Léopold Senghor, Ivo Andrić, Jens Bjørneboe, Holger Drachmann, Johannes Theodor Baargeld, Christian Reuter

De Senegalese schrijver Léopold Senghor werd geboren op 9 oktober 1906 in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust, zo’n 70 kilometer van de Senegalese hoofdstad Dakar. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Léopold Senghor op dit blog.

In Memoriam

Today is Sunday.
I fear the crowd of my fellows with such faces of stone.
From my glass tower filled with headaches and impatient Ancestors,
I contemplate the roofs and hilltops in the mist.
In the stillness—somber, naked chimneys.
Below them my dead are asleep and my dreams turn to ashes.
All my dreams, blood running freely down the streets
And mixing with blood from the butcher shops.
From this observatory like the outskirts of town
I contemplate my dreams lost along the streets,
Crouched at the foot of the hills like the guides of my race
On the rivers of the Gambia and the Saloum
And now on the Seine at the foot of these hills.
Let me remember my dead!
Yesterday was All Saints’ Day, the solemn anniversary of the Sun,
And I had no dead to honor in any cemetery.
O Forefathers! You who have always refused to die,
Who knew how to resist Death from the Sine to the Seine,
And now in the fragile veins of my indomitable blood,
Guard my dreams as you did your thin-legged migrant sons!
O Ancestors! Defend the roofs of Paris in this dominical fog,
The roofs that protect my dead.
Let me leave this tower so dangerously secure
And descend to the streets, joining my brothers
Who have blue eyes and hard hands.

Vertaald door Melvin Dixon

 
Léopold Sédar Senghor (9 oktober 1906 – 20 december 2001)

Lees verder “Léopold Senghor, Ivo Andrić, Jens Bjørneboe, Holger Drachmann, Johannes Theodor Baargeld, Christian Reuter”

Marína Tsvetájeva, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor, Holger Drachmann

De Russische dichteres en schrijfster Marina Tsvetájeva werd geboren op 9 oktober 1892 in Moskou. Zie ook alle tags voor Marína Tsvetájeva op dit blog en ook mijn blog van 9 oktober 2010.

 

Why such tenderness?

Why such tenderness?
Not the first – these curls
I stroke, I’ve known, yes,
Lips much darker than yours.

As stars fade and rise,
– Why such tenderness?
Eyes have risen
And faded to my eyes.

Yet with no such song
Have I heard night darker
Crowned – O tenderness –
In the breast of the singer.

Why such tenderness,
And what to do with it, singer
So young, simply passing by?
And could eyelashes – be longer?

 

Dying, I’ll not say: ‘I was’.

Dying, I’ll not say: ‘I was’.
No regrets, I’ll not cast blame.
There are greater things in this world
Than love’s storm, and passion’s game.

But you – wing-beat against my chest,
Fresh, guilty cause of my inspiration –
You I command to: – Be!
My obedience – knows no evasion.

 

When I watch the flight of leaves,

When I watch the flight of leaves,
To the cobblestones at my feet,
Swept up – as if by an artist,
Whose picture’s at last complete,

I think how (already no one likes
My figure, face deep in thought)
A strongly yellow, decidedly rusty,
Leaf, there at the crown’s – forgot.

 

Vertaald door A. S. Kline

 

Marína Tsvetájeva (9 oktober 1892 – 31 augustus 1941)
Portret door George G. Sjisjkin

Lees verder “Marína Tsvetájeva, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor, Holger Drachmann”

Mário de Andrade, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor

De Braziliaanse dichter en schrijver Mário de Andrade werd op 9 oktober 1893 in São Paulo in Brazilië geboren. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Mário de Andrade op dit blog.

 

VARIATION ON THE BAD FRIEND

At least, we are no longer friends.
You walk easily, lightly,
In the labyrinth of complications.
What subtlety! what dancing grace!…
It is true that there always remains
Some dust from your wings
On the branches, on the thorns,
Even on the blossoms of that wood…
And I also noticed several times
That your wings are ragged at the edges…
But the essential thing, the important thing,
Is that despite the raggedness you can still fly.

I am not like that.
I am heavy, I am rather clumsy,
I have no wings and not much breeding.
I need a broad and straight road.
If I lack space, I break everything,
I get hurt, I get tired… I finally fall.

In the middle of the wood I stop, unable to go on.
I cannot stand it any longer.

You… you may still call me a friend…
Although you lose a bit of your wing,
You sit on my thorn bush and can still fly.
Yet I, I suffer it is true,
But I am no longer your friend.
You are friend of the sea, you are friend of the river…

 

Vertaald door John Nist en Yolanda Leite

 


Mário de Andrade (9 oktober 1893 – 25 februari 1945)
Borstbeeld door Bruno Giorgi in Sao Paulo

Lees verder “Mário de Andrade, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor”

Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz, Victor Klemperer, Marína Tsvetájeva, Mário de Andrade, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor, Johannes Theodor Baargeld, Ivo Andrić, Christian Reuter, Holger Drachmann

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2007 en ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

Uit: Vrouwen met een IQ

„De taxichauffeur vraagt in welke straat het is. Ik vraag hem verbaasd of hij niet weet waar hij De Brugse Poorte moet situeren. Hij zegt dat hij dat inderdaad niet weet. Ik vraag hem, nu al van hem walgend, of hij nieuw is in zijn vak. Hij zegt: “Ja.”
Ik vertel hem hoe hij de Brugse Poorte kan bereiken. Hij begint te rijden. Onderweg kijkt hij me nu en dan aan in de achteruitkijkspiegel, erop hopend dat ik hem zal vragen wat hij vroeger deed. Ik vraag hem niets. Ten slotte kan hij zich niet meer inhouden en zegt: “Dit is pas m’n tweede week als taxichauffeur. Vroeger was ik vrachtwagenchauffeur.”
“Een hele overstap, ” zeg ik. Hij vertelt me dat het leven van een vrachtwagenchauffeur veel harder en boeiender is dan het leven van een taxichauffeur. Ik zeg dat ik me dat kan voorstellen. Dat is nochtans niet zo. Hoe zou ik me kunnen voorstellen dat het leven van een vrachtwagenchauffeur veel harder en boeiender is dan dat van een taxichauffeur? Bovendien interesseert het me niet hoe hard en boeiend hun levens zijn.
Hij zegt dat het in de vrachtwagenbranche heel slecht gaat en dat er elke dag ontslagen vallen. Ik zeg hem dat ik diepgevroren as verzamel. Hij verstaat me niet en zegt dat de overheid ervoor zal zorgen dat, als ze zo doorgaat, de vrachtwagenbranche helemaal naar de verdommenis zal gaan. Ik zeg hem dat de overheid daar gelijk in heeft, maar ik denk dat hij alweer niet beseft wat ik zeg.
Ik heb de indruk dat hij bezig is met verkeerd te rijden. Voorlopig zwijg ik daarover en als hij zegt dat hij z’n Scania Vabis Intercooler mist, antwoord ik hem dat ik m’n moeder mis.“

brusselmans

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

The Living Were Dying

Walled in, the living were dying
black flies laid eggs
in human flesh.
Day in and day out
the streets were paved
with swollen heads.

The father, Aaron
had a beard of mildew and moss
and a head of white light
which died out flickering
before he expired he ate out of a hand
with his wilting lips
and opening his turquoise eyes.

In the little room
bodies were swelling.
Sally sold apples
silver ones smelling of an orchard
in front of the gate
which was made of azure.

Between gibberish
and red spittle
between the scabies of the wall
and the corpse of the passerby
with a cruel eye
between the stone
and the howling of a madwoman
Sally stood in her red dress
and the colors were absorbing venoms
and the apple rotted in her swarthy
hands. A white worm crawled out
from the smell.
Apples were wilting apples were rotting
mother was dying.

No one brought apples to the ghetto any more
no one in the ghetto bought apples any more.
Day in and day out
bodies were falling down.

 

Vertaald door Regina Grol

 

Busy With Many Jobs

Busy with many jobs
I forgot
one also has
to die

irresponsible
I kept neglecting that duty
or performed it perfunctorily

as from tomorrow
things will be different

I’ll start dying meticulously
wisely optimistically
without wasting time

 

Vertaald door Adam Czerniawski

tadeusz

 Tadeusz Różewicz (Radomsko, 9 oktober 1921)

 

De Joods-Duitse filoloog en schrijver Victor Klemperer werd geboren in Landsberg an der Warthe (tegenwoordig Gorzów Wielkopolski) op 9 oktober 1881. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

Uit: Ich will Zeugnis ablegen bis zum letzten, Tagebücher 1933-1945

„Dienstag 19. Juni 45, Dölzschen
Am Sonntag d. 10. sind wir hier angekommen, die erste Nacht schliefen wir beim braven Kalau, die zweite schon in unserm Haus, ein noch immer unbeschreibliches Gefühl, noch immer wie ein Wachtraum, wir leben seitdem in einer Märchenwelt, einer komischen, imaginären und doch höchst realen aber etwas unsicheren Welt, einem komischen, manchmal rührenden, manchmal ein bisschen verächtlichen Paradiese, und noch immer bin ich zu keiner Arbeitsruhe gekommen, mein Tagebuch liegt im Argen, die Reisetage sind noch nicht nach den dürftigen Stichworten ergänzt, die grosse Fülle dieser Woche ist nicht festgelegt, ich habe mich noch nicht um das Schicksal meiner Mss in Pirna gekümmert.
Ich bin zu allem und jedem zu müde, der Tag vergeht mit Essen und wieder Essen, mit Dösen und Schlafen, mit Besuchen, die ich zahlreich empfange und mache, mit Plaudern, mit Plänen und Skepsis, mit Staunen, mit Freude und wieder und wieder mit Skepsis, mit Müdigkeit, Warten, Treibenlassen und wieder mit Müdigkeit. Umschichtig schwimme ich in erstaunter Seligkeit, in skeptischer Verwunderung über diesen vollkommenen Märchenumschlag unseres Schicksals, und in der dunklen Angst, es möchte alles zu spät kommen, das Herz, die Vergreisung des Denkens, auch das blosse Eingerostetsein meiner Kenntnisse – ich kann ja keine zehn Worte mehr französisch – möchten mir einen vernichtenden Streich spielen. Alles dies aber, Hoffnung, Furcht, Skepsis, Angst, ist gedämpft durch Müdigkeit und animalisch träges Wohlbehagen: immerfort essen, immerfort schlafen, dazwischen ein bisschen Radiohören.“

klemperer

Victor Klemperer (9 oktober 1881 – 11 februari 1960)
Monument in Dresden

 

De Russische dichteres en schrijfster Marina Tsvetájeva werd geboren op 9 oktober 1892 in Moskou. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

Here, in my Moscow, – cupolas shine

Here, in my Moscow, – cupolas shine.
Here, in my Moscow, – church bells chime.
And tombstones, here, all stand aligned,
Tsarinas sleep there, and tsars.

You don’t know, but in the Kremlin, at dawn,
The air is lightest – and just here alone!
You don’t know, but in the Kremlin, each dawn,
I pray to you – until dusk.

And you stroll along your Neva River, slow,
While I stand alone where my Moskva flows.
With my head bowed low, I watch the blurry glow –
Streetlamps in the dusk.

With my whole insomnia, I’m in love with you,
With my whole insomnia, I am harking you,
While sextons awake in the Kremlin to
Carry out their morning tasks.

But, my Joy, my river – with your river still…
But, my Joy, my arm – with your arm, I feel,
Will not come together, at least, until
The dawn catches the dusk.

 

I like the fact that you’re not mad about me

I like the fact that you’re not mad about me,
I like the fact that I’m not mad for you,
And that the globe of planet earth is grounded
And will not drift away beneath our shoes.
I like the fact that I can laugh here loudly,
Not play with words, feel unashamed and loose
And never flush with stifling waves above me
When we brush sleeves, and not need an excuse.

I like the fact that you don’t feel ashamed
As you, before my eyes, embrace another,
I like the fact that I will not be damned
To hell for kissing someone else with ardor,
That you would never use my tender name
In vain, that in the silence of the church’s towers,
We’ll never get to hear the sweet refrain
Of hallelujahs sung somewhere above us.

With both, my heart and hand, I thank you proudly
For everything, – although you hardly knew
You loved me so: and for my sleeping soundly,
And for the lack of twilight rendezvous,
No moonlit walks with both your arms around me,
No sun above our heads or skies of blue,
For never feeling – sadly! – mad about me,
For me not feeling – sadly! – mad for you.

 

Vertaald door Andrey Kneller

 Marína Tsvetájeva (9

Marína Tsvetájeva (9 oktober 1892 – 31 augustus 1941)
Standbeeld in Moskou

 

De Duitse dichter, schrijver, schilder en graficus Johannes Theodor Baargeld werd geboren op 9 oktober 1892 in Stettin. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

Verse

Und auch die Nächte dieser Stadt
Sind unterhöhlt von den stürzenden Glocken.
Uns Nackten wehen in ihr Bad
Des Rausches von ruhlosen Lippen Flocken.

Wo du an überlaubtem Tor
Weichere Hände nicht wolltest küssen,
Habt Beide ihr Schatten sehen müssen,
Und Schreie, da ein Gerechter verlor.

Ein dunkler Seim von krankem Baum
Ward über das Pflaster zu spaltiger Glättung,
Und ein Zuschlag sprang wie aus eiserner Kettung
Einer toten Weiche in deinen Traum

 

O dieser Stunde

Jetzt sind durch Stadt
Lange Wege von Suchenden.
Häuser rauschen heran
Unbestimmter Erregtheit.
Pferd wartet um sich dunkle Höfe
Und ein Lied aus Kanal oder Lichtschacht.
Über asphaltenen Zeilen
Kreuzen sich Suchaugen
Ungenau.
Aufschwelen Brauen
In denen Tag nachzittert
Und etwas wie
Erwartung steht auf –

O dieser Stunde –
Wo ist
Der sich wühlt unter die kündende Liebe
Eures Tagverhaltenseins,
Brüder Gelegenheitsmenschen?
Ich balle meine Tausendbedürftigkeit vor euch
Fragend bittend Euch Tiefhändigen bald.
Ich tanze den durstigen Narr in den Trug unserer
Schläfe aus zweiter Hand,
Ich bettle mich durch
Zu uns.

baargeld

Johannes Theodor Baargeld (9 oktober 1982 – 18 augustus 1927)

 

De Servisch-Kroatische schrijver Ivo Andrić werd geboren op 9 oktober 1892 in het dorpje Dolac in de buurt van Travnik, Bosnië. Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 oktober 2006.

Uit: Bosnian Chronicle (Vertaald door Celia Hawkesworth)

„Prologue

     For as long as anyone can remember, the little café known as “Lutovo’s”  has stood at the far end of the Travnik bazaar, below the shady, clamorous source of the “Rushing Brook”. Not even the oldest people can remember Lutvo, its first proprietor. He has lain for at least a hundred years in one of the cemeteries scattered throughout Travnik, but everyone goes to Lutovo’s for coffee and his name is still recalled and mentioned while so many sultans, viziers and beys have been  long forgotten. In the garden of this little café, at a foot of a hill, a gentle secluded slope rises up against a cliff, in the shade of an old lime tree. Low benches of irregular shapes have been fitted together around the tree, among boulders and tufts of grass, making a place where it is pleasant to sit for a while and always hard to leave. The benches are weather-worn and warped by the years and long use- they have merged completely with the tree, earth and rock around them.

     During the summer months, from the beginning of May to the end of October, this was by ancient tradition the place where the Travnik beys and other notables admitted to their company gathered, about the time of the afternoon prayer. At the time of day, none of the other townspeople would presume to sit and drink coffee here. The spot was known as “The Sofa”. For generations this word had a clear social and political meaning in the popular speech of Travnik, because whatever was said, discussed and decided “on the Sofa” had almost the weight of a resolution of the counsellors at the Vizier’s Divan.

     On the last Friday of October 1806, some dozen beys were sitting there, although the sky was already overcast and a wind was getting up, which always meant rain at this time of year. Each in his own set place, the beys were talking in low voices. Most of them pensively watching the plat of sun and clouds, smoking chibouks and coughing tetchily. They were discussing an important piece of news.

One of them, a certain Suleiman Bey Ajvaz, had recently travelled to Livno on business. While he had met a man from Split,a reliable person, he said, who had told him the news he was now recounting to the others. They could not make it out and kept asking for details and making him repeat what he had already said.“

 Ivo Andrić

Ivo Andrić (9 oktober 1892 – 13 maart 1975)
Standbeeld in Belgrado

 

De Duitse schrijver Christian Reuter werd geboren op 9 oktober 1665 in Kütten bei Halle. Zie voor ook mijn blog van 9 oktober 2006

Uit: Schelmuffskys Warhafftige Curiöse und sehr gefährliche Reisebeschreibung zu Wasser und zu Lande

„Deutschland ist mein Vaterland, in Schelmerode bin ich geboren, zu Sankt Malo habe ich ein ganz halb Jahr gefangen gelegen und in Holland und England bin ich auch gewesen. Damit ich aber diese meine sehr gefährliche Reisebeschreibung fein ordentlich einrichte, so muß ich wohl von meiner wunderlichen Geburt den Anfang machen. Als die große Ratte, welche meiner Frau Mutter ein ganz neu seiden Kleid zerfressen, mit dem Besen nicht hatte können totgeschlagen werden, indem sie meiner Schwester zwischen den Beinen durchläuft, fällt die ehrliche Frau deswegen aus Eifer in eine solche Krankheit und Ohnmacht, daß sie ganzer vierundzwanzig Tage daliegt und kann sich, der Tebel hol mer, weder regen noch wenden. Ich, der ich dazumal die Welt noch niemals geschaut und nach Adam Riesens Rechenbuche vier ganzer Monat noch im Verborgenen hätte pausieren sollen, war dermaßen auch auf die sappermentsche Ratte so töricht, daß ich mich aus Ungeduld nicht länger zu bergen vermochte, und kam auf allen Vieren sporenstreichs in die Welt gekrochen. Wie ich nun auf der Welt war, lag ich acht ganzer Tage unten zu meiner Frau Mutter Füßen im Bettstroh, ehe ich mich einmal recht besinnen kunnte, wo ich war. Den neunten Tag so erblickte ich mit großer Verwunderung die Welt. O sapperment! wie kam mir alles so wüste da vor, sehr malade war ich, nichts hatte ich auf dem Leibe, meine Frau Mutter hatte alle Viere von sich gestreckt und lag da, als wenn sie vor den Kopf geschlagen wäre, schreien wollte ich auch nicht, weil ich wie ein jung Ferkelchen dalag, und wollte mich niemand sehen lassen, weil ich nackend war, daß ich also nicht wußte, was ich anfangen sollte. Endlich dachte ich, du mußt doch sehen, wie du deine Frau Mutter ermunterst, und versuchte es auf allerlei Art und Weise; bald kriegte ich sie bei der Nase, bald krabbelte ich ihr unten an den Fußsohlen, letztlich nahm ich einen Strohhalm und kitzelte sie damit in dem linken Nasenloche, wovon sie eiligst auffuhr und schrie: Eine Ratte! Eine Ratte!

reuter

Christian Reuter (9 oktober 1665 – ? 1712)
Monument voor Reuter in Kütten in Sachsen-Anhalt

 

De Deense schrijver Holger Drachmann werd geboren op 9 oktober 1846 in Kopenhagen. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2006.

Ich bin erschöpft

Ich bin erschöpft. Wer baut nun wieder auf?
Es baut ein jedermann in diesen Zeiten,
Und Direktoren stramm voran uns reiten,
Nur eine Hummel in dem ganzen Hauf.

Ich reiße nichts. Die andern bauen auf,
sie sind zufrieden, satt und haben Spaß;
Ich seufze fassungslos auf offener Straß’,
die Hummeln überall, wo ich auch lauf’

Guten Morgen Hummelchen! – Wie – Guten Morgen?
Monsieur Horniss! Wozu das Wagen, Pricken?
Warum nicht minder Groß’ und Kleine pieken?

Wofür? Kennst du denn keine andren Sorgen?
Ja gottbewahr! – Da ist noch Honig drin!
Doch Mittag soll er schon zur Königin!

 drachmann

Holger Drachmann (9 oktober 1846 – 14 januari 1908)
Portret door Peder Severin Krøyer

 

De Braziliaanse dichter en schrijver Mário de Andrade werd op 9 oktober 1893 in São Paulo in Brazilië geboren. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

Aspiration

The sweetness of poverty like this…
To lose everything your, even the egoism of being,
So poor that you can only belong to the crowd…
I gave away everything mine, I spent all my being,
And I possess only what in me is common to all..
The sweetness of poverty like this…

I am not lonely any more, I am dissolved among equal men!

I have walked. Long my way
The emphatic mark of my steps
Remained on ground wet with morning dew.

Then the Sun ascended, heat vibrated in the air
In golden particles of light and warm breath.

The ground burned and hardened.
The mark of my feet is now invisible…

But the Earth remains, the tenderly dumb Earth,
And growing, grieving, dying in Earth,
The always equal men remain…

And I feel larger, equalizing myself to the equal men!…

 

The Girl And The Goat

The girl fights to pull the goat,
Totally terrified, sliding on the pavement
Among the bells of the streetcars
And the speed of the dusty automobiles.

…A whole herd of goats…
The goats graze on the mid-day grass…
And in the dead solitude of the mountain
Not a single sound of a car horn.
Ugly dog with big eyes hidden in his hair,
Near he stones moved by the little lizards,
Where the hot sun flounders in the troubled water,
Fixes his teeth in the golden cheese
Licias, the herdsman.

 

 Vertaald door John Nist en Yolanda Leite

 andrade

Mário de Andrade (9 oktober 1893 – 25 februari 1945)

 

De Noorse schrijver, schilder en essayist Jens Bjørneboe werd geboren op 9 oktober 1920 in Kristiansand. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

Uit: Semmelweis (Vertaald door Joe Martin)

„SEMMELWEIS: Child-bed fever is a blood poisoning, brought about by a septic virus which is generated in the cadavers. If it is introduced into the bloodstream of a living body, it will die. The viral agents enter the blood of the pregnant women by way of the hands of the physicians or others during examinations. It is the students who-with their fingers soiled from the autopsies-transmit germs from the cadavers to the genitals of the pregnant women. That’s the theory.

SKODA: It seems… [He stops, stiffens and stares at him] If you are right about this, you will never be forgiven.

SEMMELWEIS: What do you mean, Citizen Skoda?

SKODA: That is unforgivable.

SEMMELWEIS: It’s the truth.

SKODA: [pacing] Do you know what you’re saying? When the physician sits at the bedside of the sick, he is not the doctor, he is the disease!

SEMMELWEIS: That’s true.

SKODA: You are saying that everyone who has dealt with patients in this manner has personally transmitted the disease!

SEMMELWEIS: Yes.

SKODA: What do you think that your typical obstetrician will say to the accusation? Do you think they would confess to having killed hundreds of thousands?

SEMMELWEIS: People must yield to the facts.

SKODA: People will not do so. You will be attacked as a slanderer, a dilettante, an ignoramus, a maniac, a hateful, malicious grumbler.

SEMMELWEIS: They are men of science!

SKODA: Prestige and authority are not reconcilable with scientific thought. You will be attacked. And with every means at their disposal.

SEMMELWEIS: The facts can’t be denied.

SKODA: Of course the facts can be denied. It’s what the authorities have always done.“


Jens Bjørneboe
Jens Bjørneboe (9 oktober 1920 – 9 mei 1976)

 

De Senegalese schrijver Léopold Senghor werd geboren op 9 oktober 1906 in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust, zo’n 70 kilometer van de Senegalese hoofdstad Dakar. Zie ook mijn blog van 13 oktober 2007 en ook mijn blog van 9 oktober 2008 en ook mijn blog van 8 oktober 2009.

To New York
(for jazz orchestra and trumpet solo)

I.
New York! At first I was bewildered by your beauty,
Those huge, long-legged, golden girls.
So shy, at first, before your blue metallic eyes and icy smile,
So shy. And full of despair at the end of skyscraper streets
Raising my owl eyes at the eclipse of the sun.
Your light is sulphurous against the pale towers
Whose heads strike lightning into the sky,
Skyscrapers defying storms with their steel shoulders
And weathered skin of stone.
But two weeks on the naked sidewalks of Manhattan—
At the end of the third week the fever
Overtakes you with a jaguar’s leap
Two weeks without well water or pasture all birds of the air
Fall suddenly dead under the high, sooty terraces.
No laugh from a growing child, his hand in my cool hand.
No mother’s breast, but nylon legs. Legs and breasts
Without smell or sweat. No tender word, and no lips,
Only artificial hearts paid for in cold cash
And not one book offering wisdom.
The painter’s palette yields only coral crystals.
Sleepless nights, O nights of Manhattan!
Stirring with delusions while car horns blare the empty hours
And murky streams carry away hygenic loving
Like rivers overflowing with the corpses of babies.

 

Vertaald door Melvin Dixon

 Léopold Sédar Senghor (

 Léopold Sédar Senghor (9 oktober 1906 – 20 december 2001)

Tadeusz Różewicz, Herman Brusselmans, Victor Klemperer, Mário de Andrade, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor, Johannes Theodor Baargeld, Marína Tsvetájeva, Ivo Andrić , Christian Reuter, Holger Drachmann

De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

 

A Voice

 

They mutilate they torment each other

with silences with words

as if they had another

life to live

 

they do so

as if they had forgotten

that their bodies

are inclined to death

that the insides of men

easily break down

 

ruthless with each other

they are weaker

than plants and animals

they can be killed by a word

by a smile by a look

 

 

 

Vertaald door Czeslaw Milosz

 

 

 

The Survivor

 

I am twenty-four

led to slaughter

I survived.

 

The following are empty synonyms:

man and beast

love and hate

friend and foe

darkness and light.

 

The way of killing men and beasts is the same

I’ve seen it:

truckfuls of chopped-up men

who will not be saved.

 

Ideas are mere words:

virtue and crime

truth and lies

beauty and ugliness

courage and cowardice.

 

Virtue and crime weigh the same

I’ve seen it:

in a man who was both

criminal and virtuous.

 

I seek a teacher and a master

may he restore my sight hearing and speech

may he again name objects and ideas

may he separate darkness from light.

 

I am twenty-four

led to slaughter

I survived.

 

 

 

Vertaald door Adam Czerniawski

 

 

Tadeusz

Tadeusz Różewicz (Radomsko, 9 oktober 1921)

 

 

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2007 en ook mijn blog van 9 oktober 2008.

Uit: Een dag in Gent

 

„Ik voelde me verplicht om verder te praten over de tumor van Sven Blanco. Die jongen zat daar toch maar mooi mee. ‘er zijn veel mensen,’ zei ik, ‘die zo’n hersentumor kwijtraken alsof het niets is. Sterker nog, die hersentumor gaat vanzelf weg.’

‘Toch ben ik er niet gerust op,’ zei Sven, ‘temeer omdat ik de laatste tijd meer koppijn heb dan vroeger.’

‘Zou dat door de stress komen?’

‘Nee, door die tumor, denk ik.’ Hij zou gelijk kunnen hebben. De kwestie was dat we geen van beiden medisch geschoold waren en in wezen in de ijlte zaten te zwetsen. Wat wisten een lapsteelgitarist en een romancier van hersentumoren? Niet meer dan een normaal mens. ‘Die buurman met die snor,’ zei Sven, ‘is die gestorven aan z’n hersentumor?’

‘Ja, maar hij had net zo goed aan iets anders gestorven kunnen zijn. Hij was niet erg gezond.’

‘Hoe oud was hij toen hij stierf?’‘Een jaar of vijftig.’

‘Dan heb ik zeker nog twintig jaar te gaan.’

‘Je zou zelfs niet zeggen dat je dertig bent. Je lijkt wel een eeuwige puber.’‘Dat zegt m’n stiefmoeder ook.’

‘Hoe gaat het met haar?’

‘Niet zo best. Stress. Daar heeft ze continu koppijn van.’ Ik stak een sigaret op, zo erg was ik aan een dosis tabak toe. We konden moeilijk over Svens hersentumor, Svens stiefmoeder, Svens lapsteel en Svens wie weet wat nog allemaal blijven praten. Soms moet een mens van onderwerp veranderen. Zo’n ander onderwerp, dat vind je niet zo gauw. Ik moest hard nadenken voor ik er een vond. Ik zei: ‘Zou jij een neger willen zijn?’

‘Waarom zou ik in godsnaam een neger willen zijn?’ vroeg Sven.

‘Omdat je dan veel succes zou hebben bij blanke vrouwen.’

‘Ik heb nu ook succes bij blanke vrouwen.’

Met die gast was het moeilijk praten. ‘Nóg meer succes,’ zei ik.

‘Dus jij beweert dat negers veel succes hebben bij blanke vrouwen?’

‘Ja, godverdomme, dat beweer ik. Ik heb de cijfers om dat te staven niet bij me, maar ieder kind weet dat. Het is dat westerse vrouwen niet willen toegeven dat ze op negers vallen. Laten we maar ophouden over negers. Voor je het weet sleep je er andere allochtonen bij en begin je op Marokkanen of Turken te kakken.’

‘Ik kak nooit op Marokkanen of Turken. Ik ben verdraagzaam. Ik ben antiracistisch. Ik ben links.’ Links en toch een hersentumor, dat zou niet mogen. ‘Ik ook,’ zei ik. ‘Ik kak ook nooit op Marokkanen, Turken, negers of om het even welke allochtonen. Of op andere bevolkinsgroepen waarmee je uit moet kijken. Ik houd er m’n handen van af. Van mij mogen ze co-existeren zoveel ze willen. En hun eigen cultuur? Die mogen ze houden tot ze een ons wegen.’

 

herman-brusselmans

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

De Joods-Duitse filoloog en schrijver Victor Klemperer werd gebopen in Landsberg an der Warthe (tegenwoordig Gorzów Wielkopolski) op 9 oktober 1881. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

Uit: Ich will Zeugnis ablegen bis zum letzten, Tagebücher 1933-1945

10. März
, Freitag abends

30. Januar: Hitler Kanzler. Was ich bis zum Wahlsonntag, 5.3., Terror nannte, war mildes Prélude. Jetzt wiederholt sich haargenau, nur mit anderem Vorzeichen, mit Hakenkreuz, die Sache von 1918. Wieder ist es erstaunlich, wie wehrlos alles zusammenbricht. Wo ist Bayern, wo ist das Reichsbanner usw. usw.? Acht Tage vor der Wahl die plumpe Sache des Reichstagsbrandes – ich kann mir nicht denken, daß irgend jemand wirklich an kommunistische Täter glaubt statt an bezahlte Arbeit. Dann die wilden Verbote und Gewaltsamkeiten. Und dazu durch Straße, Radio etc. die grenzenlose Propaganda. Am Sonnabend, 4., hörte ich ein Stück der Hitlerrede aus Königsberg. Eine Hotelfront am Bahnhof, erleuchtet, Fackelzug davor, Fackelträger und Hakenkreuz-Fahnenträger auf den Balkons und Lautsprecher. Ich verstand nur einzelne Worte. Aber der Ton! Das salbungsvolle Gebrüll, wirklich Gebrüll, eines Geistlichen. – Am Sonntag wählte ich den Demokraten, Eva Zentrum. Abends gegen neun mit Blumenfelds bei Dembers. Ich hatte zum Scherz, weil ich auf Bayern hoffte, mein bayrisches Verdienstkreuz angesteckt. Dann der ungeheure Wahlsieg der Nationalsozialisten. Die Verdoppelung in Bayern. Dazwischen das Horst-Wessel-Lied. – Eine entrüstete Zurückweisung, loyalen Juden werde nichts Übles geschehen. Gleich darauf Verbot des Zentralvereins jüdischer Bürger in Thüringen, weil er die Regierung »talmudistisch« kritisiert und herabgesetzt habe. Seitdem Tag um Tag Kommissare, zertretene Regierungen, gehißte Fahnen, besetzte Häuser, erschossene Leute, Verbote (heute zum erstenmal auch das ganz zahme »Berliner Tageblatt«) etc. etc. Gestern »im Auftrag der NS-Partei« – nicht einmal mehr dem Namen nach im Regierungsauftrag – der Dramaturg Karl Wollf entlassen, heute das ganze sächsische Ministerium usw. usw. Vollkommene Revolution und Parteidiktatur. Und alle Gegenkräfte wie vom Erdboden verschwunden. Dieser völlige Zusammenbruch einer eben noch vorhandenen Macht, nein, ihr gänzliches Fortsein (genau wie 1918) ist mir so erschütternd. Que sais-je? – Am Montagabend bei Frau Schaps zusammen mit Gerstles. Niemand wagt mehr, etwas zu sagen, alles ist in Angst. Nur ganz unter uns sagte Gerstle: » Der Brandstifter im Reichstag war nur mit Hose und kommunistischem Parteibuch bekleidet und hat nachweislich bei einem NS-Mann gewohnt. «Gerstle humpelte auf Krücken; er hat sich beim Skilaufen in den Alpen ein Bein gebrochen. Seine Frau steuerte ihr Auto, in dem wir ein Stück zurückfuhren.
Wie lange werde ich noch im Amt sein? „

Klemperer

Victor Klemperer (9 oktober 1881 – 11 februari 1960)

 

 

De Braziliaanse dichter en schrijver Mário de Andrade werd op 9 oktober 1893 in São Paulo in Brazilië geboren. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

 

IMPROMPTU OF THE DEAD BOY

Dead, the rests sweetly among the flowers in his coffin.

There are such moments when we living
This life of interests and struggles
Grow tired of plucking desires and worries.
Then we stop a moment, leave the murmur of the body,
The lost head ceases to imagine,
And oblivion comes sweetly.
Who then can enjoy the roses around him?
The beautiful sight that the car cuts through?
The thought that makes him a hero?…
The body is a veil upon the furniture<
A gesture that stopped in the middle of the road,
A gesture we have forgotten.
Dead, he sweetly forgets among the flowers in his coffin.

He doesn´t seem to sleep, nor do I say the dreams happily;
he is dead.
In a moment of life the spirit forgot and stopped.
Suddenly he was frightened by the noise of tears,
Perhaps he felt a great frustration
For having left life while so strong and so young.

He felt spite and did not move any more.
And how he will not move any more.

Go away! go away, dead boy!
Oh, go away: I do not know you any more.
Do not return at night to flash on my destiny
The light of your presence and your desire to think!
Do  not offer me again your courageous hope,
Nor ask of me the shape of the Earth for your dreams!

The universe bellows with grief at the flaming of fires,
The terrified alarms cross in the air,
And my peace is enormous and unbearable!
My tears fall upon you and you are like a broken Sun.
What freedom in your obilivion!
What firm independence in your death!
Oh, go away: I do not know you any more!

 

MOMENT

The wind cuts everything in two.
Only a wish for neatness binds the world…

There is sun. There was rain. And the wind
Scatters trombones of cloud in the blue.

Nobody can be whole in the city.
The doves cling to skyscrapers, it rains.
It is cold. It is heartache… It is this violent wind
That bursts from the caves of human earth
Demanding sky, peace, and a touch of spring.

 

Vertaald door John Nist en Yolanda Leite

 

 

mario-de-andrade-2

Mário de Andrade (9 oktober 1893 – 25 februari 1945)

 

De Noorse schrijver, schilder en essayist Jens Bjørneboe werd geboren op 9 oktober 1920 in Kristiansand. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

Uit: The Caretaker (Vertaald door Esther Greenleaf Müer)

 

For a resident of such a distinguished and well-known madhouse as La Poudrière I must admit that I feel fine, and enjoy a bewildering degree of freedom of thought, expression and movement. At any rate greater than the stars’. And then there’s my own highly ambiguous position at the hospital. As caretaker and a kind of jack-of-all-trades (including that of observer) I have at my disposal one of the gardeners’ cottages, along with the abovementioned grape and tomato arbor: they lie at the park’s outer edge and are surrounded by a high, palisade-like fence with a heavy, lockable gate, so that when I wish I can be wholly isolated in my own world. For example I can get drunk in peace, though that happens very seldom now. And I can smoke hashish with al Assadun, even if we usually do that up in the tower at Lefèvre’s, where he has installed a first-class hi-fi set—since music is an almost indispensable part of the hash. Likewise Dr. Lefèvre and I can travel to the sun as often as we wish; this always happens at my house.

But that isn’t the most important thing; most important are the mornings and the nights, when I can be utterly undisturbed in my work, and can sit in the garden with my breakfast before proceeding up to the Institute or the clinic to discharge my more routine duties.

The grape and tomato arbor I’ve described, but the house is just as important; it’s old, whitewashed and very simple, like the oldest peasant houses in this district: dirt floor, open fireplace, heavy ceiling beams and a very small sleeping alcove. Outside: the brook, some leafy trees and the plants. Best of all are the mornings, going out barefoot and almost naked right after sunrise, feeling the spicy, fresh scent, the cool morning air, and looking at the light in the treetops or the espaliers. I get a boundless pleasure from these simple things; strictly speaking it’s the only happiness I have. I prefer each day to be exactly like the one before.

This has brought me complete clarity of soul, the old man’s peace, a quiet heart. Perhaps I miss the sea at times, I don’t know.

I said “as caretaker.” Of course it’s not that simple. It turns out that nothing, absolutely nothing, is simple when you look a bit more closely. Now, for example, there’s someone howling up in the clinic again; it’s probably the Russian ambassador’s wife. She cries like a wolf. In the soundless night this lonely wolf-howl from the ward cuts loose like a stripe on the black night sky, like the trail of a shooting star. The ululating, drawn-out cry is repeated a couple of times. Why do the wolves in the forest also howl thus? For all its wolfishness it’s still first and foremost a human howl. She’s probably up there hanging onto the window bars while she howls, as she usually does during attacks. If it continues, Dr. Lefèvre will have to leave his desk and his work and go over to the ward to take care of her. al Assadun can’t do it because she always tries to rape him.“

.

Bjorneboe

Jens Bjørneboe (9 oktober 1920 – 9 mei 1976)

 

 

De Senegalese schrijver Léopold Senghor werd geboren op 9 oktober 1906 in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust, zo’n 70 kilometer van de Senegalese hoofdstad Dakar. Zie ook mijn blog van 13 oktober 2007 en ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

 

Noliwe

 

The weakness of the heart is holly…

Ah! You think that I never loved her

My Negress fair with palmoil, slender as a plume

Thighs of a starlet otter, of Kilimanjaro snow

Breasts of mellow rice-fields, hills of acacias under the

East Wind.

Noliwe with her arms of boas, lips of the adder

Noliwe, her eyes were constellations there is no

need of moon or drum

But her voice in my head and the feverous pulse of the

night…

Ah! You think that I never loved her!

But these long years, this breaking on the wheel of the years, this carcan strangling every act

This long night without sleep I wandered like a

mare from the Zambezi, running and rushing at the

stars

Gnawed by a nameless suffering, like the leopards in the

trap.

I would not have killed her if I had loved her less.

I had to escape from doubt

From the intoxication of the milk of her mouth, from

the throbbing drum of the night of my blood

From my bowels of fervent lava, from the uranium

mines of my heart in the depths of my Blackness

From love of Noliwe

From the love of my black skinned People.

 

Senghor

Léopold Sédar Senghor (9 oktober 1906 – 20 december 2001)

 

De Duitse dichter, schrijver, schilder en graficus Johannes Theodor Baargeld werd geboren op 9 oktober 1892 in Stettin. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

 

Der Vogelobre Hornebomm – vulgo dadamax

 

Strüh us strüh us dien Jungfernkorn

Der Vogelobre kommt der Hornebomm

Die hornen Fähnchen uf dien Ei

Dien Sträusschen frei die Fähnchen frei

Der Utterschneck die Scherenbraut

Die stossen ihm die Kufen auf

Die nackten Inseln schlagen an

Die nackten Sträusschen schlagen an

 

Der Vogelobre Hornebomm das grosshell Fisch

das Oberschiff

Nickt die Korallenwürmer auf

Nickt die Otterhöschen auf

Den Wasserhamster nickt er auf den hintendrauf

Kommen schon die 17 Bunteglas

Und Busenzottel die der an sich trägt

Der Zeterfisch der Fischkalb Halbesohn

Zwischen ein und halbe Sohn

Halber Zeter halber Sohn

Was scherts den Obre Hornebomm

Den Leckenmaul im Oberhorn

Ihm staht sein Rogeneuter ob dem Horn

Das staht ihm gefreit

Der Hornsturm drin der Hornsturm drin

Darinnen ist die Paarungszeit

Die tiefe Turm die tiefe Zeit

Die Horne Sträusschen und die Ei

Und immer wied die Paarungszeit

Das Schiffchen auf dem Türmegrund

Das Schiffchen auf dem Sträusschengrund

Die hornen Fähnchen hochgeweiht

Und allerob das Hochgeweih

Des hohe Vogel Hornebomm

Das Obergroßschiff Hornebomm

 

Baargeld

Johannes Theodor Baargeld (9 oktober 1982 – 18 augustus 1927)

 

De Russische dichteres en schrijfster Marína Tsvetájeva werd geboren op 9 oktober 1892 in Moskou. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2006 en ook mijn blog van 9 oktober 2008.

 

In the Winter

 

Bells again break the silence,

Wailing with remorse…

Only several streets divide us,

Only several words!

A silver sickle in the night,

The city sleeps this hour,

The falling snowflakes set alight

The stars upon your collar.

Are the sores of the past still aching?

How long will they abide?

You’re teased by captivating,

New and shimmering eyes.

 

They (blue or brown?) are dearer

Than anything pages hold!

Their lashes are turning clearer,

Out in the freezing cold…

Church bells have faded to silence

Powerless from remorse…

Only several streets divide us,

Only several words!

The silver crescent, at this hour,

Looks at poetic souls in awe,

The winds are gusting and your collar

Is covered with the snow.

 

 

 

This night, I wander, all alone

 

This night, I wander, all alone outside, –

A sleepless nun, a homeless traveler! –

I have the keys from all the gates tonight

Of this unique, and one and only capital!

 

Insomnia has pushed me into town,

– How stunning you appear, O dusky Kremlin! –

This night, I kiss the boisterous and round,

The hostile, warring planet on the temple!

 

The muggy wind blows straight into the soul.

And not the hair arises, but the fleece!

This night, alone, I pity, one and all, –

Those who are pitied presently and kissed. 

 

Vertaald door Andrey Kneller

 

Marina_Tsvetájeva

Marína Tsvetájeva (9 oktober 1892 – 31 augustus 1941)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 oktober 2006 en mijn blog van 13 oktober 2006.

De Servisch-Kroatische schrijver Ivo Andrić werd geboren op 9 oktober 1892 in het dorpje Dolac in de buurt van Travnik, Bosnië.

De Duitse schrijver Christian Reuter werd geboren op 9 oktober 1665 in Kütten bei Halle.

De Deense schrijver Holger Drachmann werd geboren op 9 oktober 1846 in Kopenhagen.

Tadeusz Różewicz, Victor Klemperer, Herman Brusselmans, Mário de Andrade, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor, Johannes Theodor Baargeld, Ivo Andrić , Christian Reuter, Holger Drachmann

De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Różewicz behoort tot de eerste generatie Polen die werd geboren en grootgebracht na de Poolse onafhankelijkheid in 1918. Zijn jeugdgedichten werden in 1938 gepubliceerd. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was hij net als zijn broer Janusz (die ook dichtte) lid van de Poolse verzetsbeweging Armia Krajowa. Hoewel zijn broer in 1944 door de Gestapo werd geëxecuteerd, overleefde Różewicz de oorlog. Bij zijn debuut als dramaturg in 1960 had hij reeds twaalf dichtwerken op zijn naam staan. Sindsdien schreef hij het script voor meer dan vijftien theaterstukken. Różewicz wordt gezien als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de naoorlogse Poolse dichtkunst.

A Visit

I couldn’t recognize her
when I came in here
just as well it’s possible
to take so long arranging these flowers
in this clumsy vase

‘Don’t look at me like that’
she said
I stroke the cropped hair
with my rough hand
’they cut my hair’ she says
‘look what they’ve done to me’
now again that sky-blue spring
begins to pulsate beneath the transparent
skin of her neck as always
when she swallows tears

why does she stare like that
I think I must go
I say a little too loudly

and I leave her,
a lump in my throat

 

Vertaald door Adam Czerniawski

 

In The Middle Of Life

After the end of the world
after my death
I found myself in the middle of life
I created myself
constructed life
people animals landscapes

this is a table I was saying
this is a table
on the table are lying bread a knife
the knife serves to cut the bread
people nourish themselves with bread

one should love man
I was learning by night and day
what one should love
I answered man

this is a window I was saying
this is a window
beyond the window is a garden
in the garden I see an apple tree
the apple tree blossoms
the blossoms fall off
the fruits take form
they ripen my father is picking up an apple
that man who is picking up an apple
is my father
I was sitting on the threshold of the house

that old woman who
is pulling a goat on a rope
is more necessary
and more precious
than the seven wonders of the world
whoever thinks and feels
that she is not necessary
he is guilty of genocide

this is a man
this is a tree this is bread

people nourish themselves in order to live
I was repeating to myself
human life is important
human life has great importance
the value of life
surpasses the value of all the objects
which man has made
man is a great treasure
I was repeating stubbornly

this water I was saying
I was stroking the waves with my hand
and conversing with the river
water I said
good water
this is I

the man talked to the water
talked to the moon
to the flowers to the rain
he talked to the earth
to the birds
to the sky
the sky was silent
the earth was silent
if he heard a voice
which flowed
from the earth from the water from the sky
it was the voice of another man

 

Vertaald door Czeslaw Milosz

Rozewicz

Tadeusz Różewicz (Radomsko, 9 oktober 1921)

 

 

De Joods-Duitse filoloog en schrijver Victor Klemperer werd gebopen in Landsberg an der Warthe (tegenwoordig Gorzów Wielkopolski) op 9 oktober 1881. Nadat hij zijn opleiding aan het Französische Gymnasium in Berlijn, op aandrang van zijn ouders had afgebroken om een carrière in de handel te beginnen, haalde hij in 1902 toch zijn Abitur en studeerde Filosofie, Romanistiek en Germanistiek in München, Genève, Parijs en Berlijn. In 1906 trouwde hij met Eva Schlemmer. Hij leefde tot 1912 als vrije publicist in Berlijn en bekeerde zich toen tot het protestantisme. Hij studeerde af in 1912 en ontving in 1914 zijn bul. Van 1914 tot het voorjaar van 1915 doceerde hij als lector universiteit van Napels (stad) en meldde zich toen als vrijwilliger in het Duitse leger waar hij tot 1916 dienst deed als Artillerist aan het Westelijke Front. Later werd hij overgeplaatst naar de militaire censuur en censureerde boeken in Leipzig en Kowno. In 1920 kreeg hij een aanstelling als professor in de romanistiek aan de Technische Hochschule in Dresden.

In 1935 werd hij op grond van het Gesetz zur Wiederherstellung des Berufsbeamtentums, een van de Rassenwetten van Neurenberg ontslagen en richtte zich in eerste instantie op het schrijven van “Geschichte der französischen Literatur im 18. Jahrhundert“, dat in twee banden in 1954 en 1960 verscheen. Toen joden ook de toegang tot bilbliotheken en abonnementen op kranten en tijdschriften werd verboden, richtte hij zich toenemend op zijn dagboek en begin in 1938 aan zijn Vita. De (losse) pagina’s van het dagboek werden regelmatig door zijn vrouw bij een vriendin afgeleverd, die ze vervolgens verstopte, want een inval van de Gestapo dreigtde ieder ogenblik.

Tijdens de oorlogsjaren schreef hij op basis van zijn dagboek zijn Lingua Tertii Imperii, waarin hij, om geestelijk te kunnen overleven, de taal van het derde rijk, zoals die tot hem kwam in de vorm van vlugschriften, speeches en het taalgebruik van de mensen om hem heen, systematisch analyseerde.

 

Uit: So sitze ich denn zwischen allen Stühlen, Tagebücher 1945-1959

 

Aber das Märchen ist zuende, und die beruflichen Bitterkeiten der zwanziger und dreißiger Jahre werden sich wiederholen, als sei nicht das Ungeheuerliche inzwischen geschehen. Ich bin furchtbar pessimistisch geworden, and Eva too, im Punkte Änderung des deutschen Sumpfes, des Friedens, der Menschheit überhaupt. All diese schönen Phrasen und Gelöbnisse aus Deutschland, USA und Rußland, alles das habe ich schon 1918 gehört. Und dann kamen die Freicorps und all das andere innen und außen, das schließlich zur Katastrophe führte. Und es wird diesmal nicht anders werden. Und ist der Unterschied zwischen Sprache und Wahrheitsgehalt Stalinice ein so sehr viel anderer als Hitlerice?
11.7.1945

 

Für meine Person bin ich im stetigen Dilemma. Ich möchte an den linkesten Flügel der KPD, ich möchte für Rußland sein. Und andererseits: Freiheit, die ich meine!
8.8.1945

 

Es ist sehr erschütternd für mich, daß alle Intelligenz derart zur anderen Seite übergeht. Aber wir müssen, wir müssen an unserer Stellungsnahme festhalten u. ich glaube nach wie vor – nicht an den reinen Idealismus u. die Sündlosigkeit der Russen, aber daran, daß ihre Sache, idell betrachtet, die bessere, u. praktisch betrachtet, die auf die Dauer siegreiche ist.
15.10.1947

 

Wo ist die Demokratie? Ich glaube nicht an ihren Bestand, wir sitzen – was ist das WIR? eine verhaßte Minorität, eine sehr kleine – sitzen nur auf den russischen Bajonetten. Am Tag des Russenabzugs sind wir – d. h. E. u. ich, tote Leute. Schlimmer: ich glaube nicht an den Wert der Dinge, für die ich eintrete. Gewiß, die Idee des Marxismus ist rein. Aber sind die Russen weniger imperialistisch etc. als die anderen?

Ich suche mir einzureden, an die sowjetische Sache zu glauben, u. im Innersten glaube ich doch an gar nichts u. alles scheint mir gleichermaßen unwesentlich u. gleichermaßen erlogen. Die greuliche Ähnlichkeit mit nazistischen Methoden läßt sich in der Propaganda für die Gesellschaft, in dem Lärm um Stalins Geburtstag nicht verkennen.
16.12.1949

 

Am Sonnabend war Gusti W. bei uns. Ich: Wir sind in einem Irrenhaus. G.:Das ist nur natürlich, es war in Rußland ebenso, man kommt um eine solche Situation nicht herum. Halte dich möglichst zurück, bleibe im Dunklen – in kurzer Zeit wird man die Leute brauchen, die sich jetzt nicht lächerlich gemacht haben.
10.5.1950

 

Bitterer […] ist mein Auseinanderklaffen in allem Geistigen mit der SED. Ich kann aber nicht nach Westen ausweichen – das ist mir noch zuwiderer. Bei der SED ist es nur die Wissenschaft, nur die momentane Überspanntheit, die 150%keit, drüben aber alles, was mir verhaßt ist. Aber dies »nur die Wissenschaft« verbittert mir den Rest des Lebens u. hält mich nun doch auf meinen alten Platz »zwischen den Stühlen«, vielmehr wirft mich dorthin zurück, nachdem es mir geglückt schien, einen besseren Sitzplatz zu haben.
24.5.1950“

 

Klemperer

Victor Klemperer (9 oktober 1881 – 11 februari 1960)

 

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2006en ook mijn blog van 9 oktober 2007.

 

Uit: De Ex-Schrijver

 

‘Is dat je thuis?’ vroeg ik overbodigerwijs.
‘Ja,’ zei hij. (…)
Ik was blij dat ik geen schrijver meer was, en deze scène dus nergens voor nodig had, want in het beschrijven van huizen of kastelen, en wel zo dat de lezer zich kan voorstellen hoe ze eruit zien, ben ik altijd een kluns geweest, zowel wat betreft het buitenaanzicht als het interieur. Enfin, het was gewoon zo’n huis dat 20 miljoen of meer waard was van dertien in een dozijn. De oprit was bezaaid met oranje-rood-achtige kiezelsteentjes, dat soort zaaiwerk. Ligusters stonden zich te pletter te bloeien bla bla bla en een tuinman lag op z’n buik het immense grasveld te maaien met een nagelschaartje. Of wel was hij onwel geworden en voorover gestuikt.
‘Jullie tuinman is onwel geworden en voorover gestuikt,’ zei ik.
‘Nee nee,’ mompelde mijn biograaf, ‘nee nee… Hij ligt op z’n buik het grasveld te maaien met een nagelschaartje.”

 

Brusselmans

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

De Braziliaanse dichter en schrijver Mário de Andrade werd op 9 oktober 1931 in São Paulo in Brazilië geboren. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2006.

 

Drizzle of my São Paulo

 

Drizzle of my São Paulo
– Sad sound of martyrdom –
A black guy is coming, is white!
Only when very close gets black
Passes by and turns to be white


My São Paulo of the drizzles
– London of the thin fogs –
A pour guy is coming, is rich!
Only when very close gets pour,
Passes by and turns to be rich


Drizzle of my São Paulo
– Dressmaker of the cursed –
Comes a rich, comes a white,
They all remain whites and riches…


Drizzles get out of my eyes.

 

 

mario_de_andrade

Mário de Andrade (9 oktober 1893 – 25 februari 1945)

 

De Noorse schrijver, schilder en essayist Jens Bjørneboe werd geboren op 9 oktober 1920 in Kristiansand. Hij is in Nederland voornamelijk bekend dankzij zijn boek Het ogenblik van de vrijheid. In Noorwegen was hij soms controversiëel, sommige van zijn boeken werden als pornografisch beschouwd en verboden. In 1943 vluchtte Bjørneboe voor de Duitsers naar Zweden waar hij schilderkunst studeerde. In 1946 exposeerde hij 45 schilderijen in Kristiansand. Tussen 1957 en 1959 reisde hij rond in Italië en Midden Europa. Zijn boek Uten en Tråd werd verboden in 1967 maar in 1968 in Denemarken alsnog uitgegeven. Bjørneboe streed zijn leven lang tegen depressies en alcoholisme. In 1976 pleegde hij zelfmoord.  Zie ook mijn blog van 13 oktober 2007.

 

Uit: Amputation

„FORTINBRAS: Uh-huh! That’s it! (Together they hang up the wall-charts. Chart A represents, under a tremendous heading “”Man”, ordinary muscleman, with open belly, guts, sinews, eye sockets, etc. etc. Chart B, under the heading “Man—an internal combustion engine”, represents a human-looking car engine.) As you see, ladies and gentlemen, one can immediately find the analogies between (Points with a staff) the exhaust pipe and rectum, the muffler and the bowels, the lights and the eyes—even two of each!—Furthermore: cylinders and. muscles, battery and brain, carburetor and spinal cord, wires and nervous system. . . etc. etc. The car engine, however, has far greater adaptability than the human being and the internal combustion engine has no deviant opinions either. Disciplinary surgery—or, if you wish: psycho-surgery—is founded on the principle that man in his present form is of faulty construction—highly subject to subjective patterns of behaviour. Now, it goes without saying that all social problems can be solved only to the extent that we can work on non-deviant humans. This is the basis of both general social surgery as well as my own specialty: psycho- or disciplinary surgery.

NURSE (In): Excuse me, Professor, the subject of the experiment seems to be getting restless.

FORTINBRAS: (Listens with lifted eyebrows, gives a meaningful nod and points to an enormous injection syringe lying on the tea table. While he continues talking, he explains in pantomime to the nurse what she should do: points to the syringe, then to various bottles on the table, suggesting that see take a little here, a little there, and fill the syringe which must be well shaken and finally, used. He demonstrates this in pantomime of using the syringe with great force.) Later, psycho-surgery has proven itself in actual practice to be indispensable far beyond the treatment of the manifestly criminal clientele. Practically any kind of deviant behaviour can be treated in this day and age. (NURSE has filled the syringe, shakes it, squeezes out the air and carries it carefully—with the needle up in the air—out to the polyclinic. A loud, piercing and penetrating, wailing scream of pain is heard.) Psycho-surgery is also made use of as a preventive disciplinary surgery in connection with adultery, with the establishment of law and order . . . on privates or petty officers in our armed forces . . . on school children . . . on rebellious students . . . on people who wish to be alone . . . people who sleep on the stomach can be cured . . . people with warts or regular bad habits. . . . Recently I operated most successfully on a young girl for a particular form of deviant behaviour; she was. . . .

NURSE (Humbly): Excuse me, professor, but your esteemed colleague is waiting; the social surgeon is quite indignant, and says that. . . . (Whispers in FORTINBRAS’ ear)

FORTINBRAS (Lifts his eyebrows, smiles and shakes his head): No, no, no, of course not! We shall let him operate immediately. . . . (Waves the whole matter away like a fly) Let Adolf roll in the subject of the experiment, and you can fetch Professor Vivaldi yourself. . . . (Loudly to the audience) Finally, I should just like to emphasize the immense significance of my own brainchild, what is called disciplinary surgery, which is a natural extension of psycho-surgery—it is an invention which can only be compared with the work of Pasteur, and one which not only brought me the rank of general in our armed forces, but also yielded me the Nobel Peace Prize! (Bows. Applause. NURSE in. He points to the suitcases, and she opens them. While he continues talking, she takes out of the suitcases and puts on him: boots of white shiny rubber, a white, shiny operation coat which buttons in the back and has numerous bloodspots, among them an obvious blood-red handprint, and likewise footprint. She fills liquid in a wash basin, to let him sterilize his hands before holding them up in the air for a long time and letting her put rubber gloves on him, as well as a kind of white butch
er’s cap with gold trim.”

jens_bjorneboe

Jens Bjørneboe (9 oktober 1920 – 9 mei 1976)

 

 

De Senegalese schrijver Léopold Senghor werd geboren op 9 oktober 1906 in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust, zo’n 70 kilometer van de Senegalese hoofdstad Dakar. Zie ook mijn blog van 13 oktober 2007.

 

 

Elegy for Martin Luther King

 

IV

 

It was the fourth of April, nineteen hundred and sixty-eight,
A spring evening in a grey neighborhood, a district smelling
Of garbage mud where children played in the streets in
spring,
And spring blossomed in the dark courtyards where blue
murmuring
Streams played, a song of nightingales in the ghetto night of
hearts.
Martin Luther King chose them, the motel, the district,
The garbage and the street sweepers, with the eyes of his heart
in those
Spring days, those days of passion wherever the mud of flesh
Would have been glorified in the light of Christ.
It was the evening when light is clearest and air sweetest,
Dusk at the heart’s hour, and its flowering of secrets
Mouth to mouth, of organ and of hymns and incense.
On the balcony now haloed in crimson where the air
Is more limpid, Martin Luther stands speaking pastor to
pastor:
“My Brother, do not forget to praise Christ in his
resurrection
And let his name be praised!”
And now opposite him, in a house of prostitution,
profanation,
And perdition, yes, in the Lorraine Motel – Ah, Lorraine, ah
Joan, the white and blue woman, let our mouths purify you
Like rising incense!–In that evil house of tomcats and
pimps
A man stands up, a Remington rifle in his hands.
James Earl Ray sees the Reverend Martin Luther King,
Through his telescopic sight, sees the death of Christ: “My
brother,
Do not forget to magnify Christ in his resurrection this
evening!”
Sent by Judas, he watches him, for we have made the poor
into wolves
Of the poor. He looks through his telescopic sight, sees only
the tender
Neck so black and beautiful. He hates that golden voice
modulating
The angels’ flutes, the voice of bronze trombone that
thunders on terrible
Sodom and on Adama. Martin looks ahead at the house in
front, he sees
The skyscrapers of light and glass, He sees curly, blond heads, dark,
Kinky heads full of dreams like mysterious orchids, and the
blue lips
And the roses sing in a chorus like a harmonious organ.
The white man looks hard and precise as steel. James Earl
aims
And hits the mark, shoots Martin, who withers like a
fragrant flower
And falls. “My brother, praise His Name clearly, may our
bones
Exult in the Resurrection!”

 

 

Prayer for Peace
to Georges and Claude Pompidou

 

I.

 

Lord Jesus, at the end of this book, which I offer You
As a ciborium of sufferings
At the beginning of the Great Year, in the sunlight
Of Your peace on the snowy roofs of Paris
— Yet I know that my brothers’ blood will once more redden
The yellow Orient on the shores of the Pacific
Ravaged by storms and hatred
I know that this blood is the spring libation
The Great Tax Collectors have used for seventy years
To fatten the Empire’s lands
Lord, at the foot of this cross – and it is no longer You
Tree of sorrow but, above the Old and New Worlds,
Crucified Africa,
And her right arm stretches over my land
And her left side shades America
And her heart is precious Haiti, Haiti who dared
Proclaim Man before the Tyrant
At the feet of my Africa, crucified for four hundred years
And still breathing
Let me recite to You, Lord, her prayer of peace and pardon.

 

 

Vertaald door John Reed and Clive Wake

 

senghor

Léopold Sédar Senghor (9 oktober 1906 – 20 december 2001)

 

De Duitse dichter, schrijver, schilder en graficus Johannes Theodor Baargeld werd geboren op 9 oktober 1892 in Stettin. Naast Max Ernst, met wie hij het tijdschtift “die schammade” uitgaf, was hij de tweede oprichter van de Keulse Dada-groep. Hij studeerde rechten in Oxford en Bonn. Hoewel hij op successen kon bogen trok hij zich rond 1920 helemaal uit de dada beweging terug en begon hij een studie economie.

 

 

Bimbamresonnanz I

 

Stutzflügelalwa schlägt die flügelleder
schlägt alwa stutzuhr bimbamresonnanz
Breschkowska-revolution der grossmütter schlägt die augenleder
und ihren kalzionierten jordanwasserschwanz

 

alwa pissoirgeläute brütet stutzige Landeseier
Länderin herien un hierin alwa
doch verbimmeltes pedal toniert schon alwenweiher
flügeluhr schlägt bim auf ländermalve

 

breschkowskaja schlägt die Lederdrüse
bis die muttermöndchen bimmeln schöpfersalbe
Und des Ewigen scheerenfernrohr überkrebst als alwe
Bimmelnd toten alwa landgemüse

 

baargeld

Johannes Theodor Baargeld (9 oktober 1982 – 18 augustus 1927)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 oktober 2006 en mijn blog van 13 oktober 2006.

De Servisch-Kroatische schrijver Ivo Andrić werd geboren op 9 oktober 1892 in het dorpje Dolac in de buurt van Travnik, Bosnië.

De Duitse schrijver Christian Reuter werd geboren op 9 oktober 1665 in Kütten bei Halle.

De Deense schrijver Holger Drachmann werd geboren op 9 oktober 1846 in Kopenhagen.

Herman Brusselmans 50 jaar, Ivo Andrić, Mário de Andrade, Marína Tsvetájeva, Christian Reuter, Holger Drachmann, Jens Bjørneboe, Léopold Senghor

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Hij is vandaag dus 50 jaar geworden. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2006.

 

Uit: Vrouwen met een IQ

 

“Als ik daar zonder kloppen ben binnengestapt zie ik iemand in een bed liggen, zonder twijfel Ilse – al is ze kaal – en zie ik vier ander personen op stoelen zitten. Wie zal ik eerst aanspreken? De kale? Dat lijkt me het beleefdst. Ik kus haar en zeg: ‘Ilse… Je ziet er… Ik bedoel, hoe gaat het?’ Ze zegt dat het goed gaat. Ik geloof haar niet, maar ben niet van plan om haar voor leugenaar te gaan uitschelden. Er is wel degelijke een reden waarom ik haar niet geloof: ze ziet er bijzonder slecht uit. Niet allen kaal maar ook, zoals Eva al zei, niet opgemaakt. Bovendien opgezwollen en blauw in het gezicht. Haar neusring is ze ook kwijt. Nee, met Ilse is niet alles in de haak.”

 

Uit: Muggepuut

 

Ik heb maar weinig meegemaakt, dacht Danny. Er is nooit iets van grote betekenis voorgevallen. Ik heb geen enkele oorlog overleefd. Ik heb niet genoeg materiaal voor al was het maar één autobiografische roman. Ik ben een schrijver met alleen maar fantasie. Geen herinneringen, geen basis, geen waargebeurde bouwstenen. Is dat een ramp. Bij lange niet. Of je schrijft over een bestaande Danny Muggepuut of over een niet-bestaande Floris Buck, het is om het even. Het is toch allemaal gezever. Noem me één goed boek in de wereldliteratuur. Het bestaat niet. Rommel is het allemaal. Ik raad soms wel een iemand een boek aan, maar dat zou ik evengoed kunnen laten. Toch moet er zoveel mogelijk gelezen worden. Dan hebben mensen wat anders te doen dan elkaar kapot maken.” Een man met een boekje in een hoekje, dat is mogelijk een ongevaarlijke man. Leve de literatuur.

 

brusselmansherman

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 oktober 2006 en mijn blog van 13 oktober 2006.

 

De Servisch-Kroatische schrijver Ivo Andrić werd geboren op 9 oktober 1892 in het dorpje Dolac in de buurt van Travnik, Bosnië.

 

De Braziliaanse schrijver Mário de Andrade werd op 9 oktober 1893 in São Paulo geboren.

 

De Russische schrijfster Marína Tsvetájeva werd geboren op 9 oktober 1892 in Moskou.

De Duitse schrijver Christian Reuter werd geboren op 9 oktober 1665 in Kütten bei Halle

 

De Deense schrijver Holger Drachmann werd geboren op 9 oktober 1846 in Kopenhagen.

 

De Noorse schrijver, schilder en essayist Jens Bjørneboe werd geboren op 9 oktober 1920 in Kristiansand.

 

De Senegalese schrijver Léopold Senghor werd geboren op 9 oktober 1906 in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust, zo’n 70 kilometer van de Senegalese hoofdstad Dakar.