De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.
Marking Time
That mark upon your back is finally fading
in the way our memory will,
of that night our lust wouldn’t wait for bed
so laid us out upon the floor instead
where we worked up that scar —
two tattered flags flying from your spine’s mast,
a brand-burn secret in the small of your back.
I trace them now and feel the disturbance again.
The still waters of your skin broken, the volte engaging
as we make our marks like lovers who carve trees,
the equation of their names equalled by an arrow
that buckles under time but never leaves,
and so though changed, under the bark, the skin,
the loving scar remains.
Show
I
The models walk,
high-heeled as curlews
stalking a narrow shore.
We watch, spectators
at a slow-motion tennis match,
as they turn,
flex the featherless wings
of their shoulders
and slip between the curtains,
leaving the crocodile pit of cameras
flashing their teeth for more.
II
I leave you sitting to the mirror
like a pianist to the piano,
lifting the mascara brush
to paint your lashes from fine to bold.
Pulling the door on this scene
I walk down the corridor
to wait in the bar for you to join me.
And when you do, it happens once more;
The fall of the dress, the jewellery,
early stars against the dusk of your skin,
all of it leaves me surrendered,
if just for a second, as you walk in,
to the spell, the artful hocus-pocus,
and to you standing there
one shoulder bare,
setting the room about you out of focus.
Schaduwman
Voor Mac Adams, kunstenaar
Zijn palet is licht,
in al zijn tinten
en de gaten die het maakt.
Toverend met gloeilamp,
fruit en een botsing van korrels
gemorst over glas,
een hond, rustend of dood,
het kinetische moment van een vogel
in de seconde voor de vlucht
of het hoofd van Karl Marx,
geboren uit kiezelsteen en steen
in een afwezigheid van licht.
Hij werkt met een duisternis
achter zijn ogen,
begrijpend zoals hij doet
dat het niet materie is die ertoe doet,
of onze gedachten en woorden,
maar de schaduwen die ze werpen
tegen de levens van anderen.
Vertaald door Frans Roumen
De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.
Uit: Volgspot (Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema)
“In de bovenkamer van het vervallen herenhuis aan de overkant van de straat heeft de hele nacht licht gebrand. Je zag het steeds vanuit je bed, telkens als je je omdraaide naar de raamkant, wat je wel moest om je fles van de vloer te kunnen pakken. En zo gaat het haast alle nachten. Tegen dat het begint te schemeren gaat het peertje aan. En ’s ochtends, een paar tellen nadat de straatlantaarns knipperend zijn gedoofd, gaat het uit en wordt het haveloze gordijn dichtgetrokken. Je bent nu vijfenzestig, even oud als dat huis misschien, misschien zelfs nog wat ouder. Onvoorstelbaar. Je loopt naar het enige raam in de kamer. De ruit voelt ontzettend koud aan. Het wordt winter in Engeland. Het is guur geweest, de laatste tijd. En de afgelopen nacht is er zelfs een zware storm over Londen getrokken. Je hebt nog nooit iemand dat troosteloze huis zien in- of uitgaan, maar toch komt de postbode er nog regelmatig langs om zijn enveloppen door de gebroken ruit in de voordeur te duwen, want de brievenbus zit al jaren dichtgespijkerd. Mannen urineren er in het portiek. Een van de straatmeiden oefent er haar beroep uit, en de balustrade zit al sinds jaar en dag onder de schuttingwoorden. Tal van venstergaten zijn met planken dichtgetimmerd. Tegen de gevel woekert een vlinderstruik. Je hebt het gevoel dat de bewoner van die kamer een man is. Op een keer gleed er rond middernacht een schaduw langs het bovenste raam — tenminste dat dacht je — en de manier waarop die bewoog had iets mannelijks. Er was een tijd dat je over hem lag te denken — Hoe kan hij nou in z’n eentje in zo’n oud, half kapot gebombardeerd huis wonen? Van wie komen die brieven? Waar gaan ze over? — want dat hielp je de meedogenloze uren voordat het dag werd door te komen. Maar vanmorgen is iemand anders weer bij je langs geweest, uit datzelfde licht vreemd genoeg, uit een onzichtbaar vertrek, uit een stad waar je de laatste dertien jaar hebt gewoond, maar die je nooit redenen heeft gegeven om je er thuis te voelen. Dat is ons allemaal weleens overkomen, dat ineens iemand in ons hoofd komt aanwaaien die we dachten vergeten te zijn of welbewust uit onze gedachten hadden verbannen. Maar vandaag zal blijken dat degene die rondwaart, weigert zich te laten verbannen, een emigrant is die hardnekkig probeert thuis te komen.”
Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.