij heen.
Dansen tot de naald een nieuwe plaat kust.

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer wij denken dat dit het beste is.
De wereld begraven in geld, religie en macht.
De dwazen blind.
Ik wou dat ze zagen hoe hard ik huilen kon.

 

Vincent Corjanus (Zwolle, 17 april 1995)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

´s Zomers

Dunbevolkt het land.
De gigantische velden en machines ten spijt
Liggen de dorpen slaperig
In buksboomtuinen; de katten
Treft zelden een steenworp.

In augustus vallen sterren.
In september geeft men het sein voor de jacht.
Nog vliegt de wilde gans, flaneert de ooievaar
Door gifvrije weiden. Ach, de wolken
Als bergen vliegen ze over de wouden.

Als men hier geen krant heeft
Is de wereld in orde
In de pruimenmoesketels
Weerspiegelt zich mooi het eigen gelaat en
Vuurrood lichten de velden op.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e april ook mijn blog van 17 april 2021 en ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.

Thomas Olde Heuvelt, Sarah Kirsch

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Zie ook alle tags voor Thomas Olde Heuvelt op dit blog.

Uit: November

“De vrouw zag eruit alsof ze wilde sterven. Ze zag er ook uit alsof dat binnen afzienbare tijd vanzelf zou gebeuren, als ze haar vandaag niet zouden helpen. Toch was ze hier, in de handen van de buren van Bird Street, en droegen ze haar die namiddag de bossen in. Ze heette Ann Olsen Dickinson en het belangrijkste, dacht Ralph Lewis, was dat ze eruitzag alsof ze er vrede mee had. Ralph en zijn buurvrouw Elizabeth Aikman hadden de afgelopen weken meerdere lange gesprekken met mevrouw Olsen Dickinson gevoerd, maar Ralph had genoeg ervaring om te weten dat je hun echte motivatie pas in hun ogen kon zien in het uur van de waarheid. Soms voelden ze zich een last voor hun familie. Vooral de ouderen en de chronisch zieken. Als Ralph ook maar iets anders in hun ogen zag dan zelfbeschikking blies hij de operatie 4 last minute of niet. Dan was het ethisch niet te verantwoorden. Ralph Lewis was rechter bij de King County Superior Cour in Seattle, maar om dat te zien hoefde je geen rechter te zijn. Daarvoor moest je mens zijn. Bij Ann Olsen Dickinson was het glashelder ze was er klaar voor. Dat bleek niet alleen uit de schade die haar verwoestende ziekte op haar lichaam had aangericht — de witte stoppels op haar kale schedel, de broodmagere klauwhanden, het verschrompelde, ingevallen gezicht dat bleek als een leeggelopen maan in haar wollen sjaal verzonken lag. Nee, terwijl ze haar in de stromende regen op haar draagkoets tussen de lariksen door tilden, verkeerde mevrouw Olsen Dickinson in een staat van ultieme gelukzaligheid. Ze praatte honderduit. ‘Och, moet je nu toch kijken,’ zei ze, met een stem die kraste als die van een kraai. ‘Al die lichtjes. En die muziek! Hebben jullie dat allemaal voor mij gedaan?’ Elizabeth, die geen moment van haar zijde week, glimlachte onder haar druipende regenkap. ‘Natuurlijk, Ann. Het moet perfect zijn. Voor minder doen we het niet.’ ‘Het is prachtig.’ Er klonk een fluitend geluid toen ze inademde en ze kreeg een hoestbui. Elizabeth legde een hand op haar rug en toen liet voorbij was, schonk ze dampende thee in de dop van haar thermosfles en gaf het aan de zieke vrouw. Deze nam het aan en bracht het langzaam naar haar mond. Het meeste kwam in haar sjaal terecht, maar haar gekloofde, ingezalfde lippen wisten tenminste iets ervan naar binnen te slurpen. Je bent een schat,’ raspte ze toen ze weer bij stem was. ‘Jullie zijn allemaal weldoeners.’ Ralph voelde iets prikken op zijn schedel, waar de zenuwbanen samenbundelden en de eerste vibratie van ongemak door zijn lichaam zonden. Ja, het moest perfect zijn; in zoverre had Elizabeth niet gelogen. Ze wilden degenen die ze naar de bossen achter hun huis brachten een transcendente ervaring geven. Dit deel van het Snoqualmic National Forest — het reservaat aan de rand van Lock Haven, Washington, dat met een hoog, overwoekerd gaashek was afgezet en eigendom was van de McKinleyclan — strekte zich mijlenver uit op de westhellingen van de Cascade Mountains. Er liep maar één pad naar binnen, dat de South Sunday Trail werd genoemd. Het begon op het landgoed van de McKinleys, achter een roestkleurige ijzeren poort in een stenen afscheidingsmuur, die het hele jaar hermetisch was afgesloten.”

 

Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Einde van het jaar

Deze herfst werden de atoompaddestoelen
In de kranten zo vertrouwd
Dat bij het bekijken van de foto’s
Esthetische categorieën zich aandienden
De situatie van de blauwe planeet was overzichtelijk
Het woord neutronenwapen dook dikwijls op
Net als zijn broertjes benzineprijs weerbericht
Het werd alledaags als oproepen tot vrede.
Mijn kind heeft op school een één gehaald
Wat moet ik zeggen het kost al inspanning
Zijn aanblik de onschuld te verdragen
En wij leven ons onwaarschijnlijk
Avontuurlijk leven corrigeren de één
Het kind gaat naar school wij planten bomen
Horen het proefalarm de ABC-wapen-waarschuwing
Kennen de verhalen van de militairen aller landen.

 

Vertaald door Hans Ester

 

In de golven

De zee zo
Groen en zo open
Ik heb mijn voeten
in het water
In de golven
Zie ik vissen
De zomer de
zomer is gekomen
Bij jou.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e april ook mijn blog van 16 april 2020 en eveneens mijn blog van 16 april 2019 en ook mijn blog van 16 april 2017 deel 2.

Hélène Gelèns, Erich Fried

De Nederlandse dichteres Hélène Gelèns werd geboren in Bergschenhoek op 6 mei 1967. Zie ook alle tags voor Hélène Gelèns op dit blog.

 

Pechblende

bohemen begin 16e eeuw, een stil diep uitgesleten dal in het ertsgebergte de beer leeft er, de wolf, een enkele woudboer, we hebben er niets te zoeken zeker niet in een herfststorm

razend was de wind, het knarste het zwiepte het boog
machteloos het woud, het kermde het kiepte het brak
bladstil is het nu, het glinstert – wat glinstert? de zon breekt door

overal druisen de stroompjes holderdebolder de berg af
her en der ligt een gevloerde boom, daar glinstert het
tussen de boomwortels: zilver! het ligt er voor het oprapen
geen woudbewoner die haast maakt, het zilver wacht wel
stroompjes zullen opdrogen modder zal inklinken, geen haast

bohemen tweede kwartaal 16e eeuw, een diep uitgesleten dal in het ertsgebergte hebben we er niets te zoeken?

elders begint het rond te zingen: zilver! zilver!
zilver in een afgelegen dal in het ertsgebergte
we hebben er iets te zoeken! het begint rond te schreeuwen
we halen de berg leeg! mijnbouw! we worden rijk!
bouw huizen! we stichten een dorp, een vrij dorp!
we noemen het sankt joachimsthal
een rijk dorp, alle dagen glinstert het zilver
maar hoe maakt het zilver ons rijk?
munten! we munten het zilver als joachimsthaler
we noemen hem taler, daler, daalder, dollar
we zetten sankt joachimsthal op de kaart

niet alle dagen glinstert het zilver, soms hebben we pech
stuiten we op zwartgrijs gesteente met vaalbruine strepen
waardeloos spul, iemand noemt het pechblende haha

berlijn laatste kwartaal 18e eeuw

muizenkeutels geraspte mummie gedroogde biet
al eeuwen genezen ze ons maar wij staan niet stil
chemische verbindingen, daar knapt men van op!
en je vindt ze overal, in water in steen in de lucht
apotheker klaproth pakt er zelfs pechblende bij
en jawel hij vindt iets: een raar soort halfmetaal
noemt het uranium naar de pas ontdekte planeet uranus
een wondermiddel? wie weet, maar zeker een kleurstof
groen en geel, dat heeft potentie!

 

Hélène Gelèns (Bergschenhoek, 6 mei 1967)

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver, essayist en vertaler Erich Fried werd geboren op 6 mei 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Erich Fried op dit blog.

 

De grote leugens

De grote leugens
hebben helemaal geen
korte benen

hun benen
lijken kort
omdat hun armen
zo lang zijn

de armen
van de grote leugens
reiken zo ver
dat ze de waarheid
benen kunnen geven
of gebeenten.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Erich Fried (6 mei 1921 – 22 november 1988)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e mei ook mijn blog van 6 mei 2020 en eveneens mijn blog van 6 mei 2019 en ook mijn blog van 6 mei 2018 deel 3 en eveneens deel 4.