De Nederlandse dichter en schrijver Gerrit Krol werd geboren op 1 augustus 1943 in Groningen. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2006 en ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008 en ook mijn blog van 1 augustus 2009.
De kameel
De kameel heet wel
het schip van de woestijn,
daar kan ieder over meepraten
die op zo’n beest gezeten heeft.
Je zit hoog op een stoel
als het ware, je gaat
wel heen en weer, maar je voelt
je daarbij op je gemak,
terwijl in de diepte de
kop van het beest
gelijkmatig naar voren glijdt
als de boeg van een
roeiboot, met schokjes.
Ary’s tuin
Het leuke van een tuin
is dat je hem voortdurend
snoeien moet,
of snoeien, noem het
oogsten, of wat je zoal
met snijbloemen doet,
snijden, in een vaas zetten,
de stelen, in knop
waar men de bloem in ziet,
of bloem, noem het poëzie,
of gewoon verhaal, want
wie niet waagt die knoeit,
wie schrijft die snijdt,
wie snijdt die bloeit.
Niet te beschrijven
Niet te beschrijven
wat een geur doet in je neus
en in het weke van je hersenen,
een bloem,
een strandlucht.
Laatst liep ik op de weg
toen langs mij streek een vleug van vroeger,
van potten inkt en rekenen,
wat ik in der eeuwigheid zou zijn vergeten,
ik liep ertegenop.
Men zegt dat van bepaalde vlindersoorten
het reukvermogen
zich uitstrekt over kilometers,
maar of het nu de natuur is
of een oude school,
of een meisje dat in je armen staat
en geurt als zeven jaar geleden
of, als het heeft geregend,
de hartverscheurende kracht van een naaldwoud
– je noemt het,
maar beschrijven kun je het niet.
Gerrit Krol (Groningen, 1 augustus 1934)
De Nederlandse dichter en schrijver Edward van de Vendel werd geboren in Leerdam op 1 augustus 1964. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2009.
Brief
Ik schrijf hier lieve dingen
in het zand –
met de tenen aan mijn voet,
met de vingers van mijn hand.
De zee komt even lezen,
trekt mijn letters van het strand
en brengt ze naar de overkant.
Of spoelt mijn brief alleen
een beetje heen en weer?
Ik krijg nooit antwoord.
Of juist wel?
Legt de zee met elke golf
een nieuwe bladzij
voor me neer?
Zomer
Eerst was ik verbrand
en toen ging ik vervellen.
Nu laat ik los van buiten.
Nu zit ik me te pellen.
Ik leg mezelf naast me neer
in duizend stukjes huid.
De zomer is een spelletje
en ik puzzel me eruit.
Edward van de Vendel (Leerdam, 1 augustus 1964)
De Nederlandse dichter en schrijver Frans Pointl werd geboren in Amsterdam op 1 augustus 1933. Zie ook mijn blog van 5 mei 2006 en ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008 en ook mijn blog van 1 augustus 2009.
Kinderverdriet
het kind was binnen de ramen
een volle dag
bevroren verlokken
vielen wezenloos
van een grauw palet
toen de dag gerimpeld werd
kwam het kind buiten
en huilde
omdat er geen sneeuw meer lag
Ako-diner 1990
er stonden een Rolls, een Bentley en een Porsche
een echtpaar stapte uit een Saab Turbo
ik stapte uit mijn strippenkaart
voor het eerst zat ik aan
aan een diner
dat viel verdraaid niet mee
een colonne obers bracht schalen binnen
waarop saumon fumé
daarna kreeg ik een bord
met iets roze-roods erop
dat leek op een jonge uit het nest
gevallen en gefrituurde reiger
ik vroeg iemand hoe dit heette
die meneer zei: zolang het niet
beweegt kunt u het rustig eten
het diner was beslist niet slecht
maar ik prefereer brood met omelet
aangezeten aan eigen aanrecht.
Frans Pointl (Amsterdam, 1 augustus 1933)
De Amerikaanse dichter, schrijver en musicus Jim Carroll werd geboren op 1 augustus 1949 in New York. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008 en ook mijn blog van 1 augustus 2009.
8 Fragments For Kurt Cobain
7/
But Kurt…
Didn’t the thought that you would never write another song
Another feverish line or riff
Make you think twice?
That’s what I don’t understand
Because it’s kept me alive, above any wounds
8/
If only you hadn’t swallowed yourself into a coma in Roma…
You could have gone to Florence
And looked into the eyes of Bellinni or Rafael’s Portraits
Perhaps inside them
You could have found a threshold back to beauty’s arms
Where it all began…
No matter that you felt betrayed by her
That is always the cost
As Frank said,
Of a young artist’s remorseless passion
Which starts out as a kiss
And follows like a curse
Jim Carroll (1 augustus 1949 – 11 september 2009)
De Koreaanse dichter Ko Un werd geboren op 1 augustus 1933 in Gunsan. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008 en ook mijn blog van 1 augustus 2009.
Nordwärts ziehende Blütennachricht
Zum Lied wird, wer auch immer da stirbt in unserem Lande.
Wieder geboren
Wieder geboren
sind zu Blumen wir verwandelt.
Vom südlichsten Stück Land im ultramarienen Meer,
aus dem Garten der Dorfschule auf Mara* kommt die Kunde:
Die Blütenknospen springen.
Nordwärts
nordwärts
anschwellende Blütenpracht
bis nach Namyang, unserer kalten Heimat am Tumen-Fluß,
bis nach Yongjŏng** in Nord-Kando, jenseits vom Fluß
— selbst hinauf bis nach Sibirien.
Wenn alle Knospen springen,
welch Wehklage ist’s an diesem Tag im ganzen Lande.
In unserem Lande
sterben und verwandelt sein zu einem Lied,
dem traurigen Lied,
das tief in meinem Herzen zu einem Menschen wird.
Wieder geboren
wieder geboren
ist unser Vaterland dreitausend li weit von Blüten übersät.
Vertaald door Frank Hoffmann
Ko Un (Gunsan, 1 augustus 1933)
De Argentijnse schrijver Juan Filloy werd geboren op 1 augustus 1894 in Córdoba. Filoy studeerde rechten en trok daarna naar Río Cuarto in centraal Argentinié. Daar werkte hij zijn leven lang als advocaat en rechter. Filoy gold in literaire kringen als een zonderling en eenling. Zijn werk verscheen vaak in eigen beheer, af en toe bij kleine uitgeverijen. Tussen 1939 en 1967 publiceerde hij helemaal niets. Toch omvat zijn oeuvre 49 boeken, waaronder 11 romans.
Uit: The cow and the car (Vertaald door Jeremy Osner)
„The rain has firmed up the unpaved road’s surface. The recently rinsed atmosphere is fresh and clean. The sun’s glory shines down at the end of March.
A car comes along at a high velocity. Beneath the pampa’s skies — diaphanous tourmaline cavern — the swift car is a rampaging wildcat.
The moist fields give off a masculine odor, exciting to the lovely young woman who’s driving. And accelerating, accelerating, until the current of air pierces her, sensuous. But…
All of a sudden, a cow. A cow, stock-still in the middle of the roadway. Screeching of brakes, shouting. The horn’s stridency shatters the air. But the cow does not move. Hardly even a glance, watery and oblique, she chews her cud. And then, she bursts out:
— But señorita!… Why all this noise? Why do you make such a hurry, when I’m not interested in your haste? My life has an idyllic rhythm, incorruptible. I am an old matron who never gives way to frivolity. Please: don’t make that racket! Your clangor is scaring the countryside. You do not understand why; you don’t even see it. The countryside flies past, by your side; your velocity turns it into a rough, variegated visual pulp. But I live in it. It is where I hone my senses, they are not blunt like yours… Where did you find this morbid thirst which absorbs distance? Why do you dose yourself with vertigo? You subjugate life with urgency, instead of appreciating its intensity. Come on! lay off the horn. Time and space will not let themselves be ruled by muscles of steel and brass.“
Juan Filloy (1 augustus 1894 – 15 juli 2000)
De Canadese dichteres en schrijfster Anne Hébert werd geboren op 1 augustus 1916 in Sainte-Catherine-de-Fossambault, Quebec. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008 en ook mijn blog van 1 augustus 2009.
ÉVEIL AU SEUIL D’ UNE FONTAINE
Ô ! spacieux loisir
Fontaine intacte
Devant moi déroulée
À l’heure
Où quittant du sommeil
La pénétrante nuit
Dense forêt
Des songes inattendus
Je reprends mes yeux ouverts et lucides
Mes actes coutumiers et sans surprises
Premiers reflets en l’eau vierge du matin.
La nuit a tout effacé mes anciennes traces,
Sur l’eau égale
S’étend
La surface plane
À perte de vue.
D’une eau inconnue.
Et je sens dans mes doigts
À la racine de mon poignet
Dans tout le bras
Jusqu’à l’attache de l’épaule
Sourdre un geste
Qui se crée
Et dont j’ignore encore
L’enchantement profond.
Anne Hébert (1 augustus 1916 – 22 februari 2000)
De Amerikaanse dichter en schrijver Herman Melville werd geboren in New York op 1 augustus 1819. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008 en ook mijn blog van 1 augustus 2009.
THE APPARITION
CONVULSIONS came; and, where the field
Long slept in pastoral green,
A goblin-mountain was upheaved
(Sure the scared sense was all deceived),
Marl-glen and slag-ravine.
The unreserve of Ill was there,
The clinkers in her last retreat;
But, ere the eye could take it in,
Or mind could comprehension win,
It sunk!–and at our feet.
So, then, Solidity’s a crust–
The core of fire below;
All may go well for many a year,
But who can think without a fear
Of horrors that happen so.
Herman Melville (1 augustus 1819 – 28 september 1891)
De Oostenrijkse dichter en schrijver Ernst Jandl werd geboren in Wenen op 1 augustus 1925. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008.
Uit: aus dem wirklichen leben
“mit sieben hing mein leben an einem faden, als ich nach masern wassersucht und nierenentzündung mit urämischen erscheinungen bekam und wochenlang auf dem bauch liegen und alles ohne salz essen mußte, aber es kam dann nicht wie mit dem kleinen guido über den ich ein buch gelesen hatte das seine mutter geschrieben hatte um für alle aus ihm einen kleinen heiligen zu machen, sondern meine mutter betete mich gesund und hatte auch ein fläschen mit lourdes-wasser für mich besorgt, obwohl sie gewußt haben mußte warum wir zum abendgebet immer sagten: laß mich lieber sterben als eine todsünde begehn, wozu damals noch die gelegenheit bestanden hätte, und keiner hätte dann jemals von meinen gedichten erfahren, die ja die meisten erst viele jahre später kamen, und es hätte keine lücke gegeben und niemand hätte etwas gefehlt.
hernals
oh scheiße, ich habe gestern
mein abendgebet vergessen
aber heut früh wirst du es, lieber gott
auch noch akzeptieren
“lieber gott, laß mich eher sterben
als eine todsünde begehen”
wie es eben jetzt geschehen könnte
denn es ist sonntag
und ich habe nicht die absicht zur messe zu gehen
was eine todsünde ist
sondern bleibe im warmen bett
um noch ein bißchen zu onanieren
was ebenfalls eine todsünde ist
wie meine mutter mir erklärt hat
eh man sie begraben hat
auf dem hernalser friedhof
hoch über der stadt, meinem geliebten
wien.
seltsam, wie oft
er mein gebet schon nicht erhört hat.”
Ernst Jandl (1 augustus 1925 – 9 juni 2000)
De Amerikaanse schrijver Frederick Busch werd geboren in New York. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007 en ook mijn blog van 1 augustus 2008.
Uit: Girls
„We started clearing the field with shovels and buckets and of course our cupped, gloved hands. The idea was to not break any frozen parts of her away. Then, when we had a broad hole in the top of the snow that covered the field and we were a foot or two of snow above where she might have been set down to wait for spring, we started using poles. Some of us used rake handles and the long hafts of shovels. One used a five-foot iron pry bar. He was a big man, and the bar weighed twenty-five pounds, anyway, but he used it gently, I remember, like a doctor with his hands in someone’s wound. We came together to try to find her and we did what we needed to, and then we seemed to separate as quickly as we could.
At Mrs. Tanner’s funeral, they sang “Shall We Gather at the River,” and I sang, too. It was like that in the field. Everyone gathered, and it was something to see. Then we all came apart. Fanny went where she needed to, and Rosalie Piri did, and Archie Halpern. I did, too. Most of them, I think, remained within a few miles of the field.
The dog and I live where it doesn’t snow. I can’t look at snow and stay calm. Sometimes it gets so warm. I wear navy blue uniform shorts with a reinforced long pocket down the left hip for the radio. I patrol on foot and sometimes on a white motor scooter, and it’s hard for me to believe, a cop on a scooter in shorts. But someone who enforces the law, laws, somebody’s laws, falls down like that. Whether it’s because he drinks or takes money or swallows amphetamines or has to be powerful, or he’s one of those people who is always scared, or because he’s me, that’s how he goes–state or federal agency or a big-city police force, down to working large towns or the dead little cities underneath the Great Lakes, say, then down to smaller towns, then maybe a campus, maybe a mall, or a hotel that used to be fine.“
Frederick Busch (1 augustus 1941 – 23 februari 2006)
De Nederlandse (jeugdboeken)schrijver Guus Kuijer werd geboren in Amsterdam op 1 augustus 1942. Zie ook mijn blog van 1 augustus 2007.
Uit: De twee Robinsons
„Ik denk dat we meer weten over ratten dan over kinderen. Ik heb nog nimmer een verhandeling over ‘het kind’ gelezen die ik niet halverwege woedend in een hoek smeet, omdat het nooit scheen te gaan over het kind dat ik was of over de kinderen waarin ik mijn vooroordelen heb geprojecteerd.
Het bestuderen van het kind als een apart wezen, als een diersoort, lijkt mij op zichzelf al een verkeerd uitgangspunt, omdat, om maar eens iets te noemen, kinderen vooral lijken te leven vanuit de toekomst die zij voor zich zien. Bij aparte bestudering krijgen eigenschappen die worden gevonden onherroepelijk iets exclusiefs, alsof het kind het monopolie heeft op die eigenschappen, zodat diezelfde eigenschappen gevonden bij een volwassene iets abnormaals, ziekelijks, niet behorend bij de soort schijnen.
Treft men omgekeerd bij het kind eigenschappen aan die geacht worden bij de volwassene te horen dan is dat kind ‘een geval’, rijp voor de psychiater. Dat laatste komt glashelder tot uitdrukking in Het grijze kind van Theo Thijssen. Mijn enige bezwaar tegen dat boek, een schitterende aanval op het burgerdom, is het gehannes met ‘vorige levens’, waarmee de wijsheid van het grijze kind waarschijnlijk wordt gemaakt. Thijssen beschrijft gedurende een aantal bladzijden allerlei gedachten van een drie- en vierjarige die ‘niet kunnen’. Ze zijn veel te wijs en dus moeten ze wel stammen uit een vorig leven.“
Guus Kuijer (Amsterdam, 1 augustus 1942)
De Amerikaanse dichter en advocaat Francis Scott Key werd geboren op de plantage Terra Rubra bij Frederick (Maryland) op 1 augustus 1779. Hij was getuige van het bombardement van Fort McHenry in Baltimore tijdens de Oorlog van 1812. Key was aan boord van een Brits oorlogsschip om een vriend te bevrijden die was beschuldigd van het beschermen van Britse deserteurs. De Britse commandanten kwamen overeen beide mannen vrij te laten, maar om veiligheidsredenen werden ze nog een nacht vastgehouden terwijl de Britse vloot het fort bestormde. De volgende dag schreef Key een gedicht met de titel The Defense of Fort McHenry, beter bekend als „The Star-Spangled Banner”. De muziek waarop het werd gezet was van een populair lied uit die tijd (to Anacreon in Heaven), geschreven rond 1800 door John Stafford Smith. Het werd aangenomen als het volkslied van de Verenigde Staten op 3 maart 1931. In de meeste gevallen wordt alleen het eerste couplet gezongen.
The Star-Spangled Banner (fragment)
O! say can you see by the dawn’s early light,
What so proudly we hailed at the twilight’s last gleaming,
Whose broad stripes and bright stars through the perilous fight,
O’er the ramparts we watched, were so gallantly streaming.
And the rockets’ red glare, the bombs bursting in air,
Gave proof through the night that our flag was still there;
O! say does that star-spangled banner yet wave,
O’er the land of the free and the home of the brave?
On the shore, dimly seen through the mists of the deep,
Where the foe’s haughty host in dread silence reposes,
What is that which the breeze, o’er the towering steep,
As it fitfully blows, half conceals, half discloses?
Now it catches the gleam of the morning’s first beam,
In full glory reflected now shines in the stream:
‘Tis the star-spangled banner, O! long may it wave
O’er the land of the free and the home of the brave.
Francis Scott Key (1 augustus 1779 – 11 januari 1843)
Monument in Frederick