Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang, Nichita Stănescu, Hartmut Lange, Marge Piercy

De Nederlandse dichter Rob Boudestein werd geboren op 31 maart 1947 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Rob Boudestein op dit blog.

 

4 Staatslieden: Kuyper

Een manisch depressieve schriftgeleerde,
geducht om zijn immense diarree
van woorden. Hij schiep VU en ARP
en was de hoofdman der gereformeerden.

De in zijn kring afgodisch haast vereerde
werd Kamerlid, was vier jaar lang premier,
verloor daarna; er kwam geen Kuyper II.
Ook later niet omdat het tij toen keerde.

De krant ‘Het Volk’ onthulde een schandaal.
Door lintjeshandel en een roomse snol,
bekwaam in ‘de perversiteit suceeren’

(bedoeld wordt hier bevrediging, oraal),
was het gedaan met Kuyper’s heldenrol;
hij trok zich terug en zou niet meer regeren.

 

 
Rob Boudestein (Den Haag, 31 maart 1947)
Den Haag

 

De Russische essayist, criticus en schrijver Kornej Ivanovitsj Tsjoekovski werd geboren in Sint-Petersburg op 31 maart 1882. Zie ook alle tags voor Kornej Tsjoekovski op dit blog.

 

Crocodile (Fragment)
(an old tale)

Meets Crocodile:
“Anyone I have not forgotten,
And for each of you
I have gifts in store!
Lev –
Halva,
The monkey –
Gingerbread,
Eagle –
Candy,
The Hippo –
Books,
Buffalo – rod,
The ostrich – pipe,
The elephant – candy,
And the Elephant – gun…”

Only Tohoshinki,
Only Konoshenko
Not presented
Crocodile
Anything.

Cry Totosha with Cocosa:
“Daddy, you are so bad!
Even for stupid Sheep
Do you have candy.
We don’t someone else,
We are your children, family,
So why, why
Do we not brought anything?”

Smiled, laughed Crocodile:
“No, cubs, I don’t forgot:
Here’s a Christmas tree scented, green,
From far from Russia brought,
All wonderful hung with toys,
Gilded nuts, crackers.
That candle we are on the Christmas tree will light,
That song we sing Christmas tree:
“Man you served to kids
Serve now and us and us and us!”

 

 
Kornej Tsjoekovski (31 maart 1882 – 28 oktober 1969)
Hier met Alexander Blok (links)

 

De Schotse dichter, schrijver en journalist Andrew Lang werd geboren op 31 maart 1844 in Selkirk. Zie ook alle tags voor Andrew Lang op dit blog.

 

Robin Hood And The Monk (Fragment)

In somer when the shawes be sheyne,
And leves be large and longe,
Hit is full mery in feyre foreste
To here the foulys song.

To se the dere draw to the dale,
And leve the hilles hee,
And shadow hem in the leves grene,
Vndur the grene-wode tre.

Hit befell on Whitsontide,
Erly in a may mornyng,
The son vp fayre can shyne,
And the briddis mery can syng.

‘This is a mery mornyng,’ seid Litulle Johne,
‘Be hym that dyed on tre;
A more mery man than I am one
Lyves not in Cristiante.’

‘Pluk vp thi hert, my dere mayster,’
Litulle Johne can sey,
‘And thynk hit is a fulle fayre tyme
In a mornynge of may.’

‘Ze on thynge greves me,’ seid Robyne,
‘And does my hert mych woo,
That I may not so solem day
To mas nor matyns goo.

 

 
Andrew Lang (31 maart 1844 – 20 juli 1912)
Portret door Sir William Blake Richmond, 1855

 

De Roemeense dichter en essayist Nichita Stănescu werd geboren op 31 maart 1933 in Ploieşti. Zie ook alle tags voor Nichita Stănescu op dit blog.

 

Distance

Distance is the cog wheel
on the haunted axle of my hearing,
grinding fine the deadened mind
of that unborn god
waiting to be caught
by the earth’s blue speed,
and carrying in a handled urn
the plucked heart – ours,
it’s beating, it’s heard, it’s beating, it’s heard,
a sphere in wild growth –
the roads are wet with tears,
memory frail and elastic,
a sling for stones, a gondola
drowned in childlike Venices,
a tooth yanked from the cells with a string –
down the empty socket of Vesuvius. And you exist.

 

The Hieroglyph

What loneliness
to find no meaning
when there is a meaning

And what loneliness
to be blind in the full light of day, –
and deaf, what loneliness,
amidst the swelling of a song

But not to understand
when there is no meaning,
and to be blind in the middle of the night,
and deaf when silence is complete, –
oh, loneliness within loneliness!

 

 
Nichita Stănescu (31 maart 1933 – 13 december 1983)

 

De Duitse schrijver Hartmut Lange werd geboren op 31 maart 1937 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Hartmut Lange op dit blog.

Uit: Das Konzert

„Zuletzt erschien Liebermann, hüstelte verlegen, sprach davon, daß die Philharmonie einer belagerten Festung glich, wollte wieder fort, aber seine Blicke auf Frau Altenschul und die Unmißverständlichkeit, mit der er ihr seinen Arm bot, um sie endlich, es war höchste Zeit, in die gemeinsame Loge zu führen, blieben ohne Erfolg. Sie machte sich Sorgen, ob Lewanski für seinen Auftritt in angemessener Weise gekleidet sein würde, und sie wollte partout, daß er den weißen Seidenschal lose um den Kragen legen und damit seinem Auftritt das allzu Feierliche nehmen sollte.
Über den Rest, versicherte sie, müsse man sich keine Gedanken machen, und sie zitierte als unumstößlichen Beweis eine Nachricht, die ihr Lewanski vor ein paar Tagen hatte zukommen lassen:
»Liebe, verehrte Freundin, denken Sie nicht, ich sei undankbar oder ich hätte es bereut, in Ihrer Nähe wieder seßhaft zu werden. Ich weiß, wie sehr Sie mich lieben, ich bewundere Ihre Hartnäckigkeit, mit der Sie unser aller Schicksal rückgängig machen wollen. Ich spiele Beethoven, immer nur Beethoven, und ich kann Ihnen sagen, daß ich voller Zuversicht bin.«
In der Tür, aber so, daß er mit seinem Rücken die Wand des Korridors fast berührte, stand Schulze-Bethmann.
Er wollte offenbar etwas sagen, fand aber keine Gelegenheit, und man wunderte sich, daß er, der sonst in fast unhöflicher Weise zurückhaltend war, derart im Wege stand, und Liebermann hatte Mühe, an ihm vorbeizukommen, als er mit den Worten: »Gut, dann werde ich das Schauspiel allein genießen« die Garderobe verlassen wollte.
»Wir werden Nachbarn sein«, sagte Schulze-Bethmann, »und ich habe einen Gast mitgebracht, der Sie durchaus nicht erschrecken soll.«
»Was meinen Sie?« fragte Frau Altenschul, die immer bereit war, eine gewisse Gereiztheit, die sie beim Anblick Schulze-Bethmanns überkam, nicht zu unterdrücken.
»Da es, wie ich höre, ein Auferstehungskonzert werden soll«, sagte Schulze-Bethmann, »sollte man auch den Gedanken an eine Versöhnung nicht außer acht lassen.«
»Das ist doch selbstverständlich«, sagte Frau Altenschul.“

 

 
Hartmut Lange (Berlijn, 31 maart 1937)
Cover

 

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit. Zie ook alle tags voor Marge Piercy op dit blog.

 

Season of skinny candles

A row of tall skinny candles burns
quickly into the night
air, the shames raised
over the rest
for its hard work.

Darkness rushes in
after the sun sinks
like a bright plug pulled.
Our eyes drown in night
thick as ink pudding.

When even the moon
starves to a sliver
of quicksilver
the little candles poke
holes in the blackness.

A time to eat fat
and oil, a time to gamble
for pennies and gambol.

 

The seder’s order

The songs we join in
are beeswax candles
burning with no smoke
a clean fire licking at the evening

our voices small flames quivering.
The songs string us like beads
on the hour. The ritual is
its own melody that leads us

where we have gone before
and hope to go again, the comfort
of year after year. Order:
we must touch each base

of the haggadah as we pass,
blessing, handwashing,
dipping this and that. Voices
half harmonize on the brukhahs.

Dear faces like a multitude
of moons hang over the table
and the truest brief blessing:
affection and peace that we make.

 

 
Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

Zie voor de schrijvers van de 31e maart ook mijn vorige blog van vandaag.

Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang, Nichita Stănescu, Hartmut Lange, Marge Piercy

De Nederlandse dichter Rob Boudestein werd geboren op 31 maart 1947 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Rob Boudestein op dit blog.

Mont Ventoux

De Reus werd door Petrarca reeds bedwongen
en velen hebben het nadien gedaan.
Een zware klim, schreef hij, maar boze tongen

beweren dat hij daar nooit heeft gestaan;
de schepper van onsterfelijke zinnen
is enkel in de geest bergop gegaan.

Een renner hoeft daar niet aan te beginnen,
beestachtig afzien wordt van hem verwacht;
met metaforen valt geen rit te winnen.

Het snot voor ogen! En ontbreekt de macht,
neemt hij soms toevlucht tot het clandestiene.
Tom Simpson heeft die missie niet volbracht;

moraal en hitte sloopten zijn machine.
Wat ook niet hielp was de amfetamine.

 
Rob Boudestein (Den Haag, 31 maart 1947)

Lees verder “Rob Boudestein, Kornej Tsjoekovski, Andrew Lang, Nichita Stănescu, Hartmut Lange, Marge Piercy”

Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange

De Nederlandse schrijfster en journaliste Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook alle tags voor Marga Minco op dit blog.

Uit: ‘Het Bittere Onkruid’

“De sterren

Van het raam van mijn kamer uit zag ik in de verte mijn vader aankomen. Sinds enige weken was ik uit het ziekenhuis. Wel moest ik nog een paar uur per dag rusten, maar ik was geheel hersteld.

Meer dan deze straat kende ik van Amersfoort nog niet. Het was een stille buitenwijk met nieuwe, twee aan twee gebouwde huizen, omringd door tuinen.

Mijn vader liep met korte, stevige passen en nam met een zwierig gebaar zijn hoed af voor een vrouw, die in haar voortuin bloemen stond te plukken. Zij scheen iets tegen hem te zeggen, want hij hield even zijn pas in. Toen hij vlak bij het huis was, zag ik dat hij een pakje in zijn hand hield. Een bruin pakje. Ik ging naar beneden, stak mijn hoofd om de huiskamerdeur en kondigde aan:

‘Daar komt vader met een pakje.’

‘Wat zit er in?’ vroeg ik bij de voordeur.

‘Waarin?’ vroeg mijn vader, die rustig jas en hoed ophing. Hij had het pakje op de kapstok gelegd.

‘Nou,’ zei ik ongeduldig, ‘in dat pakje, dat je bij je hebt.’

‘Je zult het wel zien,’ zei hij. ‘Kom maar.’

Ik volgde hem naar binnen. Daar legde hij het op tafel, terwijl iedereen er nieuwsgierig naar keek. Er zat een touwtje omheen, waarvan hij eerst geduldig de knopen lospeuterde. Daarna vouwde hij het papier open. Het waren de sterren.

‘Ik heb er voor allemaal wat meegebracht,’ zei hij, ‘dan kunnen jullie ze op al je jassen naaien.’ Mijn moeder nam er een uit het pakje en bekeek die aandachtig. ‘Ik zal eens zien of ik gele zij in huis heb,’ zei ze.

‘’t Is oranje,’ zei ik, ‘je moet er oranje garen voor gebruiken.’

‘Het lijkt mij beter,’ zei Lotte, de vrouw van mijn broer, ‘om garen in de kleur van je mantel te nemen.’

Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)

Cover

Lees verder “Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange”

Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange

De Nederlandse schrijfster en journaliste Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook alle tags voor Marga Minco op dit blog.

Uit: Kampeerbekers

„In de winter van 1942-1943 zeiden ze tegen ons: ‘Jullie hadden al lang weg moeten zijn’. Maar we haalden onze schouders op. We bleven. Ik mocht nu ook iedere dag langer op. Het was maanden geleden dat ik buiten gewandeld had. Ik ging achter ons huis om, de landweg in, die op het bos uitkwam. Omdat we tijdens mijn kuur in een andere plaats waren gaan wonen, was ik hier nog niet eerder geweest. Het was er heel stil. Af en toe kwam een boer voorbij met melkkannen. Hij groette schuw, maar dat zou hij iedereen gedaan hebben. Een magere hond wandelde met me mee. De schelle roep van een vrouw klonk in de verte. Vliegtuigen vlogen zacht zoemend over.

Op een dag kwam ik van een wandeling thuis en vond drie brieven in de bus. Het waren lange, gele enveloppen. Onze namen stonden er voluit op en ook de datum van onze geboorte. Het waren de oproepen.

‘We moeten ons melden’, zei mijn broer.

‘Ik voel er weinig voor’, zei zijn vrouw. Ze waren pas getrouwd en alles was nog erg nieuw in het huis.

‘We zullen iets van de wereld zien, het lijkt me wel avontuurlijk’, zei mijn broer.

‘Het zal een enorme reis zijn’, zei ik, ‘ik ben nog nooit over de grens geweest’.

We kochten rugzakken en voerden onze kleren met bont en flanel. We stopten overal doosjes vitaminen in. Ze hadden ons gezegd dat we dat doen moesten. Op de oproep stond ook nog dat we kampeerbekers moesten meenemen. Mijn broer ging ze in de stad kopen. Toen hij al bijna de straat uit was, kwam ik hem snel achterop.

‘Ik ga even mee’, zei ik, ‘ze zullen niet gemakkelijk te krijgen zijn’.

‘Denk je?’ vroeg mijn broer, ‘we zullen zien’.

In een bazar, waar we eerst voorbij kwamen, zagen we alleen maar stenen bekers. ‘Die breken te gauw onderweg’, zei mijn broer. In een volgende winkel hadden ze wel kampeerbekers, maar die vond mijn broer te klein. ‘Daar kan niks in’, zei hij.“

Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)

Lees verder “Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange”

Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange

De Nederlandse schrijfster en journaliste Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008. en ook mijn blog van 31 maart 2009 en ook mijn blog van 31 maart 2010.

 

Uit: Rose schuimpjes

 

‘Mag ik een ons schuimpjes?’ vroeg hij.

‘Hebt u een vergunning?’ vroeg het meisje achter de toonbank.

‘Nee,’ zei hij.

‘Dan gaat ’t niet, dat weet u.’

‘Wilt u ze mij niet zó verkopen?’ Hij bracht zijn gezicht iets dichter bij het hare.

‘Ik kijk wel uit. Mij te riskant. Mag ’t niet iets anders wezen? Ik heb verse boterbiesjes, kletskoppen, kano’s, spritsen, macarons…’

‘Het klinkt heel smakelijk allemaal, maar ik kom voor schuimpjes.’

‘Meneer, ik mag ’t niet doen.’ Ze keek over zijn schouder alsof ze de volgende klant wilde helpen. Maar er was verder niemand in de winkel.

Hij bleef staan en boog zich nog wat meer naar haar toe. ‘Wilt u voor deze keer niet eens over uw hart strijken?’

‘Ik heb alleen rose schuimpjes,’ zei ze.

‘Dat komt goed uit. Die wou ik net hebben.’ Hij zette zijn tas voor haar neer, deed hem open en liet haar een koffieblik zien, waarvan hij het deksel afnam. ‘Als u ze hier in doet, kraait er geen haan naar.’

‘Vooruit dan maar.’ Het meisje zuchtte. ‘Voor deze ene keer wil ik ze u wel klandestien verkopen. Maar zegt u in godsnaam nooit tegen iemand dat u ze van mij hebt.’ Ze bukte zich achter de toonbank, zodat hij alleen nog haar rug zag met de gekruiste witte schortbanden.

Hij hoorde haar in een trommel scharrelen en hield zijn tas alvast zo ver mogelijk open. Toen ze weer recht stond, deed ze snel het zakje in het blik.

‘Dat is dan tweevijftig,’ zei ze.

‘Pardon?’ Hij schrok. ‘Kost een ons schuimpjes tweevijftig?’

‘Wat wilt u? Zonder vergunning. Denkt u eens aan het risiko dat ik loop.’

Hij knikte. ‘Het is goed,’ zei hij, legde een biljet van een rijksdaalder voor haar neer en verliet de winkel.

Toen hij de tramhalte aan de overkant van de straat had bereikt zag hij een agent langzaam op zich af komen. Gelukkig schoof op dat moment net een lijn 14 langs de vluchtheuvel. Hij holde er naar toe en wist in het gedrang met moeite een plaats te vinden op het achterbalkon. Aan de hand waarmee hij de lus vasthield hing ook zijn tas. Een vrouw vroeg of hij er soms eieren in had zitten, maar hij deed of hij haar niet hoorde. Hij neuriede wat en keek naar buiten. Bij de volgende halte stapte een kontroleur in. Dat beviel hem niet. ‘Nu moeten we onze tassen openmaken,’ dacht hij en terwijl de tram optrok sprong hij er af en holde een zijstraat in, waar hij bedaard verder liep nadat hij had vastgesteld dat niemand hem volgde. Even overwoog hij of hij een taxi naar Francien zou nemen, maar hij zag er van af. De schuimpjes waren al duur genoeg geweest.“

 

 

 

Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)

Lees verder “Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange”

Marge Piercy, Judith Rossner, Rob Boudestein, Hartmut Lange, John Fowles, Andrew Marvell, Edward FitzGerald, Andrew Lang, Robert Brasillach

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit.  Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008 en ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Colors Passing Through Us

 

Purple as tulips in May, mauve

into lush velvet, purple

as the stain blackberries leave

on the lips, on the hands,

the purple of ripe grapes

sunlit and warm as flesh.

Every day I will give you a color,

like a new flower in a bud vase

on your desk. Every day

I will paint you, as women

color each other with henna

on hands and on feet.

 

Red as henna, as cinnamon,

as coals after the fire is banked,

the cardinal in the feeder,

the roses tumbling on the arbor

their weight bending the wood

the red of the syrup I make from petals.

 

Orange as the perfumed fruit

hanging their globes on the glossy tree,

orange as pumpkins in the field,

orange as butterflyweed and the monarchs

who come to eat it, orange as my

cat running lithe through the high grass.

 

Yellow as a goat’s wise and wicked eyes,

yellow as a hill of daffodils,

yellow as dandelions by the highway,

yellow as butter and egg yolks,

yellow as a school bus stopping you,

yellow as a slicker in a downpour.

 

Here is my bouquet, here is a sing

song of all the things you make

me think of, here is oblique

praise for the height and depth

of you and the width too.

Here is my box of new crayons at your feet.

 

Green as mint jelly, green

as a frog on a lily pad twanging,

the green of cos lettuce upright

about to bolt into opulent towers,

green as Grand Chartreuse in a clear

glass, green as wine bottles.

 

Blue as cornflowers, delphiniums,

bachelors’ buttons. Blue as Roquefort,

blue as Saga. Blue as still water.

Blue as the eyes of a Siamese cat.

Blue as shadows on new snow, as a spring

azure sipping from a puddle on the blacktop.

 

Cobalt as the midnight sky

when day has gone without a trace

and we lie in each other’s arms

eyes shut and fingers open

and all the colors of the world

pass through our bodies like strings of fire.

 

piercy

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

De Amerikaanse schrijfster Judith Rossner werd geboren als Judith Perelman op 31 maart 1935 in New York. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Uit: Perfidia

 

„She was raised on a farm west of Montreal, ran away from home when she was sixteen. In 1965. She packed her knapsack with some clothes and necessities, plus she stole her favorite two of her father’s 78’s that the two of them listened to together on the phonograph in the kitchen. “Perfidia” and “Remember.” Her mother had no use for music and they’d never bought a more modern system. She stayed with the first man who gave her a hitch until she lied about her age and got a job as a waitress. She’d changed her name a few times, but I think that she’d settled on Anita by then. She alwaysinsisted that she wasn’t pretty, though I thought she was beautiful, and she was terribly sexy, with a big bosom, great legs, and a lively, teasing manner with men. She had no trouble connecting with them in those days when even the middle class had begun to think that sex was free and easy. After a couple of years in Montreal, she hitched to Toronto, which she’d say she eventually left because it was too clean. She had stories about the café and restaurant owners she worked for and slept with. She called them Pierre One, Pierre Two and so on, though they mostly weren’t French. (My given name was Madeleine. She claimed it was one of the few things my father ever insisted upon. She didn’t like it because it was French.) When she told the umpteenth Pierre that she was leaving Toronto, and he said she had to stay until he found another waitress, she suggested he bring in the cow who was his wife, it wouldn’t hurt for her to know what it was like to work for a living.
My mother told stories like that more readily than she told ones in which she did something nice. Nor did she ever make any effort to conceal her sexual adventures from me, though she was occasionally surprised or amused that I knew as much as I did.“

 

Rossner

Judith Rossner (31 maart 1935 – 9 augustus 2005)

 

De Nederlandse dichter Rob Boudestein werd geboren op 31 maart 1947 in Den Haag. Boudestein begon pas op latere leeftijd met schrijven. Hij is al langere tijd werkzaam als docent economie; de laatste jaren bij een instelling voor HBO te Groningen. Boudestein publiceerde verhalen in vele tijdschriften. Gedichten publiceerde hij in Wel, het Drents letterkundig tijdschrift Roet, Meulenhoffs Dagkalender (2001 en 2004) en de Tuinscheurkalender.

Impressie

Achter een raam, bij neonlicht
Showt blonde Nel haar handelswaar
En met geroutineerd gebaar
Brengt zij haar roze vlees in ’t zicht.

Ach, denkt het jonge blonde wicht
Het is gewoon m’n werk, nietwaar?
Zelf vindt ze het niet zo’n bezwaar
Maar ’t is wel om het geld, allicht.

Een jonge man loopt langs haar ruit,
Hij aarzelt, neemt dan een besluit.
Wordt hij haar eerste klant vandaag?

Wat of het kost wil hij graag weten.
Ze noemt een prijs, wat afgemeten.
Hij knikt. ‘Maar dun gesneden graag.’

Boudestein

Rob Boudestein (Den Haag, 31 maart 1947)

 

De Engelse romanschrijver en essayist John Fowles werd geboren in Leigh-on-Sea (Essex) op 31 maart 1926. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.en ook mijn blog van 31 maart 2009.

Uit: The Journals

 „25 September (1949)
3 a.m. Beautifully played New Orleans jazz, with clarinet in low register, and very jazzy tuba and cornet. Bessie Smith singing. This sort of stuff has in it the germ of music that will last.
Op. 55. Splendidly vigorous, with some of the secret lyricality of the last quartets.2

Writing fever. Can’t get any university work done. Full of ideas for ‘Cognac’ and full of frustration at not having the time to do them. ‘Cognac’ must aim at being popular, with art overboard. The idea came all in two hours last night and this morning.

30 September
Another appalling half-hour of talk. When screaming was close. Talk of the utmost banality, on prices of mattresses, on Mrs Ramsey’s daughter who married a doctor in Montreal. A few comments are made on poetry. So hopeless to try and explain. They would never understand. No mention of art can ever be developed in case we are ‘highbrow’ – God, how I hate that word! No philosophy is mentioned, without Thomas Hardy and Darwin getting dragged in. It is la mere. Her attitude to conversation is one of complete alertness. I must break in, and I must say something – and in she breaks and says something, whether she has any knowledge, real opinion or not. It is with great difficulty that I can keep my oyster silence. But I must not hurt. With le pere, it is partly a defence; modernity is ignored, age is suspicious of invention.
I feel violent with ‘hate’ against this bloody town. Least violent, now, against the geographical situation (once I longed for Devon), most against the way of life, and then the people who allow it to sap all the beauty of life out of them. All my sympathy goes out to the boy who ran away to be a bullfighter. I’m sure he must have ‘felt’ the complete horror of this place. This town can have as much horror mentally for a sensitive person as a blitzed city may have, physically, for a turnip. It is the unsociability, the not-knowing-anyone, the having-no-colour, that kills. No interesting people to talk to, no sincere people, no unusual things to do.
Then there is ‘niceness’ as a standard of judgement – God, how I hate that word, too! – ‘a nice girl’, ‘a nice road’. Nice = colourless, efficient, with nose glued to the middle path, with middle interests, dizzy with ordinariness. Ugh!“

JohnFowles
John Fowles (31 maart 1926 – 5 november 2005)

 

De Engelse dichter Andrew Marvell werd geboren in Winestead, Yorkshire op 31 maart 1621 in Londen. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Bermudas

Where the remote Bermudas ride

In th’ Oceans bosome unespy’d,

From a small Boat, that row’d along,

The listning Winds receiv’d this Song.

What should we do but sing his Praise

That led us through the watry Maze,

Unto an Isle so long unknown,

And yet far kinder than our own?

Where he the huge Sea-Monsters wracks,

That lift the Deep upon their Backs.

He lands us on a grassy stage;

Safe from the Storms, and Prelat’s rage.

He gave us this eternal Spring,

Which here enamells every thing;

And sends the Fowl’s to us in care,

On daily Visits through the Air,

He hangs in shades the Orange bright,

Like golden Lamps in a green Night.

And does in the Pomgranates close,

Jewels more rich than Ormus show’s.

He makes the Figs our mouths to meet;

And throws the Melons at our feet.

But Apples plants of such a price,

No Tree could ever bear them twice.

With Cedars, chosen by his hand,

From Lebanon, he stores the Land.

And makes the hollow Seas, that roar,

Proclaime the Ambergris on shoar.

He cast (of which we rather boast)

The Gospels Pearl upon our coast.

And in these Rocks for us did frame

A Temple, where to sound his Name.

Oh let our Voice his Praise exalt,

Till it arrive at Heavens Vault:

Which thence (perhaps) rebounding, may

Eccho beyond the Mexique Bay.

Thus sung they, in the English boat,

An holy and a chearful Note,

And all the way, to guide their Chime,

With falling Oars they kept the time.

 

Marvell
Andrew Marvell (31 maart 1621 – 16 augustus 1678)

 

De Engelse dichter, schrijver en vertaler Edward FitzGerald werd geboren in Woodbridge, Suffolk, op 31 maart 1809. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

The Meadows In Spring

‘Tis a dull sight

To see the year dying,

When winter winds

Set the yellow wood sighing:

Sighing, oh! sighing.

 

When such a time cometh,

I do retire

Into and old room

Beside a bright fire:

Oh, pile a bright fire!

 

And there I sit

Reading old things,

Of knights and lorn damsels,

While the wind sings—

Oh, drearily sings!

 

I never look out

Nor attend to the blast;

For all to be seen

Is the leaves falling fast:

Falling, falling!

 

But close at the hearth,

Like a cricket, sit I,

Reading of summer

And chivalry—

Gallant chivalry!

 

Then with an old friend

I talk of our youth!

How ’twas gladsome, but often

Foolish, forsooth:

But gladsome, gladsome!

 

Or to get merry

We sing some old rhyme,

That made the wood ring again

In summertime—

Sweet summertime!

 

Then go we to smoking,

Silent and snug:

Nought passes between us,

Save a brown jug—

Sometimes!

 

And sometimes a tear

Will rise in each eye,

Seeing the two old friends

So merrily—

So merrily!

 

And ere to bed

Go we, go we,

Down on the ashes

We kneel on the knee,

Praying together!

 

Thus, then, live I,

Till, ‘mid all the gloom,

By heaven! the bold sun

Is with me in the room

Shining, shining!

 

Then the clouds part,

Swallow soaring between;

The spring is alive,

And the meadows are green!

 

I jump up, like mad,

Break the old pipe in twain,

And away to the meadows,

The meadows again!

 

FitzGerald
Edward FitzGerald (31 maart 1809 – 14 juni 1883)

 

De Schotse dichter, schrijver en journalist Andrew Lang werd geboren op 31 maart 1844 in Selkirk. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

RHYME OF RHYMES

Wild on the mountain peak the wind
Repeats its old refrain,
Like ghosts of mortals who have sinned,
And fain would sin again.

For “wind” I do not rhyme to “mind,”
Like many mortal men,
“Again” (when one reflects) ’twere kind
To rhyme as if “agen.”

I never met a single soul
Who SPOKE of “wind” as “wined,”
And yet we use it, on the whole,
To rhyme to “find” and “blind.”

We SAY, “Now don’t do that AGEN,”
When people give us pain;
In poetry, nine times in ten,
It rhymes to “Spain” or “Dane.”

Oh, which are wrong or which are right?
Oh, which are right or wrong?
The sounds in prose familiar, quite,
Or those we meet in song?

To hold that “love” can rhyme to “prove”
Requires some force of will,
Yet in the ancient lyric groove
We meet them rhyming still.

This was our learned fathers’ wont
In prehistoric times,
We follow it, or if we don’t,
We oft run short of rhymes.

Lang
Andrew Lang (31 maart 1844 – 20 juli 1912)
Portret door Sir William Blake Richmond 

 

De Franse schrijver, dichter en journalist Robert Brasillach werd geboren in Perpignan op 31 maart 1909. Zie ook mijn blog van 31 maart 2009.

 

Les Noms Sur Les Murs

D’autres sont venus par ici,

Dont les noms sur les murs moisis,

Se défont déjà, et s’écaillent.

Ils ont souffert et espéré,

Et parfois l’espoir était vrai,

Parfois il dupait ces murailles.

 

Venus d’ici, venus d’ailleurs,

Nous n’avions pas le même coeur,

Nous a-t-on dit. Faut-il le croire ?

Mais qu’importe ce que nous fûmes !

Nos visages noyés de brume

Se ressemblent dans la nuit noire.

C’est à vous, frères inconnus,

Que je pense le soir venu,

O mes fraternels adversaires

Hier est proche d’aujourd’hui.

Malgré nous, nous sommes unis

Par l’espoir et par la misère.

 

Je pense à vous, vous qui rêviez,

Je pense à vous qui souffriez,

Dont aujourd’hui j’ai pris la place.

Si demain la vie est permise,

Les noms qui sur ces murs se brisent

Nous seront-ils nos mots de passe ?

 

Brasilach
Robert Brasillach (31 maart 1909 – 6 februari 1945)

 

 

De Duitse dichteres en schrijfster Angela Kreuz werd geboren in Ingolstadt op 31 maart 1969. Zie ook mijn blog van 25 juli 2009.

Im Turm

der Wind verfängt sich
in der schaurigen Stille,
eine abgerissene Spirale
aus moosgrünem Licht
windet sich empor,
die Decke ein lauernder Stein
in der Höhe.
der Blick nach oben gleicht dem
in einen Brunnenschacht –
draußen das federnde Gras so weich, wie zum Trost

Angela_Kreuz.jpg
Angela Kreuz (Ingolstadt, 31 maart 1969)

Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Marge Piercy, Judith Rossner, Hartmut Lange, John Fowles, Andrew Marvell, Edward FitzGerald, Andrew Lang, Robert Brasillach, Peter Motte

De Nederlandse schrijfster en journaliste Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.

Uit: De Val

“‘En die open put?’
‘Jij staat er toch bij? Is er iets met je ogen?’
‘Had het deksel er dan zolang opgelaten.’
‘Onzin. Kan ie intussen uitblazen.’
Verstrijen keek zijn maat na, die zich met kleine, stijve passen verwijderde en door een zijdeur in het gebouw verdween. De hete damp uit de put kwam recht op hem af. Een paar seconden lang werd hij er helemaal door omhuld. Hij stapte blindelings achteruit, wreef over zijn gezicht en bette met zijn vingerknokkels zijn tranende ogen. Stom van hem om tegen de wind in te gaan staan. Weer had hij die verontrustende ervaring dat hitte en kou hem op hetzelfde moment overvielen en murw maakten.
Hij begon heen en weer te benen, de kraag van zijn jekker op, zijn handen in zijn zakken. Hij was rillerig, hij had zin in een sigaret, maar hij vond het te koud om er een te draaien. Op het deksel van de GEB-put bleef hij staan en speurde de gevel van het gebouw af. Misschien verscheen er weer ergens een mooie meid in een kecke trui voor het raam. Als ze tegen hem lachte was het goed. Maar het enige wat hij zag was een streng ogende man in een donker pak die hem vluchtig bekeek en zich meteen omdraaide. De kloot.
Ik had het niet moeten doen, dacht hij. Je loste er niets mee op. Met zijn jas al aan was hij naar de slaapkamer gelopen. Hij wist dat ze deed of ze sliep en het had hem opnieuw razend gemaakt. Hij had haar uit bed gesleurd en even met het warme, slaperige lichaam geen raad geweten. Toen had hij uitgehaald. Tewijl ze terugviel op het dek was hij de deur uit gestormd.”

minco

Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)

 

De Mexicaanse schrijver, dichter, en diplomaat Octavio Paz werd geboren op 31 maart 1914 in Mixcoac, tegenwoordig een deel van Mexico-stad. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.

Between going and staying the day wavers

Between going and staying the day wavers,
in love with its own transparency.

The circular afternoon is now a bay
where the world in stillness rocks.

All is visible and all elusive,
all is near and can’t be touched.

Paper, book, pencil, glass,
rest in the shade of their names.

Time throbbing in my temples repeats
the same unchanging syllable of blood.

The light turns the indifferent wall
into a ghostly theater of reflections.

I find myself in the middle of an eye,
watching myself in its blank stare.

The moment scatters. Motionless,
I stay and go: I am a pause.

 

Brotherhood

Homage to Claudius Ptolemy

 

I am a man: little do I last
and the night is enormous.
But I look up:
the stars write.
Unknowing I understand:
I too am written,
and at this very moment
someone spells me out.

 

Octavio_Paz

Octavio Paz (31 maart 1914 – 19 april 1998)

 

De Roemeense dichter en essayist Nichita Stănescu werd geboren op 31 maart 1933 in Ploieşti. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.

 

Sentimental story

Then we met more often.
I stood at one side of the hour,
you at the other,
like two handles of an amphora.
Only the words flew between us,
back and forth.
You could almost see their swirling,
and suddenly,
I would lower a knee,
and touch my elbow to the ground
to look at the grass, bent
by the falling of some word,
as though by the paw of a lion in flight.
The words spun between us,
back and forth,
and the more I loved you, the more
they continued, this whirl almost seen,
the structure of matter, the beginnings of things.

 

Unwords

He offered me a leaf like a hand with fingers.
I offered him a hand like a leaf with teeth.
He offered me a branch like an arm.
I offered him my arm like a branch.
He tipped his trunk towards me
like a shoulder.
I tipped my shoulder to him
like a knotted trunk.
I could hear his sap quicken, beating
like blood.
He could hear my blood slacken like rising sap.
I passed through him.
He passed through me.
I remained a solitary tree.
He
a solitary man.

 

Vertaald door Thomas Carlson and Vasile Poenaru

Stanescu

Nichita Stănescu (31 maart 1933 – 13 december 1983)

 

 

De Spaanse schrijver Enrique Vila-Matas werd geboren in Barcelona op 31 maart 1948. Vila-Matas is een van de belangrijkste hedendaagse Spaanse auteurs. Hij is een internationale bestsellerauteur sinds hij in 2003 voor De waan van Montano zowel de Premio de la Crítica ontving als de prestigieuze Prix Médicis voor het beste buitenlandse boek van het jaar.

Uit: Paris hat kein Ende (Vertaald door Petra Strien)

„Ich reiste nach Key West, Florida, und meldete mich bei dem diesjährigen Wettbewerb für Doppelgänger des Schriftstellers Ernest Hemingway an. Die Veranstaltung fand im ›Sloppy Joe’s‹ statt, der Lieblingsbar des Autors in Cayo Hueso im äußersten Süden von Florida. Ich brauche wohl kaum zu erwähnen, dass die Teilnahme an diesem Wettbewerb – der einen großen Zulauf von kräftigen, graubärtigen Männern verzeichnete, allesamt auf lächerliche Weise detailversessene Hemingwaydoubles – ein einmaliges Erlebnis war.

Seit ich durch zu viel Alkoholgenuss ein wenig beleibter werde, bilde ich mir in den letzten Jahren – trotz der gegenteiligen Ansicht meiner Frau und meiner Freunde – ein, Hemingway, dem Idol meiner Jugend, immer ähnlicher zu werden. Zwar hat mir darin noch nie jemand Recht geben wollen, doch ich bin nun einmal dickköpfig und habe mich daher im letzten Sommer kurz entschlossen bei dieser Veranstaltung beworben, um alle eines Besseren zu belehren.

Vorweg sei gesagt, dass ich mich entsetzlich blamiert habe. Ich bin also tatsächlich nach Key West gereist, habe an dem Wettbewerb teilgenommen und schnitt als Letzter ab; besser gesagt, ich schied vorzeitig aus; na ja, man hat mich disqualifiziert, und was das Schlimmste ist, nicht etwa wegen meines falschen Bartes – davon haben sie gar nichts bemerkt –, sondern weil ich angeblich »jeglicher Ähnlichkeit mit Hemingway entbehrte«.

villamatas1

Enrique Vila-Matas (Barcelona, 31 maart 1948)

 

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit.  Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.

 

Always Unsuitable

  

She wore little teeth of pearls around her neck.

They were grinning politely and evenly at me.

Unsuitable they smirked. It is true

 

I look a stuffed turkey in a suit. Breasts

too big for the silhouette. She knew

at once that we had sex, lots of it

 

as if I had strolled into her diningroom

in a dirty negligee smelling gamy

smelling fishy and sporting a strawberry

 

on my neck. I could never charm

the mothers, although the fathers ogled

me. I was exactly what mothers had warned

 

their sons against. I was quicksand

I was trouble in the afternoon. I was

the alley cat you don’t bring home.

 

I was the dirty book you don’t leave out

for your mother to see. I was the center-

fold you masturbate with then discard.

Where I came from, the nights I had wandered

and survived, scared them, and where

I would go they never imagined.

 

Ah, what you wanted for your sons

were little ladies hatched from the eggs

of pearls like pink and silver lizards

 

cool, well behaved and impervious

to desire and weather alike. Mostly

that’s who they married and left.

 

Oh, mamas, I would have been your friend.

I would have cooked for you and held you.

I might have rattled the windows

 

of your sorry marriages, but I would

have loved you better than you know

how to love yourselves, bitter sisters.

 

 

pierce

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

De Amerikaanse schrijfster Judith Rossner werd geboren als Judith Perelman op 31 maart 1935 in New York. Zij groeide op in de Bronx. Zij verliet het City College of New York om te trouwen met de docent en schrijver Robert Rossner. Judith Rossner is bekend geworden met haar roman Looking for Mr. Goodbar uit 1975, in 1977 verfilmd met Diane Keaton in de hoofdrol. Het succes van dit boelk evenaarde zij niet meer, maar zij bleef schrijven.

Uit: Perfidia

„I was five in 1976, when my mother packed me and her other possessions  into our station wagon, said goodbye to my father and drove me away from  our home in the cool, lush little town of Hanover, New Hampshire. We rode  around and across the country for months before we came to rest in Santa  Fe, where we met Wilkie at the first restaurant we went to. She must have  gotten pregnant with my brother about two hours later. I think she and  Wilkie broke sexually early on, but they never stopped being involved,  one way and another.

My father was–is, I imagine–a professor of American history at Dartmouth. A true academic. I was an excellent student. A model girl, when I was in school. My mother said later she”d thought I wouldn”t know the difference if she took me away from my father, he cared so little about me. We don”t always remember things the same way. Didn”t always. In fact, she remembered things differently from one time to the next. Some of her stories had a sad version and a funny version, with such a difference between the two that you had no idea of what had actually happened.”

rossner

Judith Rossner (31 maart 1935 – 9 augustus 2005)

 

De Engelse romanschrijver en essayist John Fowles werd geboren in Leigh-on-Sea (Essex) op 31 maart 1926. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.

Uit: French Lieutenant’s Woman

 

“They stopped. He stared at the black figure, “But I’m intrigued. Who is this French lieutenant?”
“A man she is said to have . . .”
“Fallen in love b&nwith?”
“Worse than that.”
“And he abandoned her? There is a child?”
“No. I think no child. It is all gossip.”
“But what is she doing there?”
“They say she waits for him to return.”

 

Fowles

John Fowles (31 maart 1926 – 5 november 2005)

 

De Duitse schrijver Hartmut Lange werd geboren op 31 maart 1937 in Berlijn. Toen hij twee jaar was verhuisde de familie naar Polen. In 1946 kwamen hij en zijn  moeder terug in Berlijn. Hij studeerde dramaturgie in Berlin-Babelsberg en was daarna tot 1964 dramaturg aan het Deutsche Theater in Oost-Berlijn. In 1965 verliet Lange de DDR. Sinds 1982 schrijft hij voornamelijk verhalen en novellen. In 2003 ontving hij de Italo Svevo Prijs.

 

Uit: Missing Persons (Vertaald door Helen Atkins)

 

Henninger liked the courteously restrained manner in which they advised him, and was fully aware how inappropriate it was to enter a shop like this merely with the aim of getting rid of a soaked pair of shoes. He looked around, and they showed him a collection of classic and more modern styles. Their shoes were sent to all parts of the world, they explained to Henninger, so that in the end he was prepared to hand over his calling card. Once the measurements had been taken he was allowed to specify all the details according to his own wishes, and he ordered lace-up shoes with three pairs of eyelets, and asked that the pattern on the toecap should be kept as simple as possible. Before he left the shop he was given a pair of light rubber galoshes, and a date was set for the fitting. They assured him that at that stage he could still have some adjustments made to the uppers.
No sooner had Henninger left the shop than he started to regret his decision. On the other hand, ‘Where in all the world,’ he thought, ‘can one still have shoes made-to-measure and sent to one’s home?’
He considered it essential to keep the appointment that had been arranged. And as a result he was able to experience Venice in perfect weather. He stayed on at the same hotel, and went back to the station to change the sleeping-car reservation.
“Two days more or less will hardly make any difference now,” thought Henninger. And that afternoon, when, in a more confident mood induced by the weather, he made another attempt to reach the centre of the city on foot, he had the encounter for which he was somehow already prepared.“

 

Lange

Hartmut Lange (Berlijn, 31 maart 1937)

 

De Engelse dichter Andrew Marvell werd geboren in Winestead, Yorkshire op 31 maart 1621 in Londen. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007.

The Fair Singer

 

TO make a final conquest of all me,

Love did compose so sweet an enemy,

In whom both beauties to my death agree,

Joining themselves in fatal harmony;

That while she with her eyes my heart does bind,

She with her voice might captivate my mind.

 

I could have fled from one but singly fair,

My disentangled soul itself might save,

Breaking the curled trammels of her hair.

But how should I avoid to be her slave,

Whose subtle art invisibly can wreath

My fetters of the very air I breathe?

 

It had been easy fighting in some plain,

Where victory might hang in equal choice,

But all resistance against her is vain,

Who has th’advantage both of eyes and voice,

And all my forces needs must be undone,

She having gained both the wind and sun.

 

Andrew_marvell_statue

Andrew Marvell (31 maart 1621 – 16 augustus 1678)
Standbeeld in Hull

 

De Engelse schrijver en vertaler Edward FitzGerald werd geboren in Woodbridge, Suffolk, op 31 maart 1809. Zijn faam berust vooral op het feit dat hij het werk van de 11e/12e-eeuwse Perzische schrijver en wetenschapper Omar Khayyám in het Westen bekendmaakte. Hij gaf een Engelse versie van diens gedichten uit onder de titel The Rubáiyát of Omar Khayyám (1859).

Uit: Rubaiyat of Omar Khayyam

 

1

Awake! for Morning in the Bowl of Night
Has flung the Stone that puts the Stars to Flight:
And Lo! the Hunter of the East has caught
The Sultan’s Turret in a Noose of Light.

 

2

Dreaming when Dawn’s Left Hand was in the Sky
I heard a Voice within the Tavern cry,
“Awake, my Little ones, and fill the Cup
“Before Life’s Liquor in its Cup be dry.”

 

 

Vertaald door Edward FitzGerald

 

edward_fitzgerald

Edward FitzGerald (31 maart 1809 – 14 juni 1883)

 

De Schotse dichter, schrijver en journalist Andrew Lang werd geboren op 31 maart 1844 in Selkirk. Tegenwoordig is hij  vooral nog bekend wegens zijn vele artikelen over folklore, mythologie en religie.Ook publiceerde hij veel sprookjesverzamelingen. Hij leidde lange tijd de sectie literatuurkritiek in  Longman´s Magazine en gaf de werken van Robert Burns uit. 

 

Ballade of the Optimist

 

Heed not the folk who sing or say

In sonnet sad or sermon chill,

“Alas, alack, and well-a-day,

This round world’s but a bitter pill.”

Poor porcupines of fretful quill!

Sometimes we quarrel with our lot:

We, too, are sad and careful; still

We’d rather be alive than not.

 

What though we wish the cats at play

Would some one else’s garden till;

Though Sophonisba drop the tray

And all our worshipped Worcester spill,

Though neighbours “practise” loud and shrill,

Though May be cold and June be hot,

Though April f
reeze and August grill,

We’d rather be alive than not.

 

And, sometimes on a summer’s day

To self and every mortal ill

We give the slip, we steal away,

To walk beside some sedgy rill:

The darkening years, the cares that kill,

A little while are well forgot;

When deep in broom upon the hill,

We’d rather be alive than not.

 

Pistol, with oaths didst thou fulfil

The task thy braggart tongue begot,

We eat our leek with better will,

We’d rather be alive than not.

 

Andrew_Lang

Andrew Lang (31 maart 1844 – 20 juli 1912)

 

De Franse schrijver, dichter en journalist Robert Brasillach werd geboren in Perpignan op 31 maart 1909. Brasillach bezocht het lyceum van Sens, vervolgens het lyceum Louis-le-Grand te Parijs. In 1928 ging hij studeren aan de befaamde Ecole Normale Supérieure te Parijs. Hij werd er, als 26ste op 28 in het ingangsexamen, toegelaten in de literatuur-afdeling. Nog tijdens zijn studies publiceerde hij zijn eerste boek Présence de Virgile. Aangetrokken door het Italiaans fascisme en het Duits nationaal-socialisme, was hij samen met Drieu La Rochelle, een bekende fascistische schrijver van zijn tijd in Frankrijk. Hij zou er zwaar voor boeten. Ondanks een genadeverzoek van François Mauriac aan Charles de Gaulle werd hij op 6 februari 1945 terechtgesteld wegens collaboratie. Na zijn dood werd het werk van Brasillach gepropageerd door de letterkundige Maurice Bardèche, die tevens zijn schoonbroer was. Het oeuvre van Brasillach bestaat uit romans, essays, poëzie, en enkele theaterstukken.

 

Uit: Le marchand d’oiseaux

 

„L’hiver, voyez-vous, racontait le marchand d’oiseaux à Isabelle, l’hiver, notre profession est bien pénible. Si je n’avais pas l’habitude, si je ne prenais pas tant de soins, tous mes oiseaux mourraient. Je n’en ai jamais beaucoup, vous le voyez. Une cage pour les quatre perruches, une cage pour les serins. Ils m’aiment bien, ils me connaissent, et ils essaient de ne pas mourir pour ne pas me faire de la peine… C’est déjà assez pénible pour moi, lorsque j’en vends un. Figurez-vous qu’hier, une dame m’a arrêté, dans la rue, et qu’elle a regardé les perruches. Elle m’a demandé les prix, ce que ça mangeait. Et puis elle est partie, j’ai eu bien peur.“

 

brasillach

Robert Brasillach (31 maart 1909 – 6 februari 1945)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 31 maart 2007.

De Vlaamse schrijver, vertaler en publicist Peter Motte werd geboren in Geraardsbergen op 31 maart 1966.