Yuri Andrukhovych

De Oekraïense dichter en schrijver Yuri Andrukhovych werd geboren op 13 maart 1960 in Iwano-Frankiwsk. Zie ook alle tags voor Yuri Andrukhovych op dit blog.

 

Sie Können Den Computer Jetzt Ausschalten

….until finally I realised:
I’d been sitting there for a good half hour
gazing dully into the screen
with its last sentence.
And session over, and you have to move
and shut the computer
and leave.

But what next? And can you ever get used to
those car accidents
that hit the bulls-eye?
To that electronic address
that lets you know the worst?
And how to express protest? And against what?
To howl at the walls, or to close the computer
forever?

Sashko Kryvenko.
Last night.
Left us forever.

Did I understand that right, I didn’t twist any of the facts?
‘Cause if this is a novel
these plot twists
are becoming monotonous,
the Author evidently in crisis.

SIE KÖNNEN DEN COMPUTER JETZT AUSSCHALTEN.
DON’T FORGET TO TURN THE TELEVISION OFF.
GOODNIGHT CHILDREN, GOODNIGHT.
THERE ARE NO MORE MESSAGES TODAY.

(Doubtless, all of us
at any moment might have
a car accident, a heart attack,
a white fever.
All of us – we’re mainly drinkers,
as our guardians on the Internet well know.
Our country came to terms with that long ago
and each similar piece of bad news
is taken with all due calm.
So why does it turn so dark, in the eyes?)

I go outside, to at least catch
some air and I can’t do it.

SIE KÖNNEN DEN COMPUTER JETZT
AUSSCHALTEN.

And only later – along with the air –
it comes to me,
brighter than bright:

There is one such place.
For those like Sashko Kryvenko.
And from there you can see everything.
And the point is not
that he is there, and we are here,
although that can’t fail to twist your guts
here in our green world.

The point is
that it’s called liberation
and despite everything, it’s inevitable
as any old car-accident.

 

Universiteit

wij gebruiken dode talen
hulpeloos lopen we langs de antwoorden van astrolabia en
schedels
vanaf de hoogten van de wallen luisteren we
naar het galmen van de St. Nicolaas we luisteren
op de stoep naar de welbespraakte redenaar Cicero, besmeurd met krijt
tijdens de medische lessen gluren we in de ogen van
dode mensen
we verbergen tabak en smerige schetsen in onze zakken
’s morgens volgen we gehoorzaam de kapelaan
we gooien kleine filosofische steentjes naar katten
’s middags rennen de grappigste syllogismen en formules
van ons weg omdat
aan de andere kant van de steile vochtige muur
een honingzoete meid van de locoburgemeester
pas gewassen
nat druipend
ondergoed ophangt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Yuri Andrukhovych (Iwano-Frankiwsk, 13 maart 1960)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e maart ook mijn blog van 13 maart 2021 en eveneens mijn blog van 13 maart 2019 en ook mijn blog van 13 maart 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Yuri Andrukhovych

De Oekraïense dichter en schrijver Yuri Andrukhovych werd geboren op 13 maart 1960 in Iwano-Frankiwsk. Zie ook alle tags voor Yuri Andrukhovych op dit blog.

 

Calling Dem

In April seventy eight
I lay on the floor in a student residence in Lviv,
almost unconscious from drinking
and eighteen years old.
Above me something was going on, my older
mates had guests, drank tea
with wine, chattered about art.
My head was whirling in the centrifuge.

It seems that it was unhappy love
and problems with the end of term essay.

Through the mist in my eyes
I caught sight of the dishevelled outline of Dem and fell
into a yet deeper abyss: impossible! Delirium
tremens: Dem in my room!

I don’t know if it’s good or bad anymore
but at the age of eighteen we still need
cults, icons, or rather idols.
Dem was an alternative painter.
Dem was a hippie, ‘sure’ guy, denim,
asocial, universal.
The pigs didn’t round him up every day.
Western snobs bought his paintings.
Like all fanatics I was ready to wash
the holes in his feet.
He was the saint of my cult, you know what I mean?

In October 2002
(Not bad, eh? A quarter century went by in the blink of an eye!)
they didn’t let him in to my poetry evening.
They say he was almost unconscious
from drinking and was in no fit state. Particularly not
for such an alternative meeting.
All that he left behind this time –
was some kind of lithograph
the size of a postage stamp, for me.
I don’t even know what to do with it.
It’s kind of weird to hang a postage stamp on the wall.

But I’m not talking about that –
I mean this eternal just-missing each other. So many faces
sucked beyond reach into the septic tanks!
They don’t even scream from there anymore,
they don’t even scream.

And so much of everything didn’t happen that no more
is going to happen now.

And on the other hand –
what a novel we wrote together, not realising
it ourselves! What a shit hot epic
over the space of a whole quarter century! Dem! You hear me?
Dem!!!

I’m screaming to you from my septic tank.

 

Bibliotheek

we zoeken naar de meest esoterische kennis
beklimmen ladders om de hoogste delen van de stapels te bereiken
snuffelen door de planken met spinnen
werpen stofwolken op
die tegen het plafond aan zweven
we houden onze adem in en
bewaren nauwelijks ons evenwicht
zoals luchtacrobaten
terwijl we in de dikste boekdelen duiken
zonder de minste hoop ooit boven te komen
boeken verzwelgen ons als de zee
we grijpen naar gebeeldhouwde uitsteeksels
en weten op enigerlei wijze het hoofd boven water te houden
dan wanneer we onze kracht verliezen
ademloos en bedekt met gips
lijken we
in het struikgewas van leren banden en hardcovers
tegen de muur gedrukt
het kleine warme
nest te vinden
van een gewone zwaluw

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Yuri Andrukhovych (Iwano-Frankiwsk, 13 maart 1960)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e maart ook mijn blog van 13 maart 2021 en eveneens mijn blog van 13 maart 2019 en ook mijn blog van 13 maart 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Yuri Andrukhovych

De Oekraïense dichter en schrijver Yuri Andrukhovych werd geboren op 13 maart 1960 in Iwano-Frankiwsk. Zie ook alle tags voor Yuri Andrukhovych op dit blog.

 

Train Station

here we long to board the right train
following the maze of signs we hasten
through cramped corridors between bundles and suitcases
we don’t have time to look up where under the spherical vault
hangs down dusty and dingy
florentine chandeliers
we compress sweaty copper coins like springs
we form disorderly lines
a gypsum wall-mounted ten-year-old putto is above us
sometimes blowing into his gilt horn
we glance at a bored blonde girl
who eats an apple leaning against a column
finally we reach the platform
impregnated with beer and roses
we kiss someone we beg them not to forget we hesitate
if we’re in a right seat
until we release ourselves from the earth
and softly depart
soothed we look through the windows at the first trees
turning yellow in the suburban woods

 

University

we use dead languages
helpless we walk along the retorts of astrolabes and
skulls
from the heights of ramparts we listen
to the clanging of St. Nicolas we listen
on pavement to the eloquent rhetorician Cicero filthy with chalk
during medical lessons we peep into the eyes of
dead people
we hide tobacco and sleazy sketches in our pockets
in the morning we obediently follow chaplain
we fling little philosophical stones into cats
at noon the wittiest syllogisms and formulas
run away from us because
on the other side of the steep damp wall
a mellifluous maid of assistant mayor
hangs up just laundered
wet dripping
underwear

 

Treinstation

hier willen we graag in de goede trein stappen
we volgen het doolhof van tekens we haasten ons
door krappe passages tussen bundels en koffers door
we hebben geen tijd om omhoog te kijken waar onder het bolvormige gewelf
stoffig en groezelig
Florentijnse kroonluchters hangen

we klemmen zweterige koperen munten vast als veren
we vormen wanordelijke lijnen
een aan de muur gemonteerde tien jaar oude gipsen putto blaast boven ons
soms in zijn vergulde hoorn
we kijken naar een verveeld blond meisje
dat tegen een zuil leunt en een appel eet
eindelijk bereiken we het perron
verzadigd van bier en rozen
we kussen iemand we smeken hen om niet te vergeten we twijfelen
of we op de goede plaats zitten
totdat we onszelf van de aarde losmaken
en zachtjes vertrekken
tot rust gekomen kijken we door de ramen naar de eerste bomen
die geel worden in de voorstadsbossen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Yuri Andrukhovych (Iwano-Frankiwsk, 13 maart 1960)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e maart ook mijn blog van 13 maart 2021 en eveneens mijn blog van 13 maart 2019 en ook mijn blog van 13 maart 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Guillermo Arriaga, Vladimir Makanin, Yeghishe Charent, Geert van Beek, Jan H. de Groot, Kemal Tahir

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

Identiteitskaart

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
En het nummer van mijn identiteitskaart is vijftigduizend
Ik heb acht kinderen
En de negende komt na een zomer
Zul je boos zijn?
Schrijf op!
Ik ben een Arabier
In dienst met collega-arbeiders bij een steengroeve
Ik heb acht kinderen
Ik haal brood voor ze
Kleren en boeken
Van de stenen…
Ik smeek niet om liefdadigheid aan je deuren
Noch kleineer ik mezelf bovenaan de treden van je vertrekken
Dus zul je boos zijn?

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
Ik heb een naam zonder titel
Geduldig in een land
Waar mensen woedend zijn
Mijn wortels
Werden diep ingebed voor de geboorte van de tijd
En voor de opening van de tijdsperken
Voor de dennenbomen, en de olijfbomen,
En voordat het gras groeide

Mijn vader.. stamt af van de familie van de ploeg
Niet van een bevoorrechte klasse
En mijn grootvader.. was een boer
Noch van goede komaf, noch van gegoede familie!
Leert me de trots van de zon
Voordat me geleerd wordt hoe te lezen
En mijn huis is als de hut van een wachter
Gemaakt van takken en riet
Ben je tevreden met mijn status?
Ik heb een naam zonder titel!

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
Je hebt de boomgaarden van mijn voorouders gestolen
En het land dat ik bebouwde
Samen met mijn kinderen
En je hebt niets voor ons overgelaten  Behalve deze stenen..
Dus zal de staat ze afnemen
Zoals is gezegd?!

Daarom!
Schrijf bovenaan de eerste pagina:
Ik haat geen mensen
Noch maak ik inbreuk
Maar als ik honger krijg
Zal het vlees van de overweldiger mijn eten zijn
Pas op ..
Pas op..
Voor mijn honger
En mijn woede!

 

Vertaald door Noureddine Steenvoorden

 

 
Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)

 

De Oekraïense dichter en schrijver Yuri Andrukhovych werd geboren op 13 maart 1960 in Iwano-Frankiwsk. Zie ook alle tags voor Yuri Andrukhovych op dit blog.

 

Werwolf Sutra (Fragment)

This time it’s about
Privates Muhamedyarov, Fiedotov and Pereverten,
whose names for centuries (not for centuries!)
were written on the blackboards (of being?) along with the numbers
of their Kamaz trucks.

Fiedotov was in the middle, on the right Muhamedyarov,
on Fiedotov’s left side – Pereverten.

As far as the first two are concerned it’s clear: Russian, Tatar.
But that third one? Where’s he going with a name like that?

No one liked Pereverten for his innate cunning
and stupid surname.
They couldn’t not laugh at a name like that.
He didn’t know himself what it meant.

But in German it means
Werwolf! With a black palate!
The terror of all villages and towns around!
Romantic hero of fairy tales and ballads!

Oh indestructible, almost immortal werewolf!
Escape before they round you up!
Before they aim at you from their wooden towers!
Demobilisation inescapable! I know you can do it!
Resurrect! Become yourself, Pereverten!

 


Yuri Andrukhovych (Iwano-Frankiwsk, 13 maart 1960)

 

De Franse schrijver Didier Decoin werd geboren op 13 maart 1945 in Boulogne-Billancourt (Seine). Zie ook alle tags voor Didier Decoin op dit blog.

Uit: Dictionnaire amoureux de la Bible

« Abraham
Avec sa gueule de métèque, de Juif errant, de pâtre grec », Abraham est l’un des héros non seule-ment de la Bible•’ mais de l’aventure humaine. Revendiqué par les juifs, les chrétiens et les musul-mans (dans l’ordre chronologique). Pour David Van Biema, spécialiste des religions au magazine Traie, Abraham est « quelqu’un comme un père qui aurait laissé un testament âprement disputé ». Père (donc) de tous les croyants, Abraham prêcha un Dieu unique, ce qui était furieusement original à l’époque où l’on présume qu’il aurait pu vivre, mais aussi, et ça n’était pas moins novateur dans un monde où régnait l’arbitraire, un Dieu juste qui se gardait bien d’exterminer l’innocent en même temps que le coupable. On le représente génialement barbu et la chevelure neigeuse – voir tout de même, a contrario, l’épous-touflante lithographie de Salvador Dali, L’Épreuve d’Abraham, où le patriarche, sur le point d’égorger Isaac*, est peint noir de poil, plutôt fringant, dégin-gandé, et si maigrichon que les os lui percent sous la peau. C’est vrai, on en oublie qu’il a été jeune. Et sans doute le premier de la longue lignée des ados contestataires. Et que c’est peut-être à son attitude conflictuelle qu’on doit l’émergence du concept révolutionnaire du Dieu unique. Abraham, au temps où il ne s’appelait encore qui Abram, vivait à Ur en Chaldée. C’était aux alen-tours de 1900 avant notre ère, à l’époque du bronze moyen. On sait peu de chose de sa famille, sinon que son père, Terah, était idolâtre et qu’il affichait d’autant plus sa dévotion aux idoles qu’il en faisait commerce. Terah possédait une boutique avec un tour de potier pour façonner ses dieux d’argile, un four pour les cuire, une salle pour les exposer, et sur-tout un fils pour les vendre. Le midrash’ l3ereshit Rabba raconte en effet que Terah, lorsqu’il devait s’absenter, avait pour habitude de confier la garde du magasin à Abram. Et la plu-part du temps, quand Terah réintégrait la boutique, il constatait que son garçon avait fait de bonnes ventes – la clientèle l’appréciant pour son honnêteté, mais aussi pour l’agrément qu’il y avait à discuter avec lui : à défaut de consentir des rabais sur les divinités de terre cuite, Abram ne manquait jamais de gratifier les acheteurs d’une réflexion inattendue qui faisait rire sur l’instant (« Cet Abram, disait-on, quel numéro ! En voilà un qui n’a pas sa langue dans sa poche ! ») mais qui donnait à réfléchir une fois qu’on avait quitté la boutique pour se plonger à nouveau dans le bruit, la chaleur et les remugles des nielles sinuant entre les maisons de briques crues. Un jour, en regagnant sa boutique. Terah la retrouva dévastée. Toutes les idoles il en avait toujours plu-sieurs centaines en stock – gisaient par terre, fracas-sées, décapitées, démembrées. Un seul dieu, le plus imposant de tous ceux qu’il avait fabriqués, avait échappé au massacre. Un bâton serré dans sa main d’argile, il sc tenait droit au milieu du désastre, rigide, indifférent. Tcrah chercha dans la poussière des débris qui jonchaient le sol les traces de bêtes sauvages qui, pourchassées peut-être, auraient pu se retrouver acculées, piégées dans la boutique où, prises de frayeur, elles eussent alors mené une sarabande infer-nale. Aucun animal (voir : Animaux) pourtant n’avait marqué le sol de son empreinte. . . . »

 


Didier Decoin (Boulogne-Billancourt 13 maart 1945)
Hagar en Ismael verbannen door Abraham van Pieter Jozef Verhaghen, 1792

 

De Mexicaanse schrijver, scenarist, filmregisseur en producent Guillermo Arriaga Jordán werd geboren op 13 maart 1958 in Mexico-Stad. Zie ook alle tags voor Guillermo Arriaga op dit blog.

Uit: De ontembare

“Mijn moeder zal de kramp in haar buik niet hebben opgevat als een woeste tweestrijd. Voor haar gevoel leefde de tweeling (ze dacht overigens dat het meisjes waren) in onderlinge harmonie. Dat was niet het geval. Tijdens een van die schermutselingen zette ik mijn broer zodanig klem tegen de baarmoederwand dat hij verstrikt raakte in zijn navelstreng. De val was gezet: bij elke beweging werd
het koord strakker om zijn hals getrokken, waardoor hij steeds minder zuurstof kreeg.
De krachtmeting eindigde vier weken voordat de negen maanden zwangerschap waren volbracht. Zonder het door te hebben was mijn moeder de grafkist van een van haar tweelingjongens geworden. Acht dagen lang droeg ze het lijk in haar binnenste. De doodssappen vermengden zich met het vruchtwater en vergiftigden het bloed dat me van voedsel voorzag.
Mijn broer, die in de foetale veldslag het onderspit had gedolven, nam wraak. Bijna sleurde hij ook mij de dood in. Toen de gynaecoloog mijn moeder ausculteerde omdat ze klaagde over indigestie, hoorde hij maar één hartje kloppen, dat met de seconde zwakker werd. De arts legde de stethoscoop op tafel en keek haar aan.
‘We zullen een keizersnede moeten uitvoeren.’
‘Wanneer, dokter?’
‘Nu meteen.’
In het ziekenhuis werd ze rechtstreeks naar de operatiekamer gebracht. In allerijl werd de sectio caesarea verricht.
Het opgezwollen lichaampje van mijn broer werd uit de baarmoeder gehaald, en daarna ik, naar adem happend als een kikkervisje op het droge.
Ik moest bloedtransfusies hebben. Omdat ik was vergiftigd door mijn broer, vergde het tijd om mijn bloed te zuiveren en de toxines uit de weg te ruimen. Achttien dagen lag ik in het ziekenhuis.
In de zes jaar die Carlos ouder was dan ik had mijn moeder drie miskramen gehad. Twee meisjes en een jongen. Geen van hen was de grens van vijf maanden gepasseerd. In hun verlangen om een kind te verwekken dat die funeste periode van vijf maanden zou overleven en eindelijk weer een zwangerschap tot een goed einde te brengen, hadden mijn ouders de ene na de andere arts geraadpleegd en diverse behandelingen ondergaan.”

 


Guillermo Arriaga (Mexico-Stad. 13 maart 1958)

 

De Armeense dichter Yeghishe Charents werd geboren op 13 maart 1897 in Kars (toen Rusland, nu Turkije). Zie ook alle tags voor Yeghishe Charents op dit blog.

 

Uit: Poem For Everone (Fragment)

Prologue

I – poet of Hayastan –
Fogbound land
Haunted by death –
I now sing
To all!
I sing
Once more
But why must I sing alone?
I, alone, and not they –
Who lived through and overpowered
These rough stormy days.
Under the sun, in the dust.
On foggy days dripping wet.
They strive, combat, and toil
In the grime of the soil.
And like sweat they flow
On the face of the earth –
As the wind hurls them hither and thither
And joins and mingles one with the other.
You may not be aware
That every humble workman
That toils hard all day long –
Carries in his iron lungs
A hundred, a thousand songs.
If you weren’t aware of this
Hearken to my voice then,
Open your ears wide!

 

Vertaald door Ara Baliozian

 


Yeghishe Charents (13 maart 1897 – 29 november 1937)
Monument in Tsaghkadzor

 

De Russische schrijver Vladimir Makanin werd geboren op 13 maart 1937 in Orsk. Zie ook alle tags voor Vladimir Makanin op dit blog.

Uit: Asan (Vertaald door Gerard Cruys)

“Jullie organiseren de colonne zelf. Met zijn allen. Jullie zijn de colonne,» legt Rode Band uit. «Daar zijn jullie btr’s. En daar staan twee lege vrachtwagens van majoor Zjilin. En drie vrachtwagens met vaten benzine. De benzine is ook van majoor Zjilin.»
De nieuwe naam ergert de soldaten meteen. De rekruten raken bij hun aankomst geërgerd over elke naam die respectvol wordt uitgesproken. Ze gillen: «Verdorie, jongens. Shit! We moeten ook nog iemand escorteren.»
Niet escorteren, maar gewoon samen in één colonne. Jullie kunnen met z’n allen inrukken… oprukken… opinrukken…» Rode Band heeft moeite met het werkwoord, het belangrijkste werkwoord van de oorlog.
De hele meute verlaat wanordelijk de rails. Eindelijk… Het plein zit vol kuilen. Met dronken koppen klimmen de soldaten de btr’s in. De vier pantserinfanterievoertuigen bewegen zich kalmpjes aan, naast elkaar de weg op. Dichter naar de vrachtwagens toe.
Ze moeten richting Bamoet, naar militair onderdeel nummer x-x. Vooruit! Er wordt een colonne gemaakt. Vooruit! Hier zijn de vrachtwagens met benzine, wees maar niet bang. We zullen niet verbranden.
Er verschijnt een stille oude Tsjetsjeen. Met het officiële plaatje van kruier op zijn borst. Een grijs hoofd. Zijn gezicht vertoont een permanente tic.
Hij tracht Rode Band bij zijn mouw te pakken. Om hem om te laten draaien: «Sasjik zal ontevreden zijn.»
«Wat mot je?»
«Waarom koppel je soldaten aan zijn colonne? Sasjik zal boos zijn.»
«Hij kan barsten. Hé, ouwe, zie je dat daar? Zie je deze horde?»
Ze zien het allebei. De soldaten zijn amper in de gevechtsvoertuigen geklommen of ze springen eruit, op zoek naar een beter plekje. Ze lachen, omarmen elkaar. Ondanks hun monsterlijke roes stralen de meeste gezichten. Wat een heldere, enthousiaste jonge ogen!
Het ontbreekt Rode Band aan vastbeslotenheid. Maar moet je die soldaat daar zien, die is totaal mesjogge. Zou je hem geen klap voor zijn kop geven? Hij heeft zich op de passerende spoorwegarbeiders gestort, Tsjetsjenen en Russen… onder de olie… onuitgeslapen… De soldaat loopt heen en weer en blèrt: «Pa-aa… Pa-a-a…» Hij vraagt de werklui naar zijn vader. De soldaat denkt dat hij nog steeds op de Wolga is. De sufferd heeft geen kans gekregen om afscheid te nemen. Hij denkt dat zijn huis en zijn familie ergens vlak in de buurt zijn. Hij snapt niet dat hij in Tsjetsjenië is. «Waar is pa-a-a? Pa-a-a!»

 


Vladimir Makanin (Orsk, 13 maart 1937)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Geert van Beek werd op 13 maart 1920 geboren in Gennep. Zie ook alle tags voor Geert van Beek op dit blog.

 

Opa

Opa betekent recht van de struik
kruisbessen slikken naar verzadigde buik.
opa is een goedmoedige bloemhommel
in een zakdoek driftig gonzend
een lasso om zwart pootje
knopen vrijlaten tot de dood.
Opa is met bruingelooide notenvingers
hoe bestaat het een vinkje een beginneling
vangen dat goddank god zij dank
uit behoedzame klem ontsnapt.
Opa is een grote hand onder water
noodlot van de stekelbaars.
een tabaksdoos een meerschuimen
pijp vullen met rustige duim.
opa is een briefje is het koud
daarboven windsnel langs het vliegertouw.
Opa is tafeltje met medicijnen
een klamme hand machteloos medelijden
opa is een laatste zucht
hijgen onbeweeglijk liggen
en verroer je niet, rondom snikken
zakdoeken en de zalvende trooster
spreekt onbegrijpelijke woorden
opa is een schep zand
plof in het graf de rand
stort in als je bloemblaadjes wuift
engelen voeren hem met gejuich
in het hemels paradijs.
Zingen daar lijsters?
en kan hij er dahlia’s strelen?
Gaat het hem niet vervelen
in de eeuwen der eeuwen gods
lof te galmen met zijn zware bas?
Opa is dood is vragen
huilen in bed, een raadsel
met de oplossing aan de andere kant.

 

Geesteskind

In mijn dochtertje vergist men zich
licht, niet zij maar de schijn bedriegt
een grimas van pijn
ziet men aan voor een lach
zonder oog voor de broze
dam om haar binnenmeer
zo innig dat een vis
amper trilt met zijn vinnen
noemt men haar stuurs
twee cirkeltjes blauw
recht uit het luchtruim gesneden
gieten haar ogen vol zon
alsof zij de regen was vergeten
de lokale bui in het binnenland
zij zegt niet wat men hoort
verstopt haar woorden liefst
in dubbele bodems wie goed kiest
is zeker van een surprise
tja wie haar schaduw
de hand wil drukken
tast in het duister

 

 
Geert van Beek (13 maart 1920 – 2 januari 2001)
Portret door Wim van der Voort, 1982

 

De Nederlandse dichter Jan Hendrik de Groot werd op 13 maart 1901 geboren in Alkmaar. Zie ook alle tags voor Jan H. de Groot op dit blog.

 

Het sterke zomerweer

Nu was het sterke zomerweer
de baas van zomerdagen,
Nu kon de lucht de weelde van
een felle zon verdragen.
Geen kille wind als nauw de zon
den dag had ingekeken.
Geen wolkenpak dat d’eersten glans
versmoorde in z’n deken.
Geen storm, geen hagel, na een dag
van tintellichten zonnelach,
Geen warmte, die bij regenslag
Voor dagen was geweken.

Nu is de zomer rijp gegroeid,
En laat z’n buit verdeelen.
Nu is het zonlicht mild en goed
en kan een stootje velen.
De wind krijgt nu geen goede kans
Het stofgoud op te jagen.
En wolken kunnen heusch niet meer
zoo’n sterken glans verdragen.
Al dreigt een dwaze donderkop
de zon met paarsgezwollen krop.
Dan schaterlacht ze om die op-
gezwollen wolkenkragen.

Ach, dat ik als het sterke weer
van heete zomerdagen
De weelde van een groot geluk
Een groote zon kon dragen.
Maar als één dag de zomerzon
M’n ziel heeft uitgekeken
Dan komt al gauw een wolkenpak
En spant er voor z’n deken.
Dan staat direct de stormwind klaar
En jaagt en vaagt met breed gebaar
De mooiste glansen uit elkaar.
Hij laat mij troostloos staren naar
’t Geluk dat is bezweken.

 

 
Jan H. de Groot (13 maart 1901 -1 december 1990)

 

De Turkse schrijver Kemal Tahir werd geboren op 13 maart 1910 in Istanboel. Zie ook alle tags voor Kemal Tahir op dit blog.

Uit: The Tired Warrior (Vertaald door Elif Erkmen)

“He imagined it as being able to do anything he wanted. But how would this be compatible with the current strict military rules?
Jamil reminded himself that they didn’t have to debate such details, because within just two years, by sending a couple of telegrams they achieved their goal. They brought Freedom to the country.
Jamil was still gazing at the picture on the wall. Nazmi died defending Edirne which was under siege. He didn’t have time to learn that their party was ruling the country now. They were controlling the vast Empire from Danube to Basra; from Sinop to Libya. Nazmi died when he was twenty six. He died hungry, sick and desperate.
In the picture, Nazmi was also smiling sadly as if he heard his son calling him “Unionist Infidel.”
Neriman came upstairs looking very pale. “He was a doctor. His name was Rashid… A governor. He escaped from jail recently.” She approached Jamil and whispered. “Was he the friend you were expecting?”
“No, he wasn’t.”
“Did you know Governor Rashid personally?
“No, I didn’t know him.”
“Then why did you ask me to open the door for him? You asked about whether it was possible to enter the neighbor’s yard”. She was obviously shaken; the fear rising up from her throat to her lips. Her lips started to pucker. The stern look in her eyes was turning into fear. “If he entered our house and was seen by the police, they would have raided the house. What would you have done? Would you have fought with them?”
Jamil leaned forward to look directly in her eyes; Neriman knelt down on the floor in desperation, with her hand on her mouth. “You were ready to fight Jamil; you were going to die as well.”
“What are you talking about?” Jamil smiled weakly. “That’s all nonsense. Nothing like that was going to happen.”He reached out to touch her shoulder and then stopped. He said, “Why are you crying? Why are you getting worked up?”

 

 
Kemal Tahir (13 maart 1910 – 21 april 1973)
Cover Turkse uitgave

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e maart ook mijn blog van 13 maart 2018 en ook mijn blog van 13 maart 2017 en ook mijn blog van 13 maart 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Vladimir Makanin, Yeghishe Charents, Geert van Beek, Jan H. de Groot, Kemal Tahir, Joseph Beaumont

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

Wij gaan naar een land

– Wij gaan naar een land dat niet van ons vlees is. De kastanje groeit niet uit onze botten.

– Zijn stenen zijn geen geit in het lied der bergen; de ogen der kiezels geen lelies van de dalen.

– Wij gaan naar een land dat geen eigen zon over ons heen hangt.

– De vrouwen van legenden klappen voor ons; een zee over ons en voor ons

– Als graan en water van jullie zijn afgesneden, eet dan onze liefde en drinkt onze tranen.

– Zwarte doeken voor de dichters; een rij van marmeren beelden zal onze stemmen doen weerklinken.

– Een schuur om onze geesten te beschermen tegen het stof van de tijd; een roos over ons, een roos voor ons.

– Jullie hebben jullie glorie, wij de onze. Ach een land waarvan wij alleen zien wat niet gezien wordt: ons geheim.

– Wij hebben onze glorie: een troon op voeten afgesneden door stegen die ons voeren naar vele huizen, maar niet de onze.

– De geest moet de geest in zijn geest vinden, of hier sterven…

 

Vertaald door Jan Brugman

 

 Der Rhythmus wählt mich

Der Rhythmus wählt mich und erstrahlt in mir
Ich bin der Geige Klang, nicht ihr Spieler
Ich wohne in der Nachbarschaft der Erinnerung
Das Echo der Dinge spricht in mir
und ich spreche…
Jedes Mal, wenn ich dem Steine lausche, höre ich
das seufzende Gurren einer weißen Taube:
Mein Bruderherz! Ich bin deine kleine Schwester
In ihrem Namen vergieße ich die Tränen der Worte
Jedes Mal, wenn ich auf dem Wolkenweg
den Stamm eines Paternosterbaumes entdecke
höre ich das Herz einer Mutter
in mir schlagen:
Ich bin eine verstoßene Frau
In ihrem Namen verfluche ich die Grillen der Nacht
Jedes Mal, wenn ich einen Spiegel auf einem Mond entdecke
sehe ich die Liebe in Teufelsgestalt
die mich anstiert und spricht:
Ich bin immer noch da
Und du kehrst nicht zurück wie ich dich verlassen habe
Du kehrst nicht zurück und ich kehre nicht zurück
Dann vollendet der Rhythmus seinen Lauf
und erstrahlt in mir…

 

Vertaald door Stephan Milich

 

 
Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)
Portret door Ahmad Kadi, z.j.

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Vladimir Makanin, Yeghishe Charents, Geert van Beek, Jan H. de Groot, Kemal Tahir, Joseph Beaumont”

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Vladimir Makanin, Yeghishe Charents, Oskar Loerke, W.O. Mitchell, Hugh Walpole, Inge Müller

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

The Horse Fell Off The Poem

and the Galilean women were wet
with butterflies and dew,
dancing above chrysanthemum

The two absent ones: you and I
you and I are the two absent ones

A pair of white doves
chatting on the branches of a holm oak

No love, but I love ancient
love poems that guard
the sick moon from smoke

I attack and retreat, like the violin in quatrains
I get far from my time when I am near
the topography of place…

There is no margin in modern language left
to celebrate what we love,
because all that will be… was

The horse fell bloodied
with my poem
and I fell bloodied
with the horse’s blood…

 

No Flag Flutters In The Wind

No flag flutters in the wind,
no horse floats in the wind,
no drums accompany the rise and fall of waves…
Nothing happens in tragedies today…
The curtain is drawn, both poets and audience
have left – there are no cedars or processions,
no olive branches to greet those coming in by boat,
weary from nosebleed and the lightness
of the final act, as if passing from one fate
to another, a fate written beyond the text,
a woman of Greece playing the part
of a woman of Troy, as easily white as black,
neither broken nor exalted, and no one asks:
‘What will happen in the morning?’
‘What comes after this Homeric pause?’
…as if this were a lovely dream
in which prisoners of war are relieved
by fairness of their long, immediate night,
as if they now say:
‘We mend our wounds with salt’
‘We live near our memory’
‘We shall try out an ordinary death’
‘We wait for resurrection, here, in its home
in the chapter that comes after the last…’

 

 
Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)
Portret door Avi Katz, z.j.

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Didier Decoin, Vladimir Makanin, Yeghishe Charents, Oskar Loerke, W.O. Mitchell, Hugh Walpole, Inge Müller”

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin, Melih Cevdet Anday

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

Other Berbers Will Come

Other Berbers will come.
The emperor’s wife will be abducted.
Drums will beat loudly.
Drums will beat so that horses
will leap over human bodies
from the Aegean Sea to the Dardanelles.
So why should we be concerned?
What do our wives have to do with horse racing?
The emperor’s wife will be abducted.
Drums will beat loudly and other Berbers
will come.Berbers will fill the cities’ emptiness,
slightly higher than the sea,
mightier than the sword in a time of madness.
So why should we be concerned?
What do our children have to do
with the children of this impudence?
Drums will beat loudly
and other Berbers will come.
The emperor’s wife will be taken
from his bedroom. From his bedroom
he will launch a military assault
to return his bedmate to his bed.
Why should we be concerned?
What do fifty thousand victims
have to do with this brief marriage?
Can Homer be born after us . . .
and myths open their doors to the throng?

 

Here The Birds’ Journey Ends

Here the birds’ journey ends, our journey, the journey of words,
and after us there will be a horizon for the new birds.
We are the ones who forge the sky’s copper, the sky that will carve roads
after us and make amends with our names above the distant cloud slopes.
Soon we will descend the widow’s descent in the memory fields
and raise our tent to the final winds: blow, for the poem to live, and blow
on the poem’s road. After us, the plants will grow and grow
over roads only we have walked and our obstinate steps inaugurated.
And we will etch on the final rocks, “Long live life, long live life,”
and fall into ourselves. And after us there’ll be a horizon for the new birds.

 

Neighing At The Slope

Horses’ neighing at the slope. Downward or upward.
I prepare my portrait for my woman to hang on a wall when I die.
She says: Is there a wall to hang it on?
I say: We’ll build a room for it. Where? In any house.
Horses’ neighing at the slope. Downward or upward.
Does a thirty-year-old woman need a homeland where she might make a life?
Can I reach the summit of this rugged mountain? The slope is either an abyss
or a place of siege.
Midway it divides. It’s a journey. Martyrs kill one another.
I prepare my portrait for my woman. When a new horse neighs in you, tear it up.
Horses’ neighing at the slope. Upward, or upward. 

 

 
Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin, Melih Cevdet Anday”

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin, Melih Cevdet Anday

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

De eeuwige cactussen

– Waar breng je me naartoe, vader?
– Waar de wind waait, jongen…

Zij verlieten de vlakte waar
de soldaten van Bonaparte een heuvel hadden opgeworpen om
de schaduwen op de muur van Akka in het oog te houden
Een vader zegt tegen zijn zoon, wees niet bang
voor fluitende kogels, blijf plat liggen
om te overleven. Wij zullen overleven, een berg
in het Noorden beklimmen en omkeren als
de soldaten naar hun families ver weg teruggaan

– Wie gaat na ons in het huis wonen, vader
– Het zal zo blijven als het was zoon

Hij betastte zijn sleutel
zoals hij zijn lichaamsdelen betastte, werd rustig en zei
toen zij over een doornhaag klommen
Onthoud, mijn jongen! Hier kruisigden de Engelsen
jouw vader twee nachten aan een cactus
en hij bekende niet. Jij zult opgroeien
mijn zoon en wie de geweren erven
over bloedig ijzer vertellen

– Waarom heb je het paard alleen gelaten
– Als gezelschap voor het huis want huizen sterven als de bewoners er niet zijn

De eeuwigheid opent haar poorten uit de verte
voor wie ‘s nachts komen, prairiewolven huilen
tegen een bange maan. Een vader
zegt tegen zijn zoon: Wees zo sterk als je grootvader
Beklim met mij de laatste heuvel steeneiken
Onthoud mijn zoon: Hier viel Ankashari
van zijn oorlogsmuildier, hou vol
om met mij terug te gaan

– Wanneer, vader
– Morgen, misschien overmorgen, zoon

Een roekeloze morgen kauwde wind
achter hen in lange winternachten
en de soldaten van Joshoea ben Noen bouwden
een burcht met de stenen van hun huis terwijl zij
hijgend naar Kana liepen: Hier
kwam Onze Heer voorbij. Hier
veranderde hij water in wijn en sprak lang
over liefde. Jongen, denk aan
morgen, denk aan de kruisridderburchten
waaraan het voorjaarsgras knaagde nadat
de soldaten waren weggegaan

 

Vertaald door Kees Nijland en Asad Jaber

 


Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin, Melih Cevdet Anday”

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin, Melih Cevdet Anday

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

 

Psalm Three

On the day when my words
were earth…
I was a friend to stalks of wheat.

On the day when my words
were wrath
I was a friend to chains.

On the day when my words
were stones
I was a friend to streams.

On the day when my words
were a rebellion
I was a friend to earthquakes.

On the day when my words
were bitter apples
I was a friend to the optimist.

But when my words became
honey…
flies covered
my lips!…

Vertaald door Ben Bennani

 

A Lover from Palestine

Her eyes are Palestinian
Her name is Palestinian
Her dress and sorrow Palestinian
Her kerchief, her feet and body Palestinian
Her words and silence Palestinian
Her voice Palestinian
Her birth and her death Palestinian

 

Vertaald door Marjolijn De Jager

 

Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin, Melih Cevdet Anday”

Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin

De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish werd geboren in Al-Birwa, Palestina, op 13 maart 1941. Zie ook alle tags voor Mahmoud Darwish op dit blog.

The pigeons fly

The pigeons fly,
the pigeons come down…

***

Prepare a place for me to rest.
I love you unto weariness,
your morning is fruit for songs
and this evening is precious gold
the shadows are strong as marble.
When I see myself,
it is hanging upon a neck that embraces only the clouds,
you are the air that undresses in front of me like tears of the grape,
you are the beginning of the family of waves held by the shore.
I love you, you are the beginning of my soul, and you are the end…
the pigeons fly
the pigeons come down…
***

I am for my lover I am. And my lover is for his wandering star
Sleep my love
on you my hair braids, peace be with you…
the pigeons fly
the pigeons come down…
***

Oh, my love, where are you taking me away from my parents,
from my trees, small bed and from my weariness,
from my visions, from my light, from my memories and pleasant evenings,
from my dress and my shyness,
where are you taking me my love, where?
You take me, set me on fire, and then leave me
in the vain path of the air
that is a sin … that is a sin…
the pigeons fly
the pigeons come down…
***

My love, I fear the silence of your hands.
Scratch my blood so the horse can sleep.
My love, female birds fly to you
take me as a wife and breathe.
My love I will stay and breasts will grow for you
The guards take me out of your way
my love, I will cry upon you, upon you, upon you.
because you are die surface of my sky.
My body is the land,
the place for you…
the pigeons fly
the pigeons come down…

Mahmoud Darwish (13 maart 1941 – 9 augustus 2008)

Lees verder “Mahmoud Darwish, Yuri Andrukhovych, Vladimir Makanin, Didier Decoin”