Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Vladimir Makanin, Yeghishe Charents, Geert van Beek, Jan H. de Groot, Kemal Tahir, Joseph Beaumont

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

Wij gaan naar een land

– Wij gaan naar een land dat niet van ons vlees is. De kastanje groeit niet uit onze botten.

– Zijn stenen zijn geen geit in het lied der bergen; de ogen der kiezels geen lelies van de dalen.

– Wij gaan naar een land dat geen eigen zon over ons heen hangt.

– De vrouwen van legenden klappen voor ons; een zee over ons en voor ons

– Als graan en water van jullie zijn afgesneden, eet dan onze liefde en drinkt onze tranen.

– Zwarte doeken voor de dichters; een rij van marmeren beelden zal onze stemmen doen weerklinken.

– Een schuur om onze geesten te beschermen tegen het stof van de tijd; een roos over ons, een roos voor ons.

– Jullie hebben jullie glorie, wij de onze. Ach een land waarvan wij alleen zien wat niet gezien wordt: ons geheim.

– Wij hebben onze glorie: een troon op voeten afgesneden door stegen die ons voeren naar vele huizen, maar niet de onze.

– De geest moet de geest in zijn geest vinden, of hier sterven…

 

Vertaald door Jan Brugman

 

 Der Rhythmus wählt mich

Der Rhythmus wählt mich und erstrahlt in mir
Ich bin der Geige Klang, nicht ihr Spieler
Ich wohne in der Nachbarschaft der Erinnerung
Das Echo der Dinge spricht in mir
und ich spreche…
Jedes Mal, wenn ich dem Steine lausche, höre ich
das seufzende Gurren einer weißen Taube:
Mein Bruderherz! Ich bin deine kleine Schwester
In ihrem Namen vergieße ich die Tränen der Worte
Jedes Mal, wenn ich auf dem Wolkenweg
den Stamm eines Paternosterbaumes entdecke
höre ich das Herz einer Mutter
in mir schlagen:
Ich bin eine verstoßene Frau
In ihrem Namen verfluche ich die Grillen der Nacht
Jedes Mal, wenn ich einen Spiegel auf einem Mond entdecke
sehe ich die Liebe in Teufelsgestalt
die mich anstiert und spricht:
Ich bin immer noch da
Und du kehrst nicht zurück wie ich dich verlassen habe
Du kehrst nicht zurück und ich kehre nicht zurück
Dann vollendet der Rhythmus seinen Lauf
und erstrahlt in mir…

 

Vertaald door Stephan Milich

 

 
Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)
Portret door Ahmad Kadi, z.j.

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Vladimir Makanin, Yeghishe Charents, Geert van Beek, Jan H. de Groot, Kemal Tahir, Joseph Beaumont”

Joseph Beaumont

De Engelse dichter, predikant en academicus Joseph Beaumont werd als zoon van een kleermaker geboren op 13 maart 1616 in Hadleigh, Suffolk. Hij werd opgeleid op het Hadleigh-gymnasium en ging in 1631 naar Cambridge. Hij behaalde zijn B.A. in 1634, en werd fellow van zijn college in 1636, waarvan John Cosin toen de master was. De dichter Richard Crashaw ruilde Pembroke College in voor St. Peter’s College (Peterhouse), en in 1638 ontvingen hij en Beaumont samen hun diploma M.A. In 1644 werd hij als royalist uit Cambridge gezet en trok hij zich terug in Hadleigh, waar hij zijn epische gedicht “Psyche” begon te schrijven. Beaumont deed het bijzonder goed in de periode van de Commonwealth of England.Vanaf 1643 bekleedde hij het pastoraat van Kelshall in Hertfordshire en in 1646 verruilde het voor een leven in Elm-cum-Emneth in Cambridgeshire. Hij werd in hetzelfde jaar benoemd tot kanunnik van Ely. In 1650 werd hij de huiskapelaan van Matthew Wren, bisschop van Ely, en bekleedde hij verschillende andere ambten en trad hij in het huwelijk. Beaumont en zijn vrouw woonden vervolgens tien jaar in Tatingston Place, in Suffolk. Tijdens deze periode schreef hij de meeste van zijn kleine gedichten. Na de restauratie van 1660 werd Beaumont tot doctor in de godgeleerdheid en tot een van de aalmoezeniers van de koning gemaakt. In 1662 werd hij benoemd tot master van Jesus College, Cambridge, in opvolging van John Pearson; en hij verhuisde naar Cambridge met zijn zes jonge kinderen, waarvan er slechts één tot de volwassenheid leefde. Hij herstelde Jezus Chapel op eigen kosten; vervolgens werd hij op 24 april 1663 Master of Peterhouse. Zijn lange controverse met Henry More, de Cambridge-platonist, dateert uit 1665. “Psyche” werd in 1648 gepubliceerd. Het allegorische gedicht beschrijft hoe de ziel geleid door goddelijke genade en haar beschermengel door de verschillende verleidingen en aanvallen van het leven tot haar eeuwige gelukzaligheid; geraakt. Het bevat in zijn verkorte vorm 30.000 regels. In 1702 bracht Charles Beaumont, de enige overlevende zoon, een nieuwe editie uit, volledig herzien en uitgebreid met de toevoeging van vier verse cantos. De volledige gedichten van Beaumont, in het Engels en het Latijn, werden voor het eerst uitgegeven, in 1880.

Uit Psyche. Canto I

“THE ARGUMENT.
Enrag’d at Heav’n and Psyche, Satan laies
His projects to beguile the tender Maid,
Whilst Phylax proper counter-works doth raise,
And mustereth Joseph’s Legend to her aid;
That fortify’d by this chast Pattern, She
To Lust’s assaults impregnable might be.

ETERNAL LOVE, of sweetest Poetry
The sweeter King, from thine high Mercies’ Throne
Deign to behold my prostrate Vow, and Me:
No Muse, no Gods, but greater Thee alone
I invocate; for both his heads full low
Parnassus to thy Paradise doth bow.

Thy Paradise, thro’ whose fair Hills of Joy
Those Springs of everlasting Vigor range,
Which make Souls drunk with Heav’n, which cleanse away
All Earth from Dust, and Flesh to Spirit change.
Wise loyal Springs, whose current to no Sea
Its panting voyage ever steers, but Thee.

Sage Moses first their wondrous might descry’d,
When, by some drops from hence imbraved, he
His triumph sung o’er th’ Erythraean Tide.
But Royal David, and his Son, by free
Carrowsing in these nobly-sacred Streams
With Poets’ chaplets crown’d their Diadems.

Defiance other Helicons! O may
These precious Founts my Vow and Heart refine!
My task, dear LOVE, art Thou: if ever Bay
Court my poor Muse, I’ll hang it on thy shrine.
My Soul untun’d, unstrung, doth wait on Thee
To teach her how to sing thy MYSTERY.

A MYSTERY envelop’d in a cloud
Of charming horror, barricado’d round
With dainty Riddles, guarded by a crowd
Of quiet Contradictions; so profound
A Plain, that Psyche’s long-acquainted eye
Stagger’d about its misty Clarity.

A MYSTERY, which other Shades beset;
Substantial Shades, made up of solid Hate;
Born in the Deep, which knows no bottom, yet
Vent’ring to block up Heaven’s sublimest gate:
Whilst Belzebub, in blackness damn’d to dwell,
Plots to have all things else as dark as Hell.

 
Joseph Beaumont (13 maart 1616 – 23 november 1699)
Peterhouse, Cambridge (Geen portret beschikbaar)