Inge Boulonois, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

KAST

Hoe dingen binnen hem bestaan.
Planken boordevol wasverzacht
linnengoed. Als uitgedroomde zeilen

schurken lakens tegen elkaar aan.
Op stijve stapels rusten nog
in overijverige vouw gestreken
zakdoeken van voor de wegwerptijd.

Het gespaarde uit de magere jaren
schuilt in een mandje achterin:
een mistige bril, te slanke ringen,
een horloge diep in slaap op eigen tijd.

De kast is een kast en wil bewaren
zonder twijfels over het toekomstig nut.
Hij laat de dingen in zijn donker binnenste
op vaste stek dommelen

tot de deur weer open gaat, het daglicht
binnen glipt en alles wakker schrikt,
ook weemoed –

 

WATERVAL 1961 M.C. Escher

Water stroomt hier niet en wel.
Gerimpeld klimt het opwaarts,
versplinterd stort het neer terwijl
de loop de zwaartekracht vernachelt,
het rad de roerloosheid verdraait.
Spiegelen en glanzen doet het
niet. Geen golf verdwijnt, geen
drup verdampt. Ondanks verval
verglijdt geen fractie tijd. Intussen
blijft het klotsen, kabbelen en ruisen
in je verbeelding. En net zo echt
is dat geklater als het water diep –

 

VOLKabularium

Een grote woordenschat is altijd beter
en zelfs Bargoense taal komt vaak van pas.
Neem niksnaks, gannef, deinvoet, lorejas,
geteisem, falderappes, netevreter.

Want je kunt nooit voldoende woorden leren
voor relschoppers die oud en nieuw versjteren.

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

Anamnese

‘Welshmen: meestal waardeloos,
tuig van de richel, dokter.’
Hij wist niet dat ik Welsh was.
Toen prees hij de bouwers
van de concentratiekampen –
wist niet dat ik een jood was.
Hij noemde linksen ‘witte zwarten’
en verzon steeds meer scheldwoorden.

Toen ik zijn lever palpeerde
voelde ik de zachte lever van Goering;
toen ik mijn stethoscoop optilde
hoorde ik de hartslag van Himmler;
toen ik zijn encefalogram las
dacht ik: ‘Sieg Heil, mein Führer.’

In de ziekenhuisapotheek
rode bes van zwarte heggerank,
scheerling, nachtschade, amaniet.
Maar ik schreef hem voor
alsof hij mijn broer was.

’s Avonds laat moet ik op mijn arm
hebben geslapen: eventjes
was mijn rechterhand van slag.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Een vliegje in de herfst (Toon Tellegen), Inge Boulonois, Dannie Abse

 

Bij het begin van de herfst

 

Cresheim Glen, Wissahickon, Autumn door Thomas Moran, 1864

 

Een vliegje in de herfst

Een vliegje in de herfst,
vliegt tussen de takken van een berk-
geur van bladeren,
natte aarde-
en tussen die takken is niets
en tussen die en die,
het vliegje denkt misschien:
de spin is een verzinsel, het eerste web
moet nog worden uitgevonden!
Het wordt donker,
de maan komt op,
oud bos,
slingerende paden, nauwelijks lanen,
de moed om te verdwalen
bijna gemist.

 

Toon Tellegen (Brielle, 18 november 1941) 
De stadswallen in Brielle

 

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

WIT

Het wit van niet begonnen werk,
van niks, een ongevormde overgave
aan je ogen, nog in en op te vullen
tijd. Zo pril dat je er amper op durft
komen, dat het je doet aarzelen zo stil.
Wit koestert al zijn mogelijkheden.
Je wacht met ingehouden adem
op een of ander aanzijn alsof
jijzelf daardoor ook pas ontstaat –

 

HET EINDE

De scheurkalender op z’n dunst.
We ezelen de files in, de winkels
uit met mondvoorraad voor tien.
De oude kuddegeest drijft ons
de laatste avond bij elkaar.

Om samen van alles te nemen, te eten,
kwinkslagen te kaatsen en oud zeer
te soppen, onze hoofden dik gevoerd met roes.
De koelkast zoemt van welbehagen.

Aan alles komt een begin.
Klokslag scheurt het jaar zich los,
het jongste uur ontfermt zich over ons,
zoent zich wijd in. We drommen
vrieskou in voor namaaklicht
en gierende bewijzen van bestaan.

Veel later staan we zeldzaam traag
en zeldzaam langzaam op. We gaan
het jaar weer overdoen –

 

SMALL TREASURE

How it casually found its own place
in a stone world, nothing in its way,
just between macadam and curb.
More vulnerable than flesh and blood

existing thanks to less than one
thimble of blown together earth.

With all its might enduring the swell
of the day, the ever-present
danger of slipping heels,
reckless gaze
in the rush of hurry almost too late.

By the globe just like us
pressed very tight to its bosom
while exposed to sunlight
it gives a big bluff of yes:
coltsfoot, carat yellow flowers –

 

Vertaald door Hannie Rouweler

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

Vreemd

Voor ons huis in Golders Green
mompelt het grasveld, als een cliché, ‘Rozestruiken’.
De hele buurt daar is doodfatsoenlijk.
Lelijke mannen rijden langs in begrafenispakken,
aan hun nek zie je al dat ze veel te dik zijn.

Natriumlampen begieten ’s avonds lege straten
met goud, dat als stroop over hier een boom daar een boom druipt,
broze heggetjes politoert, aan geparkeerde auto’s blijft hangen.
Als er plots ergens boven een licht aanknipt
tien tegen één dat twee iemanden gaan slapen.

Het is heel ongewoon er een bedelaar tegen te komen,
een dronken iemand zie je er zelden of nooit.
’t Is een aardige, nette, schone, diep-ethische buurt.
Zelf krijg ik af en toe neiging om te gaan gillen;
wordt daarom, door de buren, maar vreemd gevonden.

Vanuit de dorre, verstandige vlakten van Golders Green
reis ik naar Soho, waar een baantje mij heeft.
Soho is geen doodfatsoenlijke buurt.
Veel te magere vrouwen in de flodderigste rokjes
lokken lelijke mannen met een glimmend prothese-lachje.

Later is het donker sjofelkleurig beneond
door raregluurkasten, bordelen, nachtclubs en kroegen,
restaurants die geuren met vaalbleke, hoestende obers.
Als er plots ergens boven een licht aanknipt
tien tegen één dat twee iemanden naar bed gaan.

 

Vertaald door Cees Buddingh’

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Verpleeghuis (Inge Boulonois), Robert Graves, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Verpleeghuis in Arnprior, Ontario, Canada door Kevin Dodds, 2020

 

Verpleeghuis

Zo’n plaats waar je liever niet, maar
als het thuis niet meer
omdat er door je hoofd te veel verleden
slingert, dan liever hier dan elders.
 
Dit huis slaat zijn armen veilig
om je heen. Je mag er tijd verliezen,
door bezoekers wakker worden gekust
en beesten strelen in de patio.
 
Terwijl je woorden moe van het bedoelen
worden, zinnen zich vergeten
en je lippen een geheimtaal vinden,
waait in je al meer stilte aan, totdat –
 
En tot die tijd, ook als je dat niet meer beseft,
hangen in je eigen kamer boven het bed
de foto’s van alle dierbaren, je kleinkinderen
lachend. Aan jou, hoe dan ook, gehecht –

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)
Woonzorgcentrum De Rekerhof in Alkmaar

 

De Engelse dichter en schrijver Robert Graves werd geboren in Londen (Wimbledon) op 24 juli 1895. Zie ook alle tags voor Robert Graves op dit blog.

 

Noem het een goed huwelijk

Noem het een goed huwelijk –
Want niemand twijfelde ooit aan
Haar warmte, zijn mannelijkheid,
Hun in elkaar grijpende opvattingen;
Behalve één verdwaalde grafoloog
Die al speculerend fronste
Bij haar h’s en haar s’s,
Zijn p’s en w’s.

Hoewel weinigen nog steeds
Het monogame axioma zouden onderschrijven
Hoeft die strijd onder de heupbeenderen
Het hart niet te vervreemden.
Noem het een goed huwelijk:
Meer bracht die twee samen,
Ondanks een gebrek aan kinderen,
Dan ze uit elkaar trok.

Noem het een goed huwelijk:
Ze hebben nooit in het openbaar gevochten,
Ze hebben omzichtig gehandeld
En traden trots de wereld tegemoet;
Aldus waren de gevaren van hun liefdesbed
Onze verdomde zaken niet –
Tot we als juryleden bleven zitten met
Twee doden door zelfdoding.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Robert Graves (24 juli 1895 – 7 december 1985)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e juli ook mijn blog van 24 juli 2019 en ook mijn blog van 24 juli 2018 en eveneens mijn blog van 24 juli 2016 deel 2.

De herfst (Hans Warren), Inge Boulonois, Dannie Abse

 

Bij het begin van de herfst

 

Herfstkleuren door Janus de Winter, ca. 1930

 

De herfst

De herfst maakt alles ijler, lichter,
de loofrook en het groen der velden;
de molens worden traag, de bomen
fluisteren hoog van lege nesten.

De lucht is dun, de wolken bleken
roerloos weg boven de einder.
Er gaat een bader, stroef en amechtig
nog van de zomer, maar het bloed

wordt ijler, lichter met de herfst
en langzaam glijden zijn gebaren
weg in de vloed, als ademhalen
drinkt hij de zuiverende dood.

 

Hans Warren (20 oktober 1921 – 19 december 2001)
Borssele, de geboorteplaats van Hans Warren in de herfst

 

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

DE ZAAIER Arles, 1888
Vincent van Gogh

Zoals Van Gogh met verf op doek
in ongeveer een week een akker schiep
en die gedreven egde, toen
de hemel aanstreek, een onbewolkte
zon ophing, een boom scheef plantte
waarnaast een boer met klak en zaaitas,
hij vervolgens diens strooiende hand
te voorschijn kwastte en zo de zaaier
zien liet, zo laat het schilderij
al duizenden weken horen
hoe het zaad ontkiemt –

 

Dag boek!

In dit millennium kwelt mij de vraag
waarom wat is geschreven nog als boek
bestaat. Wanneer nu eindelijk het doek
valt voor dat lor met ezelsoor, die plaag

van vet en snel losbandig woordenvat.
En van die slappe dweil de paperback,
vol kwijl en shag, ja zelfs met luis en crack.
Ik ben het spuugzat, al dat gore blad!

Goddank, het lezen kan nu digitaal;
zo schendt geen derrie nog een schoon verhaal.
Dus: weg die lorren, bij het oud papier!

We houden er een paar als souvenir,
voor leesmusea. Achter klemvrij glas
ligt straks te kijk hoe vies u vroeger las.

 

Nieuwe transgenderwet

Xx of juist xy qua chromosomen
Zo was het steeds, maar straks telt slechts gevoel
Wat wil je, blijf je Riet of word je Roel?
Me dunkt, dat is toch maar mooi meegenomen!

Erg laat, maar zo komt één ding nog in orde:
De vrouw die dat graag wil, kan priester worden

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

MYSTERIËN

’s Nachts, weet ik niet wie ik ben
als ik droom, als ik slaap.

Wakker geworden, houd ik mijn adem in en luister:
een duimnagel krast over de andere kant van de muur.

’s Middags ga ik een zonverlichte kamer binnen
en neem er waar dat er zonder enige reden de lamp brandt.

Ik hoorde nu wel te weten dat je weinig octaven kunt horen,
dat een visioen sterft als je er te lang naar staart;

dat zelfs de hele geboekstaafde geschiedenis
maar wat geklets is in een grote stilte;

dat een magnesiumflits nog niet één enkel moment
het onzichtbare kan verlichten.

Ik klaag niet. Ik ga uit van het zichtbare
en het zichtbare ontstelt mij.

 

Vertaald door C. Budding‘

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Advent (Inge Boulonois), Erwin Mortier

 

Bij de Eerste Advent

 

Kerstmarkt in Wenen door Helen Bellart, 2013

 

Advent

Natuur maakt zich weer op, verft bruin
wat naar omlaag moet tussen bomen
die hun jas van hout weer dichtknopen
en traag naar binnen keren. Vallend blad

dat aan de tongen van de wind kleeft,
rochelt over het terras, rolt perken in,
het draaihek van de weken door
waarna het tot zichzelf verzacht.

Maar dennen, sparren houden hun groen
hoog alsof het vastgenageld is,
de bessen van de hulst zijn onderweg
naar koningsrood terwijl de Schoonvrucht
paarse trosjes aan zijn takken gordt.

De wind keert naar het oosten.
De stilte wacht en wacht
op wie verdween om weer te komen

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)
Alkmaar in de Adventstijd

 

De Vlaamse dichter en schrijver Erwin Mortier werd geboren in Nevele op 28 november 1965. Zie ook alle tags voor Erwin Mortier op dit blog.

Uit: De onbevlekte

“Vannacht heb ik gedroomd dat hij weer thuis was.
Ik stond in de achterkeuken aan het fornuis. Op de pot met aardappelen danste het deksel. De kat loerde naar het spek op het aanrecht. Rond mijn kuiten jengelden mijn dochters, nijdig van de honger.
Ik hoorde hem bij de achterdeur de aarde uit de zolen van zijn schoeisel trappen, het gestamp van een kalf dat de kracht in zijn poten beproeft.
Hoelang al had ik dat niet meer gehoord? Zijn tomeloosheid, zijn jeugd, die ik nimmer heb getemperd, die ik zelfs heb aangevuurd.
Het kan niet, dacht ik, maar hij stond al in de lage nauwe hal tussen de achterkeuken en de rest van het huis, met zijn struise lijf tussen de muren en de zoldering geprangd.
‘Andrea,’ zei hij toen hij me zag. ‘Mijn zuster en mijn moeder.’
Ik omarmde hem, zoende hem. Op zijn wangen proefde ik aarde. In zijn haar, zijn stugge blonde lokken, koekten kluiten uitgedroogde modder.
Ik zei, zo luchtig als ik maar kon, dat het eten bijna klaar was.
Hij schudde het hoofd.
‘Ik wil me wassen,’ zei hij.
Ik warmde ketels water en vulde de zinken badkuip.
Toen hij uit zijn kleren stapte, eerst de veters van zijn laarzen losmaakte, dan zijn sokken uittrok, en dan zijn broek, draaide ik me om.
Mijn dochters joelden toen hij zich neerliet in de kuip en speelden met hun vingers in het lauwe water. Hij nam hun handen, zacht en mollig als speldenkussens, tussen zijn duim en wijsvinger.
Hij bleef maar over hun handpalmen wrijven.
‘De kinders die ik nooit heb gezien,’ zei hij.”

 

Erwin Mortier (Nevele, 28 november 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e november ook mijn blog van 28 november 2020 en eveneens mijn blog van 28 november 2018 en eveneens mijn blog van 28 november 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Herfst (M. Vasalis), Inge Boulonois, Dannie Abse

 

Bij het begin van de herfst

 

Autumn Sunlight door John F. Carlson, z.j.

 

Herfst

Nooit ben ik meer in mijn gedachten groot,
steeds zeldner denk ik dat mijn werkelijk wezen
zich tonen zal en durven te genezen
van de steeds naderende duidelijker dood.
Vandaag zag ik de hemel door het weemlend lover
verbleken tot een doodlijk zuivere helderheid.
Ik heb mezelf nog van geen ding bevrijd
en er is haast geen tijd meer voor mij over.
Er ruist een hoge ruime wind
door de recht opgerezen bomen:
aan het zwarte water is een hert gekomen,
en door het oevergras schijnt laag de zon…
Dit is het enig antwoord, dat ik vind,
dat mij bevrijden zou, zo ik t vertalen kon.

 

M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)
Herfst in Den Haag, de geboorteplaats van M. Vasalis

 

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

Zichtkaart

Nu deze weken weer voorbij
ritselen in hun morsbruine jassen
en bomen oude briefjes sturen
naar de zakken zaad van distels,
mosterdplanten en de rest
en steeds op hoop
van minstens dertigvoudig vrucht,

nu mijn haren witter dan de mist
en alles anders sinds ik me
het eerste licht herinnerde,
schrijf ik een mondvol
ogenblikken op een blad

papier. Tijd is een hand
die strooit. Er is een palm
die wacht. En al die jaren
zocht ik maar in wat rondom verschijnt.
Vergeefs: wie nooit weg is,
wordt niet gezien –

 

STOEL

Dat zijn houding is bepaald.
Zijn schoot wil ingenomen
door warm vlees en bloed.
Bezeten wordt hij pas zichzelf
en worden wij het nog te bakeren kind.

Bij elke zit zet hij ons meer naar zijn idee
van stoel. Hij snoeit de woeling
tussen schedelwanden, vangt vermoeidheid af,
bedwelmt ons met aanhorige gezapigheid.

Op de lange duur laat hij goed merken
wat verstrijken is en zitten we net zo
houterig in eigen lijf als in hem.

Hij blijft ons potig dragen
als we niets anders meer dan zitten kunnen.
Tot onze tijd is uitgezeten.

Dat hij niet van wijken weet. Verzettelijk zwijgt –

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

Geesten

Dikke gordijnen dicht en een kniehoge tafel.
Die lange androgyne, half in trance,
die met een ersatz-stem spreekt, weet die zeker
dat geesten buiten dienst het daglicht prefereren?

Eens sprak de geest van Goethe tot hen allen:
‘Meer licht!’ Geesten hebben de kleur van lucht. Zij houden van
lantaarnpalen die ’s morgens in de straten branden.
Ze grijnzen in zonnestralen waar hun kleine stofjes zichtbaar zijn.

Maar ’s nachts hebben ze een hels karwei
aan ons: hebben geen tijd om door oude herbergen te spoken,
om te krijsen als een pauw op Highgate Cemetery
of tafels te bekloppen. We houden zelden op met dromen.

We kreunen in de slaap en ze stormen uit de coulissen.
We roepen door valluiken een niet-vakbondscast op.
Huilend draven ze van droom naar droom.
Wij brengen ze voort, geven ze onmogelijke scripts.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2020 en eveneens mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Inge Boulonois, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

Puppypas

Het is vanaf het volgend jaar verplicht
Voor onze lieve, viervoetige makker:
Een paspoort dus voor Kwispel, Bella, Rakker
Met foto van hun snuit, goed uitgelicht

Een zelfde basisdocument, verhip!
Het wichtigste verschil is straks de chip

 

SEPTEMBER

De e’s vervlechten lettergrepen
De preherfst keert de levenssfeer
En neemt begeesterd het beheer
Gereed meer regen te verslepen

Klef dwepen weken met de e
Het snelsennet kweelt lekker mee

 

Virus fop

Een virus, passagierend in ons land,
leest in de digitale Covidkrant
dat hier nu een coronalied bestaat!
In no time straalt hij, wordt zelfs idolaat
van deze kroon op zijn virale leven
wanneer hij hoort hoe knap het is geschreven.
‘t Is authentiek, aangrijpend dichtjargon:
“En oh oh laat ons schijnen als de zon”,
gevolgd door “dag” en “hoi” en “hi” en “hé”.
Hij kweelt uit volle borst het versje mee
wat aangeeft dat wie meezingt met die hit
mooi een coronavirussmaak bezit.

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Pratend tegen mezelf

In de meeldauw van de ouderdom
lopen alle trottoirs omhoog

langzaam langzaam
in de richting van een uitgang.

Het is laat en het licht laat toe
dat de donkerste schaduw eruit geboren wordt.

Hou moed, roept de vogel van de buikspreker
(een kleine god is dat, censor van taal)

denk aan de eenvoudige Hardy en dandy Yeats
in hun geïnspireerde wijze pre-kindsheid.

Ik, oude man, in mijn nieuwe beschroomdheid,
bedenk hoe losbandig ik tijd verspilde

– dat gapende uitstellen op regenachtige dagen,
die feestmuts-uren van onschuldige frivoliteit.

Nu verspilt de Tijd mij en is er nauwelijks tijd
om ophef maken over meer vasculaire spraak.

De espenboom beeft als ik
en er zijn veren in de wind.

Snel snel
spreek oude papegaai,
voed ik je niet met mijn leven?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Inge Boulonois en Vriendschappelijke brieven (Frans Roumen)

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

Op Kees Stip

In Holland sprak een blije mier:
“Kees Stip las ik met veel plezier
en merkte: al zijn dieren beestig,
ze zijn ook bijdehand en geestig!
Prompt wilde ik zelf dichten leren,
op school, bij de beroemdste heren.
Een mier is vlijtig maar ook arm
en loopt voor studiegeld nooit warm,
maar dit gebrek werd mij tot zegen:
‘k heb een Stip-endium gekregen!”

 

NDMEKZ!

We hadden YOLO, dat was het begin.
Toen kwam ook Fear Of Missing Out, ja FOMO,
vervolgens Joy Of Missing Out, dus JOMO
en nu zelfs FOJI, Fear of Joining In.

Al roept men ‘fear’ en ‘joy’ en ‘in’ en ‘out’,
mijn tip luidt: Neem Dat Met Een Korrel Zout

 

Insomnia – naar J.C. Bloem

Met mijn mobiel naast bed kan ik niet slapen
Niet slapend grijp ik snel naar mijn mobiel
Mijn vriend vindt dat maar achterlijk gepiel
Want daardoor ben ik dag en nacht aan ’t gapen

Hij wil dat ik in bed je weet wel doe
Ik heb geen smoes meer nodig, ben te moe

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)


In de tweede helft van de jaren negentig werkte Frans Roumen aan een roman die de titel “Vriendschappelijke brieven” had moeten krijgen. Het manuscript gold na een verhuizing jarenlang als zoekgeraakt. Onlangs werden er echter toch flinke delen van bij een grote opruimactie ontdekt in een oude doos in de kelder. Romenu heeft de toestemming gekregen om er regelmatig fragmenten uit te publiceren. Vandaag volgt het tiende van een nog nader te bepalen aantal.

Uit: Vriendschappelijke brieven

Velp, 1 mei 1995,

Lieve Bart toch maar weer,

Heb je dit jaar een leuke Koninginnedag gevierd? Ik neem aan dat die in elk geval minder droef was dan vorig jaar. Ik schrijf je nu ook ik hem zonder ongelukken achter de rug heb, maar weer even een kort briefje. Vooral om de kaart van vorige week te relativeren. Kwaadheid komt en gaat ook weer, nietwaar? Ik merk echter wel dat dit weer het kritieke jaargetijde voor mij is. Ik zal mij ook de komende maand maar vooral concentreren op schrijven en mediteren en daarbij veel aandacht schenken aan de goede dingen die het leven mij nog te bieden heeft, en minder of niet op wat ik allemaal mis, zoals jou bijvoorbeeld.

Binnenkort ga ik Arno opzoeken in Amsterdam en daar kan ik mij best op verheugen. Ik geloof dat ik hém vier jaar niet gezien heb, maar nu heeft hij mij toch weer uitgenodigd.

Het Paasweekend was ook leuk, al moet ik daarbij vermelden dat ik op de Kisn Kiss – avond wel graag een paar woorden met je had willen spreken. Ineens stond je bij de uitgang en was het kwart voor vijf. Ik was warempel de tijd vergeten.

Cor was er ook en bij hem heb ik op Goede Vrijdag heerlijk gegeten! En ook verder een genoeglijke avond doorgebracht. Helaas nou ja wat heet – kon ik niet aan mijn werkpunt nummer 1 volgens Veluweland werken: de sex. Nee, ik ben ook niet verliefd op Cor. Ik denk dat ik dat tegen heb gehouden, wetende dat het toch niet beantwoordt zou worden.

Bovendien heb ik mij geloof ik. eens tegenover Hans Arts laten ontvallen dat hij “niet van jouw kaliber” is. Goed, sympathie is er wel over en weer en in februari ben ik dat echt gaan waarderen.

Verder: hoe het komt weet ik niet, maar ik denk de laatste dagen erg vaak aan. Doornroosje en het soldaatje met zijn slaafje. Over verdere varianten van Jurriaan zal ik maar zwijgen. De naamgever van die tijdspassering zou er zelf nog van gaan blozen. Dat is ook een reden om hier in de tuin te blijven zitten en te proberen te versterven. Of veel. fietsen natuurlijk…

Het wordt echt tijd om wat vaker naar Amsterdam te gaan, want zo vaak kan ik niet hopen op een soldatenslaafje in Nijmegen. Ik laat het maar hierbij, Bart. Wellicht dat mijn schrijflust verderop in de week weer helemaal terug is. Ik heb in elk geval een pak van honderd enveloppen gekocht!

Theoretisch is het mogelijk onder mijn geschrijf bedolven te raken. Wat ik voor jou ten diepste voel is in elk geval geen kwaadheid. Is er nu een jaar om? Of boe tel jij?

En kan ik geen reductie krijgen, ik bedoel kwijtschelding van boetetijd, eerwaarde vriend?

Met vriendelijke groet,

Frans”

Velp (Interieur kapel Kapucijnenklooster, Rijksmonument)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Het einde (Inge Boulonois)

 

Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!

 


Hollands winterlandschap met schaatsers door Frederik Marinus Kruseman, 1857

 

Het einde

De scheurkalender op z’n dunst.
We ezelen de files in, de winkels
uit met mondvoorraad voor tien.
De oude kuddegeest drijft ons
de laatste avond bij elkaar.

Om samen van alles te nemen, te eten,
kwinkslagen te kaatsen en oud zeer
te soppen, onze hoofden dik gevoerd met roes.
De koelkast zoemt van welbehagen.

Aan alles komt een begin.
Klokslag scheurt het jaar zich los,
het jongste uur ontfermt zich over ons,
zoent zich wijd in. We drommen
vrieskou in voor namaaklicht
en gierende bewijzen van bestaan.

Veel later krabbelen we zeldzaam traag
en zeldzaam langzaam op. We gaan
het jaar weer overdoen –

 


Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)
Alkmaar in de Kersttijd. Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar.

 

Zie voor de schrijvers van de 31e december ook mijn vorige drie blogs van vandaag.

Inge Boulonois, Antonio Tabucchi, Tom de Cock, Ellen Warmond, Olga Kirsch, Mary Coleridge

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

Ode aan de kastanje

Oktober. Dagen zijn mistgrijs gekleed
en wilde kastanjes vallen maar raak.
Hun boom een kerel, zijn dos vol
groene stekelbollen. Als dobbelstenen
rollen ze weg, hun hoop gericht op boomhoog.

Onweerstaanbare pralines,
rap door kleine handen opgeraapt,
binnen als schat verloren gelegd –
dood in minder dan een winter.

Herfsttijd kreupelt weken door.
De zon bindt in, het loof gloeit na
totdat het oud en bruin wordt afgelegd,
de boom bloot naar zijn wortels keert
om zo kou te weerstaan.

Alsof het niets is, schept de kastanjeboom
na wintertijd als eerste nieuw blad. Lentekanjer –

 

Zoals het meestal wordt

Of misschien ook niet:
hij baart geen opzien meer in huis,
noch ik. Een zin kromp in.

Het harde bed blijft vierkant staan
net als de nieuwe oude tafel.
Bezetten we de overkant van ik
of ik en blazen nog wat zeepbellen.

Ik luister naar het raam of kijk
me buiten weg, volg aandacht
die steeds kruimels van het blad schuift.
Een opgewekte vogel pikt
soms in mijn ribbenkast.

We blijven zitten waar men zat.
Omdat. De suiker roert zich
gillend door de koffie –

 

Hooimaand

‘t Is niet te harden zonder parasol
Al kost gezeul met gieters mij steeds uren
Mijn gras blijft geler dan bij alle buren
Catalpa’s houden herfstgloed in hun bol

Maar ’t ergste vind ik nog die enge look
Van mannenbenen in een korte broek

 

 
Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Italiaanse schrijver, vertaler, en literatuurwetenschapper Antonio Tabucchi werd op 23 september 1943 geboren in Pisa. Zie ook alle tags voor Antonio Tabucchi op dit blog.

Uit: For Isabel (Vertaald door Elizabeth Harris)

“He dug in his pocket and pulled out a bunch of keys. The only ones who come here are Chinese, all of them with birdcages, he said, following a logic that escaped me, they each have a little songbird in a cage and they’ll get their bird to converse with their neighbor’s bird, and this is how it’s done in China, the birdies chatter and make friends, and so their owners also make friends, and they, too, get to talk. He paused and stared at me, looking distressed. But you don’t have a birdcage, he went on, and there’s no one else here with a birdcage, the only ones left in the garden are two old Mahjong players who’ll leave by the smaller gate, what else is there for you to do here now, except run into bats? I need to get into the cave tonight, I insisted, you know, friend, you might say it’s part of my destiny, that destiny the stars steer, you yourself believe in the stars, please let me stay, I’ll leave by the smaller gate, too, let me stay, please, maybe that half-blind poet of the sixteenth century will even help me out tonight, here in this garden that smells of magnolias. The gatekeeper looked at me with something like pity. This garden doesn’t smell of magnolias, he replied, this garden smells of piss, because all the Chinese piss on the trees, they’re too lazy to go to the bathrooms we installed near the fountain, and so this garden stinks of piss. Very well, I agreed, under the light of that star which guides my terrestrial journey, I’ll remain in this garden that stinks of piss; it’s true, I haven’t brought any birds in a cage, but I’m here to follow a destiny which I’ll eventually come to know.
The gatekeeper stepped aside and handed me a small flashlight. This should help, he said, you can leave it at the outside gate when you go. I walked down the path, breathing deeply, waiting for the stink of piss, but nothing stank, a cool breeze had risen and carried the smell of the sea. Beneath a streetlamp, two Chinese were playing Mahjong, I said hello and they nodded in return. One was building superior honors, with a row of four white dragons, the other was working on a set of characters. I thought I could use both dragons and characters that night, and I headed for the cave. I was halfway down the garden path when I heard a whistle behind me from one of the players. You want to watch? he called, we don’t have anyone to watch, and Mahjong needs an audience. I signaled no with my hand and continued on my way; at the cave entrance I turned on the gatekeeper’s flashlight.”

 


Antonio Tabucchi (23 september 1943 – 25 maart 2012)

 

De Vlaamse schrijver en radio-dj Tom De Cock werd geboren in Rotselaar op 23 september 1983. Hij woont in Borgerhout. Zie ook alle tags voor Tom de Cock op dit blog.

Uit: En toen kwam jij

“Euforisch en doodsbenauwd. En dan nemen we je mee naar huis.
Daar lig je dan, in je gloednieuwe babystoel op de achterbank. Die vanaf dan ook jouw achterbank is.
Onze achterbank. Van jou, van mij, en van papa.
Ja, dat lees je goed, het is beslist: hij mag de papa zijn. Dat was een cadeautje. Zomaar, onderweg in een auto ergens in Argentinië, met de zon op mijn bol en de uitgestrekte Andes als volstrekt ongeïnteresseerde getuige. ‘Jij mag de papa zijn.’
‘Meen je dat?’ En glunderen dat ie deed. ‘En jij dan?’
Goh, ja. Paps, pappie, Tom, Tokke, vake, vader, daddy, da T, Mustafa de Zesde, voor mijn part zelfs mama: couldn’t care less. Zelfs als je me consequent aanspreekt als ‘hé jeannette’ zal ik je op mijn schouders tillen en zo op de meest heroïsche tocht van mijn bestaan de Prioriteitenberg op klimmen.
Radioprogramma’s en boeken en reizen en allerlei gekke projecten aan de voet. Collega’s, kennissen, vrienden en familie bij de boomgrens. Je grootouders en je ooms en tantes zo’n beetje tussen de wolken. En hélemaal op de top, op het plekje met het mooiste uitzicht en de meeste zon, naast je papa: daar kom jij. Niet omdat dat zo hoort, maar omdat jij me gaat leren Wat Belangrijk Is En Wat Niet.
En je hoeft daar niks bijzonders voor te doen. Als ik je maar mag zien rondspetteren in bad, en schaterlachen en boos zijn en met alles spelen behalve met de karrenvracht speelgoed die je zult hebben.
Tekenen op de sofa met de dikste en meest onuitwisbare viltstift die er in huis te vinden is. Het net als we gehaast zijn vrolijk in je broek doen. Onuitstaanbaar hard een meisje zijn, of een jongen, of een beetje van allebei. Vloeken op je huiswerk. Je hart laten opblazen door je eerste grote liefde.”

 

 
Tom De Cock (Rotselaar, 23 september 1983)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Ellen Warmond (pseudoniem van Pietronella Cornelia van Yperen) werd geboren in Rotterdam op 23 september 1930. Zie ook alle tags voor Ellen Warmond op dit blog.

 

Jong als kinderstemmen

Jong als kinderstemmen
reeds met de tongval van de ouderdom
te kunnen zeggen:
zie achter mij hoeveel ik al tot stof geleefd heb
en hoeveel as zich ophoopt in mijn ogen
en hoeveel stof en as mijn hand daarvan
bevatten kan en samenbalt tot niets.
en toch en desondanks
wachten – onmatig –
– want matigheid is zwakte –
en nieuwe kleren kopen voor de hoop
hoewel de laatste zekerheden naakt gaan
en trachten waar men niet bestond
toch te ontstaan
om het onmogelijk natuurverschijnsel:
zon in de maan
rondlopende weg terug
of het oog in de rug.
omdat geloof ontspringt
uit de zekerheid dat er geen hoop meer is
omdat het hart zich voedt
met wat de hand ontvalt.

 

Avond

Seconden lopen driftig achteruit
de dag is uit de tijd gekanteld

ik word zo stil als een strand
in een winternacht ik word
zo leeg als een uitgebrand
huis het leven staat verder
van mij af dan ik kan vertellen

leg je gezicht in je handen
en probeer je dit voor te stellen.

 

 
Ellen Warmond (23 september 1930 – 28 juni 2011)

 

De Zuid-Afrikaanse / Israëlische dichteres Olga Kirsch werd geboren in Koppies in de Oranje Vrijstaat op 23 september 1924. Zie ook alle tags voor Olga Kirsch op dit blog.

 

Aan die verhuisingsmanne

Dra saggies, vriende,
want sierpotte en erdewerk,
keurborde en fyn glas
sluit ’n lewe
met sy drome
en verlangens in;

Dra saggies, mededraers,
want die drag
van veerbed,
tafels, lessenaar
druk teen die bors
se dun skelet;

Dra saggies, regters,
want die oordeel
oor my klein bedryf
lê vasgevang
in prente, boeke
en ’n eie ou gemakstoel;

Dra saggies, gode,
want die hart se porselein
is broos en tot veel seer
en kwesbaarheid geneig:
die kratte van ’n lewe
kan so maklik breek.

 

Something died in me with your departure

Something died in me with your departure;
something ecstatic and joyfully spontaneous,
irresponsible as a spring illusion,
leaked from my being – drop by drop.

Something disappeared … Oh that I could awake
from this heavy trance, and again happiness
experience, overwhelmingly big, or choke and swallow
with sorrow! But I remain cold, untouched.

So I must resign myself, although I’m dull –
numb with longing. Because I await
everything that has eluded me, and so

much that you must replenish, that
will unfold in me like a flower on that joyful day
when you come home from afar.

 

Vertaald door Egonne Roth

 


Olga Kirsch (23 september 1924 – 5 juni 1997)
Cover

 

De Engelse dichteres en schrijfster Mary Elizabeth Coleridge werd geboren in Londen op 23 september 1861. Zie ook alle tags voor Mary Colderidge op dit blog.

 

Unwelcome

We were young, we were merry, we were very very wise,
And the door stood open at our feast,
When there passed us a woman with the West in her eyes,
And a man with his back to the East.

O, still grew the hearts that were beating so fast,
The loudest voice was still.
The jest died away on our lips as thy passed,
And the rays of July struck chill.

The cups of red wine turned pale on the board,
The white bread black as soot.
The hound forgot the hand of her lord,
She fell down at his foot.

Low let me lie, where the dead dog lies,
Ere I sit me down again at a feast,
When there passes a woman with the West in her eyes,
And a man with his back to the East.

 

Marriage

No more alone sleeping, no more alone waking,
Thy dreams divided, thy prayers in twain;
Thy merry sisters tonight forsaking,
Never shall we see, maiden, again.

Never shall we see thee, thine eyes glancing.
Flashing with laughter and wild in glee,
Under the mistletoe kissing and dancing,
Wantonly free.

There shall come a matron walking sedately,
Low-voiced, gentle, wise in reply.
Tell me, O tell me, can I love her greatly?
All for her sake must the maiden die!

 

 
Mary Coleridge (23 september 1861 – 25 augustus 1907)
The Strand, London door John Atkinson Grimshaw, 1899.

 

Zie voor de schrijvers van de 23e september ook mijn vorige blog van vandsaag.