Anton Korteweg, Hasso Krull

De Nederlands dichter en neerlandicus Anton Korteweg werd geboren in Zevenbergen op 31 januari 1944. Zie ook alle tags voor Anton Korteweg op dit blog.

 

ODE AAN DE FIETS

Zo roerloos als kan in beweging; met
mist op de wei nog het liefst — wel
licht is het dan maar niets is er
dat iets hoeft te zijn al, geen koe
en geen hek en geen stad in de verte;
wat er is, is alleen maar een fiets
met aan weerszij draaiende benen.

Ook trap je, hoe ver ook van huis
en hoe donker de nacht, met gemak
zelf je vriendelijk licht bij elkaar.
En is soms je koplamp kapot,
zingt altijd nog je dynamo,
wat ook al zo prettig geruststelt.

Maar vooral, als je aankomt,
je bent het dan helemaal zelf die aankomt —
leeg, opgewekt, hondsmoe.

Zo moet het straks ook vooral
jij zijn en geen ander die stilvalt.

 

EEN MAN WORDT OUDER

Moe, zappend, lusteloos en onderuit, zie
ik ze zingen: pronte knotjes, glimmende
dassen, Veluwse kelen, dat we gezond
en vrolijk in de morgenstond gewekt,
stromen van zegen klaterend als plas-
regens op onze hoofden neer ons flink
verkwikken weer. Die exultatische trompet,
trombone die potsierlijk rekt zich in
het bolle koper van een luchter, die
wat schutterige knaap in moedertrui,
met hoornen bril, achter het juichend orgel —
ik kan het nu weer hebben, ben ik bang.

 

HOE?

Als vuur dat zich gulzig vervangt steeds,
alleen naar zichzelf verlangt,
nooit eens een liggend bestaan leidt,

of als water dat diep in zichzelf
wil gaan liggen, zich rekt naar verdwijning;

als een knikker op straat, een ring in een oor,
als het rood in het grijs van Corot,
het schillende mes om een appel,
de lasso van de begeerte,

maar niet als de vierkante orde
die leidt tot behoefte aan doodslag.

 

Anton Korteweg (Zevenbergen, 31 januari 1944)
Portret van door Erwin de Vries, 1981

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Zhuangzi roept de vlinders op naar zijn doodsbed

Zhuangzi roept de vlinders op naar zijn doodsbed.
Ze komen ook. Al is het op klaarlichte dag,
ze komen toch, de nachtvlinders, de bessenvlinders,
zelfs de snorrende kolibrievlinders

dartelen om hun leraar heen. Die zegt:
‘Vandaag droomde ik
dat ik een vlinderleraar was. Ik gaf hun allemaal les,
de grote en de kleine, de lichte en de donkere,

de bonte en zelfs de harige. Mijn lessen
werkten. Allen ontwaakten. De vlinders
ontwaakten en zagen dat ze vlinders waren…’
Maar de nacht viel in.

O, die tikken om de lamp heen.
Lichte vleugeltjes in de melk. Schitterend vleugelstof
op de afgesleten tafel, mensenstemmen, -ogen,
het geknetter van een voorouderlijk vuur.

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e januari ook mijn blog van 31 januari 2019 en ook mijn blog van 31 januari 2017 en ook mijn blog van 31 januari 2016 deel 2.

Peter Ghyssaert, Jasper Mikkers, Hasso Krull

De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Zie ook alle tags voor Peter Ghyssaert op dit blog.

 

Zelfportret met ezelskaakbeen

Lang wachtte hij in een feestzaal waar de regen door het
dakgebinte druppelde,
lang meende hij de stem te horen van de liefste die hem zocht,
hem, een man door kou voltooid.

Maar niemand kwam. Wat was en is, schuift
als een ezelskaakbeen in de jongste dag
om er ontbloot en onderzocht te worden; iemand heeft

zich niet zo bij elkaar dan dat hij, zonder struikelen
en steeds het woord herhalend dat hij zocht,
een naam waarvoor geen uitgang bestaat –

de zaal verlaat.

 

Stilleven met geweer en tinnen kroes

De kunstenaar verschuift met meesterhand
de grendels van de kleuren op het schil-
derij, zodat de afgebeelde tinnen
kroes en het geweer niet meer bestaan
in werkelijkheid, alleen nog op het doek.
De artistieke kolf bloeit in een woud
van droge korenbloemen en een druiven-
tros vertilt zich aan het handvat van
de tinnen kroes. Nu wachten wij maar op
het donderend geweerschot van een lelijk
echt geweer dat deze vastgeverfde
pose afbreekt en de kleuren vochtig
laat verzamelen op de bodem van
de lijst, tot meesterhanden hen naar boven
verven, in een nieuw stilleven.

 

Cameo

Het meisje in een hoes van licht,
spiertjes en haren doet het goed
naast haar opgesteven grootvader:
ze is al wandelend een kiekje van hen beiden,
prent het zonlicht voorgoed schattigheid in:
nooit zal het hier op deze plaats nog strak,
onaangedaan schijnen.

Ze heeft een eigen bed en een geheim;
’s avonds sterven ouders uit haar hoofd,
’s morgens leert ze snel haar naam, kent
aan de ontbijttafel kleuren hun complement toe,
halsstarrig rangschikkend.

Nu gaat ze, losgekoppeld, wandelen
over het stralend plein, haar wereld.
Een ouderling schreeuwt een bevel dat smelt;
schemer hinkelt langs de schaduwpaadjes
van de boomtakken tot voor haar voeten
en maakt kennis.

 

Peter Ghyssaert (Wilrijk, 3 januari 1966)

 

De Nederlandse schrijver en dichter Jasper Mikkers werd geboren in Oerle op 3 januari 1948. Zie ook alle tags voor Jasper Mikkers op dit blog.

 

Gedachten over de onsterflijkheid

III

Ik stond wéér op en ging aan mijn tafel
op zolder zitten. “Het zijn de kleine dingen,”
dacht ik, “die de onsterfelijkheid bezingen,
onsterfelijkheid in de knop.” Ik rukte een rafel

van mijn mouw, het was diep nacht.
En ik dacht: “Een leeg doosje lucifers
is eigenlijk net een klein vers
met een heel heelal aan vracht”.

Een potloodstompje lachte idioot en zacht.
Ergens ritselde er een medalje.
“De onsterfelijkheid is net een raar kavalje”,

dacht ik, “op vier wielen en met een schuiftrompet
als stuur”. Ik ging terug naar bed.
Op mijn tafel stond een potje met vet.

 

HET BLAUWE UUR

er waait geen wind, geen auto rijdt
pannen kleven dieprood aan het dak
de kamperfoelie wacht
vogels hurken op een tak

is de hemel niet te diep

het lichaam voelt alsof het zich niet overgeven kan
aan niet weten of gevoelens vast genoeg van stof zijn
om de nacht te overleven, niet weten wat verwateren
van vorm en lijn in ons verricht, wat aan dromen
wordt gevonden in het donker

is dit zweven in nietszeggendheid of in ontroering

is dit hetzelfde blauw als dat we zien als we wakker worden
in de vroege ochtend en de tuin inlopen, na de ergste kou
op blote voeten lopen door het gras
blauw schittert in de druppels dauw in webben tussen takken
we onze dromen achterlaten als een kudde runderen die teruggaat
naar een bos, hun koppen worden flets, hun oogglans flauw

worden wij gewaarschuwd of gerustgesteld
tot iets aangespoord

het blauwe uur verdwijnt
een wandelaar die na lang aarzelen en kijken achterom de hoek omslaat

er is niets benoemd, geen vraag beantwoord

 

Jasper Mikkers (Oerle, 3 januari 1948)

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Nu meteen, nu meteen zou ik iemand

Nu meteen, nu meteen zou ik iemand
anders willen worden. Kan dat? Ik weet het niet. Ik
hoor stormgebulder, een trein doet de spullen
op tafel schudden, dan is het over. Ben ik nu
 
veranderd? Nee. Waarschijnlijk niet. Ik open
het raam, de sneeuw valt naar binnen,
een verandering, ik drink een glas sinaasappelsap
met een extract van grapefruitzaadjes
 
en mijn gezicht raakt gevlekt, rood bespikkeld.
Was dat een verandering? Ik kijk in de spiegel,
echt, nu heb ik een heel ander gezicht.
Ik ben een ander mens. Zo wil ik niet zijn.
 
Ik wil veranderen. Nu, dadelijk, nu meteen
wil ik heel anders worden. De storm gaat
liggen. Er rijdt geen enkele auto. Ben ik
veranderd? Ik weet het niet. Waarschijnlijk niet erg.

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e januari ook mijn blog van 3 januari 2019 en ook mijn blog van 3 januari 2017 en eveneens mijn blog van 3 januari 2016 deel 1, deel 2 en deel 3.

Anton Korteweg, Hasso Krull

De Nederlands dichter en neerlandicus Anton Korteweg werd geboren in Zevenbergen op 31 januari 1944. Zie ook alle tags voor Anton Korteweg op dit blog.

 

old time religion

in die dierbare tijden hadden we inderdaad
geen gebrek aan zingende zusjes en brabbelende broers.

zo werden we ondermeer bezocht door Piet Sybrandi
– de nederlandse Pat Boone -,
in staat binnen vijf minuten
een ruwhouten kruis in elkaar te zetten,
dit tijdens een zgn. jeugddienst.

en de drie gebroeders Spaargaren, Zeeuwen,
voerden de kruisvlag in top van hun opvouwbaar orgeltje.
één van hen speelde, twee zongen
– eerste en tweede stem –
dat het langs de wolken ruiste;

verwekten hierdoor in iedere keel een brok
vlak naast het pepermuntje.

God ziet alles.

 

Men verplaatst zich

Men verplaatst zich, maar
nooit even snel, in
tegengestelde richting.

Nooit met eenzelfde zakdoek
mooi symmetrisch wuivend –
even wit, even droog.

Eén blijft er staan,
verwijdert zich.

Bij gebrek aan wie verliet
langzaam kleiner wordend.

 

Hou toch op!

Of het al niet erg genoeg is,
heb je mensen, om de paar jaar
kraaien ze om het hardst: ik ben
aan een nieuwe uitdaging toe.

Alsof, als ze daarop ingingen,
het beste in hen waar we al
zo lang op zaten te wachten
vanzelf naar boven kwam dan.

En alsof, was dat al het geval,
dat voor iemand anders dan voor
henzelf ook maar van het minste
belang zou kunnen zijn.

 

Anton Korteweg (Zevenbergen, 31 januari 1944)

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Alle mensen zijn zwanger, sprak Diotima

Alle mensen zijn zwanger, sprak Diotima,
hun lijf is zwanger en zwanger is hun geest,
o, wat willen ze uit alle macht graag baren.
Schoonheid is baren. Geboorte is waarlijk schoon.
 
Zo sprak Diotima tegen Socrates. Socrates vertelde
het verhaal verder op het feest van Agatothon. Dat hoorde
de jonge Aristodemos, en hij vertelde het later door
aan Apollodoros, die het zijn vrienden vertelde.
 
De kleine Plato speelde buiten met kevers.
Waar komen al die kevers vandaan, dacht hij,
misschien uit een hele grote kever
hoog in de hemel? Die we niet zien?
 
’s Avonds legde zijn moeder hem in de kamer te slapen.
Bij Agathon begon een homofeest,
en omdat niemand meer kon drinken, gingen ze discussiëren:
laat ons vandaag spreken over de liefde. Spreken over de schoonheid.

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e januari ook mijn blog van 31 januari 2019 en ook mijn blog van 31 januari 2017 en ook mijn blog van 31 januari 2016 deel 2.

Peter Ghyssaert, Hasso Krull

De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Zie ook alle tags voor Peter Ghyssaert op dit blog.

 

Erftante

Na haar dood hadden wij grijze amber
uit haar potvisachtig lijk geput.
Wij vonden in een keukenkast een pot
met goud, bedekt met poederlagen gember.
Wij vonden goedgerolde sigaretten
die, langzaam verbrand, een fijne rook
uitwasemden tot schone silhouetten
van glorie en van aangename reuk.
Wij vonden dranken die een bres sloegen
in hersencellen, waar genot en angst
even als een klamme wind kloegen.
Uit dankbaarheid, meenden wij, zou een mes,
een bord sardines, een ontwormde kaas
mijn tante in haar droog praalgraf vervoegen.

 

Familiefoto

Wij werkten zwetend aan het fries van roomijs
op ons bord. Klassieke moten werden
onder snorren fijngekraakt. Een nieuwe
schaal, nog dampend van het vriesvak,
stond te wachten op de winnaars.
Kinderen bleven eten, kregen pijn
en braken door het hagelwitte scherm
van kelners; tikken van de lepels op
de borden knikkerde de vijver in.
Als er niet meer geconverseerd werd schoor
zon met haar blinkende tondeuses eerste
schaduwen van tafel weg en kookten de
likeurglazen in kelen over.
Twee nichtjes zaten uitgebreid
in engels kortgehouden gras. Men vond
het nu wel tijd worden door de familiefoto:
overhemden straalden, bloemen
lagen in coma op de jurken. Op
de achterkant van het fotopapier
zou datum komen en een spreuk. Ter ere
van ’t communiefeest.

 

De heiligen

Hun voegen zijn gebreeuwd met kunstlicht en
hun onderkaak is volgeschonken met
een lauw insecticide dat nog meer
dan kevers of wormen een dode uitbijt
onder de houten pij. Op hun gezwollen
lijven staan hoofden gekroond met mager
bladgoud. Stuntelig en rammelend
blijven ze hun protectie uitoefenen.
Iedereen wordt voortdurend behoed,
zelfs wie zijn huis hier onterecht gevuld heeft,
al de koppen gods verduisterd en
weer opgelicht in nieuwe constellatie.
Hoor hun spieren kraken, denk aan hen.
Wie zij al niet in hun gedacht houden.
Het krachtig aangedreven schip der kathedraal
vaart schuimend van hen weg, de sluitspier
van hun aureool is voorgoed dicht.
Verbrand een kaars, een gouden calorie,
attentie voor hun wormstekige stofwisseling.

 

Peter Ghyssaert (Wilrijk, 3 januari 1966)

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Kijk hem

Kijk hem. Waarom is die man verdrietig?
Is er iets gebeurd? Ik weet het niet. Misschien wel.
Misschien inderdaad. Misschien is er inderdaad iets gebeurd.
Maar misschien ook niet. Misschien is hij helemaal niet verdrietig.
 
Misschien was het gisteren. Maar misschien niet.
Misschien wel. Misschien een paar dagen eerder.
Misschien nooit. Misschien toch een keer.
Er werd stevig gedronken. Misschien meer dan goed was.
 
Misschien minder. Er had misschien meer gedronken moeten worden.
Er was toch een meer? Waarom heb je het meer niet leeggedronken?
Maar misschien was er geen meer. Maar meer een rivier.
Misschien zelfs de zee. Misschien was er helemaal geen water.
 
Misschien was er een meisje. Misschien een ander meisje.
Is er iets gebeurd? Ik weet het niet. Misschien wel.
Maar misschien niet. Er werd vreselijk gedronken.
Maar misschien ook niet. Misschien was er helemaal geen water.

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e januari ook mijn blog van 3 januari 2019 en ook mijn blog van 3 januari 2017 en eveneens mijn blog van 3 januari 2016 deel 1, deel 2 en deel 3.

Anton Korteweg, Hasso Krull

De Nederlands dichter en neerlandicus Anton Korteweg werd geboren in Zevenbergen op 31 januari 1944. Zie ook alle tags voor Anton Korteweg op dit blog.

 

In den vreemde

Den Haag. Ik voel me er zo ver van huis,
dat ik me wel een brief zou willen schrijven.
Hoe gaat het met me, daar? Eerlijk gezegd
niet goed. Het blijft voor mij een soort
van België – snel wil je er weer uit
op weg naar waar het echt gebeuren moet.
Tussen de spoordijken volkstuintjes in de regen.
Uit het asiel waait altijd akelig geblaf.
Stoplichten, zeven, springen, tweemaal elke dag
op slag op rood als ik kom aangefietst.
En uit mijn kamer zie ik trams banaal
hun lussen draaien naar Den Haag Centraal.

Krokussen op het Voorhout in het vroege voorjaar
en in het Mauritshuis een meisje van Vermeer,
lang gras tussen de rails naar Scheveningen
en bij Kijkduin de rook van Ockenburg,
dat moest ik maar eens tot mijn zegeningen
gaan tellen. Want dan schreef ik me niet meer.

 

Evenwicht

Ik vond, ik had nu de lucht
door gaten er in te springen
meer dan genoeg beschadigd,
het eigen hoofd al van
veel te veel haren beroofd.
Borstpijn had ik van ’t bekloppen.

Ik ontzei me dus grotere gevoelens,
Ze mochten wel binnen nog, maar
daar zou ik ze drastisch aftoppen,
als was ik een ambtenaar.

En ik was niet meer blij, maar verheugde,
ik had geen verdriet, maar betreurde,
trots maakte plaats voor voldoening.
En ik leefde nog lang en banaal.

 

Zee (1)

Ze is zo groot.

En, hoewel grijs in middels,
Zo mooi in haar groenblauwe jurk nog.

We mogen met z’n allen aan haar zitten,
nog steeds. Vindt ze niet erg.

We mogen er zelfs in, helemaal.
Merkt ze niet eens.

Ze is zo groot.

Haar kou gooit ons terug als een visje.

 

Anton Korteweg (Zevenbergen, 31 januari 1944)

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Het schemert reeds

Het schemert reeds. Reeds schemert het.
Aan de bomen komen takken. Aan de takken komen bladeren.
Aan de bladeren komt kleur. Aan de kleur komt een toon.
In de toon komt diepte. In de diepte zachtmoedigheid.
 
Op de vloer komt een tapijt. Op het tapijt komen pantoffels.
Op de tafel komt een glas. In het glas komt water.
Tegen de muur komt behang. Op het behang komt een patroon.
Op de planken komen boeken. In de boeken komen letters.
 
Op het kussen komen haren. Onder de haren komt een gezicht.
In het gezicht komen ogen. Om de ogen komen oogleden.
Bij de oogleden komen wimpers. Over de wimpers komt een rilling.
Door de rilling komt een beeldscherm. Op het scherm komen dromen.
 
De dromen bewegen op het netvlies.
Jij beweegt je elleboog. Ik raak je aan.
Je draait je om. Onder de deken komt warmte.
In de warmte komt een droom. In de droom komt de zon.

 

In een weg zitten gaten

In een weg zitten gaten. In de aarde zitten gaten.
Als ik verder ga, merk ik het: in mijn laarzen zitten gaten.
Daar doorheen zijn mijn sokken te zien, met daarin gaten,
ik zie het, ik weet het, want in mijn schedel zitten gaten.
 
Als regen op water valt, zitten in het water gaten.
De druppels tikken, ik hoor het, want in mijn oren zitten gaten:
ik sta stil en adem, want in mijn neus zitten gaten,
ik loop verder en denk. Ja, in mijn gedachten zitten gaten.
 
In mijn woorden zitten gaten. Volgens Laozi was
leegte het allerbelangrijkste – maar zeg op, vriend,
waarom leegte, als daar niet overal
gaten naast gaten in zitten? Grote gaten. Kleine gaten.
 
Het bestaan bestaat uit gaten. Geboorte en dood zijn gaten.
Zwarte gaten in het universum – misschien kun je eruit,
ergens naartoe, waar misschien andersoortige gaten zitten.
Uitgangen zijn gaten. Mond, hart, darmen – gaten.

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e januari ook mijn blog van 31 januari 2019 en ook mijn blog van 31 januari 2017 en ook mijn blog van 31 januari 2016 deel 2.

Peter Ghyssaert, Hasso Krull

De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Zie ook alle tags voor Peter Ghyssaert op dit blog.

 

Oude mannen in korte broeken

Ze wandelen heel gemoedelijk voorbij,
hun seizoen is een apart seizoen.
Ze hebben geen behoefte aan een wandelstok,
ze gaan met een reserve aan kracht
begonnen in de winters van hun jeugd.

En als ze stilstaan om naar iets te kijken
staan ze zonder beven stil;
de zon maakt van hun oude, montere, blote benen
iets bijzonders, als een pose
op een plein vol licht.

Maar mooier nog zijn hun gepolitoerde knieën
of de glaswol op hun kuiten,
Zo worden ze bekeken
door bewonderaars die anoniem blijven
terwijl ze zelf met mildheid naar de dingen kijken,
naar de groene bomen en de witte klok

die beter loopt dan zij
en iets vertelt over hun afgezaagde tijd;
zij kennen hem van buiten.

 

De tuinman

Hij eet het fruit met pit en al,
trekt wortels uit de grond die on-
gewassen in zijn zak bewaard worden

voor later. Je ziet hem niet direkt
onder de ritssluiting van gras, maar
zeker is hij bezig, stelt de mol een
ultimatum, legt zijn oor te luisteren
aan een donker, koud stramien om
het dreunen van de mieren op te vangen.
Als kind al roosterde hij met een
grote glazen schijf insekten in de
zomerzon, tot er een toefje rook uit
hun gebarsten rug opsteeg. Vooral de
grote blauwe vliegen bloosden in de
dood. Hij was van geen insekt bang,
hield van planten boekhouding in
een verkleurend schrift dat in de schuur
lag. Nu kookt hij kruiden door voor ons.
Hij doet het zwijgend en wij zien in zijn
pupil waarachter donkere humus kruid
van eeuwen opgetast tot groei moet voor-
bereiden. Na zijn dood als onze tuinman.

 

De pruimelaar

De pruimelaar in onze tuin, scharminkelig
maar niettemin nog vol van licht,
keerde zich van het voorjaarsgorgelen
en stierf verder. Luis groef hem
langzaam uit de grond omhoog.

Richting vijver en bij naderende storm
kon je doorheen zijn kruin de dondervliegjes zien,
met elektriciteit bezenuwd.
Zo kwam de zon daarna ook altijd
door zijn poort de tuin binnen.

Nog wordt hij dagelijks gelezen dat
het kraakt: een stam vermagerend
tot op een dunne, dodelijke naald,
zwart en nauwkeurig.

 

Peter Ghyssaert (Wilrijk, 3 januari 1966)

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Het schemert reeds. Reeds schemert het.

Het schemert reeds. Reeds schemert het.
Aan de bomen komen takken. Aan de takken komen bladeren.
Aan de bladeren komt kleur. Aan de kleur komt een toon.
In de toon komt diepte. In de diepte zachtmoedigheid.
 
Op de vloer komt een tapijt. Op het tapijt komen pantoffels.
Op de tafel komt een glas. In het glas komt water.
Tegen de muur komt behang. Op het behang komt een patroon.
Op de planken komen boeken. In de boeken komen letters.
 
Op het kussen komen haren. Onder de haren komt een gezicht.
In het gezicht komen ogen. Om de ogen komen oogleden.
Bij de oogleden komen wimpers. Over de wimpers komt een rilling.
Door de rilling komt een beeldscherm. Op het scherm komen dromen.
 
De dromen bewegen op het netvlies.
Jij beweegt je elleboog. Ik raak je aan.
Je draait je om. Onder de deken komt warmte.
In de warmte komt een droom. In de droom komt de zon.

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e januari ook mijn blog van 3 januari 2019 en ook mijn blog van 3 januari 2017 en eveneens mijn blog van 3 januari 2016 deel 1, deel 2 en deel 3.

Anton Korteweg, Hasso Krull

De Nederlands dichter en neerlandicus Anton Korteweg werd geboren in Zevenbergen op 31 januari 1944. Zie ook alle tags voor Anton Korteweg op dit blog.

 

Geboorte II

Ik ben opeens gebaard;

een hand houdt mij bij de enkels,
ik hang met het hoofd naar mijn buik,
ik ben uit mijn schoot gejaagd.

Licht botst tegen mij aan,
geluiden vallen op mij.

ik schreeuw; ik kan niet terug.

Plotseling ben ik te groot,
hang ik aan leven bloot.

 

Op verzoek

Dat ik van je hou, dat wil ik dan
ook wel eens schrijven, nu je dat
zo vraagt. Want ik hou van je en
niet eens zo zelden, gezien de
vierduizend dagen en nachten.

Dat het lijkt of je nauwelijks
ouder geworden bent, dat
je soms nog ver weg kijkt als
was je verliefd, dat
je handen nog mooi zijn, verder
zou ik toch niet willen gaan.

Dat ik je wang soms zoek en niet
je mond.

 

Zijn stoutste dromen

Dat hij nog eens krakend door ’t ijs zal zakken
en – zonder brommen zachtjes uitgekleed, verschoond –
aan dampende anijs de mond zal branden,

dat hij nog eens met tranen in de ogen
zal horen hoe zijn moeder aan granieten aanrecht
psalmen verhaspelt bij het kloven van een kip,

dat hij ooit nog eens veilig thuis zal komen,
als in een streekroman met Kerst een moegezworven zoon,

dat alles is nog slechts bereikbaar in zijn stoutste dromen.

 

Anton Korteweg (Zevenbergen, 31 januari 1944)
Portret door Trudy Kramer, 2003

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Nu meteen, nu meteen zou ik iemand

Nu meteen, nu meteen zou ik iemand
anders willen worden. Kan dat? Ik weet het niet. Ik
hoor stormgebulder, een trein doet de spullen
op tafel schudden, dan is het over. Ben ik nu
 
veranderd? Nee. Waarschijnlijk niet. Ik open
het raam, de sneeuw valt naar binnen,
een verandering, ik drink een glas sinaasappelsap
met een extract van grapefruitzaadjes
 
en mijn gezicht raakt gevlekt, rood bespikkeld.
Was dat een verandering? Ik kijk in de spiegel,
echt, nu heb ik een heel ander gezicht.
Ik ben een ander mens. Zo wil ik niet zijn.
 
Ik wil veranderen. Nu, dadelijk, nu meteen
wil ik heel anders worden. De storm gaat
liggen. Er rijdt geen enkele auto. Ben ik

 

Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer

 

Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e januari ook mijn blog van 31 januari 2019 en ook mijn blog van 31 januari 2017 en ook mijn blog van 31 januari 2016 deel 2.