De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Zie ook alle tags voor Peter Ghyssaert op dit blog.
Zelfportret met ezelskaakbeen
Lang wachtte hij in een feestzaal waar de regen door het
dakgebinte druppelde,
lang meende hij de stem te horen van de liefste die hem zocht,
hem, een man door kou voltooid.
Maar niemand kwam. Wat was en is, schuift
als een ezelskaakbeen in de jongste dag
om er ontbloot en onderzocht te worden; iemand heeft
zich niet zo bij elkaar dan dat hij, zonder struikelen
en steeds het woord herhalend dat hij zocht,
een naam waarvoor geen uitgang bestaat –
de zaal verlaat.
Stilleven met geweer en tinnen kroes
De kunstenaar verschuift met meesterhand
de grendels van de kleuren op het schil-
derij, zodat de afgebeelde tinnen
kroes en het geweer niet meer bestaan
in werkelijkheid, alleen nog op het doek.
De artistieke kolf bloeit in een woud
van droge korenbloemen en een druiven-
tros vertilt zich aan het handvat van
de tinnen kroes. Nu wachten wij maar op
het donderend geweerschot van een lelijk
echt geweer dat deze vastgeverfde
pose afbreekt en de kleuren vochtig
laat verzamelen op de bodem van
de lijst, tot meesterhanden hen naar boven
verven, in een nieuw stilleven.
Cameo
Het meisje in een hoes van licht,
spiertjes en haren doet het goed
naast haar opgesteven grootvader:
ze is al wandelend een kiekje van hen beiden,
prent het zonlicht voorgoed schattigheid in:
nooit zal het hier op deze plaats nog strak,
onaangedaan schijnen.
Ze heeft een eigen bed en een geheim;
’s avonds sterven ouders uit haar hoofd,
’s morgens leert ze snel haar naam, kent
aan de ontbijttafel kleuren hun complement toe,
halsstarrig rangschikkend.
Nu gaat ze, losgekoppeld, wandelen
over het stralend plein, haar wereld.
Een ouderling schreeuwt een bevel dat smelt;
schemer hinkelt langs de schaduwpaadjes
van de boomtakken tot voor haar voeten
en maakt kennis.
De Nederlandse schrijver en dichter Jasper Mikkers werd geboren in Oerle op 3 januari 1948. Zie ook alle tags voor Jasper Mikkers op dit blog.
Gedachten over de onsterflijkheid
III
Ik stond wéér op en ging aan mijn tafel
op zolder zitten. “Het zijn de kleine dingen,”
dacht ik, “die de onsterfelijkheid bezingen,
onsterfelijkheid in de knop.” Ik rukte een rafel
van mijn mouw, het was diep nacht.
En ik dacht: “Een leeg doosje lucifers
is eigenlijk net een klein vers
met een heel heelal aan vracht”.
Een potloodstompje lachte idioot en zacht.
Ergens ritselde er een medalje.
“De onsterfelijkheid is net een raar kavalje”,
dacht ik, “op vier wielen en met een schuiftrompet
als stuur”. Ik ging terug naar bed.
Op mijn tafel stond een potje met vet.
HET BLAUWE UUR
er waait geen wind, geen auto rijdt
pannen kleven dieprood aan het dak
de kamperfoelie wacht
vogels hurken op een tak
is de hemel niet te diep
het lichaam voelt alsof het zich niet overgeven kan
aan niet weten of gevoelens vast genoeg van stof zijn
om de nacht te overleven, niet weten wat verwateren
van vorm en lijn in ons verricht, wat aan dromen
wordt gevonden in het donker
is dit zweven in nietszeggendheid of in ontroering
is dit hetzelfde blauw als dat we zien als we wakker worden
in de vroege ochtend en de tuin inlopen, na de ergste kou
op blote voeten lopen door het gras
blauw schittert in de druppels dauw in webben tussen takken
we onze dromen achterlaten als een kudde runderen die teruggaat
naar een bos, hun koppen worden flets, hun oogglans flauw
worden wij gewaarschuwd of gerustgesteld
tot iets aangespoord
het blauwe uur verdwijnt
een wandelaar die na lang aarzelen en kijken achterom de hoek omslaat
er is niets benoemd, geen vraag beantwoord
De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.
Nu meteen, nu meteen zou ik iemand
Nu meteen, nu meteen zou ik iemand
anders willen worden. Kan dat? Ik weet het niet. Ik
hoor stormgebulder, een trein doet de spullen
op tafel schudden, dan is het over. Ben ik nu
veranderd? Nee. Waarschijnlijk niet. Ik open
het raam, de sneeuw valt naar binnen,
een verandering, ik drink een glas sinaasappelsap
met een extract van grapefruitzaadjes
en mijn gezicht raakt gevlekt, rood bespikkeld.
Was dat een verandering? Ik kijk in de spiegel,
echt, nu heb ik een heel ander gezicht.
Ik ben een ander mens. Zo wil ik niet zijn.
Ik wil veranderen. Nu, dadelijk, nu meteen
wil ik heel anders worden. De storm gaat
liggen. Er rijdt geen enkele auto. Ben ik
veranderd? Ik weet het niet. Waarschijnlijk niet erg.
Vertaald door Iris Réthy en Jan Sleumer
Zie voor nog meer schrijvers van de 3e januari ook mijn blog van 3 januari 2019 en ook mijn blog van 3 januari 2017 en eveneens mijn blog van 3 januari 2016 deel 1, deel 2 en deel 3.